CDA Nieuwsbrief Graafstroom, editie voorjaar 2005 1 Redactioneel

advertisement
CDA Nieuwsbrief Graafstroom, editie voorjaar 2005
1
2
Redactioneel
Interview met nieuwe voorzitter
Jonette Korevaar
Johan Karelse3
Korevaar
Iederwijs verbetert het onderwijs?
Jonette
Dirk Heijkoop
aar Jonette Korevaar
Jan de Vries
Dirk Heijkoop
Hans Klein
Jan de Vries
Corien Wortmann-Kool
1 Redactioneel
door Jonette Korevaar-den Besten
Een lokale nieuwsbrief met als onderwerp de Europese Grondwet en het referendum. -Want, "De
EU-grondwet is niet vaag en ongrijpbaar”, aldus Jan Peter Balkenende. Nu had ik aangeboden om
wat over die grondwet te schrijven. Ik heb heel wat (internet)bronnen geraadpleegd en er is een
veel te lang artikel ontstaan, wat ik grotendeels niet eens zelf heb opgesteld. Het ergste is… ik zou
nog niet weten of ik nu voor of tegen moet stemmen in het referendum.
Naar mijn idee is zo’n grondwet een zaak waar niet iedere burger iets over hoeft te zeggen en nu wordt
dat door onze eigen regering toch van ons gevraagd. Jan de Vries legt ons uit waarom, Corien
Wortmann roept ons op.
Het woord is aan u op 1 juni.
Nee, dan de uitspraak van Jan de Vries over Iederwijs scholen: “Deze scholen zijn veredelde speeltuinen”.
U heeft er vast wel iets van meegekregen, want via allerlei media werd er aandacht aan besteed. We
wisten natuurlijk niet dat hij dat ging zeggen, maar naar aanleiding van deze uitspraak zou ik zo een
artikel kunnen schrijven. Dat heb ik dus ook maar gedaan.
In deze nieuwsbrief krijgt u natuurlijk naast nieuws uit Europa en Den Haag ook weer de actuele zaken uit
Zuid-Holland en Graafstroom. Kortom een nieuwsbrief met info uit alle overheden. Veel leesplezier
en wijsheid bij het uitbrengen van uw stem toegewenst.
Namens de redactie,
Jonette Korevaar
2
Interview met nieuwe voorzitter,
nuchter en zonder franje
Door Johan Karelse, redacteur Nieuwsbrief
Tijdens de jaarvergadering van 10 maart j.l. van onze afdeling heeft in figuurlijke zin Ad van Rees de voorzittershamer
overgedragen aan Frans van den Berg.
In statutair opzicht speelde Ad al een jaar in ’extra-tijd’, terwijl in dezelfde metafoor gesproken Frans aan de zijlijn kon
toezien hoe het spel wordt gespeeld. De redactie van de Nieuwsbrief heeft inmiddels de gewoonte aangewend om
middels een interview de nieuwe voorzitter wat beter te leren kennen. Zo presenteerde zich al eerder Ad de Vries
en Ad van Rees en nu doet het mij genoegen om met Frans de waarden in normatieve zin, maar ook in de
betekenis van het waterhuishouding, door te nemen.
Geboren, getogen en opgegroeid in de Alblasserwaard. Om meer precies te zijn in Bleskensgraaf waar Frans Alewijn
werd ingeschreven op 25 juli in 1952 in de burgerlijke stand. Als eerste telg werd hij vernoemd naar grootvader van
vaders zijde.
Zijn grootvader was enig kind en kreeg twee zonen. Daar staat tegenover een forse aanwas in de familie bij de generatie
van Frans. Hij komt uit een gezin met 5 kinderen, die allen zijn neergestreken in de contreien van Bleskensgraaf.
Frans zegt dat met enige schuchterheid, als zou die ontboezeming staan voor iets als wereldvreemd. Hij herneemt het
gesprek met de opmerking dat sinds januari zijn kantoor te vinden is in Lienden en dat is per mobiel toch wel drie
kwartier gaans, zowaar de wereld werd weidser.
Op de vraag of hij als oudste zoon niet geroepen werd tot het boerenbedrijf is Frans heel kordaat. Het was al vrij snel
duidelijk dat zijn jongste broer Ad het bedrijf van vader zou gaan voortzetten. Hijzelf heeft geen speciale band met
de veestapel. Het vee bindt je alle dagen en jaloers kan hij zich voelen op burgers die vrij-uit kunnen genieten van
een lang weekend. Nee, een koe is een koe.
Terugkijkend op zijn schooltijd valt op dat er geen Einstein verloren is gegaan. Na een jaartje Mulo in Alblasserdam bleek
het rijtje voldoendes in evenwicht met het aantal onvoldoendes. Reden genoeg om wat meer met de handen te
gaan doen. En dat leverde hem ‘n boterbriefje om op de MTS te komen. Na een jaartje bouwkunde landde hij
eindelijk op zijn plaats bij de afdeling Weg- en waterbouwkunde. Hij liep een stage op een hopperzuiger (noot:
drijvende installatie voor het op diepte brengen van een vaarweg) van het Adriaan Volker baggerbedrijf en vond het
werk na een week al niet zo leuk meer. Daar zou zijn toekomst niet liggen.
Na voltooiing van zijn studie tekende hij een arbeids-overeenkomst bij Rijkswaterstaat, de dienst ‘beneden rivieren’ en
werd geplaatst als coördinator bij de uitvoering van het industriegebied ‘Moerdijk’.
Daarna werd de koningin werkgever. De keuring voor de officiersopleiding viel letterlijk door een hoosbui in duigen. In
plaats van een plekje bij de Genie werd het nu marechaussee, 1ste klasse. Als verkeersleider van militaire
transporten doorkruiste hij Duitsland, België en Nederland en dat is nog wat anders dan de Moerdijkvlakte.
In 1977 maakte Frans de overstap naar het Hoogheemraadschap Groot Alblasserwaard, welke organisatie vier
waterschappen omvatte alsmede de hoofdwaterkering rondom de waarden.
