2016 Gisela Kruiswijk 1632949 Beroepsproduct 3 “Verbeteren de leerlingen van de VMBO school “Windroos” hun resultaten als zij werken met een lessenserie in een blended leeromgeving waarin flipped classroom en 21e eeuwse vaardigheden geïmplementeerd zijn?” Een onderzoek naar vernieuwend onderwijs binnen VMBO school “Windroos” Hewlett-Packard Docent: Timur Erogluer Stagebegeleider: Robert Vossepoel vak: Engels Bachelor dossiernummer kennisbasis: Beroepsproduct 3 1 januari 2016 Voorwoord Voor u ligt het onderzoeksverslag “Vernieuwend onderwijs op Windroos” . Er is onderzoek gedaan of een lessenserie waarin “Flipped classroom” en “21e eeuwse vaardigheden” geïmplementeerd zijn op “Windroos” de studieresultaten van de huidige vierde klassers positief beïnvloeden. Om het gehele proces van dit onderzoek goed in kaart te kunnen brengen zitten alle fasen in een verslag verwerkt. Hierdoor kunnen er kleine veranderingen aangebracht zijn vanaf H2 t.o.v. het startverslag H1 Voorwoord Hierbij wil ik graag een woord van dank uitbrengen naar een ieder die onderdeel is geweest in het tot stand komen van dit verslag. Hierbij doel ik op de leerlingen uit de huidige klas 4A en 4B, collega’s en het Leidinggevend management team. Een speciaal woord van dank gaat uit naar de heer Vossepoel die mij gedurende het onderzoek heeft voorzien van feedback en het bijsturen van mijn ideeën en bevindingen op momenten dat dit nodig was om niet op een dwaalspoor uit te komen. Daarnaast wil ik ook graag de heer Erogluer, docent aan de hoge school te Utrecht danken voor zijn vertrouwen en bijsturingen gedurende het proces van dit onderzoek. 1 Beroepsproduct 3 1 januari 2016 Samenvatting “Windroos” is een VMBO school voor Basisberoepsgerichte en Kaderberoepsgerichte leerweg te Gorinchem. In dit verslag kunt u lezen of deze leerlingen baat hebben bij het zogenaamde vernieuwende onderwijs. Er is gebruik gemaakt van een blended leeromgeving waarin er gebruik gemaakt wordt van digitale leermiddelen en de reguliere papieren leermiddelen. Er is onderzocht hoe een goede blended leeromgeving eruit ziet. Daarna is deze leeromgeving ingevuld met materiaal dat zowel op de reguliere manier gebruikt kan worden als “Flipped Classroom”. Hierbij bekijken leerlingen instructie materiaal thuis en worden verwerkingsopdrachten naar het klaslokaal verplaatst. Ook is er in de lessenserie rekening gehouden met de vaardigheden die terug te vinden zijn binnen de “21e eeuwse vaardigheden”. De vraag die tijdens dit proces centraal stond was: “Verbeteren de leerlingen van de VMBO school “Windroos” hun resultaten als zij werken met een lessenserie in een blended leeromgeving waarin Flipped classroom en 21e eeuwse vaardigheden geïmplementeerd zijn?” De vraag of het de resultaten positief beïnvloed heeft kan volmondig met ja beantwoord worden. Wel is duidelijk geworden dat de leerlingen nog heel erg gestuurd moeten worden in het werken met een blended lessenserie. De leerlingen zelf waren niet te positief op het gebruik van de lessenserie. Ze vonden veel onduidelijk en konden zich moeilijk zetten tot het huiswerk. De evaluatie enquête is wegens tijdsdruk afgenomen voor dat de uiteindelijke resultaten bekend waren. Misschien had dit bijgedragen aan een positievere blik van de leerlingen, maar dat is iets voor een vervolgonderzoek. Het uiteindelijke beroepsproduct heeft een goede basis gelegd om met deze vorm van onderwijs in de toekomst op “Windroos” door te gaan. De fundering is goed, inhoudelijk kan er nog veel verbeterd worden, met name als de leerlingen een fase verder zijn dat ze grotere en meer uitdagende opdrachten aankunnen en nog meer kunnen aansluiten bij de 21e eeuwse vaardigheden. Samenvatting Een vervolg van deze lessenserie is wenselijk. 2 Beroepsproduct 3 1 januari 2016 Inhoud Voorwoord.......................................................................................................................................................... 1 Samenvatting ..................................................................................................................................................... 2 Hoofdstuk 1: Startverslag Beroepsproduct 3………………………………………………………………………………….3 Inleiding ............................................................................................................................................... 4 Context van de school ......................................................................................................................... 5 Onderzoeksvraag ................................................................................................................................. 6 Hoofdstuk 2: Verkennend onderzoek ...................................................................................................... 7 2.1 Inleiding verkennend onderzoek ................................................................................................... 7 2.2 Praktijkverkenning ......................................................................................................................... 7 2.2.1 Inleiding ...................................................................................................................................... 7 2.2.2 Plan van aanpak en middelen .................................................................................................... 8 2.2.3 Resultaten en conclusies .......................................................................................................... 10 2.3 Literatuurverkenning ................................................................................................................... 14 2.3.1 Inleiding .................................................................................................................................... 14 2.3.2 Middendeel .............................................................................................................................. 14 2.3.3 Conclusies ................................................................................................................................. 22 Hoofdstuk 3: Het beroepsproduct .......................................................................................................... 23 3.1 Conclusie verkenning................................................................................................................... 23 3.2 Ontwerpeisen .............................................................................................................................. 24 3.3 Het ontwikkelde beroepsproduct ............................................................................................... 26 Hoofdstuk 4: Presenteren, uitvoeren en evalueren ......................................................................... 28 4.1 Presentatie en evaluatie .............................................................................................................. 28 4.2 Evaluatie uitgevoerde product .................................................................................................... 29 4.2.1 Inleiding .................................................................................................................................... 29 4.2.2 Aanpak en middelen................................................................................................................. 30 4.2.3 Resultaten................................................................................................................................. 31 4.2.4 Conclusies ................................................................................................................................. 35 Bijlage 2A / 2B: Geordende gegevens .................................................................................................... 36 Bijlage 3A: Het beroepsproduct ............................................................................................................... 49 Bijlage 4B: Gespreksleidraad bij evaluatie .......................................................................................... 52 Bijlage 4C / 4D : Geordende gegevens evaluatie................................................................................ 54 Bibliografie ...................................................................................................................................................... 62 Samenvatting Bijlage 4A: Planning, vormgeving, presentatie en evaluatie ......................................................... 51 3 Beroepsproduct 3 1 januari 2016 Hoofdstuk 1: Startverslag beroepsproduct 3 Inleiding Voor dit beroepsproduct ga ik aan de slag met de 21e eeuwse vaardigheden binnen het vak Engels op VMBO school “Windroos” te Gorinchem. Dit is een VMBO school voor de Basisgerichte leerweg, Kadergerichte leerweg en kader plus (Wiskunde, Engels en Nederlands kan op TL niveau gevolgd worden). Er is voor deze opdracht gekozen omdat de school 21e eeuwse vaardigheden als speerpunt heeft en hier graag wat meer mee wil doen. Deze keuze is tot stand gekomen tijdens een gesprek met Robert Vossepoel, locatie directeur en teamleider op “Windroos”. Hij zet zich al jaren in om moderne technieken binnen het onderwijs te integreren. Binnen het vak Engels liggen er nog veel kansen om deze vaardigheden meer te integreren in de lessen. Het probleem is er een van deze tijd en in het onderwijs ben je aan de studenten verplicht je onderwijs aan te passen aan de behoeftes van deze tijd. Dit betekend dat er meer probleemgestuurde opdrachten moeten komen waarbij alle aspecten van de 21e eeuwse vaardigheden aan bod gaan komen. Maar de vraag is natuurlijk of deze variant van onderwijs wel geschikt is om binnen “Windroos” uit te voeren. Kunnen de leerlingen wel omgaan met deze nieuwe manier van onderwijs of gaat dit juist goed. Wat vinden de leerlingen zelf van deze manier van onderwijs en hoe zijn de resultaten? Het uiteindelijke product wordt een blok van 8 weken waarin de leerlingen van een tweede klas alleen maar les zullen krijgen in de vorm van deze 21e eeuwse vaardigheden. De leerlingen zullen probleemgestuurde casussen krijgen waarbij de huidige leerstof in een andere vorm gegoten zal worden. Gedacht moet worden aan theorie en lessen die blended aangeboden zal worden in de vorm van het flipped classroom model. Het doel is een lesblok Engels opzetten van 8 weken die voldoet aan de eisen van de 21e eeuw en