Het derde visioen van Daniël over de eindtijd

advertisement
Het derde visioen van Daniël over de eindtijd.
Dan.9:1+21 In het eerste jaar nadat Darius, zoon van Xerxes en Mediër van geboorte,
tot koning was gekroond over het rijk van de Chaldeeën… vloog de man Gabriël, die ik
eerder in het visioen had gezien, snel naar mij toe. Het was de tijd van het avondoffer.
A: Introductie.
Het boek Daniël bestaat uit twee gedeelten; in het eerste deel (1 t/m 6) worden de diverse
gebeurtenissen in het leven van Daniël en zijn drie vrienden Chananja, Misaël en Azarja
beschreven (1:6), maar in het tweede deel (7 t/m 12) worden vier verschillende visioenen
beschreven. Het eerste visioen staat in hoofdstuk 7, het tweede in hoofdstuk 8, het derde in
hoofdstuk 9, en het vierde en langste visioen in hoofdstuk 10-12. In deze visioenen wordt
vooral de geschiedenis van Israël in de eindtijd beschreven; de eindtijd is een periode van
3,5 jaar vlak vóór de tweede komst van Christus. De grote macht en vreselijke wreedheid
van de antichrist en zijn uiteindelijke nederlaag door de plotselinge manifestatie van de
soevereine macht van God staan centraal in alle vier visioenen. Het volk van God behoort
zich geestelijk te voeden met de openbaringen van Daniël, voordat de antichrist op het
wereldtoneel verschijnt. De eerste twee visioenen uit Dan.7+8 bevatten symbolische taal die
door een engel worden uitgelegd; de laatste twee visioenen uit Dan.9+10-12 bevatten geen
symbolische taal.
Daniël ontving zijn derde visioen in het eerste jaar van Darius, de zoon van Xerxes, maar
deze Darius is waarschijnlijk dezelfde persoon als die uit 6:1, 10:1 en 11:1; er is wel enige
verwarring betreffende de namen die in het Medo-Perzische rijk werden gebruikt omdat titels
en namen door elkaar gebruikt werden. In het Oude Testament wordt de naam Ahasveros
gebruikt die echter in opgravingen niet veel gevonden wordt, mogelijk is deze naam geen
echte naam maar een titel. Daniël ontving dit visioen volgens deze gedachtegang in het jaar
539 v.Chr. Het derde visioen in Dan.9 begint pas in vers 21, want in vers 1-20 is Daniël bezig
om vurig voorbede te doen voor het volk Israël op basis van collectieve schuldbelijdenis. Dit
visioen is het kortste visioen uit het boek Daniël, want het is maar 7 verzen lang; maar dit
visioen heeft betrekking op een Goddelijke transformatie van de hele aarde waarin de Heer
de aarde gaat vervullen met Zijn glorie (Hab.2:14). Voor dit grootse plan heeft God het volk
Israël uitgekozen om alle naties op de aarde te leiden naar de kennis van God (Jes.2:2-5,
Micha 4:1-4). De Heer stuurde de engel Gabriël om aan Daniël dit visioen te geven met een
overzicht van de belangrijkste gebeurtenissen met betrekking tot Israël vanaf de tijd van
Daniël tot en met de eindtijd, dat is een periode van meer dan 2500 jaar. Met nadruk moet
gezegd worden dat er in dit derde visioen geen symbolische taal wordt gebruikt zoals dat wel
het geval is in het eerste en tweede visioen van Dan.7 en 8.
De engel Gabriël gebruikt tamelijk korte zinnen in deze samenvatting over de toekomst van
Israël, maar elke zin heeft geweldige implicaties; en direct aan het begin van het visioen
maakt Gabriël duidelijk dat hij gekomen is om Daniël helder inzicht te geven (9:22). Het is
echter opmerkelijk en voor ons zéér leerzaam om te ontdekken dat Gabriël deze opdracht
kreeg op grond van de smeekbede van Daniël, want zodra Daniël in vers 1 begon te bidden,
gaf God aan Gabriël deze opdracht (9:23). Vanwege zijn hartsgesteldheid en zijn bereidheid
om voor Israël op de bres te staan werd Daniël in de hemel gezien als een zeer geliefd mens
(9:23), en dit compliment wordt hem ook twee keer in het vierde visioen gegeven (10:11+19).