Met de fusie van de ‘vier’ ontstond in 1980 het Hoogheemraad-schap Alblasserwaard en Vijfheerenlanden. Per 1 januari
2005 opgegaan in het Waterschap Rivierenland en
dat brengt ons weer tot de nieuwe werkplek in Lienden.
Het stak hem toch dat de weg om het HTS-diploma via een aansluitende dagopleiding te behalen niet is gevolgd. Om
toch bij te blijven heeft hij over een periode van tien jaar avondstudies gevolgd bij het PBNA in Arnhem.
Hij begon zijn loopbaan bij het hoogheemraadschap als opzichter-tekenaar met als taakgebied: de uitvoering van de
dijkverzwaring in het kader van de Deltawet
en klom op de functie ladder tot hoofd sectie ‘Dijken’.
Bij het nieuwe waterschap liggen de benamingen op onderdelen binnen de organisatie wat anders. Nu valt hij onder de
directie Veiligheid en daaronder de onderdelen planning, inundatie en waterkeringen. Nu belanden we op het
heikele terrein van het berekenen van kansen op extreme situaties. Berekeningen, die het gevoel van veiligheid
danig ondergraven.
Veel tijd en geld wordt besteed aan het opstellen van dynamische modellen waarbij de slechtweer scenario’s worden
ingevoerd. Dijken die gemeten naar de traditionele berekeningsgrondslagen niet of nauwelijks stabiel zijn te
noemen vallen nu met drie-dimensionale elastische modellen nog juist binnen de geaccepteerde waarden. Daar
staat tegen-over de doorslaande reacties op risicovolle dijkvakken.
We moeten niet overdrijven en nuchter blijven. wanneer de kades en keerdijken in onze waard het opgeven. Uiteindelijk
liggen grote delen van ons gebied maar 1,5 meter onder NAP. De wereld vergaat niet direct wanneer je de effecten
van zeespiegelrijzing en gronddaling nog kan uitdrukken in enkele millimeters per jaar.
Dan wordt Frans filosofisch, wanneer het veiligheidsbeleid aan de orde wordt gesteld. Het is een beleid dat gebaseerd is
op incidenten. Als voorbeeld noemt hij het afschuiven van een veendijk. De opschudding en het verdampen van
deze hype is symptomatisch. Het is wijs om goed nota te nemen van dit verschijnsel, maar het mag niet leiden tot
een overreactie, waardoor het beleid geen richting heeft. En dan komt het gesprek terug op de aanleiding van dit
interview: het voorzitterschap van de afdeling Graafstroom van het CDA. We kennen op de CDA bijeenkomsten de
nuchtere bijdrage in de rondvraag van zijn vader, steevast de koe bij de horens vattend.
Zo zien we Frans ook acteren. Hij haast zich te vertellen dat zijn vader een echte ARP-er was maar nimmer zijn kinderen
in een politieke richting heeft gestuurd. Het was buurman Arie Korevaar die hem overhaalde om zich aan te melden
bij de ARP.
Een bestuursperiode van 4 jaar heeft hij voor de afdeling Bleskensgraaf het secretariaat gevoerd en nu, 20 jaar later,
onder het CDA gesternte neemt Frans de voorzittershamer ter hand. Kijkend naar de vereniging ziet hij een goed
ingespeeld bestuur van de afdeling waar ieder naar vermogen zijn aandeel levert.
Met een groot woord noemen we dat politiek handwerk, bouwen aan een leefbare en duurzame samenleving. Zonder veel
opsmuk en nuchter zoals hij zich laat kennen, zegt hij: ”het gaat mij ten diepste om een plezierige leef- en
woonomgeving en een gemeenschap waar de ongerechtigheid geen plaats krijgt.
Wij moeten het individualiseren van de maatschappij een halt toeroepen.
Ieder dient zijn steentje bij te dragen aan het bouwwerk dat we met een groot woord samenleving noemen. Binnen allerlei
verbanden kan dat plaats vinden, de kerk, de politiek, de sport, etc etc”
Korter kan het haast niet gezegd worden.
3
Iederwijs verbetert het onderwijs?
Door Jonette Korevaar-den Besten, redactie Nieuwsbrief
Iederwijs: Een particuliere basisschool zonder klassen, les-programma en rapporten.
De scholen schieten als paddestoelen uit de grond.
In 2002 is de eerste school in Schoonhoven van start gegaan. Momenteel zijn er 20 Iederwijsscholen en zijn er op 25
plaatsen initiatieven om te gaan starten.
Ik weet niet precies hoe het er in die scholen aan toegaat, dus ik weet ook niet of ze verboden zouden moeten worden.
Het feit dat ouders € 200,- per maand over hebben om het reguliere onderwijs te ontlopen, geeft toch ook wel te
denken.
Naar mijn idee is het Iederwijsconcept wel een reactie op de gebreken van de reguliere scholen, waar vaak in een
schoolse omgeving leren leuk gemaakt wordt. Volgens mij moet je kinderen motiveren, de betekenis van het
geleerde duidelijk aangeven en als het nodig is, gewoon oefenen. Als een Iederwijsleerling behoefte heeft aan een
rekenvaardigheid, dan worden sommen in heel efficiënte rijtjes aangeboden. Alle plaatjes en puzzeltjes die de
methodes in het reguliere onderwijs rijk zijn, leiden alleen maar af van het rekenwerk.
Het Iederwijsconcept is ook een reactie op de tekortkomingen van opvoeders. Op de Iederwijsscholen gaan kinderen
bood-schappen doen, in de tuin werken, voetballen, kortom alles wat een kind thuis ook zou kunnen doen. Ouders
moeten de tijd nemen om zinvolle en gangbare dingen met hun kinderen te doen.