de leerlingen laat kennismaken met deze vorm van onderwijs. Na dit blok van 8 weken hebben de leerlingen ruimschoots de kans gekregen om een goede indruk te krijgen en hier een mening over te vormen. Samenvatting Ik ga samenwerken met mijn directe collega Engels, maar ik zal ook informatie inwinnen bij collega’s die al een aantal lessen flipped classroom hebben opgezet. Daarnaast zal Robert Vossepoel mijn begeleider worden tijdens dit proces aangezien hij de meeste feeling heeft met het onderwerp 4 Beroepsproduct 3 1 januari 2016 Context van de school Windroos is een Basis / Kader school, waarin veel docenten en leerlingen vast houden aan ouderwetse onderwijssystemen. Veel docenten houden nog vast aan de ouderwetse bus opstelling en ook de leerlingen spreken al snel de wens uit de lesstof het liefst voorgekauwd voorgeschoteld te krijgen. De laatste jaren heeft hier al een grote verschuiving plaatsgevonden waarbij gewone lokalen plaats moesten maken voor leerpleinen, maar toch is er nog veel te behalen met het oog op 21e eeuwse vaardigheden. Toch zijn er ook al docenten die werken met het “Flipped classroom model”, en docenten die hun onderwijs baseren op het inrichten van instructiegroepen. Er wordt dus wel al in de goede richting gezocht, maar als vaksectie Engels lopen we graag voorop. Als er een goede balans gevonden kan worden tussen het huidige curriculum en de verwerking van deze materie in 21e eeuwse vaardigheden dan is er een goede basis om ook de rest van het Engels curriculum in eenzelfde vorm te gieten. Het zou dus mooi zijn als de vaksectie Engels een voorbeeld kan zijn voor de rest van de school en dan met name de vaardigheden waaraan we nu vaak voorbij lopen omdat ze minder handig te plannen zijn of nieuw voor ons zijn. Naast de leerlingen te willen bieden waar ze recht op hebben is het ook een golfbeweging waar we in het onderwijs in mee moeten gaan; Sociale en culturele vaardigheden Samenwerken Probleemoplossend vermogen ICT vaardigheden Creativiteit Kritisch denken Communiceren Samenvatting Zijn nou eenmaal vaardigheden die de leerlingen moeten verwerven in de 21e eeuw! 5 Beroepsproduct 3 1 januari 2016 Onderzoeksvraag Om nu het verslag concreet samen te vatten heb ik gekozen voor de volgende onderzoeksvraag: “Verbeteren de leerlingen van de VMBO school “Windroos” hun resultaten als zij werken met een lessenserie in een blended leeromgeving waarin Flipped classroom en 21e eeuwse vaardigheden geïmplementeerd zijn?” Deze onderzoeksvraag is natuurlijk erg breed en moet verdiept worden met deelvragen; Wat zijn 21e eeuwse vaardigheden? (theorie) Welke vaardigheden zijn relevant voor het vak Engels? (theorie) Hoe pas je deze vaardigheden toe in de les Engels? (Theorie) Wat weten de leerlingen van deze vaardigheden? (praktijk) Wat vinden de leerlingen van deze vaardigheden? (vooraf) (praktijk) Wat vinden de leerlingen van deze vaardigheden? (achteraf) (praktijk) Zijn deze vaardigheden geschikt voor ons onderwijstype? (theorie) Zijn deze vaardigheden geschikt voor ons onderwijstype? (praktijk) Samenvatting Deze deelvragen zullen in de loop van de tijd waarschijnlijk wel veranderen, maar dit is waar ik nu de nadruk op denk te gaan leggen. 6 Beroepsproduct 3 1 januari 2016 Hoofdstuk 2: Verkennend onderzoek 2.1 Inleiding verkennend onderzoek In Dit hoofdstuk zal de praktijk en de theorie verder belicht en onderzocht worden. Voor de praktijkonderdelen betekent dit dat er enquêtes zijn uitgezet om collega’s en leerlingen te bevragen naar hun ervaringen en meningen. Ook heeft er een interview plaatsgevonden met de directeur van “Windroos”. In het literatuuronderzoek is gezocht naar antwoorden op deelvragen die gebruikt kunnen worden om een goed antwoord op de hoofdvraag te kunnen uitbrengen. Aan de hand van de bevindingen die tijdens deze processen naar voren zijn gekomen is in hoofdstuk 3 een ontwerp opgesteld. 2.2 Praktijkverkenning 2.2.1 Inleiding De onderzoeksvraag die centraal staat in dit verslag; “Verbeteren de leerlingen van de VMBO school “Windroos” hun resultaten als zij werken met een lessenserie in een blended leeromgeving waarin Flipped classroom en 21e eeuwse vaardigheden geïmplementeerd zijn?” Wat vinden de leerlingen van de huidige methode “All Right”? (praktijk) Wat is een flipped classroom? (theorie) Hoe maak ik een blended leeromgeving? (theorie) Hoe verwerk ik de 7 aspecten van de 21e eeuw in mijn lessen? (Theorie) Hoe belangrijk vinden leerlingen 21e eeuwse vaardigheden? (Praktijk) Wat weten de leerlingen van flipping the classroom en blended leeromgeving? (praktijk) Wat vinden de leerlingen van flipped classroom learning? (vooraf) (praktijk) Wat vinden de leerlingen van de lessenserie? (achteraf) (praktijk) Zijn deze vaardigheden geschikt voor ons onderwijstype? (theorie) Zijn de 21e eeuwse vaardigheden geschikt voor ons onderwijstype? (praktijk) Hoe staan collega’s tegenover blended learning en flipping the classroom? (praktijk) Hoe staat het management team tegenover blended learning en flipping the classroom? (praktijk) Hoofdstuk 2: Verkennend onderzoek Deze onderzoeksvraag is natuurlijk erg breed en moet verdiept worden met deelvragen; 7 Beroepsproduct 3 1 januari 2016 2.2.2 Plan van aanpak en middelen Hieronder wordt per deelvraag aangegeven op welke manier er gezocht wordt naar een betrouwbaar antwoord op de deelvragen. Wat vinden de leerlingen van de huidige methode ”All Right”? Het is belangrijk om bij de leerlingen het niveau van de methode en de interesse van de leerlingen m.b.t. de methode te checken, zodat ik weet dat dit een goede basis is om de lessenserie op te baseren. Vinden ze het te makkelijk, moeilijk, leuk, saai etc.? Wat weten de leerlingen van flipping the classroom en blended leeromgeving? (praktijk) Om een startpunt te kunnen bepalen voor de lessenserie is het belangrijk dat ik weet waar de leerlingen zich bevinden met betrekking tot de nieuwe manier van lesgeven. Hebben ze dit al eerder bewust ervaren? Zijn ze bekend met de terminologie? Zit hier verschil tussen leerlingen die Vakcollege zorg en welzijn volgen en de leerlingen die vakcollege economie volgen? Ik zal een enquête uitzetten onder de leerlingen om te bepalen wat het startpunt is en hoeveel informatie over flipped classroom en blended learning ik moet geven voordat ik begin met de lessenserie. Wat vinden de leerlingen van flipped classroom learning? (vooraf) Hoe belangrijk vinden leerlingen 21e eeuwse vaardigheden? Het derde deel van de leerling enquête zal bestaan uit de mate van interesse van de leerlingen voor de 21e eeuwse vaardigheden. Hoe belangrijk vinden de leerlingen het om deze vaardigheden te ontwikkelen? De leerlingen moeten aangeven hoe belangrijk ze een vaardigheid vinden op een schaal van 0-5 waarin de vaardigheid op een voor de leerling begrijpelijke taal is omschreven. In de eind enquête van de leerlingen zal ik deze vraag weer stellen en zien of er een verschuiving heeft plaatsgevonden binnen deze vaardigheden, of dat de leerlingen hier nog hetzelfde over denken. Heeft mijn lessenserie ertoe bijgedragen dat de leerlingen bepaalde vaardigheden meer belangrijk zijn gaan vinden? Hoofdstuk 2: Verkennend onderzoek De enquête die ik onder de leerlingen uitzet bestaat uit drie delen. Het eerste deel bestaat uit wat de leerlingen al weten, in het tweede deel zal ik de leerlingen eerst voorzien van extra informatie zodat de leerlingen een idee hebben wat blended learning en flipping the classroom is zodat ze een beeld kunnen vormen en hun eigen ideeën hierover kunnen uitten. Hoeveel ervaring denken ze te hebben op dit gebied en hoe staan ze tegenover deze manier van werken? Vinden ze de traditionele manier van lesgeven wel prima of staan ze open voor verandering? In de literatuur staat beschreven dat een van de belangrijkste factoren voor succes is dat de leerlingen bereid moeten zijn om deze nieuwe manier te werken (Blended learning wijzer, 2014). 8 Beroepsproduct 3 1 januari 2016 Wat vinden de leerlingen van de lessenserie? (achteraf) Om meetbaar te kunnen maken hoe de leerlingen deze manier van lesgeven ervaren en om erachter te komen wat hun bevindingen zijn met betrekking tot flipping the classroom en blended learning moeten de leerlingen achteraf wederom bevraagd worden. Wat vonden ze van de lessenserie? Hoe vonden ze flipping the classroom en de blended leeromgeving? Daarnaast zal nu ook de nadruk liggen op de 21e eeuwse vaardigheden. Hebben de leerlingen gemerkt dat er andere vaardigheden dan normaal van hun verwacht werd? Of vinden ze dat sommige vaardigheden niet (genoeg) aan bod gekomen zijn. Deze gegevens worden wederom bepaald aan de hand van een enquête. Tevens zal de informatie voortkomende uit deze enquête meegenomen worden om de lessenserie in de toekomst te kunnen verbeteren. Deze deelvraag zal bij de evaluatie (Hoofdstuk 4) besproken worden. Zijn de 21e eeuwse vaardigheden geschikt voor ons onderwijstype? Om te kunnen bepalen of de leerlingen met deze vorm van onderwijs om kunnen gaan zal ik zelf een logboek bijhouden waarin ik mijn bevindingen beschrijf. Hoe gaan de leerlingen om met flipped classroom? Hebben ze hun huiswerk gedaan als ze op school komen? Waarom wel / niet? Begrijpen ze wat er van hun verwacht wordt? Kunnen ze aan het werk als ze in de klas zijn? Weten de leerlingen wat ze moeten doen? Deze deelvraag zal bij de evaluatie (Hoofdstuk 4) besproken worden. Hoe staan collega’s tegenover blended learning en flipping the classroom? Hoeveel docenten binnen “Windroos” zijn al bezig met vernieuwend onderwijs? Welke vakgroepen zijn dit, en wat zijn de bevindingen als ze dit al wel doen? Zijn er docenten die nog helemaal geen idee hebben van 21e eeuwse vaardigheden? En hoe groot is de bereidheid om hier verder mee te gaan of mee te beginnen? Ook zal deze informatie belangrijk zijn om de startsituatie in beeld te brengen. Deze informatie zal verzameld worden via een enquête onder de docenten. Als ik alle start gegevens op een rijtje heb denk ik dat het belangrijk is om in gesprek te gaan met het management team. Welke bereidheid hebben zij om blended learning en flipping the classroom te implementeren in het huidige curriculum? Willen zij zorg dragen voor trainingen en uren vrijmaken om ruimte te bieden aan docenten dit op een platform te zetten? Hoe denken zij over de geschiktheid van ons onderwijs op “Windroos” om dit toe te passen? Ik zal met het LMT in gesprek gaan om antwoord te kunnen geven op deze deelvraag. Hoofdstuk 2: Verkennend onderzoek Hoe staat het management team tegenover blended learning en flipping the classroom? 