Het laat ons zien hoe groot het verband is tussen het cultiveren van een intieme relatie met
de Heer en het mogen ontvangen van visioenen over de grote mysteries van het koninkrijk
van God (Num12:6). Daniël wordt door Gabriël aangespoord om met zeer grote aandacht te
luisteren en daardoor te begrijpen (9:25); tegelijkertijd wordt hem ook duidelijk gemaakt dat
het volk van God in de eindtijd deze dingen ook zeer goed zal leren begrijpen (11:33, 12:4).
Zo moeten wij bijvoorbeeld in de wijsheid van God leren om het getal van de antichrist te
ontcijferen, want het is het getal van een mens en zijn getal is 666; maar er is Goddelijk
inzicht nodig om dit getal te begrijpen (Openb.13:18).
Dit derde visioen profeteert over de moeilijkheden die het volk Israël vanaf de tijd van Daniël
1
tot aan de tweede komst van Jezus te verduren zal krijgen vanwege de zeer hardnekkige
rebellie tegen God. Maar de Heer weigert om Israël op te geven (Rom.11:29), en om die
reden zet de Heer Zijn soevereine plan in werking om Israël tot een nationale bekering te
brengen (Zach.12:10-13), zodat dit volk van God klaargemaakt zal worden om de wegen van
de Heer aan alle volken op de aarde te onderwijzen. Het leiderschap voor Israël begint bij de
tweede komst van Jezus en zal doorgaan tot aan het eind van het duizendjarige vrederijk;
daarom vroegen de leerlingen van Jezus vlak vóór de hemelvaart wanneer het koningschap
van Israël hersteld zou worden, maar het was op dat moment nog niet de tijd om daarover
informatie te geven (Hand.1:6-7). Het derde visioen voorspelt zeer belangrijke details met
betrekking tot zowel de eerste als de tweede komst van Jezus.
B: Samenvatting van Daniël 9.
B1: Overzicht van Dan.9.
a) De historische setting van het visioen (9:1-3).
b) De voorbede en schuldbelijdenis van Daniël voor Israël (9:4-20).
c) De verschijning van de engel Gabriël (9:21-23).
d) Het visioen van de 70 weken m.b.t. de komst van de Messias (9:24-27).
1) God besluit soeverein tot 70 jaarweken voor de redding van Israël (9:24a).
2) Zes beloften voor de redding van Israël en het herstel van de aarde (9:24b).
3) De gebeurtenissen tijdens de eerste 69 jaarweken (9:25).
4) De gebeurtenissen na de 69 jaarweken (9:26).
5) De gebeurtenissen in de 70e jaarweek (9:27).
B2: Korte samenvatting van Dan.9:24-27.
Dan.9:24 In vers 24 geeft de engel Gabriël aan de profeet Daniël zes grote beloften die de
transformatie van de aarde beschrijven te beginnen met het Joodse volk in Jeruzalem.
Dan.9:25 In vers 25 openbaart Gabriël positieve dingen die in de nabije toekomst met Israël
zouden gaan gebeuren; dit vers beschrijft wat er gebeurd is tijdens de eerste 69 jaarweken
(483 jaar) met een positieve nadruk op het herstel van Jeruzalem na de Babylonische
ballingschap onder het leiderschap van Zerubbabel, Ezra en Nehemia, waarna de eerste
komst van Jezus als de Joodse Messias wordt beschreven.