Als kinderen nog niet naar school gaan houdt het consultatie-bureau de ontwikkeling van het kind in de gaten, als ze naar
een reguliere school gaan brengt de school de ontwikkeling in kaart. Op een Iederwijsschool schijnt dat niet gericht
te gebeuren. Er wordt niet getoetst. Het is dus niet bekend of het onderwijs effectief is.
Een ander punt is de discipline, op een Iederwijsschool mogen kinderen zelf weten wat ze doen, kinderen zouden zelf het
beste weten wat goed voor ze is en waar ze aan toe zijn. Zelfs eten mogen kinderen doen als ze zin hebben. Dit
lijkt mij echt fout. Kinderen mogen tegenwoordig al veel te veel zelf beslissen. Regelmaat en orde zijn ook zaken
die kinderen moeten leren en waar ze aantoonbaar baat bij hebben.
Iederwijs is te extreem. Het zou wel mooi zijn als het onderwijs op de reguliere scholen en de opvoeding beter worden
door deze discussie. Ik hoop dat scholen bepaalde zaken weer laat oefenen op een efficiënte ouderwetse manier,
een kind mag best beseffen dat het geen spelletje aan het doen is, maar serieus aan het leren. Er blijft dan tijd over
die dan weer besteed kan worden aan leren in de werkelijkheid, dus planten niet van een plaatje leren, maar
gewoon opzoeken in de omgeving, ongemerkt leer je dan veel meer van die plant: waar hij staat, hoe veel er staan,
welke planten ook op die plaats staan, hoe de plant ruikt enz.
Naar mijn idee zou het onderwijs wel meer aandacht moeten hebben voor de ontwikkeling van het kind, om hun
activiteiten daar op af te stemmen, maar de taak van de leerkracht is ook heel duidelijk om te zorgen dat de
kinderen een compleet basispakket aan kennis en vaardigheden aangeboden krijgen. De kunst is om dat in
evenwicht te houden.
4
Communicatie
door Dirk Heijkoop, CDA lid gemeenteraad
Zeggen wat je doet en …. doen wat je zegt!
“Het CDA vindt de communicatie tussen bestuur en inwoners een noodzaak voor een betrokken samenleving.”
Dit was één van onze uitgangspunten bij de gemeenteraads-verkiezingen in 2002 en is nog steeds een onderwerp
waarmee nog veel meer te bereiken is. “Samenleven doe je met elkaar” is ook zo’n veelzeggende boodschap, in
gesprek zijn met elkaar is dus van groot belang voor het in stand houden en verbeteren van onze samenleving. Praten
over de bekende koetjes, kalfjes en het weer is over het algemeen niet zo moeilijk, je kunt dan vrij gemakkelijk de
lastige onderwerpen omzeilen. Als die toch op tafel dreigen te komen kunnen we altijd nog zeggen dat we het druk
hebben en het er ‘graag’ later nog wel eens over willen hebben.
Anders is het als er besluiten worden genomen die mensen raakt in hun portemonnee, woonomgeving of op andere
wijze. Dan is het van groot belang dat daarover gecommuniceerd wordt vanuit het college en dat raadsleden die
daarover worden aangesproken bereid zijn uit te leggen waarom ze tot een besluit zijn gekomen. Dan moet je zeggen
waarom je dat doet, maar ook doen wat je hebt gezegd en niet te gemakkelijk weglopen voor je verantwoordelijkheid.
Het ontwikkelen van beleid kan dus niet zonder dat daarover eerst gesproken wordt met de inwoners van Graafstroom.
Dat is één van de belangrijkste rollen die politiek actieve personen in het algemeen en raadsleden in het bijzonder
behoren te vervullen.
Zonder dialoog met burgers die het aangaat kan een functie van volksvertegenwoordiger niet ingevuld worden. Na het
zoeken van de dialoog zal er uiteindelijk ook een keer een besluit genomen moeten worden. Dit is een andere
verantwoordelijk-heid van raadsleden die, na afweging in de fractie, dit standpunt in de raad zullen voorleggen en
proberen andere fracties daarvan te overtuigen. Geen afspraken vooraf, maar het debat in de openbaarheid is de
plaats waar je kunt laten horen waar je voor staat. Met een besluit genomen door een meerderheid van de raad zal
dan het college aan de slag moeten.
Het college heeft ook weer de taak om te zeggen wat ze doet richting de raadsleden, de actieve informatieplicht.
Telkens dus weer van belang om de raad op de hoogte te houden van wat er speelt en, waar noodzakelijk, richting
(kaders) te vragen aan de raad.
Tevens doet het college met regelmaat toezeggingen aan de raad om bepaalde zaken op te pakken of uit te voeren.
Dan is het dus van belang dat een college ook doet wat ze (toe)zegt.
De ambtelijke organisatie en het college dragen zorg voor de uitvoering van beleid en besluiten van de raad. Soms lijkt
het wel eens alsof al die partijen tegengestelde belangen hebben, terwijl zij toch allemaal bezig zijn in het belang van
dezelfde gemeenschap. Al te vaak heeft dat toch helaas te maken met een gebrekkige communicatie. Het college
moet aanwezig en beschikbaar zijn om besluiten uit te leggen en toe te lichten binnen de eigen organisatie. Een
ambtenaar is geen robot die orders uitvoert, maar wil ook graag gemotiveerd zijn werk doen en begrijpen waarom
bepaalde keuzes gemaakt worden. Als het college niet uitlegt wat zij doet of wil kan er een soort tweestrijd ontstaan
tussen raad en ambtelijke organisatie waar het college tussen klem komt te zitten. Uiteindelijk is de burger daar de
dupe van.
De burger daar gaat het uiteindelijk allemaal om. Alles wat hierboven genoemd is moet er toe leiden dat onze
gemeente een betrouwbaar bestuur heeft en doet wat het zegt. Helaas horen we met enige regelmaat dat de burger
niet helemaal, of erger, helemaal niet begrijpt waar die gemeente nu eigenlijk mee bezig is.