9 Beroepsproduct 3 1 januari 2016 2.2.3 Resultaten en conclusies Wat vinden de leerlingen van de huidige methode “All Right”? Resultaten: De leerling enquête is door 25 leerlingen ingevuld. Dit zijn Basis en Kader leerlingen, en een tl leerling. Deze leerlingen werken uit een verschillend boek op eigen niveau. Om te kunnen bepalen of ik in mijn product dezelfde leerstof aan ga bieden heb ik ten eerste geïnventariseerd wat de leerlingen van het niveau van de methode vinden. Het grootste aantal (60 %)vond het precies goed, 12 % te makkelijk en 28 % te moeilijk. De onderwerpen die het boek hanteert wordt over het algemeen wel ok bevonden. Conclusie: De methode kan prima als basis gebruikt worden. Het kan geen kwaad het iets aantrekkelijker te maken aangezien 5 leerlingen aangeven dat het saai is. Wat weten de leerlingen van flipping the classroom en blended leeromgeving? (praktijk) Resultaat: 15 leerlingen gaven aan graag met computers te werken. Drie leerlingen vinden dit niet fijn en 7 leerlingen gaven hier anders aan, maar specificeerden dit niet. Daaruit kan geconcludeerd worden dat er dus wel draagvlak is om meer met computergestuurd onderwijs te werken. Ook hebben alle leerlingen thuis toegang tot een computer. 20 leerlingen hebben zelfs een eigen computer en vijf leerlingen moeten deze thuis delen. Ook heeft iedereen internet al geeft 24 % aan dat dit niet altijd even goed werkt. De leerlingen zijn weinig bekend met de term flipped classroom. 6 leerlingen die vakcollege economie volgen zijn ermee bekend, en slechts 1 leerling van vakcollege zorg. 18 leerlingen geven aan er nog nooit van gehoord te hebben. 5 leerlingen zijn van mening dat ze niet de behoefte hebben aan deze manier van onderwijs. Deze reacties komen tot stand na een korte uitleg en een voorbeeld filmpje. Op de vraag of ze graag hun informatie van een blended leeromgeving zouden willen kunnen halen wordt erg divers gereageerd. Voor de volledige lijst verwijs ik naar de uitkomsten van de enquête, maar kort samengevat vinden de meeste leerlingen de regie van de docent wel prettig. De leerlingen willen best dat de docent e.e.a. online zet maar veel vinden de persoonlijke Touch van de leerkracht wel prettig. Slechts een enkeling wil graag werken wanneer het hem of haar uitkomt en vooruitwerken wordt ook niet geambieerd want dan zijn ze bang in de les niets te doen te hebben. Hoofdstuk 2: Verkennend onderzoek 64 % van de leerlingen zou het fijn vinden als alle uitleg binnen het vak Engels online terug te vinden is. 28% geeft aan dat ze hier niet op zitten te wachten en 8% (2 leerlingen) geeft geen mening aan. 1 0 Beroepsproduct 3 1 januari 2016 Conclusie: Al met al ontdek ik wel genoeg draagvlak om het product tot een succes te maken, maar moet er een duidelijke structuur aanwezig zijn waar de leerling zich aan vast kan houden en de lessen moeten voor de leerlingen een betekenisvolle inhoud hebben. Hoe belangrijk vinden leerlingen 21e eeuwse vaardigheden? Resultaten: De leerlingen hebben gereageerd op de vraag in hoeverre zij de 21e eeuwse vaardigheden belangrijk vinden tijdens de lessen Engels. Samenwerken vinden de leerlingen een beetje belangrijk. De 12 leerlingen scoren precies in het midden en 11 leerlingen neigen naar heel belangrijk. Dit is een aantal om dus wel rekening meer te houden. Creatieve opdrachten zijn voor de meeste leerlingen ook wel van belang, slechts 8 leerlingen gaven aan dit geen prioriteit te geven. Het gebruik van ICT faciliteiten wordt door de meeste leerlingen ook gewaardeerd. De leerlingen staan open voor communicatie anders dan in persoon. Dit sluit dus allemaal prima aan bij de 21e eeuwse vaardigheden. Wat opvalt is dat de leerlingen niet echt zitten te wachten op grotere opdrachten waarbij ze veel zelf moeten uitzoeken en ook de vaardigheid kritisch denken blijft achter. Binnen het vak Engels vinden ze dit duidelijk minder belangrijk. Het samenwerken met verschillende mensen om daar van te kunnen leren vinden ze wel weer interessant. Conclusie: Hoofdstuk 2: Verkennend onderzoek De opdrachten in de lessenserie mogen niet te groot zijn. Er moeten samenwerkingsopdrachten in zitten. Er mag gecommuniceerd worden via bijvoorbeeld skype. De leerlingen willen niet te veel zelf uitvogelen en er moet enige vorm van creativiteit binnen de lessenserie te vinden zijn. 1 1 Beroepsproduct 3 1 januari 2016 Hoe staan collega’s tegenover blended learning en flipping the classroom? Resultaten 9 docenten hebben de enquête ingevuld en retour gestuurd. Iedereen gaf aan te weten wat een flipped classroom is. Slechts twee hebben dit ook daadwerkelijk al een in hun lessen toegepast. Dit verklaart waarom er toch een aantal leerlingen op de hoogte was wat flipped classroom inhoud. De reacties zijn over het algemeen positief en geven de docenten aan dat het wel degelijk een meerwaarde kan hebben mits goed uitgevoerd. Als nadeel wordt genoemd dat het veel voorbereiding vergt. Vooral vakken die met directe instructie werken zien de mogelijkheden van dit model. En als reden om niet met dit model aan de slag te gaan wordt aangegeven dat waar het vakken betreft waar interactievaardigheden centraal staan dit niet wenselijk is. Ter aanvulling van de lessen wordt het zeker gewaardeerd en een docent geeft aan hierin wel eerst geschoold te willen worden. Alle docenten geven ook aan op de hoogte te zijn m.b.t. een blended leeromgeving. Vooral het feit dat ICT faciliteiten toch de toekomst is en leerlingen hier steeds in grotere mate aan bloot gesteld wordt is een goede drijfveer hier mee aan de slag te willen gaan en de lessen hier op aan te passen. Wel wordt ook hier scholing weer welkom geheten. De 21e eeuwse vaardigheden worden ook door de docenten omarmt. Samenwerken, probleemoplossend vermogen ICT- geletterdheid, het scoort allemaal hoog. Opvallend is dat docenten creativiteit belangrijker vinden dan de leerlingen en ditzelfde geldt voor kritisch denken. Alle docenten geven aan dat leren communiceren binnen hun vak een erg hoge prioriteit heeft evenals sociale en culturele vaardigheden. Conclusie: Aangezien er nog niet heel veel voorbeelden zijn van blended leeromgevingen in het VO zou mijn product de drempel voor mijn collega’s kunnen verlagen om ook daadwerkelijk met deze vernieuwingen aan de slag te gaan. Hoe staat het management team tegenover blended learning en flipping the classroom? Robert Vossepoel is de directeur van “Windroos”. Na een korte introductie van het onderzoek brand hij meteen los. Momenteel is hij binnen de scholengroep aan het onderzoeken wat de mogelijkheden zijn met betrekking tot het uitbreiden van het aantal digitale middelen en wat de beste optie is op “Windroos”. Hoofdstuk 2: Verkennend onderzoek Onder de docenten is een groot draagvlak te vinden om lessen op een vernieuwende manier aan te bieden. Wel wordt er scholing op het gebied van deze vernieuwingen geambieerd. Er is een verschil met de leerlingen in prioriteiten van 21e eeuwse vaardigheden. 1 2 Beroepsproduct 3 1 januari 2016 Op dit moment is het zo dat we een computer op 2,5 leerling hebben. Dat is al best veel, maar we willen graag naar meer. Maar moeten we nu een laptopschool worden waarbij elke leerling zijn eigen laptop heeft of schaffen we bijvoorbeeld meer tablets aan. Als je ervoor kiest om alle leerlingen een laptop te geven loop je nog tegen allerlei keuzes aan. Hoe ga je dit organiseren? Doe je dit intern en hou je het beheer in eigen hand of haal je een extern bedrijf binnen die dit gaat reguleren. Daarnaast heeft het natuurlijk ook veel consequenties voor de onderwijsmethodes die door de verschillende vakken gehanteerd worden. Ga je over op compleet digitaal of hebben onze leerlingen meer behoefte aan blended methodes. In dit geval behoud je naast de kosten voor de laptops ook nog de kosten voor bijv. werkboeken en evt. tekstboeken. Het vermoeden bestaat dat dit toch wel iets is wat bij onze leerlingen past. Onze leerlingen houden graag iets vast. De gegevens van dit onderzoek kunnen hierin misschien wel meer duidelijkheid scheppen. De kosten zouden er dus voor kunnen pleiten dat het voordeliger is om meer laptops aan te schaffen. Het voordeel van het aanschaffen van meer laptops is dat er meer vakken gebruik van kunnen maken dankzij hun mobiliteit. Wel zijn laptops daardoor ook veel kwetsbaarder dan desk tops. Hoofdstuk 2: Verkennend onderzoek Samen met een collega is Robert al een aantal malen bij conferenties geweest met betrekking tot 21e -eeuwse vaardigheden en digitale leeromgevingen. De bereidheid om ruimte te maken voor deze onderwerpen is dus duidelijk wel aanwezig. 1 3 Beroepsproduct 3 1 januari 2016 2.3 Literatuurverkenning 2.3.1 Inleiding In hoofdstuk 2.2 is het plan van aanpak gepresenteerd. De volgende deelvragen zullen in 2.3.2 beantwoord worden aan de hand van de theorie: Wat is een flipped classroom? (theorie) Wat is blended learning? (theorie) Hoe maak ik een blended leeromgeving? (theorie) Hoe verwerk ik de 7 aspecten van de 21e eeuw in mijn lessen? (Theorie) Zijn deze vaardigheden geschikt voor het onderwijstype VMBO? (theorie) Deze deelvragen zijn geformuleerd met het doel de keuzes die in de lessenserie worden gemaakt te onderbouwen en daarmee een goed antwoord kunnen geven op de vraag of de leerlingen van de VMBO school “Windroos” kunnen werken met een blended leeromgeving van 21 lessen in een flipped classroom waarin de 21e eeuwse vaardigheden geïmplementeerd zijn. 2.3.2 Middendeel Wat is een Flipped Classroom? retrieved from www.knewton.com Een flipped classroom is een organisatievorm van onderwijs waarbij ‘klassikale’ kennisoverdracht wordt vervangen door video’s en andere vormen van online instructie. (Kennisnet) Het doel is om zo meer tijd te creëren voor persoonlijke begeleiding. Hoofdstuk 2: Verkennend onderzoek “The flipped classroom inverts traditional teaching methods, delivering instructions online outside of class and moving “homework” into the classroom”. 