Dan.9:26 In vers 26 wordt de zonde van Israël m.b.t. de eerste komst van Jezus beschreven
met alle verschrikkelijke gevolgen daarna; dit vers beschrijft de negatieve dingen die vlak na
de 69e jaarweek hebben plaatsgevonden. Gabriël openbaart dat de Messias van Israël
gewelddadig zou worden vermoord met als resultaat het oordeel van God over Israël d.m.v.
het Romeinse leger, dat leidde tot de verschrikkelijke verwoesting van Jeruzalem en de
tempel in het jaar 70 na Chr.
Dan.9:27 In vers 27 openbaart Gabriël de zonde en grote moeilijkheden van Israël in de
laatste jaarweek m.b.t. de tweede komst van Jezus; in die tijd zal Israël een verbond sluiten
met de antichrist in de veronderstelling dat hij de Joodse Messias is. Maar de antichrist zal
dit verbond verraden op een zeer afschuwelijke en goddeloze manier, doordat hij een einde
maakt aan de religieuze activiteiten van Israël in de herbouwde tempel. Jezus echter zal de
antichrist vernietigen zoals aangekondigd is, en daarmee is de laatste jaarweek ofwel de
laatste zeven jaar van de menselijke geschiedenis afgesloten. Naar deze laatste jaarweek
wordt vaak verwezen als de 70e week van Daniël.
C: De voorbede en schuldbelijdenis van Daniël.
Dan.9:2-3 …… in het eerste jaar van zijn koningschap, leidde ik, Daniël, uit de boeken af
hoeveel jaren het zou duren voordat de puinhopen van Jeruzalem verdwenen zouden zijn.
Zoals de HEER aan de profeet Jeremia had gezegd, waren dat er zeventig. Ik wendde mij tot
God, de Heer, en gaf me over aan gebed en smeekbeden, al vastend en rouwend.
De aanleiding voor dit derde visioen van Daniël over de eindtijd is een Bijbelstudie die hij
deed; Daniël las op gegeven moment in de profetieën van Jeremia dat het 70 jaar zou duren
voordat de puinhopen van Jeruzalem weer herbouwd zouden worden, en deze belofte van
2
de Heer las hij in Jer.25:11 en Jer.29:10. Daniël las dit in het jaar 539 v.Chr. en hij was toen
al ongeveer 67 jaar in ballingschap, eerst onder Babylonische heerschappij en nu onder de
heerschappij van het Perzische rijk. Daniël las over de profetie van 70 jaar, en hij wist dat het
niet lang meer zou duren voordat deze 70 jaar voorbij zouden zijn; daarom wendde hij zich
tot de Heer en gaf zichzelf volledig over aan gebed en smeekbeden met rouw en vasten. Hij
nam de belofte van de Heer niet als vanzelfsprekend aan, maar plaatste zichzelf in de grote
geestelijke en politieke bres van het volk Israël. Hij ging op deze bres staan en vroeg aan de
Heer om deze gapende kloof in de muur van Gods bescherming te dichten, en wij kunnen
zijn gebed voor het herstel van Jeruzalem in twee gedeelten opsplitsen.
1) Daniël deed zowel persoonlijk als plaatsvervangend collectieve schuldbelijdenis in 9:4-14.
2) Daniël smeekte God vurig om de bevrijding van Jeruzalem en het herstel van de tempel in
9:15-19.
Dit was het jaar 539 v.Chr. waarin Cyrus (Darius) tot koning over het rijk van de Babyloniërs
was gekroond (9:1), maar wat Daniël op dat moment nog niet wist was dat deze koning in
het volgende jaar 538 v.Chr. de Joden toestemming zou geven om weer terug te keren naar
Jeruzalem en de tempel weer op te bouwen (2Kron.36:22-23, Ezra 1:1-4). Het vurige gebed
van Daniël werd dus al een jaar later verhoord, maar het zou nog tot het jaar 515 v.Chr.
