Gerrit van Roij (1754-1816)

advertisement
Gerrit van Roij (1754-1816), de eerste burgemeester van Vechel
Martien van Asseldonk
In Van Vechele tot Veghel van december 2016 telt Piet van Asseldonk 14 Veghelse burgemeester. Hij
telt daarbij de 'foute burgemeesters' tijdens de tweede wereldoorlog niet mee. Ook valt bij hem
Gerrit van Roij, de eerste burgemeester van Veghel buiten de boot, omdat die aangesteld zou zijn
door de Franse Overheersters in 1810.
Tijdens de turbulente Franse periode waren er in Veghel zowel vurige patriotten (die vóór de
Fransen waren) als fervente oranje-aanhangers, en in zo'n situatie is het nogal lastig om 'goed' en
'fout' te benoemen. Zeker is dat Gerrit van Roij brede steun genoot onder de Veghelse bevolking. In
de jaren vóór 1795 was het merendeel van de Veghelse schepenen gereformeerd. Toen de bevolking
in 1795 voor het eerst zelf haar bestuurders mocht kiezen, koos zij alleen maar katholieke
vertenwoordigers. Een van die nieuwe bestuurders was Gerrit van Roij, en vanaf toen kende zijn
politieke loopbaan alleen maar een opgaande beweging. Tijd dus, om hem op te nemen in de galerij
der Veghelse burgervaderen. Wat weten we van hem?
Persoonlijke gegevens
Gerrit van Roij is in 1754 geboren in Sint-Michielsgestel als zoon van Gijsbert van Roij en Antonetta
van de Rijt. Op 19 januari 1783, hij woont dan in Schijndel, trouwt hij in Veghel met Margriet (of
Margo), dochter van Aert Willems van Eert en Jenneke Hendrix van de Wiel. Margriet was eerder
getrouwd geweest van Adriaen Verwetering. Gerrit gaat na zijn huwelijk inwonen bij zijn schoouders
in een stenen huis dat destijds op het huidige marktplein stond (reconstructie van Vechel, Achterdijk
nr. 13). Het huis heette 'het Rood Hart'. Enkele jaren later zou hij dat huis erven. Hij staat genoteerd
als koopman in tabak, hout, pannen, plavuizen en slijpstenen. Hij was ook tapper en herbergier.
Zijn kinderen waren op 24 april 1826:
 Arnoldus van Roij, burgemeester van Veghel
 Jan van Roij, secretaris van Sint-Oedenrode
 Gijsberdina van Roij
 Adriana van Roij
 Maria van Roij, gehuwd met de Vehelse koopman Jan van den Heuvel
 Gerardus van Roij, bakker te Schijndel
 Hendricus van Roij, looier te Helmond
 de weledel gestrenge heer Wilhelmus van Roij, ridder van de militaire Willemsorde,
luitenant bij het eerste bataljon derde afdeling infanterie te Bergen Henegouwen
Er is een lijst uit 1808 bekend van de twaalf rijkste inwoners van Veghel.
Naam
Beroep
Geschat
vermogen
(guldens)
Geschat
jaarlijks
inkomen
(guldens)
Johan de Jong
M. J. van Roosmalen
Joost van de Ven
Aard A. van den Heuvel
Theodorus Ross
Gerard van den Heuvel
Aard Dirk van Doorn
Johannes Dirk van Doorn
Dirk van der Landen
Hendricus van der Landen
Adriaan Raaymakers
Gerrit van Roij
Erfsecretaris
Roomsch pastor
Gecommiteerde en koopman
Koopman
Predicant
Koopman
Lid van ’t gemeente bestuur en winkelier
Armmeester en bouman
Bakker
Bakker
Bouman
Schout-civiel
2.500
3.000
5.000
5.000
500
3.000
5.000
3.500
3.000
3.000
4.000
2.000
1.400
800
450
400
750
480
500
300
300
300
280
500
Gerrit van Roij was dus in goede doen geraakt en behoorde tot de bovenlaag van Veghel. Hij bezat
veel grond in Veghel. In 1826 worden genoemd: percelen land aan de Boschweg in het Middegaal,
land op de Watersteegd, in de Brugge, op het Dorshout, op het Schutsboombroekje, aan de Rooise
dijk, als ook heide het Wallen op het Zondveld, mastbos aan het Melvert, land op Corsica gelegen,
een houtbos onder Schijndel in de Knokert en heide op Krijtenburg. In dat jaar wordt een deel van
zijn nalatenschap verkocht aan Josephus Franciscus de Kuijper, lid van de Gedeputeerde Staten van
Noord Brabant.