Zeggen wat je doet dus! Het lijkt allemaal zo simpel en misschien is dat ook wel zo. Onze burgers weten en begrijpen
veel meer dan wij als “volksvertegenwoordigers” vaak denken. De inwoners van ons dorp spreken ook met elkaar en
willen van het bestuur van hun dorp over het algemeen gewoon duidelijkheid en daadkracht.
Dus: Zeggen wat we doen en doen wat we zeggen!
5
"De EU-grondwet is niet vaag en ongrijpbaar”
(uitspraak J.P. Balkenende)
Door Jonette Korevaar-den Besten
Dat is de vraag die u op 1 juni kunt beantwoorden in het referendum dat de regering uitschrijft. Weet u wat u moet
kiezen? Uit onderzoek blijkt dat 68% van de bevolking zich onvoldoende geïnformeerd voelt over de Europese
grondwet. Ook CDA-Graafstroom probeert haar steentje bij te dragen om duidelijkheid te verschaffen.
Waarom een EU grondwet?
Door de bestaande, vele malen gewijzigde, EU-verdragen geheel te vervangen door een enkele Grondwet, hopen de
lidstaten dat de EU voor de burgers meer gaat leven en toegankelijker wordt. Vanwege de uitbreiding van de EU met
tien nieuwe landen, en een publieke opinie die ontevreden is over het democratisch gehalte van de EU, moet de
Grondwet de EU ook slagvaardiger en democratischer maken.
De Europese Grondwet kan formeel eigenlijk geen grondwet genoemd worden. Het wordt een verdrag tussen de
lidstaten van de EU, maar met een dusdanig karakter dat eigenlijk weer wel van een grondwet gesproken kan worden.
Sommigen noemen het een grondwettelijk verdrag; de volledige naam is Verdrag tot vaststelling van een Grondwet
voor Europa. De nationale grondwet wordt dus niet vervangen, maar zal wel naast de Europese grondwet staan.
Tegenstanders vinden dat de grondwet geen vernieuwing aanbrengt in het democratische proces, maar dat al
bestaande processen in een nieuw jasje worden gestoken en er geen positieve veranderingen plaats zullen vinden via
deze grondwet.
Sommige critici zijn bang dat de voorgestelde Grondwet neoliberale economische voorschriften kan opleggen aan
lidstaten, waardoor het Europese sociale model wordt aangetast. De principes van "vrij kapitaalverkeer" (zowel binnen
de EU als met andere landen) en "vrije en onverstoorde concurrentie" worden in de voorgestelde Grondwet
verscheidene keren genoemd. Het vastleggen van economisch beleid is binnen bestaande nationale grondwetten tot
dusver niet voorgekomen. Het is gebruikelijker dat gekozen overheden economisch beleid bepalen.
Waarden
De Grondwet gaat uitvoerig in op de waarden van Europa, en dat is heel ongewoon voor een grondwet. Normaal wordt
terughoudend omgegaan met het opnoemen van waarden, omdat de suggestie uitgaat dat ze een verplicht geloof
vormen. De inleidende tekst sprekt van "universele waarden van de onschendbare en onvervreemdbare rechten van
de mens en van vrijheid, democratie, gelijkheid en de rechtsstaat". Artikel I-2 is specifiek bedoeld om de Waarden van
de Unie te benoemen, maar de lijst is niet precies hetzelfde: "eerbied voor de menselijke waardigheid, vrijheid,
democratie, gelijkheid, de rechtsstaat en eerbiediging van de mensenrechten, waaronder de rechten van personen die
tot minderheden behoren." De Grondwet maakt niet duidelijk of de waarden gelden, of verplicht zijn, voor de individuele
burgers binnen de Unie. Een regeling voor gewetensbezwaren ontbreekt, en het is onduidelijk wat er gebeurt met
iemand die roept "dat zijn mijn waarden niet".
De positie van God
Het feit dat de grondwet geen verwijzing naar God heeft, is voor veel gelovigen een moeilijk te bevatten punt. Bij de
Europese Conventie was dit één van de speerpunten van de vergaderingen. Sommige landen, zoals het katholieke
Polen, wilden graag God in de wet opnemen, maar andere landen, zoals Frankrijk, waren hier ronduit op tegen.
De positie van de EU ten opzichte van de landen
De Grondwet zegt in artikel I-6 het volgende:
"De Grondwet en het recht dat de instellingen van de Unie bij de uitoefening van de haar toe gedeelde bevoegdheden
vaststellen, hebben voorrang boven het recht van de lidstaten."
Hiermee wordt de grondwet en de EU dus belangrijker boven het recht van de lidstaten.
De landen geven hiermee hun soevereiniteit op ten gunste van de EU.
Intellectueel eigendom
Een minder belangrijk punt is artikel II-77.2 dat stelt dat Intellectuele (sic) eigendom is beschermd. Intellectueel
eigendom is een verzamelterm voor onder andere auteurs-rechten, patenten, trademarks. Er zijn met name veel
tegen-standers van het toepassen van het patentsysteem op software, voornamelijk omdat software al voldoende
wordt beschermd door het auteursrecht, en patenten op software komt erop neer dat ook puur wiskundige ideeën
kunnen worden gepatenteerd. Een aantal mensen (voornamelijk voorstanders van vrije software zoals Richard
Stallman) vindt zelfs de term "intellectueel eigendom" op zich verwerpelijk, omdat het naar hun mening totaal los van
elkaar staande zaken bij elkaar zet, en zo voor verwarring zorgt.
Toetreding nieuwe landen
Een ander punt is dat in de grondwet wordt opgenomen dat elk land, mits het in Europa ligt, lid kan worden van de EU.
Critici vrezen dat landen zoals Oekraïne, Rusland en de staten in de Kaukasus nu lid kunnen worden van de EU. Dit
zou kunnen leiden tot een 'kopgroep' van de rijke, westelijke EU landen, gevolgd door een 'tweederangs' groep van
nieuwe lidstaten. Deze splitsing wordt dan weer gezien als een ondermijning van de eenheid.