duren voordat de tempel helemaal klaar was (Ezra 6:15). Pas in het jaar 458 v.Chr. keerde
Ezra terug naar het land Israël en nog later in het jaar 445 v.Chr. keerde Nehemia terug naar
het land Israël om de stad Jeruzalem weer te herbouwen. Deze Nehemia had daarvoor net
als Daniël smekend tot God gebeden voor het herstel van Jeruzalem (Neh.1:4-11). Voorbede
op grond van de profetische beloften in Gods woord speelde dus een grote rol in het herstel
van zowel de tempel als de stad Jeruzalem. Maar voor het volledige geestelijke herstel van
het volk Israël was veel meer nodig dan alleen maar de heropbouw van de tempel en het
herstel van de stadsmuren. Daarom stuurde de Heer een engel naar Daniël toe om hem
inzicht te geven in het volledige geestelijke herstel van Israël.
Dan.9:20-23 Terwijl ik nog sprak en bad, mijn zonde en de zonde van mijn volk Israël beleed,
en mijn smeekbede omwille van de heilige berg van mijn God richtte tot de HEER, mijn God,
terwijl ik mijn gebed nog uitsprak, vloog de man Gabriël, die ik eerder in het visioen had
gezien, snel naar mij toe. Het was de tijd van het avondoffer. Hij begon mij uitleg te geven.
Hij zei: Daniël, ik ben nu gekomen om je een helder inzicht te geven. Er is een woord
uitgegaan toen je je smeekbede begon en ik ben gekomen om het over te brengen, want je
bent zeer geliefd. Luister naar het woord en sla acht op het visioen.
D: God bepaalde 70 weken voor de volledige redding van Israël.
Dan.9:24 Zeventig weken zijn vastgesteld voor je volk en je heilige stad, voordat aan de
overtredingen een einde komt en de zonden zijn afgesloten, voordat het wangedrag is
vergolden en eeuwige gerechtigheid is gebracht, voordat het profetisch visioen bezegeld is
en het allerheiligste gewijd.
De engel Gabriël profeteerde dat de God van Israël 70 weken had vastgesteld voor het
volledige geestelijke herstel van het volk Israël; dit herstel wordt omschreven als het einde
van overtreding, de vergelding van het wangedrag, het brengen van eeuwige gerechtigheid,
het bezegelen van profetie en visioen, en het wijden van het allerheiligste. In de soevereine
wijsheid van God werd vastgesteld dat het volk Israël 70 weken nodig zou hebben voor een
volledig geestelijk herstel, maar wat werd hier nu bedoeld met 70 weken? In het Hebreeuwse
denkpatroon bestonden er namelijk twee soorten weken; de meest gebruikelijke week was
een week van zeven dagen, maar er bestond ook een week van zeven jaar, en het zevende
jaar heette dan een sabbatsjaar (Lev.25:4). Gabriël sprak hier duidelijk niet over 70 weken
van zeven dagen maar over 70 jaarweken, wat in de praktijk dus neerkomt op 490 letterlijke
jaren; dat zijn commentatoren wel met elkaar eens. De profeet Jeremia profeteerde dat Israël
onderdrukt zou worden door de heidenen gedurende een periode van 70 jaar buiten het land
(9:2), maar de engel Gabriël profeteerde dat Israël ook onderdrukt zou worden gedurende
een periode van 70 jaarweken in het land.
Gabriël ontwikkelde in zijn profetische boodschap de belofte van Dan.7:27 over het komende
koninkrijk van God met een zesvoudige omschrijving, want hij was gekomen om aan Daniël
3
inzicht te geven (9:22). Voor het volledige herstel van Israël zouden zes zeer specifieke
geestelijke waarheden in vervulling moeten gaan, voordat het koningschap van Israël
(Hand.1:6) weer tot zijn recht zou kunnen komen. Deze zes geestelijke waarheden hebben
alle zes te maken met het duizendjarige vrederijk en de nieuwe aarde; deze zes glorieuze
dimensies van de transformatie van de aarde zijn het resultaat van de soevereine Goddelijke
strategie van 70 jaarweken en de gruwel van de Grote Verdrukking (9:27). De eerste drie
beloften hebben te maken met Gods ingrijpen in Israël door het verwijderen van zonde, en
de laatste drie beloften hebben te maken met het vestigen van Gods koningschap door de
bediening van de Heilige Geest wanneer Gods volk aanbidt in geest en waarheid (Joh.4:24).