Lid van het gemeentebestuur (1795-1800)
De poltieke loopbaan van Gerrit van Roij begon met de inval van de Fransen in 1795. In de Meierij
begon het aan het einde van de achttiende eeuw te broeien. De patriotten streefden naar
democratisering van het bestuur en waren stadhouder Willem V vijandig gezind. Vanaf 1785 is
sprake van rellen en strijd tussen patriotten en oranjeaanhangers. Vooral de protestantse
functionarissen en plaatselijke heren moesten het ontgelden. In 1789 brak in Frankrijk de revolutie
uit. Op 1 februari 1793 verklaarde Frankrijk de oorlog aan de Republiek. Op 14 februari 1793 trokken
de Fransen Deurne binnen, op 2 maart Helmond, op 5 maart bereikten ze Veghel en op 6 maart
trokken de Fransen ook Eindhoven binnen. Overal werden de Fransen door de patriotten met
gejuich ontvangen. Toen de Franse ruiters op 5 maart Veghel 1793 bereikten, stelden die met hulp
van enkele inwoners van Veghel een vrijheidsboom op. Mannen, vrouwen en kinderen uit Veghel
dansten zingend om de boom. Er leefden onder de Veghelse bevolking patriotische sympathiën. In
1793 was Willem Francis Coolen door het dorpsbestuur aangesteld als medicine doctor. Hij was een
vurig patriot. De Veghelse commies Van Eijmeren was daarentegen een fervent Oranjeaanhanger.
Op 6 maart 1893 trokken de Fransen zich alweer terug en op 18 maart leden de Fransen te
Neerwinden een zware nederlaag tegen de Oostenrijkers.
In het najaar van 1794 vielen de Franse Legers Staats-Brabant opnieuw binnen. Op 9 oktober
gaf 's-Hertogenbosch zich over. Op 18 januari 1795 vluchtte stadhouder Willem V naar Engeland.
Overal namen de patriotten nu de macht in handen. Hiermee kwam definitief een einde aan het
Ancien Régime. Op 16 mei 1795 werd in 's-Gravenhage een verdrag getekend tussen Frankrijk en de
Republiek der Verenigde Nederlanden. Met dit verdrag eindigde de Franse bezetting.
Op 31 maart 1795 hadden de Fransen een wet ingevoerd, die voorschreef dat in alle municipaliteiten
het bestuur door de kiesgerechtigde inwoners gekozen diende te worden. In Veghel bestond het
oude dorpsbestuur uit vier gereformeerden en drie katholieken. Op 13 april kozen de inwoners een
nieuw bestuur, dat alleen maar bestond uit Katholieken.
-
Antonij Lambert van Doorn
Jan Adriaen Verhoeven
Gerrit van Rooij
Lambert Janse Vermeulen
Aart Hendrik van Asseldonk
Johannis Dirk van Doorn
Aart Antonij van den Heuvel
Dit nieuwe bestuur koos uit haar midden Antonij Lambert van Doorn van president, en als Gerrit van
Roij als vice-president. Vanaf dat moment speelde Gerrit van Roij een belangrijke rol als bestuurder
van Veghel.
Op 22 januari 1798 vond in 's-Gravenhage een staatsgreep plaats door radicale patriotten onder
leiding van een van de Brabantse afgevaardigden in de Nationale Vergadering, Pieter Vreede. De
nieuwe machthebbers onderzochten vrij snel na de staatsgreep of er in de plaatsen nog aanhangers
waren van het oude bewind. Op 16 maart 1798 werd de Veghelse patriot dokter W. F. Coolen met J.
Keuten aangesteld om de plaatselijke besturen in het kiesdistrict waarvan Veghel deel uitmaakte te
zuiveren. Ze mochten plaatselijke bestuurders ontslaan en zelf nieuwe kiezen. Coolen en Keuten gingen
in Veghel voortvarend te werk. Gerit van Roij, Johannis Dirk van Doorn en Aart van Asseldonk werden
op 23 maart 1798 uit het municipaal bestuur gezet en vervangen door Joost van de Ven, Peter van de
Laar en Jan van Zutphen. Als president werd Aart Antony van den Heuvel aangesteld.
