DEEL 1 Hoofdstuk 1 De Verenigde Naties: organisatiestructuur De naam 'Verenigde Naties' is bedacht door Franklin D. Roosevelt, president van de Verenigde Staten, en werd ten tijde van de Tweede Wereldoorlog voor het eerst gebruikt in de Verklaring van de Verenigde Naties van 1 januari 1942, waarin vertegenwoordigers van 26 landen namens hun regeringen verklaren de gezamenlijke strijd tegen de As-mogendheden te zullen voortzetten Al eerder hadden staten internationale organisaties gevormd om op specifieke terreinen samen te werken. Zo werd in 1865 de Internationale Telecommunicatie Unie opgericht (die toen nog ‘Internationale Telegraafunie’ heette) en in 1874 de Wereldpostunie. Beide organisaties zijn nu gespecialiseerde organisaties van de Verenigde Naties. In 1899 had in Den Haag de eerste Internationale Vredesconferentie plaats. Daar werden instrumenten ontwikkeld om crisissen vreedzaam te beslechten, oorlogen te voorkomen en regels vast te leggen inzake oorlogsvoering. Tijdens die Conferentie werd het Verdrag inzake de vreedzame oplossing van internationale geschillen aangenomen, en ging men over tot de instelling van het Permanente Hof van Arbitrage, dat zijn werkzaamheden aanving in 1902. Voorloper van de Verenigde Naties was de Volkenbond, een organisatie die in 1919, na afloop van de Eerste Wereldoorlog, het licht zag krachtens het Verdrag van Versailles onder gelijksoortige omstandigheden als later de VN. De Volkenbond werd opgericht 'ter bevordering van de internationale samenwerking en ter bewerkstelliging van vrede en veiligheid onder de volken'. Ook de Internationale Arbeidsorganisatie (ILO) kwam tot stand krachtens het Verdrag van Versailles, en wel als een nevenorganisatie van de Volkenbond. De Volkenbond staakte zijn activiteiten nadat hij er niet in was geslaagd de Tweede Wereldoorlog te voorkomen. In 1945 kwamen vertegenwoordigers van 50 landen samen in San Francisco voor de ‘Conferentie van de Verenigde Naties betreffende Internationale Organisatie’ om het Handvest van de Verenigde Naties op te stellen. De afgevaardigden voerden de besprekingen op basis van voorstellen die vertegenwoordigers van China, de Sovjet-Unie, het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten in de nazomer van 1944 in Dumbarton Oaks (bij Washington D.C.) hadden uitgewerkt. De vertegenwoordigers van de 50 deelnemende landen ondertekenden het Handvest op 26 juni 1945. Polen was niet aanwezig op de conferentie, maar ondertekende het Handvest later en werd alsnog een van de oorspronkelijke 51 lidstaten. De Verenigde Naties ging officieel van start op 24 oktober 1945, na bekrachtiging van het Handvest door China, Frankrijk, de Sovjet-Unie, de Verenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk en een meerderheid van de overige ondertekenaars. Sedertdien wordt 24 oktober jaarlijks gevierd als Dag van de Verenigde Naties. Het Handvest van de Verenigde Naties (www.un.org/aboutun/charter) Het Handvest van de Verenigde Naties vormt de grondslag van de Organisatie. Het bepaalt de rechten en plichten van de lidstaten en legt de organen en procedures van de Verenigde Naties vast. Het is een internationaal verdrag dat de voornaamste beginselen inzake de internationale betrekkingen codificeert van de soevereine gelijkheid van staten tot het verbod op het gebruik van geweld in de internationale betrekkingen op een manier die niet strookt met de doelstellingen van de VN. [inzet blz. 4] Amendementen van het Handvest van de Verenigde Naties Het Handvest kan worden geamendeerd door een tweederde meerderheid van de leden van de Algemene Vergadering en na ratificatie van de wijziging door twee derde van de lidstaten – met inbegrip van de vijf permanente leden van de Veiligheidsraad. Tot op heden werden vier artikelen van het Handvest gewijzigd, één daarvan tweemaal: In 1965 werd het aantal leden van de Veiligheidsraad verhoogd van 11 naar 15 (art. 23) en het vereiste aantal voorstemmen voor een besluit ging van zeven naar negen. Voor niet-procedurele kwesties dient die meerderheid de voorstemmen van alle vijf de