Het belangrijkste punt van de Goddelijke strategie van 70 jaarweken is om af te rekenen met
het probleem van de zonde dat in de mensheid aanwezig is sinds de zondeval in de tuin van
Eden. Al deze zes beloften zijn gedeeltelijk vervuld dankzij het offer van Jezus aan het kruis
van Golgotha, maar zij kunnen pas volledig manifest worden op de aarde bij de tweede
komst van Jezus. God sprak tegen Daniël dat Hij een 490 jaar durende aanwezigheid van
het volk Israël in het land Israël nodig zou hebben om dit volk voor te bereiden op zijn
leidinggevende rol in de wereld in het ontvangen van deze zes zegeningen (Jes.2:2-5,
Mich.4:1-4).
E: Zes geestelijke beloften voor het volledige herstel van Israël.
Dan.9:24 Zeventig weken zijn vastgesteld voor je volk en je heilige stad, voordat aan de
overtredingen een einde komt en de zonden zijn afgesloten, voordat het wangedrag is
vergolden en eeuwige gerechtigheid is gebracht, voordat het profetisch visioen bezegeld is
en het allerheiligste gewijd.
1) Het beëindigen van de overtredingen - in deze belofte wordt gesproken over het einde van
Israël's eeuwenlange nationale rebellie tegen God en Zijn Zoon Jezus. In deze tekst heeft
het Hebreeuwse woord voor overtreding een bepaald lidwoord (de), waardoor verondersteld
wordt dat er verwezen wordt naar een specifieke overtreding. Uiteindelijk spreekt deze tekst
over de rebellie van Israël in de verwerping van Jezus als de Joodse Messias door de hele
geschiedenis heen, wat uiteindelijk resulteert in het aanvaarden van de antichrist als de
Joodse Messias (9:27a).
2) Het afsluiten van de zonden - in deze belofte wordt gesproken over het afsluiten van de
zonden in het meervoud, wat spreekt van individuele zonden in het dagelijkse leven.
3) Het vergelden van wangedrag - in deze belofte wordt in het Hebreeuws gesproken over
het brengen van verzoening voor ongerechtigheid, en dat is alleen mogelijk door het kruis
van Jezus Christus waar God in een weg voorzag om alle nationale en individuele schuld te
vergeven. God heeft door Christus de wereld met Zichzelf verzoend (2Kor.5:19, 1Joh.2:2),
waardoor de uiteindelijke reiniging van het land Israël mogelijk is (Zach.12:10-13:2).
4) Het brengen van eeuwige gerechtigheid - in deze belofte wordt gesproken over het
vestigen van een nieuwe wereldorde waarin Gods gerechtigheid de overhand zal hebben
over de mensen, de sociale structuren en over het hele land. Wat Jezus op het kruis heeft
volbracht, zal bij Zijn tweede komst volledig openbaar worden in alle dimensies van het leven
in de maatschappij (Rom.8:19-23). De Grote Opdracht zal volledig vervuld zijn wanneer de
aarde vol is met de gerechtigheid van God, dat is de rechtvaardige heerschappij van Jezus
(Jes.11:1-5, Jer.23:5-6, 33:14-17, 2Petr.3:13).
5) Het bezegelen van het profetische visioen - in deze belofte wordt gesproken over de
vervulling van alle profetische beloften die God gegeven heeft voor alle individuele mensen,
voor alle naties en voor de aarde als geheel. God zal alle thema's in visioenen en profetieën
van Zijn woord met betrekking tot de eerste en tweede komst van Jezus bezegelen, d.w.z.
tot vervulling brengen. Het bezegelen van een document spreekt van het sluiten van een
document met een zegel om het te bewaren, nadat het op een geldige manier ondertekend
is (Jer.32:9-10). Dit gebeurt zodat anderen in de toekomst er gebruik van kunnen maken,
want op deze manier wordt de inhoud authentiek bewaard (1Kon.21:8, Est.3:12, Dan.6:18);
m.a.w. een verzegeld document is gegarandeerd betrouwbaar. God zal met het zegel van
Zijn betrouwbaarheid alle profetische visioenen en profetische woorden verzegelen door ze
volledig tot vervulling te brengen.