1 4 Beroepsproduct 3 1 januari 2016 Flexible environment; Docenten richten hun onderwijs in op een manier waarbij de leerling zelf kan indelen waar en wanneer hij werkt. Docenten zijn flexibel in hun verwachtingen m.b.t. snelheid van leren en presteren. Learning culture; De aanpak is leerling gericht en de klassikale tijd wordt besteed om diepgang in de leerstof aan te brengen. Studenten zijn actief betrokken en leren op een voor hen betekenisvolle manier. Intentional content; Directe instructie bevat betekenisvolle relevante informatie. De leerling kan dit zelf verwerken. De docent zorgt voor differentiatie zodat de leerstof toegankelijk en relevant is voor elke leerling. Proffesional educator; De docent is beschikbaar voor individuele feedback, feedback aan kleine groepjes of klassikaal. De docent neemt een minder zichtbare rol aan, maar is onmisbaar. Hij observeert, stuurt bij en beoordeeld op momenten waarop het nodig is. Hoofdstuk 2: Verkennend onderzoek De 4 pijlers van FLIP (Flipped learning network, 2014) 1 5 Beroepsproduct 3 1 januari 2016 Het Model Hoofdstuk 2: Verkennend onderzoek Jackie Gerstein (2011) heeft een cyclisch model ontwikkeld waarin alle activiteiten geordend staan die samenhangen met flipping the classroom. De bovenste helft vind gezamenlijk plaats en de onderste helft individueel. Het model bevat 4 fases: 1 6 Beroepsproduct 3 1 januari 2016 Fase 1 Gezamelijke activiteit; Leerlingen worden middels activiteit betrokken bij (nieuw) onderwerp. Het doel is de interesse van de leerling te wekken. Fase 2 Zelfstandig met de inhoud aan de slag; Leerlingen gaan zelfstandig aan de slag met concepten die ze tijdens de gezamenlijke activiteit hebben ervaren. Dit kan middels video, podcasts etc. In deze fase is het belangrijk verwerkingsvragen over deze inhoud aan te bieden. Dit kan middels chat, online testjes of de leeromgeving van school. Fase 3 Verwerking van de inhoud; De inhoud die in fase 1 en 2 zijn aangeboden worden verwerkt. Middels schrift, gefilmde of opgenomen verwerkingsopdrachten wordt betekenis gegeven aan de inhoud van de leerstof. Een blog, vlog of podcast zijn voorbeelden van deze opdrachten. Fase 4 Presentatie resultaat Hoofdstuk 2: Verkennend onderzoek De leerlingen presenteren wat ze geleerd hebben en passen deze kennis toe op een voor hen betekenisvolle wijze. 1 7 Beroepsproduct 3 1 januari 2016 Wat is blended learning? Blended learning zit tussen traditioneel “klassikaal” en online onderwijs in. De term blended slaat op de combinatie tussen contact en online onderwijs. Dit is ook de kracht van dit onderwijs; het beste uit beide werelden wordt gecombineerd. (Blended learning wijzer, 2014) ’Blended learning omvat een mix van e-learning en andere vormen van onderwijs, waarbij het gaat om de distributiewijze van leerinhouden, vormen van communicatie, didactische strategieën en soorten leeromgevingen in relatie tot type leerprocessen, of om een combinatie hiervan.’ Deze werkdefinitie geeft aan dat het vormgeven van leerprocessen en inrichten van een adequate leeromgeving een complexe aangelegenheid is. De stap naar blended learning is meer dan het hetzelfde doen maar dan in een andere leeromgeving; het impliceert een herontwerp van zowel de leerpraktijk als de leeromgeving en het vraagt specifieke competenties om dit soort leerprocessen adequaat te begeleiden’. Hoofdstuk 2: Verkennend onderzoek Op basis van argumenten in een artikel uit de onderwijsinnovatie (Fransen, 2006) wordt de volgende werkdefinitie van blended learning geformuleerd: 1 8 Beroepsproduct 3 1 januari 2016 Hoe maak ik een blended leeromgeving? Er zijn verschillende modellen van blended learning, maar voor mijn situatie is het flex model de meest voor de hand liggende; Het materiaal wordt online aangeboden maar wanneer er behoefte is kan de docent klassikaal, in groepjes of individueel begeleiden. (Blended learning wijzer, 2014). 1. Allereerst moeten er condities voor succes gecreëerd worden. Via enquêtes onder docenten en leerlingen moet bekeken worden hoe groot de bereidheid is om op deze manier onderwijs te genieten. Daarnaast moet de tijd die blended gespendeerd wordt evenredig zijn aan de tijd die de leerlingen per dag (Kunnen) besteden, net zoals je daar met traditioneel huiswerk rekening houdt. 2. Er moet een plan gemaakt worden waarbij rekening gehouden wordt met de mogelijkheden en faciliteiten die de school en de leerlingen voor handen hebben. Ook moet een geschikt platform gevonden worden. Is dit een betaalde of gratis. Waar moet die aan voldoen? 3. Implementatie: Het is belangrijk dat er goed gecommuniceerd wordt tussen alle partijen. Een goede blended leeromgeving is moeilijk te maken en trainingen en cursussen zijn haast onvermijdelijk Hoofdstuk 2: Verkennend onderzoek 4. Verbeter: Blijf energie steken in het verbeteren van de leeromgeving. Luister naar studenten. Zijn deze nog gemotiveerd? Meet de impact van de blended leeromgeving. 1 9 Beroepsproduct 3 1 januari 2016 Hoe verwerk ik de 7 aspecten van de 21e eeuw in mijn lessen? Om antwoord te kunnen geven op de vraag hoe de 7 aspecten van de 21e eeuwse vaardigheden in je lessen verwerkt kunnen worden is het belangrijk eerst helder te hebben welke vaardigheden dit dan precies zijn en waarom ze zo belangrijk zijn in de 21e eeuw (Kennisnet): Samenwerking: Alles is tegenwoordig in onze netwerksamenleving met elkaar verbonden. Denk maar eens aan Social media en je mobiele telefoon. Ook bestaan er steeds meet tools om samen te werken op afstand bijvoorbeeld Skype en Goolgle docs. Creativiteit: Het is vandaag de dag niet/minder belangrijk om kennis te hebben aangezien deze continu online beschikbaar is. Het is belangrijker om deze kennis succesvol te kunnen toepassen om zo te kunnen anticiperen op de veranderende wereld. ICT-geletterdheid: Hedendaags zijn we omringd met technologie en is het dus belangrijk dat leerlingen hier op een verantwoorde manier mee om kunnen gaan. Communiceren: De wijze waarop we hedendaags communiceren is aan het veranderen. Dit komt door de verschillende manieren waarop we tegenwoordig communiceren. Toon en non-verbale communicatie verdwijnt, alleen inhoud blijft over. Dit moet op andere wijze gecompenseerd worden. Daarnaast wordt het bereik groter; we praten makkelijk met iedereen over de gehele wereld en zijn gesprekken niet meer 1 op 1maar praten we steeds vaker in groepen; iedereen tegen iedereen. (chat, Facebook msn etc.) Probleemoplossend denken: In een netwerksamenleving staan denken en doen centraal. Succes is afhankelijk van deze vaardigheid, ieder op zijn eigen niveau. Kritisch denken: Er is zoveel informatie beschikbaar en er leven veel waarheden naast elkaar. Leerlingen moeten leren bepalen wat waarde heeft en wat niet. Sociale en Culturele vaardigheden: De netwerksamenleving brengt veel diversiteit met zich mee (andere landen en culturen). Kennis van jezelf en anderen is dus van belang. Volgens Volman (2011) moet het gaan om betekenisvol onderwijs waarbij leren wordt gekoppeld aan maatschappelijke vraagstukken en voor leerlingen aansprekende vragen. De integratie van 21e eeuwse vaardigheden zou vooral moeten bijdragen aan de brede opdracht van de school en ruimte moeten bieden voor nieuwe vormen van leren en onderwijzen. (Boswinkel & Schram, 2011) Er is nog niet veel voorbeeldmateriaal beschikbaar als het gaat om de verwerking van deze vaardigheden in lessen. In de literatuur wordt aanbevolen onderzoek te doen naar implementatie in lessen en integratie van deze vaardigheden in de kerndoelen. (Thijs , Fisser, & Hoeven, 2014) Hoofdstuk 2: Verkennend onderzoek De vraag is dus niet of het onderwijs aandacht moet besteden aan deze vaardigheden, maar hoe dit zou moeten gebeuren. Er moet gewaakt worden niet alleen vanuit economisch perspectief in te steken waarbij voornamelijk de bètavakken aangesproken worden, maar breed in te steken daar juist kunstvakken ook een grote bijdrage kunnen leveren. (Thijs , Fisser, & Hoeven, 2014). 2 0 Beroepsproduct 3 1 januari 2016 Zijn 21e eeuwse vaardigheden geschikt voor het onderwijstype VMBO? De nieuwe beroepsgerichte examenprogramma's maken meer persoonlijk ingerichte programma's voor dit deel van het vmbo curriculum mogelijk dan de afdelingsprogramma's van nu. Kortom, de structuur die ontwikkeld is voor het vmbo in beroepsgerichte profielvakken en beroepsgerichte keuzevakken maakt het goed mogelijk om in de beroepsgeoriënteerde vakken een leerroute per leerling samen te stellen. De gekozen structuur maakt het mogelijk om breder of smaller op te leiden en goed aan te sluiten bij het onderwijs in de regio en het regionaal bedrijfsleven. (Studulski, 2015) Dit valt natuurlijk ook goed te vertalen naar de AVO vakken als Engels. Hoofdstuk 2: Verkennend onderzoek Gepersonaliseerd leren biedt leerlingen de mogelijkheid meer zelfstandig te werken en meer eigenaar te zijn van het eigen leerproces. Er zijn instructiemomenten, en meer tijd voor zelfstandig werken (zonder dat dit wordt gezien als een bedrijfseconomische efficiency oplossing voor de school). De meeste tijd zijn de leerlingen zelf aan de gang (of in kleinere groepjes). Er is een sterke benadrukking van planmatig en doelgericht werken), ondersteund met ICT, waarbij de verantwoordelijkheid meer bij de leerlingen wordt gelegd. De nadruk op het zelfstandig werken betekent dat het nodig is om ander leergedrag bij leerlingen in te slijpen; het gaat dan om planningsvaardigheden, reflectie op het werk, feedback en feed forward, en formatieve assessment. Gepersonaliseerd leren neemt bewust / onbewust afstand van klassikaal onderwijs en er wordt geprobeerd meer aan te sluiten bij de vraagstukken die leven bij de leerling. De leerling werkt zelf aan taken en opdrachten die passen bij zijn of haar eigen vermogens, vragen en toekomstplannen. (Studulski, 2015) Kort samengevat alle 21e eeuwse vaardigheden passen volgens deze theorie prima binnen het VMBO onderwijs. 2 1 Beroepsproduct 3 1 januari 2016 2.3.3 Conclusies Uit de theorie is naar voren gekomen Wat een Flipped classroom is en aan welke eisen deze moet voldoen om geïmplementeerd te kunnen worden in de lessen. Bij een flipped classroom verhuist de directe instructie naar momenten die de student zelf kan kiezen en is dus “huiswerk”. De verwerking van deze informatie vind dan op school plaats. De structuur waarin dit proces plaatsvind bestaat uit een cyclus van 4 fasen waarin zelfstandig werken en samenwerken elkaar afwisselen; Fase 1 Gezamelijke activiteit; Fase 2 Zelfstandig met de inhoud aan de slag; Fase 3 Verwerking van de inhoud; Fase 4 Presentatie resultaat Voor uitgebreide info over dit deel verwijs ik naar onderdeel 2.3.2 van dit verslag. Een Flipped classroom is natuurlijk fantastisch te implementeren in een blended leeromgeving. Een blended leeromgeving is een combinatie van online leren gecombineerd met klassikaal onderwijs. Zo kan het beste uit beide werelden benut worden. Een blended leeromgeving maken gaat ook in fasen; 1. Allereerst moeten er condities voor succes gecreëerd worden. 