Lengte en complexiteit
Tegenstanders van de grondwet wijzen erop dat de grondwet bijzonder lang is (324 pagina's en meer dan 60000
woorden in de Engelstalige versie). Ter vergelijking: de grondwet van de Verenigde Staten heeft 4600 woorden.
Een veelgehoorde reactie hierop is dat het document veel korter
en eenvoudiger is dan de bestaande verdragen die de regels van de unie vastleggen. Ook wordt gezegd dat het
logisch is dat het langer is, omdat de unie geen staat is: er dient dus precies te worden aangegeven waar de unie
rechten over heeft en waarover niet.
Gebrek aan democratie
Er wordt gezegd dat het voorgestelde verdrag veel macht geeft aan de Europese commissie, terwijl deze niet
rechtstreeks verkozen is.
Het Europees Parlement, dat wel rechtstreeks verkozen wordt, kan nog altijd geen nieuwe wetten voorstellen.
Sommige artikelen lijken op het eerste gezicht heel democratisch, maar zijn het, zo wordt gezegd, niet echt. De
commissie is bijvoorbeeld verplicht om een petitie te overwegen als 1 miljoen burgers deze ondertekenen. Het is dus
ook heel goed mogelijk deze te negeren.
Verdedigers van de grondwet wijzen erop dat het Europees parlement de macht heeft om de commissie te dwingen
met een voorstel naar het parlement te komen, en dat het parlement dat vervolgens naar believen kan amenderen. Dat
zou genoeg zijn om het democratisch tekort op te lossen. Er is ook gezegd dat het voor de commissie wel erg lastig
zou zijn om een petitie te negeren als er meer dan een miljoen handtekeningen onder staan.
Militarisme
Het voorgestelde verdrag stelt in artikel I-41-3: "De lidstaten verbinden zich ertoe hun militaire vermogens geleidelijk te
verbeteren". Dit wordt uitgelegd als het onmogelijk maken van het gedeeltelijk ontwapenen van één van de staten, en
het verplichten van het vergroten van de militaire mogelijkheden. Hierbij wordt geen rekening gehouden met de wens
van het volk of de geopolitieke situatie. Ook zou het kunnen bijdragen aan een wapenwedloop.
Anderen wijzen erop dat de grondwet als een hoofddoel van de unie het bevorderen van de vrede stelt.
Omstreden economisch beleid
Critici hebben hun zorgen uitgesproken over de mogelijkheid dat de Europese Unie landen een neoliberale koers zal
opleggen, wat een bedreiging kan vormen voor het Europese sociale model. De principes van "vrije beweging van
kapitaal" en "vrije concurrentie" (zowel binnen de EU als met de rest van de wereld) worden verschillende malen
genoemd.
Critici zeggen dat dit eenvoudig te interpreteren is als dat ze alle gebieden, van gezondheidszorg tot onderwijs,
beslaan.
De Europese Centrale Bank blijft onafhankelijk van welk democratisch instituut dan ook. Haar enige doel is het
bestrijden van inflatie. Andere banken, zoals de Amerikaanse Federal Reserve, hebben ook als doel om werkloosheid
tegen te gaan.
De Europese grondwet legt de economievorm van de Unie vast. Er zijn geen nationale grondwetten waarin dit
gebeurd. Critici vinden dat het economisch beleid de taak is van een democratisch gekozen regering, en dat dit niet in
de grondwet hoort. Voorheen was de economievorm alleen vastgelegd in communistische landen.
Sociaal beleid voor het platteland
In artikel III-227 stelt de grondwet: "aldus de landbouwbevolking een redelijke levensstandaard te verzekeren, met
name door de verhoging van het hoofdelijk inkomen van hen die in de landbouw werkzaam zijn;". De grondwet
garandeert zo, tot in lengte van dagen, dat boeren door de EU financieel voorzien worden. Nu al bedragen de
subsidies aan de boeren tientallen miljarden euro's per jaar. In de toekomst krijgen zij dus een fundamenteel recht op
een inkomen. [Nieuw is dit niet; het staat ook al in het op dit moment geldende EG-Verdrag.]
Verder lezen:
http://www.referendumwijzer.nl/
Door het beantwoorden van 25-30 stellingen kan de gebruiker van de ReferendumWijzer zich zelf een oordeel vormen
over die Grondwet. De ReferendumWijzer laat de mate van overeen-stemming zien met de Grondwet.
De site is vooral bedoeld om de meningsvorming te bevorderen, zodat bij het referendum een afgewogen keus voor of
tegen de Grondwet kan worden uitgebracht.
Wie zich wil oriënteren op de Europese Grondwet kan heel goed terecht bij: http://www.grondweteuropa.nl.
http://www.europabestbelangrijk.nl/
http://www.eugrondwet.nl/
http://www.europeesreferendum.nl/
6
De Vries: Iederwijs is geen onderwijs
Door Jan de Vries, CDA lid Tweede Kamer van CDA.nl
Tijdens het mondelinge vragenuur van heden (22 maart 2005) heeft cda kamerlid Jan de Vries zijn grote bezorgheid
uitgesproken over de kwaliteit van de particuliere onderwijsvorm 'iederwijs'. Aanleiding was een groot onderzoek
waaruit blijkt dat het aantal iederwijsscholen groeit.
De Vries: ‘De leerling bepaalt wat hij of zij leert. Dat is het uitgangspunt van iederwijsscholen. Alles mag en niets moet.
Vandaag zin in pannenkoekenbakken, morgen hutten bouwen en volgende week een uurtje Engels.
Allemaal geen probleem. Want wie weet beter wat hij of zij nodig heeft dan de leerling zelf. Op Iederwijsscholen
ontbreekt er een leerstofaanbod, er is geen samenhang en structuur in het onderwijsprogramma en er wordt niet
getoetst of leerlingen de kerndoelen behalen. Naar de overtuiging van CDA-fractie kan dan ook niet worden gesproken
van onderwijs.