Gerrit van Roij verzette zich in tegen het feit dat hij was afgezet. Hij liet verklaringen
afleggen. Enkele inwoners verklaarden dat Gerrit de Roij nooit anders over de politike situatie heeft
gesproken 'dan gelyk een waare vaderlander behoord te doen'. Vanwege dit protest gelastte het
intermediair administratief bestuur van het voormalig gewest van Bataafs Braband om Peter van de
Laar af te zetten en om drie kandidaten als vervanger voor te stellen. Maar de municipaliteyt nam het
voor Peter van de Laar op, die zijn 'post met alle vlyt, eiver, eerlykheid en getrouwigheid'vervuld zou
hebben.De politieke verwikkelingen werkte de municipaliteit tegen, want op 12 juni 1798 vond een
tegencoup plaats vond, waarbij de leden van het Uitvoerend Bewind door meer gematigden werden
vervangen. Op 10 juli 1798 werden de leden van de municipaliteit ontslagen. Alleen Jan Verhoeven en
Jan Johannis van Zutphen werden herbenoemd. Als nieuw leden werden aangesteld: G. van Roij, J. van
Doorn, H. H. van de Ven, Aart van Asseldonk en J.J. van den Tillaart. Gerrit van Roij en Aert van
Asseldonk mochten alle besluiten die afgelopen maanden door de patriotten genomen waren,
onderzoeken. Dat waren twee van de drie door Coolen afgezette municipaliteitsleden.
Door de nieuwe staatsgreep had de Veghelse dokter dokter Willem Francis Coolen zijn politieke
bescherming verloren. Op 9-9-1798 vergaderde de nieuwe municipaliteit over hem. Hij zou gezegd
hebben de Republiek over te willen leveren aan de Fransen. Coolen lichtte toe dat een zekere Jan van
Eymerik uit Liempde hem daartoe had proberen over te halen. Van Eymerik had gezegd in dagelijks
contact te staan met Pieter Vreede en op weg te zijn naar Parijs. Coolen had er niet aan mee willen
werken. Daarmee was de kous af.
President (1800-1803)
Op 8 mei 1800 werd het 'presidium' van Veghel door de municipaliteit opgedragen aan Gerrit van Roij.
Hij werd toen effectief het hoofd van de gemeente. Een functie die enigszins is te vergelijken met die
van de president-schepenen voor hem en de burgemeesters na hem.
Toen in 1801 de reorganisatie van de rechtspraak op de politieke agenda stond stelde president Gerrit
van Roij voor om te proberen 'om alhier binnen deesen plaats te sien oprigten een burgerlyke regtbank
tot gerieff onser ingeseetenen en tot die der omliggende plaatse.' Er werd overlegd met omliggende
plaatsen om hen te verzoeken de plannen van Veghel te steunen. Dat overleg was achteraf gezien
overbodig, want in 1803 kregen de meeste plaatsen met een schepenbank, waaronder ook Veghel plus
de omliggende plaatsen, voortaan ieder een civiele rechtbank.
Het departementaal bestuur van Braband verzocht op 17-3-1803 wie in de dorpsbesturen zaten en hoe
deze mensen aan elkaar verant waren. Vanuit Veghel antwoordde men:
-
President Gerrit van Roij is door zwagerschap neef van Aart van Asseldonk en Johannes van den
Tillaar
Aard H. van Asseldonk is door zwagerschap neef van Gerit van Roij
Johannis J. van den Tillaart is door zwagerschap neef van Gerit van Roij en agterneef van Jan
Verhoeven
Jan verhoeven is agterneef van Johannes van den Tillaar en agterneef van Jan van Zutphen,
beyde niet van bloede
Jan Johannes van Zutphen is agterneef van Jan Verhoeven, nijt van bloede
Joost van de Ven
Secretaris is Johan de Jong, daar toe benoemd en aangesteld door wylen den erffsecetaris
Petrus de Jong, en fungeert bij dezelven als substituut secretaris Jacob Jacot daar toe op 29-81802 door secretaris de jong voorgedragen en benoemd en by den vergadering geapprobeert.
Er waren in 1803 dus nogal wat verwantschaps-relaties tussen de Veghelse bestuurders.
Schout-civiel (1803-1810)
In 1803 werd het Departement Braband verdeeld in 72 schoutambten onder leiding van een
schoutciviel. Veghel werd in 1803 een schoutambt met een eigen civiele rechtbank. Gerrit van Roij
werd aangesteld als schout-civiel. Een functie die wel wat leek op die van de voormalige
kwartierschout of stadhouder. Hij kreeg daar een tractament van 300 gulden per jaar voor.