2. Er moet een plan gemaakt worden. 3. Implementatie 4. Verbeter De condities voor succes worden in de praktijkverkenning aan het licht gebracht. Een plan wordt gepresenteerd in formulier H verderop in dit verslag. Sociale en culturele vaardigheden Samenwerken Probleemoplossend vermogen ICT vaardigheden Creativiteit Kritisch denken Communiceren binnen het VMBO passen wordt in de literatuur positief gereageerd. Helaas zijn er tot op heden weinig goede voorbeelden aanwezig en moeten scholen zelf uitvinden hoe deze vaardigheden in hun schoolcultuur te verwerken op een manier die bij de school past. Deze gegevens zullen verwerkt worden in de lessenserie. Hoofdstuk 2: Verkennend onderzoek Op de vraag of 21e eeuwse vaardigheden 2 2 Beroepsproduct 3 1 januari 2016 Hoofdstuk 3: Het beroepsproduct 3.1 Conclusie verkenning Tijdens de verkenning in hoofdstuk 2 is naar voren gekomen dat er op “Windroos” duidelijk een positief draagvlak is om Flipped classroom, blended leeromgeving en de 21e eeuwse vaardigheden een platform te geven. Het LMT van “Windroos” is momenteel zelf al druk bezig is met het onderzoeken van de mogelijkheden om meer computers binnen de school te halen. Het steeds groter wordende aanbod van digitale leermiddelen maakt dit haast noodzakelijk. De bereidheid om te investeren in scholing of middelen is dus aanwezig mits goed onderbouwd. In de literatuur is gezocht naar de randvoorwaarden om 21e eeuwse vaardigheden en Flipped classroom te implementeren in een blended leeromgeving. Deze voorwaarden zijn meegenomen in het opstellen van de ontwerpeisen. Leerlingen vinden het idee van een blended leeromgeving wel interessant en staan wel open voor vernieuwingen. Ze geven aan het wel aantrekkelijk te vinden als alle leermaterialen online staan zodat ze hier toegang toe hebben wanneer ze maar willen. Er zijn ook leerlingen die aangeven niet te wachten op digitalisering van het vak Engels. Ook geven de leerlingen aan het niveau van de huidige methode goed te vinden en dit kan dus gebruikt worden als een basis van de lessenserie. Er is nog niet zo heel veel voorbeeldmateriaal aanwezig als het gaat om de verwerking van 21e eeuwse vaardigheden in lessen en het zal dus wel even nadenken zijn hoe dit op een subtiele manier te implementeren. De leerlingen hebben verschillende interesses en ze geven aan dat niet iedereen zit te wachten op veel digitale leermiddelen, enorme creativiteit en opdrachten waarbij ze veel zelf moeten uitzoeken. De opdrachten moeten dus wel aansluiten op het instapniveau van de leerlingen. Hoofdstuk 3: Het beroepsproduct Leerlingen, docenten en de literatuur verwijzen naar het feit dat er wel een duidelijke vorm van structuur aanwezig moet zijn. Hier moet dus in de ontwerpfase rekening mee gehouden worden. 2 3 Beroepsproduct 3 1 januari 2016 3.2 Ontwerpeisen De leerlingen geven aan over het algemeen wel positief te zijn over de onderwerpen en het niveau van de huidige methode. Door deze confirmatie kan dus gesteld worden dat de methode een goede uitgangsbasis is om mijn lessenserie op te baseren. De blended leeromgeving zal hierdoor de structuur van de methode behouden en is daardoor duidelijk voor de leerlingen. Het model van Gernstein (Kennisnet)met de vier fases om Flipped classroom op een structurele manier te implementeren zal gebruikt moeten worden om de leerlingen de structuur aan te bieden waar zij behoefte aan hebben; Fase 1 Gezamenlijke activiteit; Fase 2 Zelfstandig met de inhoud aan de slag; Fase 3 Verwerking van de inhoud; Fase 4 Presentatie resultaat Deze fasen zullen de leidraad zijn van de lessenserie. Daarnaast zijn de pijlers van FLIP (Flipped learning network, 2014) een goede houvast om de video’s, PowerPoint’s en andere bronnen te kiezen; Het moet voor de leerling betekenisvol materiaal bevatten, de leerlingen zullen in een verschillend tempo deze materialen doorwerken en de docent moet in de les in kunnen gaan op de behoeftes van de leerlingen. Daarnaast wil ik tijdens de lessenserie ook dat de leerlingen in aanraking komen met de 21e eeuwse vaardigheden wat betekend dat ik in mijn lessenserie gebruik maak van samenwerking, probleemoplossend vermogen, ICT- geletterdheid, creativiteit, kritisch denken, communiceren op verschillende niveaus (van face to face tot digitaal) en sociale en culturele vaardigheden. De leerlingen gaven in de enquête aan niet direct grote opdrachten willen vervullen waarbij ze veel moeten uitzoeken, dus ik zal dit in kleinere stappen moeten aanbieden. De blended leeromgeving die ik wil gaan gebruiken zal een gratis website zijn waar ik alle materialen die de leerlingen nodig hebben zal verzamelen en in een opbouw per les ga weergeven. Zo weten de leerlingen wat er per les van ze verwacht wordt en behouden ze de structuur die zo gevraagd wordt. Leerlingen die vooruit willen werken kunnen dit dus doen en leerlingen die “trager” zijn hebben in ieder geval een deadline waarop alles in orde moet zijn. Kort samengevat: Het product is een aangepast blok uit hun huidige methode waarbij een blended leeromgeving toegang bied tot alle stof waarover de leerlingen moeten kunnen beschikken. De informatie wordt verstrekt via het flipped classroom model en de docent ondersteund en begeleid het leerproces. Hiernaast wordt de nadruk gelegd op de 21e eeuwse vaardigheden waardoor de materialen op een betekenisvolle manier aan de leerling gepresenteerd gaat worden en de aspecten van de 21e eeuw volledig tot zijn recht gaan komen. Het product is een lessenserie in de vorm van Hoofdstuk 3: Het beroepsproduct Ook geven de leerlingen aan bang te zijn in de lessen niets meer te doen te hebben. De les moet dus voor de leerling een betekenisvolle opvulling zijn. Mijn doel is dat de leerlingen tijdens de lessen de opgedane informatie gaan verwerken in opdrachten waarin de 21e eeuwse vaardigheden zijn verwerkt. 2 4 Beroepsproduct 3 1 januari 2016 Hoofdstuk 3: Het beroepsproduct een website waarbij de leerling zelf de gelegenheid heeft dit te benaderen wanneer hij of zij dit wil, binnen een bepaalde tijd. 2 5 Beroepsproduct 3 1 januari 2016 3.3 Het ontwikkelde beroepsproduct Onderwerp Het beroepsproduct betreft 4 lessenseries (twee op Basis klas 4 niveau en 2 op Kader klas 4 niveau) die verwerkt zijn in een blended leeromgeving waarin Flipped classroom en 21e eeuwse vaardigheden geïmplementeerd zijn. De lessenserie is gebaseerd op Unit 1 en 2 van de methode “All Right”. Het thema van Unit 1 is “A Healthy Body” en Unit 2 is “Be Creative”. Al zijn er wel overlappingen binnen het Basis en het Kader boek, toch heb is ervoor gekozen om Basis en Kader gescheiden te houden om het overzichtelijker te houden voor de leerlingen. De leerlingen hebben in de praktijkverkenning aangegeven dat zij het niveau en de onderwerpen van de huidige methode goed bij zichzelf als doelgroep vonden aansluiten. Om ook de doorlopende leerlijn te kunnen garanderen is gekozen om deze methode als basis voor de lessenserie te gebruiken. Doelgroep De blended leeromgeving is bedoeld voor docenten en leerlingen die de methode “All Right” klas 4 Basis beroepsgerichte leerweg en Kader beroepsgerichte leerweg gebruiken in hun lessen. Doel Er zitten twee einddoelen aan de opzet van de blended leeromgeving; Het verbeteren van de resultaten op de eindtoets van de Unit in klas 4A en 4B Onderzoeken of de leerlingen van VMBO school “Windroos” kunnen werken met een blended leeromgeving waarbij Flipped classroom en 21e eeuwse vaardigheden geïmplementeerd zijn. Natuurlijk is het doel de leerlingen zoveel mogelijk input te verschaffen en zo goed mogelijk voor te bereiden op het komende examen. Daarnaast is het interessant om te zien of de leerlingen met een blended leeromgeving kunnen werken en of ze toe zijn aan deze vernieuwende werkvorm waarbij de docent de regie wat meer uit handen geeft en een meer begeleidende rol aanneemt. Waar lopen de leerlingen en docent tegenaan. Vorm Het product is een blended website gebaseerd op de methode “All Right”. De site is voor iedereen toegankelijk aangezien het op een (gratis) openbare website staat. De duurzaamheid van de site is voor “Windroos” nog zeker drie jaar. Daarna kan het aangepast worden aan de nieuwe druk van de methode waar volgend jaar in klas 1 mee begonnen wordt. Er zijn dus nog drie leerjaren die van dit product gebruik kunnen maken in de vorm zoals die nu online staat. Hoofdstuk 3: Het beroepsproduct 2 6 Beroepsproduct 3 1 januari 2016 Handleiding De docent geeft eerst een introductie op het onderwerp. In unit 1 wordt eerst uitgelegd wat de nieuwe methode inhoud en wordt het Flipped classroom model uitgelegd. De site is opgebouwd uit 5 lessen, net als de methode aangeeft en een extra les (lesson A). Deze lessen sluiten aan bij de lessen in het boek. Het kan dus zijn dat 1 les meerdere klokuren in beslag neemt omdat er een groepsopdracht tijdens de les uitgevoerd moet worden. Elke les heeft dezelfde titel als de les in de methode. De website is leidraad en verwijst naar opdrachten die op de site verwerkt staan of naar opdrachten in het werkboek. Elke les heeft een before class assignment en een in class assignment, sommige ook een after class assignment. In de lessenserie zit ook een planner opgenomen waarop de leerlingen kunnen zien wat er aan het eind van de rit van ze verwacht wordt. In unit 1 is dit compleet met data, in unit 2 is dit uitgewerkt zonder data maar met score tabel op aangeven van leerlingen. De leerlingen worden op deze manier aan meerdere informatiebronnen blootgesteld en krijgen diverse extra vormen van input rondom het thema dat het boek hanteert. Daarnaast wordt de leerling handvaten aangereikt om op verschillende manieren met de stof bezig te zijn. Veel opdrachten kunnen gewoon uitgeprint worden en met de hand ingevuld, maar de leerlingen die het prettiger vinden om dit gewoon op de computer te doen kunnen dit ook digitaal doen. Leerlingen hebben altijd toegang tot de site en er is regelmatig ruimte om te werken aan de onderdelen waar ze op dat moment zin in hebben. Naast de Unit toets die de leerlingen maken moet er ook een portfolio ingeleverd worden. Dit maakt zichtbaar voor de leerlingen wat ze nou eigenlijk hebben gedaan en helpt ze te kunnen reflecteren op de geleerde stof. Er is gekozen voor een portfolio omdat de leerlingen aangegeven hadden niet te grote opdrachten te willen uitvoeren, en de leerlingen moeten langzaam wennen aan de nieuwe manier van leren. Als dit in een later stadium meer vanzelfsprekend is geworden kunnen de opdrachten uitgebreid worden naar grotere en meer ingewikkelde eindproducten. Een voorbeeld is een tumbler pagina of een digitale muurkrant. Deze eindproducten zijn meeromvattend dan een portfolio, maar sluiten wel nog beter aan bij de 21e eeuwse vaardigheden. Hoofdstuk 3: Het beroepsproduct Omdat er ook gewoon opdrachten in een werkboek gemaakt moeten worden is het dus niet altijd nodig om over computers te beschikken. Ook een aantal creatieve opdrachten kunnen gewoon zonder computer uitgevoerd worden. 