permanente leden te omvatten (art. 27); In 1965 werd het aantal leden van de Economische en Sociale Raad verhoogd van 18 naar 27 leden, en in 1973 werd het lidmaatschap verdubbeld tot 54 (art. 61); In 1968 werd het aantal stemmen van de Veiligheidsraad dat vereist is voor het bijeenroepen van een Algemene Conferentie ter herziening van het Handvest, verhoogd van zeven naar negen (art. 109). [einde inzet] Preambule van het Handvest De Preambule van het Handvest verwoordt de idealen en gemeenschappelijke doelstellingen van alle volken wier regeringen zich hebben verenigd om samen de Verenigde Naties te vormen: “WIJ, DE VOLKEN VAN DE VERENIGDE NATIES, VASTBESLOTEN komende geslachten te behoeden voor de gesel van de oorlog, die tweemaal in ons leven onnoemelijk leed over de mensheid heeft gebracht, en opnieuw ons vertrouwen te bevestigen in de fundamentele rechten van de mens, in de waardigheid en de waarde van de menselijke persoon, in gelijke rechten voor mannen en vrouwen, alsmede voor grote en klein naties, en omstandigheden te scheppen waaronder gerechtigheid, alsmede eerbied voor de uit verdragen en andere bronnen van internationaal recht voortvloeiende verplichtingen kunnen worden gehandhaafd, en sociale vooruitgang en hogere levensstandaarden in grotere vrijheid te bevorderen, “EN TE DIEN EINDE verdraagzaamheid te betrachten en in vrede met elkander te leven als goede naburen, en onze krachten te bundelen ter handhaving van de internationale vrede en veiligheid, en door het aanvaarden van beginselen en het invoeren van methodes te verzekeren dat wapengeweld niet zal worden gebruikt behalve in het algemeen belang, en gebruik te maken van internationale instellingen voor de bevordering van economische en sociale vooruitgang van alle volken, "HEBBEN BESLOTEN ONZE INSPANNINGEN TE VERENIGEN OM DEZE DOELEINDEN TE VERWEZENLIJKEN. Dienovereenkomstig hebben onze onderscheiden regeringen, door tussenkomst van hun in de stad San Francisco bijeengekomen vertegenwoordigers, die hun volmachten hebben overgelegd, welke in goede orde zijn bevonden, overeenstemming bereikt over dit Handvest van de Verenigde Naties en richten zij hierbij een internationale organisatie op, die de naam zal dragen van de Verenigde Naties.” Doelstellingen en beginselen De in het Handvest uiteengezette doelstellingen van de Verenigde Naties zijn: handhaving van de internationale vrede en veiligheid; ontwikkeling van vriendschappelijke betrekkingen tussen landen op basis van eerbied voor het beginsel van gelijke rechten en zelfbeschikking van volken; samenwerking bij het oplossen van internationale vraagstukken van economische, sociale, culturele en humanitaire aard, alsmede het bevorderen van de eerbiediging van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden; een centrum te zijn voor de harmonisatie van het optreden van de naties ter verwezenlijking van deze gemeenschappelijke doelstellingen. De Verenigde Naties handelt overeenkomstig de volgende beginselen: ● ● ● ● ● ● de Organisatie is gegrond op het beginsel van de soevereine gelijkheid van al haar leden; leden dienen hun uit het Handvest voortvloeiende verplichtingen te goeder trouw na te komen; leden dienen hun internationale geschillen langs vreedzame weg op te lossen, zonder de internationale vrede en veiligheid of de gerechtigheid in gevaar te brengen; leden onthouden zich in hun internationale betrekkingen van dreiging met of gebruik van geweld tegen andere staten; leden dienen de Verenigde Naties volledige bijstand te verlenen bij elk optreden waartoe de Organisatie krachtens het Handvest overgaat; geen enkele bepaling van het Handvest machtigt de Verenigde Naties om op te treden bij aangelegenheden die naar hun aard onder de nationale rechtsmacht van een staat vallen. Lidmaatschap Het lidmaatschap van de Verenigde Naties staat open voor alle vredelievende staten die de verplichtingen vervat in het VN-Handvest aanvaarden en die naar het oordeel van de Organisatie in staat en bereid zijn deze verplichtingen na te komen. De Algemene Vergadering beslist – op aanbeveling van de