4
6) Het wijden van het allerheiligste - deze belofte spreekt over de tegenwoordigheid van de
Heilige Geest die volledig op Jezus zal rusten, wanneer Hij Koning over de hele aarde is en
Zijn koningschap vanuit de tempel in Jeruzalem zal demonstreren. Het wijden van iemand
spreekt over de zalving met de Heilige Geest ten behoeve van het dienen van God, en Jezus
is de gezalfde Koning van God (Ps.2:6). Jezus zal bij Zijn tweede komst gezalfd worden voor
een wereldwijde bediening (Jes.61:1), en dit verwijst ook naar Gods zalving die openbaar zal
worden in het heilige der heilige in de tempel van het millennium (Ezech.40-48). En Gods
tegenwoordigheid zal ook eeuwig manifest zijn in het eeuwige heiligdom van het Nieuwe
Jeruzalem (Openb.21:3-7).
F: De gebeurtenissen tijdens de eerste 69 jaarweken.
Dan.9:25 Je moet weten en begrijpen: Vanaf het ogenblik waarop het woord is uitgegaan dat
Jeruzalem hersteld en weer opgebouwd zal worden tot het tijdstip waarop een gezalfde vorst
verschijnt, zullen zeven weken verstrijken; en het herstel en de wederopbouw van de stad,
met pleinen en wallen en al, zal tweeënzestig weken duren; het zal een tijd van verdrukking
zijn.
De NBV-vertaling van 2004 en de NBG-vertaling van 1951 hebben de Hebreeuwse volgorde
van de woorden in deze tekst gewijzigd waardoor de werkelijke betekenis van de tekst aan
duidelijkheid verliest; de Statenvertaling heeft echter de volgorde letterlijk overgenomen en is
daardoor een betere vertaling die het profetische karakter van deze tekst goed vasthoudt.
Bovendien spreekt de Statenvertaling specifiek over de Messias als vorst - wat een zeer
duidelijke verwijzing is naar de eerste komst van Jezus - terwijl de beide andere vertalingen
algemener vertalen met een gezalfde vorst; ook hierin heeft de Statenvertaling de waarheid
beter weergegeven, wat blijken zal uit de verklaring van deze tekst.
Dan.9:25 (SV) Weet dan, en versta: van den uitgang des woords, om te doen wederkeren,
en om Jeruzalem te bouwen, tot op Messias, den Vorst, zijn zeven weken, en twee en zestig
weken; de straten, en de grachten zullen wederom gebouwd worden, doch in benauwdheid
der tijden.
In het jaar 538 v.Chr. kreeg het Joodse volk toestemming van de Perzische koning Cyrus om
de tempel te Jeruzalem weer te herbouwen (Ezra 1:1-4), maar dit was nog geen permissie
om de hele stad Jeruzalem weer op te bouwen. Pas in het jaar 458 v.Chr. kreeg Ezra in het
zevende regeringsjaar van koning Artaxerxes wel toestemming om de stad Jeruzalem weer
op te bouwen (Ezra7:1+7b), hoewel aan het begin van diens koningschap het nog verboden
was geweest om de stad Jeruzalem op te bouwen (Ezra 4:6-23, NB.vers 12+21). Ezra kreeg
een brief van deze koning mee met volledige toestemming (Ezra 7:11-26), maar slaagde er
niet in om de stad Jeruzalem werkelijk op te bouwen. Nehemia kreeg in 445 v.Chr. ook de
toestemming om Jeruzalem op te bouwen, en hij slaagde er wel in om de stadsmuur te
herstellen en de stad weer bewoonbaar te maken. Maar waar het om gaat is dat het woord
om Jeruzalem te herbouwen voor het eerst gegeven werd in het jaar 458 v.Chr.