‘Ieder kind heeft recht op kwalitatief goed onderwijs. Ieder kind moet via de kerndoelen voorbereid worden op een
goede start in onze samenleving.
Het CDA wilde van minister van de Hoeven weten of er al leer-resultaten behaald worden op de inmiddels twintig
Iederwijs-scholen, en of er zo snel mogelijk controle op de kwaliteit van onderwijs kan plaatsvinden’, aldus de Vries. De
minster zegde toe dat zij de scholen gaat controleren. Ook zegde de minister toe te komen tot wetgeving met daarin de
verplichting tot het halen van kerndoelen en het opstellen van een school en leerplan. Totdat de nieuwe wetgeving in
werking treedt zal de minister met de onderwijsinspectie en de leerplichtambtenaar bezien of de scholen voldoen aan
reeds bestaande wetgeving.
7
Fractiebeslommeringen
Door Dirk Heijkoop, CDA lid gemeenteraad
De achterliggende periode is redelijk rustig verlopen. Het lijkt erop dat de fracties, griffier, het college en de ambtelijke
orga-nisatie de huidige raadscyclus onder de knie krijgen.
Ook zijn alle werkzaamheden t.g.v. de invoering van het dualisme voor de raad achter de rug. Alleen de (regionale)
rekenkamer functie is een onderwerp waar nog wel de nodige energie in zal gaan zitten.
Ondanks de relatieve rust zijn er wel enkele belangrijke stappen genomen en bijzondere gebeurtenissen voorgevallen.
Enkele daarvan nader toegelicht.
Volkshuisvesting
De bestuurlijke werkgroep Volkshuisvesting heeft een eindvoorstel gedaan aan de raad waarmee unaniem is
ingestemd. Dit houdt in dat het college een serie zeer concrete opdrachten heeft gekregen die verder uitgewerkt
moeten worden. Tevens is hierover een fasering afgesproken die er toe moet leiden dat er dit jaar concrete stappen
worden ondernomen
op dit beleidsterrein.
Woningtoewijzing
Naar aanleiding van een, raadsbreed gesteunde, motie die door de CDA fractie is ingediend is de verordening
aangepast waarmee Tablis de woningen toe mag wijzen aan mensen die zich daarvoor inschrijven. Voor starters was
het niet mogelijk om in aan-merking te komen voor een ééngezinswoning. Door de relatie tussen het aantal kamers en
het aantal personen dat in de woning wil gaan wonen naar beneden bij te stellen komen starters wel in aanmerking
voor deze woningen. Een raadsbesluit roepen we dan en het gaat zo gebeuren. Echter heeft de provincie hierin de
eindverantwoording en moet dus goedkeuring geven.
De provincie op haar beurt zegt: “Leuk dat u dit wilt gemeente Graafstroom, maar wat vind uw regio daarvan?”. ‘De
regio’ is een vertegenwoordiging van de omliggende gemeenten die bestaat uit …. burgemeesters en wethouders. Zij
geven de provincie een negatief advies en de provincie onthoudt haar goedkeuring. Het bijzonder geval doet zich dus
voor dat de burgemeesters en wethouders van omliggende gemeenten een raadsbesluit van de gemeente
Graafstroom kunnen blokkeren.
De volledige raad heeft hierover haar ongenoegen uitgesproken en gezegd vast te houden aan het besluit. Wordt dus
vervolgd.
De Spil
Om het proces van de ver en nieuwbouw van de Spil niet nog meer te vertragen is de raad, niet unaniem overigens,
akkoord gegaan met het voorstel van de commissie “Karelse” om een aanbesteding te doen met een beperkte groep
van 6 aannemers. De planning is om voor de zomer aan te besteden en direct voor of net na de vakantie te starten.
Parkeerproblemen in Bleskensgraaf
In de kern Bleskensgraaf is een onderzoek gedaan naar de parkeerproblemen in deze kern. Het onderzoek geeft een
helder beeld van de problemen, waar, wanneer en de omvang ervan. Het college is met een voorstel gekomen om in
de kerktuin een hoeveelheid parkeerplaatsen te realiseren, waardoor de problematiek rondom het gemeentehuis kan
worden verbeterd.
De kosten van dit plan waren dusdanig hoog dat de CDA fractie daarmee niet in kon stemmen. Het plan op zich zag er
mooi uit, maar wij vonden het onacceptabel om investering te doen van rond de € 400.000 om parkeerplaatsen aan te
leggen voor de medewerkers op het gemeentehuis. Uit het onderzoek bleek dat vooral op de werkdagen binnen de
kantoortijden problemen waren. Dit is in duidelijk taal door de fractie verwoord en met een concrete oplossing daarbij
voorgelegd aan de overige fracties. Op loopafstand (3 minuten) van het gemeentehuis ligt de parkeerplaats van de Spil
Laat de ambtenaren dat stukje lopen en het parkeerprobleem rondom het gemeentehuis is opgelost. Na enig rumoer in
de zaal bleken alle fracties daarin mee te kunnen gaan en werd het voorstel terug gegeven. Hoe het college invulling
gaat geven aan dit standpunt van de raad zal de komende periode duidelijk moeten worden.
Als steunfractielid en voorzitter van onze vereniging heeft Ad van Rees zijn bijdrage geleverd aan het werk van de
fractie. Inmiddels heeft hij de hamer van de bestuursvoorzitter overgedragen aan Frans van den Berg.
Als fractie willen we Ad hartelijk danken voor de positieve en inhoudelijk belangrijke inbreng en inzet die hij heeft gehad
in de fractie.
Bij het openen van de fractie- en bestuursvergaderingen wist hij altijd de actualiteit vanuit Gods woord te raken.
Vanaf deze plaats willen we Frans van harte welkom heten.