Veiligheidsraad – over de toelating van nieuwe lidstaten. Het Handvest voorziet in de mogelijkheid van schorsing of uitstoting van een lidstaat op grond van schending van de in het Handvest vervatte beginselen, maar een dergelijke maatregel is nooit getroffen. Officiële talen Krachtens het Handvest zijn de officiële talen van de Verenigde Naties het Chinees, Engels, Frans, Russisch en Spaans. Het Arabisch is later toegevoegd als een officiële taal voor de Algemene Vergadering, de Veiligheidsraad en de Economische en Sociale Raad. Structuur van de Organisatie Het Handvest stelde zes hoofdorganen van de Verenigde Naties in: de Algemene Vergadering, de Veiligheidsraad, de Economische en Sociale Raad, de Trustschapsraad, het Internationaal Gerechtshof en het Secretariaat. De 'VNfamilie' is echter veel groter en omvat 15 gespecialiseerde organisaties en verschillende programma's en organen. Algemene Vergadering (www.un.org/ga) De Algemene Vergadering is het belangrijkste overlegorgaan en omvat de vertegenwoordigers van alle lidstaten, die elk één stem hebben. Besluiten in belangrijke zaken – zoals kwesties betreffende vrede en veiligheid, de toelating van nieuwe leden en begrotingsvraagstukken – vergen een tweederde meerderheid. Besluiten in andere kwesties neemt de Vergadering met een gewone meerderheid van stemmen. Functies en bevoegdheden Krachtens het Handvest heeft de Algemene Vergadering de volgende functies en bevoegdheden: ● aanbevelingen overwegen en uitbrengen aangaande samenwerking bij het handhaven van de internationale vrede en veiligheid, met inbegrip van beginselen voor ontwapening en wapenbeheersing; ● alle vraagstukken bespreken in verband met de handhaving van de internationale vrede en veiligheid en daarover aanbevelingen doen, tenzij een dergelijke kwestie in behandeling is bij de Veiligheidsraad;1 1 Krachtens de in november 1950 door de Algemene Vergadering aangenomen resolutie Uniting for Peace kan de Vergadering maatregelen treffen indien de Veiligheidsraad, bij gebrek aan eensgezindheid onder de permanente leden, niet kan optreden in een situatie waarbij sprake is van een bedreiging van de vrede, een inbreuk op de vrede of een daad van agressie. De Vergadering is gemachtigd de zaak ● ● ● ● ● ● besprekingen voeren en aanbevelingen doen – onder hetzelfde voorbehoud als genoemd in de voorgaande paragraaf – over alle vraagstukken die binnen het kader van het Handvest vallen of die betrekking hebben op de bevoegdheden en functies van VN-organen; studies verrichten en aanbevelingen doen ter bevordering van internationale samenwerking op politiek gebied en bij de ontwikkeling en codificatie van het internationaal recht, de verwezenlijking van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden voor iedereen, en internationale samenwerking op economisch, sociaal en cultureel vlak en op het gebied van onderwijs en gezondheidszorg; maatregelen aanbevelen voor de vreedzame regeling van situaties – hoe die ook zijn ontstaan – die de vriendschappelijke betrekkingen tussen naties kunnen schaden; verslagen van de Veiligheidsraad en andere VN-organen ontvangen en bespreken; de begroting van de Verenigde Naties behandelen en goedkeuren, en de financiële bijdragen van de lidstaten vaststellen; het verkiezen van de niet-permanente leden van de Veiligheidsraad, van de leden van de Economische en Sociale Raad en (indien nodig) bijkomende leden van de Trustschapraad; het verkiezen – in overleg met de Veiligheidsraad – van de rechters van het Internationaal Gerechtshof; het benoemen, op aanbeveling van de Veiligheidsraad, van de SecretarisGeneraal. Zittingen De jaarlijkse gewone zitting van de Algemene Vergadering begint in september. De zitting van 2003-2004 was de 58ste reguliere zitting. De jaarlijkse zitting vangt aan op de dinsdag van de derde week van september (gerekend vanaf de eerste week met ten minste één werkdag). De verkiezing van de Voorzitter van de Vergadering, van de 21 Ondervoorzitters en van de Voorzitters van de zes Hoofdcommissies, geschiedt minstens drie maanden voor de aanvang van de