Informatie voor scholen Psychologen en orthopedagogen in het onderwijs Wilt u meer informatie? Neemt u dan contact op met de Nederlandse vereniging van pedagogen en onderwijskundigen (NVO) of het Nederlands Instituut van Psychologen (NIP), sector Jeugd. NVO – Nederlandse vereniging Nederlands Instituut van pedagogen en onderwijskundigen (NVO) van Psychologen (NIP) St. Jacobsstraat 331 Nieuwekade 1-5 3511 BP Utrecht 3511 RV Utrecht Telefoon: (030) 232 24 07 telefoon (030) 820 15 00 [email protected] [email protected] Vraagt u zich wel eens af of een leerling op uw school op zijn plek is? Zou u graag willen weten hoe u met verschillen tussen leerlingen in de klas om kunt gaan? Of kunt u als directie of management wel wat ondersteuning gebruiken bij de implementatie van uw onderwijsbeleid? Dan is deze folder voor u bedoeld. Hierin leest u wat een psycholoog of orthopedagoog in het onderwijs voor u kan betekenen. WAAROM een psycholoog / orthopedagoog in het onderwijs? WAT doet een psycholoog / orthopedagoog? De samenleving is er het afgelopen decennium niet eenvoudiger op geworden. Kinderen komen vaker uit een ingewikkelde gezinssituatie, er zitten meer leerlingen in de klas en van kinderen met een beperking wordt verwacht dat ze volwaardig meedraaien in het onderwijs en de maatschappij. Alleen didactische deskundigheid is dan ook niet meer voldoende om leerlingen op deelname aan de maatschappij voor te bereiden. Van leerkrachten wordt ook verwacht dat ze oog hebben voor de manier waarop leerlingen worden opgevoed, opgroeien, leren en zich ontplooien. Dat ze weten wat ‘normaal’ is en wat niet, hoe ze een gezonde ontwikkeling kunnen stimuleren en hoe ze van de school een prettige en veilige leeromgeving kunnen maken. En dat ze weten wat hen te doen staat als het met een leerling (tijdelijk) minder goed gaat. De werkzaamheden van een gedragswetenschapper in het onderwijs liggen op drie terreinen. Psychologen en orthopedagogen – gedragswetenschappers – kunnen hierbij helpen. Zij zijn wetenschappelijk én in de praktijk geschoolde experts als het om leerlingen gaat. Ze kunnen nagaan hoe het komt dat een kind lastig gedrag vertoont, weten alles van de normale en verstoorde ontwikkeling van kinderen en zijn deskundig op het gebied van dyslexie, de CITO-prestatiedruk, de interactie tussen leerkracht en leerling en nog veel meer. De huidige en in ontwikkeling zijnde weten regelgeving onderstreept bovendien het belang van begeleiding door psychologen en orthopedagogen. Onderwijs richt zich immers meer en meer op de integratie van leerlingen met verschillende onderwijs- en zorgbehoeften. Van scholen wordt in toenemende mate verwacht dat zij leerlingen, ongeacht hun achtergrond en ontwikkeling, een plek kunnen bieden waar ze zich optimaal kunnen ontplooien. Gedragswetenschappers weten wat er moet gebeuren om leerlingen tot bloei te laten komen. Hun kennis, vaardigheden en houding kunnen zij op leerkrachten, directie en schoolbestuur overdragen. Daarbij hanteren ze een positieve insteek. Psychologen en orthopedagogen gaan uit van de mogelijkheden, talenten en perspectieven die kinderen hebben, niet van hun onmogelijkheden. De ‘normale’ ontwikkeling is het uitgangspunt. Bij problemen wordt per keer bekeken wat het kind nodig heeft. Gedragswetenschappers sluiten dus aan bij wat kinderen kennen, kunnen en nodig hebben, bij deze leerkracht, in deze groep en op deze school. Daarbij houden ze ook rekening met de (on)mogelijkheden van de docent. Bovendien letten ze op wat de ouders, de buurt of de spreekwoordelijke sportclub kunnen bieden. 1. Preventie en ondersteuning Van leerkrachten wordt verwacht dat ze een hoop kunnen. Lesgeven, problemen signaleren en waar mogelijk (helpen) oplossen – het hoort allemaal tot het takenpakket van de huidige docent. Niet elke docent en elk docententeam kan met al deze taken uit de voeten. Een gedragswetenschapper kan hen daarom van dienst zijn. Hij kan bijvoorbeeld feedback geven op de pedagogische en didactische vaardigheden van de leerkracht, of het team leren hoe het effectieve leerlingbesprekingen kan voeren. Ook weet een gedragswetenschapper hoe je een goed en veilig klassenklimaat creëert en wat instructie effectief maakt. Hij kan het team ondersteunen bij de inrichting van het onderwijs, en bij pogingen om het onderwijs aan te laten sluiten bij de behoeften en mogelijkheden van alle leerlingen. Zo draagt een psycholoog of orthopedagoog actief bij aan de professionalisering van leerkrachten, en worden docenten beter toegerust om op een ‘normale’ manier met