Tot zover de bijdrage vanuit de fractie
8
Bestuurskracht meten
Door Hans Klein, CDA lid Provinciale Staten van Zuid-Holland
Via de maandelijkse fractiespiegel en het ledenkatern van Zuid-Holland worden de (kader)leden van het CDA op de
hoogte gehouden van belangrijke zaken die zich binnen de provincie afspelen. Daarom dit keer in de nieuwsbrief geen
beschouwing over de ruimtelijke ordening en de belangrijke vermindering van het aantal regels op dat gebied via de
Nota regels voor Ruimte, aangezien u daarvan al op de hoogte bent. Daarom deze keer iets over
bestuurskrachtmeting.
Vooral kleinere gemeenten hebben moeite met het maken van een sluitende begroting en het goed uitvoeren van de
taken. Hoewel veel gemeenten al intensief met elkaar samen werken, zijn er ook gemeenten die over een langere
periode gerekend, onvoldoende mogelijkheden hebben om hun taken adequaat te verrichten. Dit kan gelden voor de
lokale agenda, maar evenzeer voor de regionale agenda. Er is dan sprake van onvoldoende bestuurskracht.
De provincie is medeverantwoordelijk voor het goed functioneren van het lokaal bestuur. Om te beoordelen of
gemeenten voldoende bestuurskracht hebben, wordt in een aantal regio´s de bestuurskracht gemeten. De uitkomsten
van die metingen worden getoetst aan de provinciale normen en criteria. Uitgangspunt is dat het lokaal bestuur over
een langere periode – dat wil zeggen 10 à 15 jaar – zowel de lokale als de regionale vraagstukken moet kunnen
oppakken.
Gezien de vraag aan gemeenten om zichzelf aan een dergelijke meting te onderwerpen, vond de provincie
Zuid-Holland het ook hoog tijd voor een eigen bestuurskrachtmeting. Centrale vraag bij de meting is of Zuid-Holland
nu, en in de toekomst, voldoende bestuurskracht heeft om haar opgaven adequaat in te kunnen vullen. Het antwoord
op deze vraag is “ja”, zoals blijkt uit het begin maart 2005 gereedgekomen onderzoek. Voor vrijwel alle opgaven
functioneert Zuid-Holland voldoende bestuurskrachtig, doch er zijn wel enkele verbeterpunten. Deze punten doen geen
afbreuk aan de bestuurskracht, zo geven de onderzoekers aan. Ondanks de ingewikkelde en veranderende
bestuurlijke en maatschappelijke context waarin de provincie opereert, is Zuid-Holland voldoende in staat om met deze
veranderingen om te gaan.
Wel moet de provincie blijven inspelen op ontwikkelingen en invulling geven aan de gesignaleerde versterkingspunten
voor de bestuurskracht.
Een drietal onderwerpen vraagt volgens de onderzoekers op meerdere vlakken versterking.
Ten eerste kan de provincie aan bestuurskracht winnen bij het gebiedgericht werken. Er moet meer
duidelijkheid komen over de provinciale rol bij het optreden in de gebieden en ook de integraliteit van werken vraagt
om versterking.
Ten tweede worden enkele aandachtspunten voor de economische opgaven geconstateerd, zoals de
verbetering van de interactie met externe partijen, het betrekken van meer relevante partijen bij de beleidsvorming, de
beleidsuitwerking en het vergroten van de regie op de uitvoering van organisaties.
Ten derde moet iets gebeuren aan de organisatie-ontwikkeling. De huidige grootschalige veranderingen in de
organisatie vergen veel inspanning en door onvoldoende beschikbaarheid van personele capaciteit, verloopt de
voortgang niet altijd volgens planning.
Om tot een bestuurskrachtmeting te komen, is eerst een opgavenprofiel opgesteld door het externe bureau, dat de
meting heeft uitgevoerd. Daarnaast zijn analyses gemaakt van bijna 100 provinciale documenten, hebben gesprekken
met leidinggevenden binnen de organisatie plaatsgevonden en er zijn interviews gehouden met 45 vertegenwoordigers
van maatschappelijke partners. De wijze waarop de provincie haar opgaven invult, zijn met behulp van verkregen
informatie per opgave getoetst aan de normen en criteria voor bestuurskracht, die Provinciale Staten hebben
vastgelegd.
Op 23 maart jl. hebben Provinciale Staten een eerste discussie gewijd aan het rapport. Toen zijn diverse kritische
kanttekeningen geplaatst, mede aan de hand van de be-vindingen van de begeleidingscommissie.
De methodiek van bestuurskrachtmeting voor gemeenten moest afgestemd worden op het provinciaal bestuur. Dat
kostte veel tijd en aandacht, vooral omdat provincies andersoortige taken en karakteristieken hebben dan gemeenten.
Daarom is volgens deze commissie de “output” van provinciaal beleid en dus de bestuurskracht van de provincie
minder eenduidig te “meten” dan bij gemeenten veelal het geval is. Gedeputeerde Staten zullen op 5 april aanstaande
hun standpunt bepalen, waarna op 27 april het slotdebat volgt in de Provinciale Staten.
Heeft u belangstelling voor het rapport en denkt u dat de uitkomsten ook van nut kunnen zijn voor de gemeente
Graafstroom? Het leesbare rapport is openbaar en via www.zuid-holland.nl te downloaden. Veel succes met lezing
daarvan.
9
De Europese Grondwet, een stemadvies
Door Jan de Vries, CDA lid Tweede Kamer
1 juni is de dag van de waarheid voor de Europese Grondwet. Op deze dag wordt het referendum gehouden. Een
volksraadpleging waarbij de Nederlandse kiezer zijn stem mag laten horen over de volgende stap in Europese
samenwerking. Want de Europese Grondwet Nederland en de EU klaar voor een slagvaardige Unie.
Maar wat regelt die Grondwet nou precies?
Jonette Korevaar gaat hier in haar artikel al uitgebreid op in. Maar wat is voor het CDA de kern? De Grondwet is een
nieuw verdrag waarin precies is vastgelegd welke bevoegdheden de Europese Unie heeft en op welke manier over
nieuwe Europese regelgeving wordt besloten. Omdat er meer landen bij de Europese Unie zijn gekomen en omdat de
samenwerking zich tot meer terreinen uitstrekt, moeten de bestaande afspraken vernieuwd worden.