gewone zitting. Om een billijke geografische spreiding te garanderen, wisselt het voorzitterschap elk jaar tussen de volgende vijf groepen van staten: Afrikaanse, Aziatische, Oost-Europese, LatijnsAmerikaanse/Caribische en West-Europese en overige staten. Voorts kunnen bijzondere zittingen worden bijeengeroepen. Dat geschiedt op verzoek van de Veiligheidsraad, van een meerderheid van VN-lidstaten of van één VN-lid – mits een meerderheid van de leden dit verzoek ondersteunt. Bijzondere spoedzittingen kunnen worden bijeengeroepen binnen 24 uur volgend op het verzoek van de Veiligheidsraad (ingediend door negen willekeurige leden), van een meerderheid van de VN-lidstaten, of van één lid, indien de meerderheid van de leden dit verzoek ondersteunt. Aan het begin van elke gewone zitting houdt de Vergadering een algemeen debat, vaak met toespraken van staatshoofden en regeringsleiders, waarin de onmiddellijk in behandeling te nemen teneinde aanbevelingen te doen aan de leden voor collectieve maatregelen, eventueel met inbegrip – bij een inbreuk op de vrede of een daad van agressie – van het gebruik van wapengeweld, als dit noodzakelijk is voor de handhaving of het herstel van de internationale vrede en veiligheid. leden hun standpunten uiteenzetten rond de meest dringende internationale vraagstukken. De meeste kwesties worden vervolgens besproken in de zes hoofdcommissies van de Algemene Vergadering: ● Eerste Commissie (ontwapening en internationale veiligheid); ● Tweede Commissie (economie en financiën); ● Derde Commissie (sociale, humanitaire en culturele zaken); ● Vierde Commissie (speciale politieke zaken en dekolonisatie); ● Vijfde Commissie (administratieve zaken en begroting); ● Zesde Commissie (juridische aangelegenheden). Sommige onderwerpen worden rechtstreeks tijdens plenaire bijeenkomsten behandeld, andere worden doorverwezen naar een van de zes hoofdcommissies. Resoluties en besluiten, met inbegrip van die welke worden aanbevolen door de commissies, worden aanvaard in plenaire zittingen. Doorgaans geschiedt dat vóór het reces van de gewone zitting in december. Dergelijke besluiten kunnen met of zonder stemming worden aangenomen. Aanvaarding van de resoluties en besluiten door de Vergadering gebeurt meestal bij een eenvoudige meerderheid van de aanwezige en stemmende leden. Voor belangrijke vraagstukken – waaronder aanbevelingen inzake de internationale vrede en veiligheid, de verkiezing van de leden van bepaalde hoofdorganen, en budgettaire aangelegenheden – is een tweederde meerderheid van de stemmen vereist. Stemmingen kunnen geschieden in de vorm van een geregistreerde stemming, bij handopsteken of met naamafroeping. Hoewel de besluiten van de Vergadering juridisch gezien niet bindend zijn voor regeringen, vertegenwoordigen zij toch het gewicht van de wereldopinie en daarmee het morele gezag van de internationale gemeenschap. De rest van het jaar zijn de werkzaamheden van de VN grotendeels gebaseerd op opdrachten van de Algemene Vergadering, dat wil zeggen op de wil van de meerderheid van de leden, zoals die tot uitdrukking komt in de door de Vergadering aangenomen resoluties. Deze werkzaamheden worden verricht: ● ● ● door commissies en andere organen die de Vergadering opricht om specifieke kwesties zoals ontwapening, vredeshandhaving, ontwikkeling en mensenrechten te onderzoeken en daarover verslag uit te brengen; tijdens door de Vergadering bijeengeroepen internationale conferenties; door het Secretariaat van de Verenigde Naties: de Secretaris-Generaal en zijn staf van internationale ambtenaren. Veiligheidsraad (www.un.org/Docs/sc) Het Handvest legt de verantwoordelijkheid voor het handhaven van de internationale vrede en veiligheid in de eerste plaats bij de Veiligheidsraad. De Raad telt 15 leden: vijf permanente leden (China, Frankrijk, de Russische Federatie, het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten) en 10 leden die door de Algemene Vergadering worden gekozen voor een periode van twee jaar. Elk lid van de Raad heeft één stem. Besluiten over procedurekwesties kan de