Geachte aanwezigen, beste mensen, Soms zit het grote gewoon in het kleine. Als overheid hebben we het vaak over de maatschappelijke opgave die we hebben, het beleid dat we daarvoor moeten ontwikkelen. Dan gaat het vaak over programma’s en vergezichten waar altijd honderden miljoenen mee gemoeid lijken. Maar inmiddels weet ik uit ervaring dat we daar als overheid lang niet altijd iedereen mee bereiken en alle problemen oplossen. Ruim 25 jaar geleden deed zich zo’n situatie hier in Hengelo kennelijk ook voor. Er waren mensen – door wat voor omstandigheid dan ook- in nood geraakt. Mensen waarvoor kennelijk op dat moment geen vangnet was, die niet onder een beleid te vatten vielen. Gelukkig zijn er dan mensen die in dat gat springen, die dat oppakken en gewoon aan de slag gaan. Zo was dat 25 jaar geleden en zo is het hoop ik nu ook nog. Het is in ieder geval in Overijssel en zeker hier in Twente nog iets wat we kennen als Noaberschap. En ook als provincie vinden we dat belangrijk. We hebben het zelfs in onze beleidsplannen staan, noaberschap. Het zorg dragen voor elkaar. We stimuleren dat ook door initiatieven vanuit de bevolking te ondersteunen. Want ook als overheid weten we inmiddels dat alleen maar het beleid van boven op leggen niet werkt. Wij denken dat ons beleid beter wordt als mensen meedenken en meepraten. Eigentijds bestuur noemen we dat. Ruimte voor misschien kleine initiatieven die bijdrage aan het oplossen van grote opgaven. 25 jaar geleden gebeurde dat hier in Hengelo. Een ontmoetingsplek voor mensen in nood, thuislozen, verslaafden en eenzamen. Voor hen die op gezette tijden behoefte hebben aan een luisterend oor, laagdrempelig en zonder verplichtingen. Vier middagen in de week en op zondagavond open. Je kunt zeggen dat het in onze samenleving niet nodig zou moeten zijn, een plek als dit. We leven toch in een verzorgingsstaat., alles wordt toch geregeld? Helaas is dat niet zo. En dan is het maar goed dat er mensen zijn die iets voor hun medemens willen doen. Die hun vrije tijd op willen offeren om andere te helpen. Die oog hebben voor mensen die problemen hebben. En dan doel ik op al die vrijwilligers die zich nu en de afgelopen 25 jaar voor dit inloophuis inzetten en hebben ingezet. Gelukkig bestaat dat nog hier in de provincie, gelukkig kennen we nog zoiets als noaberschap. Ik wil u daarvoor complimenteren en bedanken. Want we zijn als overheid niet almachtig (kan dat woord?). We hebben niet overal een oplossing voor. We hebben initiatieven zoals dit en mensen zoals u nodig. Kleine initiatieven met grootse resultaten.