Er wordt in de tekst gesproken over 69 jaarweken, maar deze zijn opgedeeld in 7 jaarweken
en daarna 62 jaarweken; wat de engel Gabriël voorspelde was dat het 69 jaarweken zou
duren voordat de Messias zou komen, dat is 483 jaar. Het zou 7 jaarweken (49 jaar) duren
voordat de stad Jeruzalem hersteld zou zijn, dat is van 458-409 v.Chr.; daarna zou het nog
62 jaarweken (434 jaar) duren voordat de Messias zou komen, en dan komen we uit in het
jaar 25 à 26 na Chr. Dat is ongeveer het jaar dat Jezus met Zijn 3,5 jaar durende openbare
bediening begon, want in de maand april van het jaar 30 na Chr. werd onze Heer gekruisigd.
En inderdaad werden deze 62 jaarweken gekenmerkt door verdrukking, zoals we kunnen
lezen in Dan.11-12 en wat bekend is uit de geschiedenis van het Medo-Perzische rijk en
daarna het Griekse rijk van Alexander de Grote. De engel Gabriël voorspelde nauwkeurig de
ontwikkelingen van de stad Jeruzalem in de 69 jaarweken vanaf de koninklijke toestemming
om de stad weer op te bouwen. Bovendien profeteerde Gabriël ook over de komst van de
Messias; de 69 jaarweken begonnen in 458 v.Chr. en eindigden in het jaar 25 na Chr. En wat
voorspelde de engel Gabriël wat er daarna zou gebeuren? Hij profeteerde van het lijden en
sterven van de Messias en daarna de verwoesting van Jeruzalem.
5
G: De gebeurtenissen na afloop van de 69 jaarweken.
Dan.9:26 Na de tweeënzestig weken zal een gezalfde worden vermoord, zonder dat iemand
het voor hem opneemt. Het volk van een toekomstige vorst zal verderf brengen over de stad
en het heiligdom. Hij zal zijn einde vinden in een overstroming. Tot aan het einde van de
strijd zullen er verwoestingen zijn, zoals is vastgesteld.
Dan.9:26 (SV) En na die twee en zestig weken zal de Messias uitgeroeid worden, maar
het zal niet voor Hem zelven zijn; en een volk des vorsten, hetwelk komen zal, zal de stad
en het heiligdom verderven, en zijn einde zal zijn met een overstromenden vloed, en tot het
einde toe zal er krijg zijn, en vastelijk besloten verwoestingen.
De 70 jaarweken worden door de engel Gabriël verdeeld in drie delen.
1) Het eerste deel van 7 jaarweken (49 jaar) loopt vanaf de toestemming in het jaar 458
v.Chr. om de stad Jeruzalem te herbouwen tot aan het jaar 409 v.Chr.
2) Het tweede deel van 62 jaarweken (434 jaar) loopt vanaf het jaar 409 v.Chr. tot aan de
komst van de Messias in het jaar 25 na Chr; dat is het jaar waarin Jezus Zijn gezalfde
bediening begon.
3) Het derde deel van de 70e jaarweek (7 jaar) is de laatste jaarweek vóór de tweede komst
van Jezus, dat is de jaarweek van de antichrist.