Veiligheidsraad nemen indien minstens negen van de vijftien leden vóór stemmen. Besluiten over inhoudelijke zaken vereisen negen stemmende leden en de afwezigheid van een tegenstem van een van de vijf permanente leden. Alle vijf de permanente leden hebben ooit gebruik gemaakt van dit recht. Een permanent lid dat een bepaald besluit niet steunt, maar het anderzijds niet wil tegenhouden met een veto, kan zich onthouden van stemming, en zodoende de aanvaarding van de resolutie mogelijk maken indien het voorstel de vereiste negen voorstemmen verkrijgt. Krachtens artikel 25 van het Handvest komen alle leden van de Verenigde Naties overeen de besluiten van de Veiligheidsraad te aanvaarden en uit te voeren. Terwijl andere VN-organen alleen aanbevelingen doen aan lidstaten, is de Veiligheidsraad bevoegd om besluiten te nemen die de leden krachtens het Handvest verplicht moeten uitvoeren. Functies en bevoegdheden Het Handvest formuleert de volgende functies en bevoegdheden van de Veiligheidsraad: de internationale vrede en veiligheid handhaven krachtens de doelstellingen en beginselen van de Verenigde Naties; plannen opstellen om te komen tot een stelsel van wapenbeheersing; partijen oproepen hun geschillen met vreedzame middelen te beslechten; alle geschillen en situaties onderzoeken die kunnen leiden tot internationale wrijving, en aanbevelingen doen omtrent methodes om geschillen te beslechten of omtrent de voorwaarden voor een schikking; vaststellen of er sprake is van een bedreiging van de vrede of een daad van agressie, en te nemen maatregelen aanbevelen; betrokken partijen oproepen zich te houden aan de voorlopige maatregelen die de Raad noodzakelijk of wenselijk acht om de verslechtering van een situatie te voorkomen; de leden van de Verenigde Naties oproepen om geweldloze maatregelen te treffen – zoals sancties – om gevolg te geven aan de besluiten van de Raad; overgaan tot wapengeweld – of daartoe machtiging verstrekken – om de internationale vrede en veiligheid te handhaven of te herstellen; ° aanmoedigen van de vreedzame beslechting van lokale geschillen in het kader van regionale akkoorden en het gebruik maken van dergelijke regional akkoorden voor de uitvoering van op het gezag van de Raad ondernomen dwangacties; aanbevelingen doen aan de Algemene Vergadering in verband met de benoeming van de Secretaris-Generaal en de verkiezing, samen met de Algemene Vergadering, van de rechters van het Internationaal Gerechtshof; het Internationaal Gerechtshof verzoeken advies uit te brengen over eender welke juridische kwestie; aanbevelingen doen aan de Algemene Vergadering in verband met de toetreding van nieuwe leden tot de Verenigde Naties. De Veiligheidsraad is zo georganiseerd dat hij voortdurend kan functioneren. Zo moet ieder lid van de Veiligheidsraad te allen tijde vertegenwoordigd zijn bij de hoofdzetel van de Verenigde Naties. De Raad kan ook elders bijeenkomen. Zo was er in 1972 een zitting in Addis Abeba, en in 1973 in Panama-Stad; in 1990 kwam de Raad bijeen in Genève. Wanneer de Raad een klacht krijgt voorgelegd betreffende een bedreiging van de vrede, roept hij de betrokken partijen meestal eerst op om op vreedzame wijze tot een vergelijk te komen. De Raad kan daarbij de uitgangspunten voor een vreedzame regeling formuleren. In sommige gevallen kan hij zelf overgaan tot feitenonderzoek en bemiddeling. Ook kan de Veiligheidsraad een missie zenden, bijzondere gezanten benoemen of een beroep doen op de goede diensten van de Secretaris-Generaal. Wanneer een geschil leidt tot wapengeweld, dan is het de eerste zorg van de Raad om daaraan zo snel mogelijk een einde te maken. De Raad kan met het oog op een staakt-het-vuren aanbevelingen doen die een belangrijke rol kunnen vervullen bij het beteugelen van vijandelijkheden. De Raad kan ook militaire waarnemers of een vredesmacht uitzenden om spanningen te temperen, tegenstanders uit elkaar te houden en een klimaat te scheppen waarin men kan komen tot vreedzame oplossingen. Krachtens Hoofdstuk VII van het Handvest kan de Raad besluiten tot dwangmaatregelen in de