2 7 Beroepsproduct 3 1 januari 2016 Hoofdstuk 4: Presenteren, uitvoeren en evalueren 4.1 Presentatie en evaluatie Presenteren Het uiteindelijke beroepsproduct zal gepresenteerd worden aan een aantal collega’s. Op dat moment is het qua tijd noodzakelijk dat de leerlingen al in de uittestfase zitten. Allereerst zijn de docenten meegenomen door de theorie en heb ik besproken hoe leerlingen en docenten tegenover het project stonden. Daarna hebben we het beroepsproduct besproken. De leerlingen hebben al aangegeven dat de opdrachten niet te groot moesten worden. Ook moet ik niet te veel in een keer willen. Daarom zijn de opdrachten nog niet erg groot en mega creatief, maar helpen ze de leerling wel de stof te verwerken. Toen ik eind vorig schooljaar met het onderzoek begon heb ik door drie klassen een enquête laten invullen, twee economie klassen en een zorgklas. Nu heb ik dit schooljaar allen nog de twee economieklassen. Een collega opperde dat het een goed idee zou zijn om de resultaten van de klas die dit jaar dus een andere docent hebben als controle klas te gebruiken m.b.t. de resultaten. Dit is een goed idee dat ik in mijn evaluatie zal meenemen. Hoofdstuk 4: Presenteren, uitvoeren en evalueren Docenten gaven aan niet duidelijk te kunnen onderscheiden wat op welk moment gedaan moest worden. Daarom heb ik in Unit 2 de site hierin verbeterd in een duidelijke voor tijdens en evt. na structuur. Op deze manier kan de instructie in SOM, ons leerling systeem en de leerlingen hun agenda, ook beknopter houden en hoeft de uitleg geen lang verhaal te worden. Op dit moment was het al duidelijk geworden dat veel van onze leerlingen de documenten gewoon uitprint en al schrijvend hiermee door gaat. Ook zijn deze reproducerende opdrachten de eerste opdrachten die door de leerlingen gedaan worden. De feedback hierop is gewoon dat dit een gegeven is dat ons type leerling kenmerkt en dat we hier stapje voor stapje verandering in aan kunnen brengen, maar dat dit een langer proces is. De leerlingen weten wat ze moeten doen voor de les. Het kan wel zijn dat een “les” meerdere lessen omvat. Dit is goed te sturen d.m.v. de elektronische agenda. 2 8 Beroepsproduct 3 1 januari 2016 4.2 Evaluatie uitgevoerde product 4.2.1 Inleiding Het product is uitgevoerd in twee vierde klassen. Een Basisberoepsgerichte leerweg en een Kaderberoepsgerichte leerweg. Het product is uitgevoerd door Gisela Kruiswijk. Doordat er in het vierde jaar naast de methode ook aandacht is voor andere deelvaardigheden die in het Schoolexamen getest worden zijn de omstandigheden niet optimaal. Er lopen als het ware twee programma’s door elkaar en dat werkt soms verwarrend voor de leerlingen. Het zou idealer zijn als de leerlingen een periode achter elkaar met alleen het beroepsproduct bezig zouden kunnen zijn, maar dat zou teveel impact hebben op de andere onderdelen die in het programma van toetsing en afsluiting staan. De hoofdvraag die tijdens deze evaluatie centraal staat is natuurlijk de vraag waar het allemaal mee begonnen is: Verbeteren de leerlingen van de VMBO school “Windroos” hun resultaten als zij werken met een lessenserie in een blended leeromgeving waarin Flipped classroom en 21e eeuwse vaardigheden geïmplementeerd zijn? Daarnaast worden de onderstaande deelvragen ook behandeld: Wat vinden de leerlingen van de lessenserie? Zijn de 21e eeuwse vaardigheden geschikt voor ons onderwijstype? Als laatste worden ook de resultaten gepresenteerd in een tabel waarin ook toetsen in het verleden opgenomen zijn en de resultaten van een controle klas. Hierbij zijn helaas de gegeven niet helemaal volledig. Hoofdstuk 4: Presenteren, uitvoeren en evalueren Zoals al eerder aangegeven zal dit geëvalueerd worden aan de hand van een vragenlijst die onder de leerlingen is verspreid en zullen mijn eigen bevindingen een interpretatie krijgen. 2 9 Beroepsproduct 3 1 januari 2016 4.2.2 Aanpak en middelen Na de uitwerkfase wil ik graag antwoorden kunnen geven op de hoofdvraag: Verbeteren de leerlingen van de VMBO school “Windroos” hun resultaten als zij werken met een lessenserie in een blended leeromgeving waarin Flipped classroom en 21e eeuwse vaardigheden geïmplementeerd zijn? Daarnaast is het natuurlijk ook interessant om te weten hoe de leerlingen de lessenserie hebben ervaren en of leerlingen van “Windroos” nou baat hebben bij deze vernieuwende onderwijsmethodes. Dit sluit aan bij de deelvragen: Wat vinden de leerlingen van de lessenserie? Zijn de 21e eeuwse vaardigheden geschikt voor ons onderwijstype? Om deze gegevens op een rijtje te krijgen heb ik gekozen voor de volgende middelen: Enquête Het beroepsproduct zal geëvalueerd worden door middel van een enquête onder de leerlingen. Dit zijn dus dezelfde leerlingen die aan het begin van het onderzoek ook de vragenlijst hebben ingevuld. Uit deze vragenlijst zal een antwoord moeten komen hoe de leerlingen de lessenserie ervaren hebben. Wat vinden zij van het werken met een blended leeromgeving en welke aspecten van de 21e eeuw kwamen genoeg aan bod? Wat vonden de leerlingen van Flipped classroom input? Wat missen de leerlingen nog in de lessenserie? De belangrijkste vraag is natuurlijk of de lessenserie bijdraagt aan betere resultaten op de Unit toets. De leerlingen krijgen aan het einde van de unit een Unit toets. Ook krijgen de leerlingen na twee lessen altijd een schriftelijke overhoring Beide toetsen zijn altijd op dezelfde manier opgebouwd en alleen de inhoud is natuurlijk anders. De toetsen zijn dus gelijkwaardig en vormen daardoor een betrouwbaar middel. Eigen bevindingen Tijdens de lessenserie zal ik zelf aantekeningen bijhouden met daarin de bevindingen en aanbevelingen voor mijzelf om zo in de toekomst het product te kunnen verbeteren. Hoe reageren de leerlingen op de lessenserie en de andere vorm van huiswerk. Dit zal gebruikt worden om het beroepsproduct tussentijds bij te kunnen stellen. Als de aanpak die ik voor ogen heb niet werkt zal ik dit toch aan moeten passen. Verandering is voor onze leerlingen vaak lastig en ze vinden het niet prettig. Hoofdstuk 4: Presenteren, uitvoeren en evalueren Resultaten 3 0 Beroepsproduct 3 1 januari 2016 4.2.3 Resultaten Leerling reflectie enquêtes Samenvatting leerlingen reflectie In totaal hebben 18 leerlingen de reflectie enquête ingevuld. 8 Basis leerlingen en 10 Kaderleerlingen. Deze leerlingen hebben ook de 1e enquête ingevuld. Deze leerlingen zaten toen in de derde klas en nu in de vierde. In totaal zijn dit minder leerlingen dan in de 1e enquête omdat het bij de 1e enquête drie derde klassen betrof en nu twee vierde klassen, beiden uit de economie sector. Op de vraag of de leerlingen deze “nieuwe” methode van werken fijn vonden antwoorde een derde van de leerlingen dit fijn te vinden. 27,8% gaf aan het niet zo fijn te vinden en meer dan een derde vond het ronduit vervelend. De redenen voor deze bevindingen waren erg uiteenlopend (Voor het totale overzicht bij alle onderdelen verwijs ik naar de enquête resultaten) ; het leuk te vinden ook met andere dingen bezig te zijn dan alleen het boek Zelf bepalen wanneer je werkt niet graag teveel op de computer te werken Site niet overzichtelijk / weet niet hoe het werkt Je moet alles zelf bijhouden Op de vraag wat leerlingen ervan vinden om de kijk en luister fragmenten thuis te bekijken en te luisteren Was de verdeling in percentages nagenoeg hetzelfde. Een leerling gaf aan het zelfs erg fijn te vinden om het thuis te beluisteren, maar meer dan de helft vond het niet zo fijn tot vreselijk. Als ik ziek ben kan ik het gewoon thuis doen Het is gewoon fijn Minder positieve redeneringen namen de overhand en veelal te vinden op het vlak van motivatie; Het is irritant dit zelf te kijken Je moet alles zelf doen Maak liever huiswerk in tussenuren en in de les Vergeet het te doen Ik vond het wel best 70% van de leerlingen die de enquête hebben ingevuld waren ook niet enthousiast over het feit dat de grammatica online terug te vinden was. Nu staat dit natuurlijk ook gewoon in het boek. Van de 30% positieve leerlingen was de input wel interessant; Ik leerde er wat van Ik kan oefenen en beter worden Het ziet er gemakkelijker uit Je kan het rustig doorlezen Hoofdstuk 4: Presenteren, uitvoeren en evalueren Positieve redeneringen; 3 1 Beroepsproduct 3 1 januari 2016 Een derde van de ondervraagde leerlingen maakt het niet uit of we op deze manier doorgaan met het volgende hoofdstuk of vindt dit zelfs prettig. Twee derde wil dit liever niet. Twaalf van de ondervraagde leerlingen vond dat er niet genoeg samenwerkingsopdrachten waren, drie leerlingen vonden dat er precies genoeg opdrachten waren en drie leerlingen gaven aan dat er teveel samenwerkingsopdrachten waren. Ook op de creativiteit van de opdrachten werd verschillend gereageerd. Opdrachten waren niet creatief, maar niet alle leerlingen zitten daar ook op te wachten blijkt uit de antwoorden. De leerlingen willen wel graag een lijstje waarop ze kunnen zien wat ze aan het eind van de periode af moeten hebben, maar de vorm maakt ze niet zoveel uit. Er gaat geen voorkeur uit naar een planner. Bij vraag 12 was het de bedoeling dat de leerlingen zouden reageren op de vraag welk afvinklijstje ze het liefst hanteren. In plaats daarvan reageerden veel leerlingen op het feit dat ze dan iets in handen hebben, en dus op het gegeven als ik een planner of lijstje op papier uit zou delen i.p.v. het verschil tussen een lijstje of een planner. De grootte van de opdrachten werd door 61% als prima ervaren terwijl 39% de opdrachten te groot