Als schout-civiel trad Gerrit van Roij op als officier van justitie voor de civiele rechtspraak. Hij zat de
rechtbank voor. Ook hield hij toezicht op het functioneren van het gemeentebestuur en gaf hij
leiding aan de plaatselijke vorsters, nachtwakers, schutters, dienaren en andere suppoosten van de
justitie. Hij zorgde dat de wetten en de plaatselijke keuren en reglementen werden nageleefd,
overtreders beboet en boeten ingevorderd. Ook organiseerde hij de schouw over de wegen en
waterlopen en de brandschouw. Daarnaast mocht de schout-civiel de vergaderingen van het
gemeentebestuur bijeenroepen en bijwonen. Hij zat tijdens deze vergaderingen aan de rechterzijde
van de president. Hij kon er publicaties bekend maken en aan het gemeentebestuur of de
gemeenteraad voorstellen doen ter bevordering van de openbare orde.
In januari en april 1805 pleitte de Veghelse schoutciviel Gerit van Roij in de gemeenteraad voor het
verbeteren van de Aa. Hij kreeg geen steun van de raad. De raad zag het nut van het bevaarbaar
maken van de Aa wel in. Men vond echter dat Veghel dit niet alleen moest bekostigen. Pas toen er
later in dat jaar subsidie werd toegezegd kwam er schot in de plannen. Op 25 juli 1806 werd het
verdiepen van de Aa in Veghel openbaar aanbesteed en kort daarna uitgevoerd.
Maire (burgemeester) (1810-1813)
Nadat in Frankrijk Napoleon Bonaparte door een staatsgreep aan de macht was gekomen, volgde in
de Republiek op 12 september 1801 een staatsgreep met behulp van Franse troepen. Onder druk
van Napoleon kreeg de Republiek in 1805 een eenhoofdige leiding in de persoon van
raadspensionaris Rutger Jan Schimmelpenninck. In 1806 werd Schimmelpenninck door Napoleon
vervangen door zijn broer Lodewijk Napoleon die koning van Holland werd. Omdat Lodewijk de
blokkade met Engeland niet effectief bestreed, werd hij afgezet en Nederland werd in 1810 bij
Frankrijk ingelijfd.
In dat jaar werd het bestuur van de gemeenten opnieuw gereorganiseerd. Aan het hoofd
van de gemeente kwamen een maire en een adjunctmaire. In Veghel waren dat Gerit van Roij en
Josephus Franciscus de Kuyper. Het gaat te ver om de Roij en de Kuyper hiermee als 'foute'
bestuurders te qualificeren, en om de Roij hierdoor uit het lijstje van burgemeesters te schrappen.
In de eerste plaats was de opkomst van de macht van Napoleon een geleidelijk proces en zijn broer
Lodewijk Napoleon was zelfs geliefd geweest onder de Hollandse bevolking. In de tweede plaats
moet Gerrit van Roij een uitstekende bestuurder geweest zijn, gezien zijn staat van dienst, en genoot
hij de steun van een groot deel van de Veghelse bevolking.
In 1813 werd het leger van Napoleon bij Leipzig verslagen. In dat jaar aanvaarde Willem van Oranje
de soevereiniteit over de Nederlanden, wat later werd hij koning Willem I. In 1813 volgde de Kuyper
de Roij op als maire. De overeenkomsten tussen die twee waren groter dan de verschillen. Het
waren allebei lieden van elders die na hun huwelijk in Veghel neerstreken en door handel rijk
werden. Ze hadden allebei een zoon die ook burgemeester in Veghel werd. Tussen 1810 en 1813,
onder Napoleon, waren de Roij en de Kuyper respectievelijk maire en adjunct maire. Het was dus
zeker niet zo dat de Roij vóór Napoleon is geweest (als het ware heulde met de bezetter) en de
Kuyper tegen Napoleon. Josephus de Kuyper is rijker geweest dan de Roij de heeft het ook politiek
verder weten te brengen. Maar hij werd beticht van geldzucht en er werden klachten tegen hem
ingediend wegens machtsmisbruik. Over Gerrit de Roij is in de archieven geen enkele wanklank te
vinden. Het terugtreden in 1813 van de Roij had niets met gebrek aan politieke correctheid te
maken. Vermoedelijk ging zijn gezondheid toen al achteruit. Hij overleed op zestig-jarige leeftijd, op
16 januari 1815, in Veghel. Hij verdient eerherstel en met respect genoemd te worden als eerste
burgemeester van Veghel
Download