Nadat Jezus na de 69 jaarweken op het kruis van Golgotha vermoord werd, omdat het volk
Israël Hem voor het grootste deel afwees, stopte de profetische klok van God en werd de
stad Jeruzalem in het jaar 70 na Chr. verwoest en werd het volk Israël in de decennia daarna
grotendeels uit het land verdreven en over de wereld verspreid. Vers 26 spreekt over een
vorst die komen zal om verderf te brengen over de stad en het heiligdom, en tot aan het
einde van de strijd zullen er verwoestingen zijn zoals is vastgesteld. Dit alles is letterlijk in
vervulling gegaan door de verwoesting van Jeruzalem en de eeuwenlange vervolging van de
Joden over de hele wereld. Maar in het jaar 1948 werd de staat Israël gesticht, en in het jaar
1967 kregen de Joden weer volledig gezag over de stad Jeruzalem, maar de profetische klok
van God zal pas verdergaan in de laatste jaarweek van de antichrist. Dit is een profetisch
mysterie dat wij moeten leren begrijpen, omdat menselijke logica hier tekortschiet in het
begrijpen van deze profetische woorden. Er zit namelijk een profetische kloof van ongeveer
2000 jaar tussen de dood van Jezus aan het kruis en de komst van de antichrist.
H: De gebeurtenissen in de 70e jaarweek.
Dan.9:27 Hij zal een sterk bondgenootschap sluiten met velen, één week lang. De helft van
de week zal hij offers noch gaven laten brengen, en boven op het altaar zal een verwoesting
brengende gruwel te zien zijn, totdat het aangekondigde einde van die verwoestende kracht
komt.
Wanneer wij met ons logisch ingestelde denkpatroon Dan.9:26-27 lezen, lijkt er sprake te zijn
van een en dezelfde vijand van Israël die de stad Jeruzalem verwoest; de vorst van een volk
uit vers 26 - dat zijn de Romeinen - lijkt dezelfde zijn als degene die in vers 27 een verbond
sluit met het Joodse volk, en dat is de antichrist. Maar tussen vers 26 en vers 27 ligt een
profetische kloof van ongeveer 2000 jaar, want vers 26 spreekt over de verwoesting van
Jeruzalem in 70 na Chr. en alle ellende daarna, maar vers 27 spreekt over het valse verbond
van de antichrist met Israël. Dit alles gebeurt in het derde visioen dat Daniël ontvangen heeft,
en elk van de drie visioenen uit hoofdstuk 7,8 en 9 geven bepaalde details over de antichrist.
Zo zal ook het vierde en laatste visioen informatie geven over de komst van de antichrist, en
alleen de optelsom van deze vier visioenen geeft een redelijk beeld van de eindtijd. Maar al
deze informatie is incompleet zonder de informatie uit het boek Openbaring dat de laatste en
meest volledige onthulling over de eindtijd is.
Dan.9:27 spreekt over de zogenaamde 70e week van Daniël, dat is de 70e jaarweek in het
derde visioen; aan het begin van deze week zal de antichrist een verbond sluiten met de
meerderheid van het Joodse volk en met zeer veel heidense naties. Maar in het midden van
deze jaarweek - dat is dus na 3,5 jaar - zal de antichrist plotseling zijn ware gezicht laten zien
en een einde maken aan de religieuze offerdiensten in de tempel van Jeruzalem, zoals ook
al geprofeteerd werd in Dan.7:25 en 8:11-12. In de tweede helft van deze jaarweek zal de
antichrist een gruwelijk beeld voor zichzelf laten oprichten in de tempel zoals dat uitvoerig
6
beschreven wordt in Openb.13. Er wordt in de Bijbel 6 keer letterlijk naar deze gruwelijke
verwoesting verwezen, namelijk in Dan.8:13, 9:27, 11:31, 12:11, Matt.24:15, Marc.13:14, en
de antichrist zal 3,5 jaar - dat is de tweede helft van de 70e jaarweek - de tijd krijgen om de
gruwelijke verwoesting te handhaven; maar dan komt het aangekondigde einde.
Dan.9:27b …… totdat het aangekondigde einde van die verwoestende kracht komt.
Dit einde is soeverein door God vastgesteld en werd zowel in het eerste visioen (7:26) als in
het tweede visioen (8:25b) als in het derde visioen (9:27b) aangekondigd, zodat er bij ons
geen enkele twijfel over de goede afloop hoeft te bestaan. Tot zover het derde visioen.
Dan.9:25 Je moet weten en begrijpen……
V.v.d.B. 
7
Download