verschillen tussen leerlingen om te gaan. Daarnaast kan een gedragswetenschapper leerkrachten en ouders meer vertellen over zaken die met de ontwikkeling van kinderen te maken hebben. Denk hierbij bijvoorbeeld aan faalangst, pesten, hoogbegaafdheid of ADHD. 2. Diagnostiek en behandeling Loopt een leerling vast, dan kan een psycholoog of orthopedagoog nagaan hoe dat komt. Hij zoekt samen met de leerling, leerkracht en ouders uit wat er aan de hand is waardoor het op school niet zo goed gaat. Vervolgens wordt bekeken wat het kind aan ondersteuning, begeleiding of zorg nodig heeft om goed te kunnen functioneren. De gedragswetenschapper kan bijvoorbeeld vaststellen of een speciale vorm van onderwijs of externe hulpverlening op zijn plaats is. Dit alles in goed overleg met het interne zorgteam van de school en het zorgadviesteam (ZAT). Desgewenst kan de gedragswetenschapper ook zelf de benodigde ondersteuning, begeleiding of zorg verlenen. 3. Beleid Passend onderwijs verzorgen, daar komt heel wat bij kijken. De gedragswetenschapper kan de directie, het schoolbestuur en de schoolleiding daarbij adviseren en ondersteunen. Samenwerkingsverbanden vormgeven, zorgstructuren opzetten en onderhouden, een integrale visie op passend onderwijs ontwikkelen (en daarnaar handelen) – het zijn allemaal zaken waarbij een psycholoog of orthopedagoog kan helpen. Zo kan hij voor de directeur een gesprekspartner vormen op het brede terrein van onderwijs en leerlingenzorg, en het schoolbestuur of het samenwerkingsverband adviseren over onderwijsbeleid en -bestel. Ook kan hij bestuur of directie adviseren en ondersteunen bij het maken van beleidsplannen en de schoolbrede implementatie daarvan. HOE werkt de psycholoog / orthopedagoog? Dat hangt af van wat zich op de school voordoet. Een psycho­loog of orthopedagoog die vooral de leerkrachten en het team ondersteunt bij de inrichting van het onderwijs, gaat anders te werk dan de gedragswetenschapper die zich vooral met leerlingenzorg bezighoudt. Houdt de gedragswetenschapper zich vooral bezig met de ondersteuning van leerkrachten, dan gaat hij allereerst na wat precies de vraag of het probleem is. Is er sprake van een leerling die in de klas niet goed kan meekomen? Wil de leerkracht weten hoe hij nieuwe werkvormen kan inzetten? Of hoe je een leerling met ADHD beter bij de les kunt houden? Of wat je met een klas kunt doen als een leerling te maken krijgt met verlies en rouw? Als de hulpvraag duidelijk is, dan zet de gedragswetenschapper samen met de docent mogelijke oplossingen op een rij. Coaching van de leerkracht behoort ook tot de mogelijkheden. Houdt de gedragswetenschapper zich vooral bezig met individuele leerlingenzorg, dan vormt de hulp- en zorgvraag van de leerling het uitgangspunt. De psycholoog of orthopedagoog doet diagnostiek en bespreekt met de leerling, leerkracht en ouders wat hij of zij nodig heeft om goed te kunnen functioneren – in déze klas en bij déze docent. Dat probeert hij te realiseren. Eventueel betrekt hij daar ook anderen bij. Doordat gedragswetenschappers erin zijn getraind om een helicopterview te hanteren, zijn zij in staat de situatie goed te overzien en passende oplossingen aan te bieden. Wordt een leerling bijvoorbeeld gepest, dan kan de gedragswetenschapper adviseren over de meest effectieve aanpak. Zo kan de psycholoog of orthopedagoog weerbaarheids- of faalangsttrainingen verzorgen, of met de leerling zoeken naar een plek waar hij of zij zich beter kan concentreren. Maar ook voorlichting aan de ouders, psycho-educatie (over bijvoorbeeld autisme of ADHD) en eventueel doorverwijzing naar andere vormen van onderwijs en/of hulpverlening horen tot het takenpakket van de gedragswetenschapper. Hij kan bijvoorbeeld contact opnemen met collega’s uit de jeugd­ gezondheidszorg, de geestelijke gezondheidszorg of met een Centrum voor Jeugd en Gezin. Dit alles altijd in overleg met het kind en de ouders. Is de psycholoog of orthopedagoog vooral een sparringpartner voor directie en management, dan zal hij zich meer bezighouden met leerling- en teamoverstijgende situaties. Denk aan het omgaan met agressie op school, teambuilding of het ontwikkelen van nieuwe samenwerkingsverbanden. Ook kan hij een belangrijke taak vervullen bij de deskundigheidsbevordering en supervisie en intervisie van teams. Daarnaast kan hij helpen jaarverslagen samen te stellen, of meedenken over de (nabije) toekomst van de organisatie richting passend onderwijs. Om maar een paar voorbeelden te noemen. Waar ‘hij’ en ‘zijn’ staat, kan ook ‘zij en ‘haar’ gelezen worden.