vond. Hoofdstuk 4: Presenteren, uitvoeren en evalueren Over het algemeen missen de leerlingen weinig in de lessenserie. Een enkeling geeft aan behoefte te hebben aan meer creativiteit, samenwerkingsopdrachten of groepsopdrachten. Dat er meer film gekeken moet worden komt waarschijnlijk door de uitlating van een leerling tijdens het invullen van de enquête in de klas. 3 2 Beroepsproduct 3 1 januari 2016 Eigen bevindingen gedurende de lessenserie De leerlingen vinden het in het begin erg moeilijk om dingen die op de site staan thuis te doen. Als ik wilde dat de leerlingen een filmpje bekeken dat hadden ze dit vaak niet gedaan, terwijl als ik het filmpje in hun digitale agenda zette dan bekeek in ieder geval een aantal leerlingen het filmpje Het is moeilijk de hele klas de voorbereiding naar behoren te laten doen. Dit is een gegeven wat de gehele lessenserie terug komt. Wel merk ik dat het aan het eind van Unit 2 toch iets beter lijkt te gaan. Na Unit 1 ben ik de leerlingen weer wat meer bij het handje gaan nemen. De blended leeromgeving heet een wat vrijere plaats gekregen en de planner is ingewisseld voor een afvinklijstje. Ook zijn de opdrachten wat creatiever geworden en zat er in Unit 1 eigenlijk helemaal geen echte extra samenwerkingsopdrachten. Leerlingen grijpen zodra ze de kans hebben naar de printer om opdrachten uit te printen en ze met pen in te vullen. Ook kiezen ze ervoor om de word files waarbij het alleen maar gaat om het invullen van woordjes het eerst te doen. Ook gewoon de opdrachten uit het werkboek worden zonder mokken gedaan. Het kost veel meer energie om de creatieve en samenwerkingsopdrachten voor elkaar te krijgen. In klas 4A, de Basisklas gaat dit eigenlijk nog beter dan in 4B, de Kader klas. De leerlingen gaan in de klas wel goed aan het werk met de opdrachten. Ook al moeten we dan de opdrachten die eigenlijk voor thuis bedoeld zijn in de klas doen. In Unit twee gaan de leerlingen eigenlijk wel goed aan de slag. Ik verwijs per les wat de leerlingen voor die tijd gedaan moeten hebben. Daarna hebben we een verdiepingsmoment of een verwerkingsmoment. Ze raken al wat meer vertrouwd met de situatie en krijgen onder de knie wat ze moeten doen. Hoofdstuk 4: Presenteren, uitvoeren en evalueren In de eerste Unit had ik de luisteropgaves uit het werkboek online gezet. Dit was heel veel werk en niet alle leerlingen deden dit. Uiteindelijk is er voor Unit twee gekozen om zelf geluidsfragmenten met eigen vragen online te zetten. Zo kunnen de leerlingen toch profiteren van de voordelen om alleen te luisteren en dus te kunnen stoppen of terug luisteren, terwijl het niveau iets hoger ligt dan in het werkboek, iets dat de leerlingen wel aankunnen. 3 3 Beroepsproduct 3 1 januari 2016 Studie resultaten Hoofdstuk 4: Presenteren, uitvoeren en evalueren De resultaten die de klassen behaald hebben heb ik in een tabel geplaatst. Daarin is ook de controle klas verwerkt. De resultaten zijn op het oog verbluffend. Het is jammer dat de controleklas de toets van unit 2 nog niet heeft gemaakt zodat niet uitgesloten kan worden dat de toets van Unit 2 misschien toch makkelijker was dan de andere 3. Maar ook de schriftelijke overhoring is veel beter gemaakt dan bij controle groep. 3 4 Beroepsproduct 3 1 januari 2016 4.2.4 Conclusies Ongeveer twee derde van de leerlingen geeft aan het experiment met de blended leeromgeving niet zo fijn te vinden. De leerlingen begrijpen niet altijd wat ze moeten doen en vinden het moeilijk thuis de motivatie te vinden om naar de site te gaan en opdrachten die voor de les gedaan moesten worden uit te voeren. Ongeveer een derde van de leerlingen geeft aan wel te profiteren van de voordelen die een blended leeromgeving biedt zoals het kunnen werken waar en wanneer je wilt en zelf bepalen met welke opdrachten je bezig gaat. Uit de antwoorden die de leerlingen geven schemert veelal de behoefte om iets vast te kunnen houden door. Ze benoemen het fijn te vinden om uit een boek te werken en opdrachten op papier uit te voeren. Verder is het opvallend dat de leerlingen meer willen samenwerken, maar dat 65% vindt dat dit niet perse creatiever moet dan zoals is de lessenserie is gepresenteerd. Wel willen ze graag iets van een lijstje zodat duidelijk is waaraan ze moeten voldoen, maar dit hoeft niet perse op datum. De leerlingen hebben liever de structuur dat de docent verteld wat er voor de volgende les gedaan moet zijn. Op de vraag of leerlingen van “Windroos” dus geschikt zijn om te werken met een blended leeromgeving waarin Flipped classroom en 21e eeuwse vaardigheden geïmplementeerd zijn kan ik alleen maar ja antwoorden. Wel moeten onze leerlingen meer gestuurd worden dan de literatuur doet vermoeden, maar dan kom je een heel eind. Ook speelt gewenning hier een grote rol. Ik ga in ieder geval meer lessen op deze manier inrichten! Hoofdstuk 4: Presenteren, uitvoeren en evalueren De leerlingen laten na een periode van gewenning een enorme groei zien in het cijfer dat gehaald is op de eindtoets. Het is jammer dat er niet genoeg tijd is om nog een vervolg aan dit verslag toe te voegen om daadwerkelijk te kunnen bewijzen dat de vernieuwende onderwijsmethode ten grondslag ligt aan het hoge resultaat. Ook het ontbreken van het toets cijfer van de controleklas is erg jammer. 3 5 Beroepsproduct 3 1 januari 2016 Bijlage 2A / 2B: Geordende gegevens In deze bijlage vindt u de onderzoeksinstrumenten met daarbij de enquête vragen en de geordende gegevens van de praktijkverkenning. In de letterlijke bewoording van de leerlingen en docenten is niets gewijzigd. Bijlage 2A / 2B: Geordende gegevens Resultaten leerlingen enquête 3 6 Bijlage 2A / 2B: Geordende gegevens Beroepsproduct 3 1 januari 2016 3 7 Beroepsproduct 3 1 januari 2016 9. Zou je het fijn vinden als je op een website alle stof en opdrachten van een Unit uit het boek kan opzoeken? Dan kan je bijvoorbeeld vooruit kan werken. Of zelf bepalen wanneer je wat doet, als je maar voor een bepaalde datum klaar bent. Of vind je het prettiger als de docent gewoon verteld wat je moet doen en wanneer. Probeer ook uit te leggen waarom. Als docent uitlegt Weet ik niet en het ligt er aan hoe veel tijd je er voor krijgt. jah ik vind het allebei wel fijn. maar ligt eraan hoelang je de tijd krijgt niet twee dagen van te voren! ja Allebei is het wel handig vind ik zelf ik vind via de computer fijner met economie doen we dat ook en dit is handig Ja, want door het een paar keer aftespelen kan je het beter begrijpen 1e Ik vind het prettiger als de docent ooK vertelt wat we moeten doen want het kan zijn dat Internet het uit het nits niet goed doet en dat het filmpje vast loopt Vooruit werken vind ik zelf prettiger ik vind het fijn maar maar er moet geen te korte tijd voor zijn bv 2 dagen van te voren het te horen krijgen. nee Bijlage 2A / 2B: Geordende gegevens uitleggen wat je moet doen 3 8 Beroepsproduct 3 1 januari 2016 maakt niet uit Ja want dan kan ik zelf bepalen wat en wanneer ik mijn huiswerk maak als de docent het uitlegt want soms snap ik iets niet en daar voor ben ik hier om te leren en zij om ons te helpen Nee, want het is niet zo goed om alvast verder te werken want dan kan je niks in de les doen. Dan heb je alles thuis al af en heb je op school niks meer te doen. nee want dat doet niemand Bijlage 2A / 2B: Geordende gegevens Ik vind het fijn als de docent het uitlegt! ik vind het fijn als de docent het uitlegt want dan komt het beter binnen 3 9 Bijlage 2A / 2B: Geordende gegevens Beroepsproduct 3 1 januari 2016 4 0 Bijlage 2A / 2B: Geordende gegevens Beroepsproduct 3 1 januari 2016 4 1 Bijlage 2A / 2B: Geordende gegevens Beroepsproduct 3 1 januari 2016 4 2 Bijlage 2A / 2B: Geordende gegevens Beroepsproduct 3 1 januari 2016 4 3 Beroepsproduct 3 1 januari 2016 Docenten enquête Bijlage 2A / 2B: Geordende gegevens 1. Weet u wat een flipped classroom is? 4 4 Beroepsproduct 3 1 januari 2016 2. Heeft u al wel eens gebruik gemaakt van een flippedclass room in uw lessen? Uitleg flipped classroom 3. Wat vindt u van flipped classroom model? leuk, goed, mooi Leuk, het vereist alleen heel veel voorbereiding bruikbaar Het kan prima als aanvulling dienen op het traditioneel onderwijs. voor vakken met directe instructie geschikt Goed, leerlingen kunnen altijd de uitlegfilmpjes bekijken 4. Zou u (vaker) gebruik willen maken van flipped classroom? Waarom wel / niet? Ja, als ik voor de klas zou staan Maak er al gebruik van in de lessen van de bovenbouw. ja, maar voor maatschappijleer niet altijd geschikt, wel voor aardrijkskunde wat ik zou geven Bijlage 2A / 2B: Geordende gegevens interessant, doet wel een groot beroep op discipline van de leerlingen thuis Onder goede voorwaarden kan het zeker een verbetering zijn Inspirerend model wat de docent ruimte geeft om aan individuele leerlingen ruimte te geven Wel onder de goede voorwaarden 4 5 Beroepsproduct 3 1 januari 2016 af en toe Ja nee, voor vakken waar het aankomt op interactievaardigheden, non-verbale signalen e.a. niet geschikt Ja, maar zou hierin vooraf geschoold willen worden ja, als voorbereiding, extra uitleg, diffentieren, etc 5.Weet u wat een blended leeromgeving is? Blended learning in a nutshell 6. Bent u voorstander van deze "vernieuwende" manier van het aanbieden van lesstof? Waarom wel / niet? ja, leren leren is wel een voorwaarde en duidelijkheid over inzet en gebruik in de klas ja. mits alle comp. voorwaarden zijn voldaan Goede mix van ICT Ja, leerlingen krijgen steeds meer te maken met nieuwe technieken. Deze inzetten in de lessen sluit aan bij de leefomgeving. nog niet leerrendement mogelijk is. Daarnaast heeft docent meer tijd om op niveau de leerlingen te ondersteunen ja, zoals aangegeven 'het beste uit experience' wordt geintegreerd, altijd doen.... wel mits de trainer goede trainerscappaciteiten heeft Ja, hiermee zorg je dat de leerlingen op hun eigen manier met de stof bezig kunnen zijn. Dit helpt ze alleen maar in het leerproces 21e eeuwse vaardigheden;Technologie heeft de manier waarop we samen werken en leven enorm veranderd. Nieuwe functies ontstaan en vragen om andere of nieuwe competenties, de zogenoemde 21st century skills. Bijlage 2A / 2B: Geordende gegevens Ja omdat leerlingen de uitleg/instructie meerdere keren kunnen horen/zien waardoor er meer 4 6 Bijlage 2A / 2B: Geordende gegevens Beroepsproduct 3 1 januari 2016 4 7 Bijlage 2A / 2B: Geordende gegevens Beroepsproduct 3 1 januari 2016 4 8 Beroepsproduct 3 1 