Zodat we met nieuwe regels nog steeds effectief besluiten kunnen nemen. Zodat er een goede taakafbakening is
tussen de Europese Unie en de nationale lidstaten. Op deze manier voorkomen we ook dat de EU taken naar zich
toetrekt, waar we zelf over willen beslissen. De invloed van het Europees parlement en de nationale parlementen op
het Europees beleid wordt groter. Dat is winst! Het Europees Parlement wordt direct gekozen, dus als die meer invloed
krijgt, krijgt de kiezer ook meer invloed. Europa wordt dus democratischer.
Maar de Grondwet regelt meer.
De grondwet zorgt voor een sterkere economische positie. Nederland verdient meer aan Europa dan ze afdraagt. En
dat kan nog beter. Europa moet beter en effectiever samenwerken, zodat we kunnen concurreren met snelgroeiende
landen als China en Amerika. Een betere integratie in de wereldeconomie door het wegnemen van internationale
handelsbelemmeringen. Dat wordt vastgelegd in de Grondwet.
Maar de Grondwet regelt meer.
Grensoverschrijdende problemen vragen om een grensoverschrijdende aanpak. Voor de veiligheid van de Europese
burger. Duidelijke regels over internationale criminaliteitsbestrijding, zoals bijvoorbeeld mensensmokkel en
vrouwenhandel. Maar ook samenwerken op het gebied van de bestrijding van terrorisme. Een betere samenwerking en
een betere uitwisseling van informatie tussen de verschillende veiligheidsdiensten.
Maar de Grondwet regelt meer.
Een meer eenduidig Europees geluid in de wereld. Een gemeenschappelijk buitenlands beleid waarmee we iets
kunnen bereiken op internationaal terrein. De EU krijgt een effectiever gemeenschappelijk buitenlands beleid. Er komt
een Europese minister van Buitenlandse Zaken, die het gemeenschappelijk buitenlandse en veiligheidsbeleid uitvoert.
De Europese minister van Buitenlandse Zaken mag namens de ministers van Buiten-landse Zaken van de lidstaten
een bepaald beleid uitvoeren.
Het CDA vindt het belangrijk om aan te geven waar wij in Europa voor staan.
Europa moet herkenbaar zijn als waarden-gemeenschap. Deze waarden zijn eerbied voor de menselijke waardigheid,
vrijheid, democratie, gelijkheid, de rechtstaat en eerbiediging van de mensenrechten, waaronder de rechten van
minderheden. Een land dat lid wil worden van de Europese Unie moet deze waarden onderschrijven en uitvoeren. In
de Europese Grondwet worden de Europese waarden vastgelegd.
De komende tijd wordt er veel gezegd en geschreven over de Europese Grondwet.
In ieder geval moet duidelijk zijn waar dit referendum niet over gaat.
Dit referendum heeft het bijvoorbeeld niet over de vraag of Turkije ooit lid mag worden van de Europese Unie.
Ook gaat dit referendum niet over de Euro.
Het referendum gaat om de vraag of Nederland een toekomst heeft in Europa of niet.
Als u vindt dat de toekomst in Europa ligt, moeten we er voor zorgen dat Europa zo democratisch en effectief mogelijk
bestuurd kan worden.
Tegelijkertijd moet voorkomen worden dat Europa ongebreideld zijn bevoegdheden kan uitbreiden ten koste van
Nederland. Dat regelt de Europese Grondwet ook.
De vraag is of wij willen meespelen in het Europese team of straks op de reservebank willen zitten.
Daarom roep ik u op om bij het komende referendum voor de Europese Grondwet te stemmen.
10
Brief uit Brussel
Door Corien Wortmann-Kool, lid Europees parlement
Stem JA op 1 juni a.s.!
Op 1 juni a.s. gaan de stembureaus open voor het referendum over de Europese Grondwet. Het CDA gaat een actieve
ja-campagne voeren. Als we naar de feiten kijken brengt Europa ons per saldo veel goeds: vrij verkeer van personen
en goederen, welvaart, veiligheid. Er leven echter ook veel beelden en sentimenten over Europa. Ik zie deze
campagne vooral als een kans daar de discussie over te voeren. De Europese Grondwet is eigenlijk een
Grondwettelijk Verdrag: een samenvoeging van de Verdragen van Maastricht, Amsterdam, Nice en anderen, nu
opgeschreven in een overzichtelijk document. Daarbij zijn een aantal nieuwe afspraken gevoegd om Europa
slagvaardiger, democratischer en transparanter te maken. Het Grondwettelijk Verdrag richt zich vooral op de
spelregels. Spelregels zijn noodzakelijk om het spel goed te spelen, maar niet boeiend en aansprekend voor de
gemiddelde Nederlander. U kijkt toch ook liever naar de wedstrijd Ajax- Feyenoord dan dat u een boekje met de
spelregels van het voetbal leest. Wij zullen de campagne dus vooral voeren door uit te leggen en in discussie te gaan
over wat we met het Grondwettelijk Verdrag willen bereiken in Europa. Dan gaat het over een slagvaardiger Europees
asielbeleid en drugsbeleid en een meer dwingende samenwerking in de Europese terreur-bestrijding.
Ook krijgen de nationale parlementen meer invloed om ongewenste Brusselse regelzucht te voorkomen.
Meer informatie over het Grondwettelijk verdrag, CDA - campagne-activiteiten en actueel campagnenieuws kunt u
vinden via www.corienwortmann.nl.
Ook kunt u daar mijn persoonlijk referendumlogboek volgen met bespiegelingen, commentaar en verslag van de
referendumcampagne. Ik hoop dat velen van u overtuigd zijn van het belang van Europa.
Zet dat om in daden en voer met ons campagne bij uw familie, vrienden en relaties: STEM JA OP 1 JUNI A.S.!
Download