januari 2016 Bijlage 3A: Het beroepsproduct Handleiding De docent geeft eerst een introductie op het onderwerp. In unit 1 wordt eerst uitgelegd wat de nieuwe methode inhoud en wordt het flipped classroom model uitgelegd. De site is opgebouwd uit 5 lessen, net als de methode aangeeft en een extra les (lesson A). Deze lessen sluiten aan bij de lessen in het boek. Het kan dus zijn dat 1 les meerdere klokuren in beslag neemt omdat er een groepsopdracht tijdens de les uitgevoerd moet worden. Elke les heeft dezelfde titel als de les in de methode. De website is leidraad en verwijst naar opdrachten die op de site verwerkt staan of naar opdrachten in het werkboek. Elke les heeft een before class assignment en een in class assignment, sommige ook een after class assignment. In de lessenserie zit ook een planner opgenomen waarop de leerlingen kunnen zien wat er aan het eind van de rit van ze verwacht wordt. In unit 1 is dit compleet met data, in unit 2 is dit uitgewerkt zonder data maar met score tabel op aangeven van leerlingen. De leerlingen worden op deze manier aan meerdere informatiebronnen blootgesteld en krijgen diverse extra vormen van input rondom het thema dat het boek hanteert. Daarnaast wordt de leerling handvaten aangereikt om op verschillende manieren met de stof bezig te zijn. Veel opdrachten kunnen gewoon uitgeprint worden en met de hand ingevuld, maar de leerlingen die het prettiger vinden om dit gewoon op de computer te doen kunnen dit ook digitaal doen. Leerlingen hebben altijd toegang tot de site en er is regelmatig ruimte om te werken aan de onderdelen waar ze op dat moment zin in hebben. Naast de Unit toets die de leerlingen maken moet er ook een portfolio ingeleverd worden. Dit maakt zichtbaar voor de leerlingen wat ze nou eigenlijk hebben gedaan en helpt ze te kunnen reflecteren op de geleerde stof. Er is gekozen voor een portfolio omdat de leerlingen aangegeven hadden niet te grote opdrachten te willen uitvoeren, en de leerlingen moeten langzaam wennen aan de nieuwe manier van leren. Als dit in een later stadium meer vanzelfsprekend is geworden kunnen de opdrachten uitgebreid worden naar grotere en meer ingewikkelde eindproducten. Een voorbeeld is een tumbler pagina of een digitale muurkrant. Deze eindproducten zijn meeromvattend dan een portfolio, maar sluiten wel nog beter aan bij de 21e eeuwse vaardigheden. Bijlage 3A: Het beroepsproduct Omdat er ook gewoon opdrachten in een werkboek gemaakt moeten worden is het dus niet altijd nodig om over computers te beschikken. Ook een aantal creatieve opdrachten kunnen gewoon zonder computer uitgevoerd worden. 4 9 Beroepsproduct 3 1 januari 2016 Het daadwerkelijke product is te vinden op: http://gkruiswijk.wix.com/class4basisu2 http://gkruiswijk.wix.com/class4kader http://gkruiswijk.wix.com/unit-1-class-4 http://gkruiswijk.wix.com/unit-1-class-4- basis 5 0 Beroepsproduct 3 1 januari 2016 Bijlage 4A: Planning, vormgeving, presentatie en evaluatie Wat Vormgeving product Wanneer 05-10-2015 Presentatie product aan relevante collega’s en management team 22-01-2016 Evalueren presentatie 22-02-2015 Opmerkingen Aanbieden aan begeleider In een korte bijeenkomst zal ik aan de hand van een power point presentatie. Na afloop presentatie aan de hand van tips en tops aangeleverd door collega’s 5 1 Beroepsproduct 3 1 januari 2016 Bijlage 4B: Gespreksleidraad bij evaluatie Bijlage 4B: Gespreksleidraad bij evaluatie Tijdens de evaluatie van mijn beroepsproduct is de volgende power point hand-out gebruikt leidraad voor het gesprek. 5 2 Bijlage 4B: Gespreksleidraad bij evaluatie Beroepsproduct 3 1 januari 2016 5 3 Beroepsproduct 3 1 januari 2016 Bijlage 4C / 4D : Geordende gegevens evaluatie In deze bijlage vindt u de onderzoeksinstrumenten met daarbij de enquête vragen en de geordende gegevens van de praktijkverkenning. In de antwoorden van de leerlingen is niets bewerkt. 1. Welke leerweg volg je voor het vak Engels 3. Leg uit waarom je bij vraag 2 dit antwoord hebt gegeven. omdat, ik het wel fijn vond dat we ook andere dingen kregen in plaats van alleen door werken in een boek. omdat, ik er niks bijna van begreep. Het kan beter op papier staan of in de les maken als je het krijgt van de docent ga je er sneller aan werken dan als je het zelf op moet zoeken ik vond het niet handig omdat het heel onoverzichtelijk werd en het werd heel zelfstandig en niet serieus genomen Je moet alles zelf bij houden ik vond het wel best kan ik thuis veder werken omdat mevrouw kruiswijk goed les geeft het was moeilijk te vinden ik zit niet graag op de computer. Bijlage 4C / 4D : Geordende gegevens evaluatie 2. We hebben Unit 1 en 2 uit de methode "All Right" (bijna) afgerond. Dit hebben we anders gedaan dan normaal. Alle informatie die je nodig had om de opdrachten goed te maken stond online. Luister en kijkopdrachten stonden online en moest je thuis doen, en in de les werkte je aan opdrachten uit het werkboek en aan opdrachten voor in je portfolio. Hoe vind je dit? 5 4 Beroepsproduct 3 1 januari 2016 Vond het niet overzichtelijk (Site) WIJ HEBBEN THUIS LANGZAAM INTERNET DUS SOMS KAN IK HET NIET DOEN. omdat ik in het begin niet wist hoe ik op die site kwam en hoe ik die moest gebruiken Omdat je dan kan werken wanneer je wilt. Je vergeet dat je naar de site moet gaan voor extra opdrachten Ik vind het niet fijn omdat je dan en op de computer en in je boek engels hebt Omdat je zelf kan bepalen wanneer je het maakt. 4.Wat vind je ervan dat de kijk en luisteropdrachten online staan en dat je deze thuis moet maken? 5. Leg uit waarom je bij vraag 4 dit antwoord hebt gegeven. omdat ik al zij dat ik nog niet wist hoe het werk kan ik me huiswerk thuis maken ik werk liever gewoon uit me boek dan omdat je het thuis minder snel doet dat in de klas Kan je alles afmaken voor je werkboek IK HOU NIET VAN HUISWERK Ik maak liever huiswerk in tussen uren en in de les Je moet nu zelf alles doen Het is irritant om dat zelf te kijken. je kan beter alles in de les doen en als je dan dingen niet af heb dat gewoon thuis moet afmaken omdat ik het fijn vind Omdat je dan kan werken wanneer je wilt. vind het niet handig ik vindt het niks dat het online staan Bijlage 4C / 4D : Geordende gegevens evaluatie Daar denk ik niet zo snel aan en dat vergeet ik dan Als ik een keer ziek ben dan kan ik het ook thuis doen. ik vond het wel best 5 5 Beroepsproduct 3 1 januari 2016 6. Wat vind je ervan dat de grammatica online staat? 7. leg uit waarom je bij vraag 6 dit antwoord hebt gegeven. zoals ik al zei bij ls als vraag 5 vindt ik het beter om opdrachten uit me bo ik het beter om gewoon uit het boek te werken vind dat niet zo fijn omdat ik er weinig van leer het is gewoon heel onduidelijk en onhandig ik leerde er wel wat van kan ik oefen een beter worden Is gewoon onhandig Je moet hget thuis maken heb het liever in het boek ik vindt het wel handig maar een keer uitleg vindt ik ook wel handig dingen in het boek of op een blaadje is fijner omdat je het thuis minder snel doet dat in de klas Ik leer liever vanuit een boek dan site Het ziet er gemakkelijker eruit Je kan het rustig doorlezen Omdat je dan kan werken wanneer je wilt. 8. Wil je unit 3 op dezelfde manier behandelen? Bijlage 4C / 4D : Geordende gegevens evaluatie Ik wil het liever op papier doen ik zoek dat minder snel op dan dat het in me boek staat 5 6 Beroepsproduct 3 1 januari 2016 9. Zaten er genoeg opdrachten in waarbij je moest samenwerken? Bijlage 4C / 4D : Geordende gegevens evaluatie 10. Waren de opdrachten creatief genoeg? 5 7 Beroepsproduct 3 1 januari 2016 Bijlage 4C / 4D : Geordende gegevens evaluatie 11. Wat vind je fijner werken? Met planner zoals in unit 1 of met alleen een afvinklijstje zoals bij unit 2? 5 8 Beroepsproduct 3 1 januari 2016 12. Kan je uitleggen waarom? Dan kunnen we hier de volgende keer rekening mee houden. kan ik in een keer door werken dan staat alles gewoon op papier dat vind ik veel overzichtelijker iets vast houden en ergens appart leggen is makkelijker en is makkelijk erbij te pakken Dat werkt fijner en overzichtelijker maakt mij niet uit x nee Omdat er ik anders aan moet wennen en ik vind dat niet fijn. dan kan je al vast vooruit werken en weet je gewoon wat je af moet hebben tegen die tijd zo kan ik het maken op datum of dag Het maakt mij allemaal niet uit anders raak ik teveel kwijt Omdat je dan kan werken wanneer je wilt. vind het handiger Bijlage 4C / 4D : Geordende gegevens evaluatie 13. De opdrachten vond ik.. 5 9 Beroepsproduct 3 1 januari 2016 14. Wat mis je nog in de lessenserie? filmpjes niks niks bijzonders ??????????????????:? Een groepsopdracht bijv. gesprekjes meer creatiefe dingen ! Engels film kijken x nee Niks Bijlage 4C / 4D : Geordende gegevens evaluatie veel meer film kijken. meer samenwerk opdrachten ik vind al die opdrachten op internet irritand 6 0 Beroepsproduct 3 1 januari 2016 6 1 Beroepsproduct 3 1 januari 2016 Bibliografie Blended learning wijzer. (2014, 02 25). Blended learning wijzer/ definities. Opgeroepen op 04 28, 2015, van Blended learning wijzer: http://blendedlearningwijzer.nl/thema/definitie-enmodellen/definities/ Boswinkel, N., & Schram, E. (2011). De toekomst telt. Enschede: SLO. Flipped learning network. (2014, 3 12). Flipped learning network. Opgeroepen op 5 1, 2015, van Defenition: http://www.flippedlearning.org/domain/46 Fransen, J. (2006). Een nieuwe werkdefinitie van blended learning. Onderwijsinovatie, 26-29. Kennisnet. (sd). Opgeroepen op April 13, 2015, van www.kennisnet.nl: http://www.kennisnet.nl/themas/21st-century-skills/vaardigheden/benodigdevaardigheden-voor-de-21ste-eeuw/ Lanen, C. v. (2012). Praktijkonderzoek in de school. Bussum: Coutinho. Bibliografie Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. (sd). Werken in het onderwijs. Opgeroepen op December 18, 2014, van Ministerie van Onderwijs,Cultuur en Wetenschap: 6 2 Beroepsproduct 3 1 januari 2016 http://www.werkeninhetonderwijs.nl/vervolg.php?h_id=3&s_id=59&v_id=8&titel=Onderwijs assistent Studulski, F. (2015). VMBO Congress. Gepersonaliseerd leren voor leerlingen en docenten (pp. 10-11). Utrecht: Sardes. Teitler, P. (2013). Lessen in orde. Bussum: Coutinho. Thijs , A., Fisser, P., & Hoeven, M. (2014). 21e eeuwse vaardigheden in het curriculum van het funderend onderwijs. Enschede: SLO. Bibliografie Volman, M. (2011). Kennis van betekenis: Keerzijde van accent op individueel presteren. Amsterdam: Universiteit van Amsterdam. 6 3