vorm van economische sancties, wapenembargo's, financiële sancties, een reisverbod of een gezamenlijk militair optreden. Sancties zijn een belangrijk instrument van de Veiligheidsraad bij het bevorderen van de internationale vrede en veiligheid. Alle op dit moment van kracht zijnde sanctieprogramma’s omvatten ‘uitgekiende’ of gerichte sancties – wapenembargo’s, financiële sancties, een reisverbod – om ongewenste neveneffecten uit te sluiten (of maximaal te beperken) door zulke sancties toe te spitsen op diegenen die verantwoordelijk zijn voor het door de internationale gemeenschap veroordeelde beleid, terwijl andere delen van de bevolking, en de internationale handelsbetrekkingen, er geen schade van ondervinden (zie Hoofdstuk 2). De Veiligheidsraad stelde na de Golfoorlog in 1991 UNSCOM (een Speciale VN-Commissie) in om samen met het Internationaal Atoomagentschap (IAEA) toe te zien op de daadwerkelijke vernietiging van Iraks massavernietigingswapens. De taken van UNSCOM werden in 1999 overgedragen aan UNMOVIC (VN-Commissie voor Toezicht, Verificatie en Inspectie). De Veiligheidsraad heeft twee Internationale Straftribunalen in het leven geroepen om misdaden tegen de mensheid te vervolgen die werden gepleegd in het voormalige Joegoslavië en in Rwanda. Beide tribunalen zijn hulporganen van de Veiligheidsraad. Na de terroristische aanslagen van 11 september 2001 in de Verenigde Staten heeft de Raad de Commissie Contraterrorisme ingesteld, eveneens een hulporgaan. Sinds 1993 buigt een werkgroep van de Algemene Vergadering zich over een mogelijke hervorming van de Veiligheidsraad, onder meer met betrekking tot een meer billijke vertegenwoordiging en een uitbreiding van het aantal leden. Economische en Sociale Raad (www.un.org/esa/coordination/ecosoc) De Economische en Sociale Raad (of ECOSOC) is krachtens het Handvest opgericht als het coördinerend orgaan voor de economische en sociale werkzaamheden van de Verenigde Naties, haar gespecialiseerde organisaties en andere VN-instellingen – samen veelal de ‘familie van VN-organisaties’ genoemd. De Raad telt 54 leden met elk een ambtstermijn van drie jaar. De Economische en Sociale Raad besluit bij gewone meerderheid; elk lid heeft één stem. Functies en bevoegdheden De functies en bevoegdheden van de Economische en Sociale Raad zijn: ● ● ● ● ● dienen als centraal platform voor het bespreken van internationale economische en sociale aangelegenheden en voor het formuleren van beleidsaanbevelingen, gericht aan de lidstaten en aan het VN-systeem als geheel; studies en rapporten maken of initiëren, en aanbevelingen doen over internationale economische, sociale en culturele kwesties en over vraagstukken rond onderwijs en gezondheid; eerbiediging en inachtneming bevorderen van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden; internationale conferenties over economische, sociale en aanverwante aangelegenheden helpen voorbereiden en organiseren, en instaan voor een gecoördineerde follow-up van die conferenties; de werkzaamheden van de gespecialiseerde organisaties coördineren via overleg met en aanbevelingen aan deze organisaties en middels aanbevelingen aan de Algemene Vergadering; Door zijn besprekingen van internationale economische en sociale vraagstukken, en door de beleidsaanbevelingen die het doet, speelt ECOSOC een belangrijke rol in het stimuleren van de internationale ontwikkelingssamenwerking en in het bepalen van de prioriteiten bij de invulling van die samenwerking. Zittingen De Economische en Sociale Raad houdt jaarlijks verscheidene korte werkzittingen en een groot aantal voorbereidende vergaderingen, rondetafelgesprekken en paneldiscussies met verschillende vertegenwoordigers uit het maatschappelijke middenveld, met het oog op de organisatie van zijn werkzaamheden. ECOSOC houdt ook één zitting van vier weken – afwisselend in New York en Genève – over zaken van inhoudelijke aard. Die zitting omvat een speciale bijeenkomst op het hoogste niveau, met ministers en hoge ambtenaren, waar men belangrijke economische, sociale en humanitaire kwesties bespreekt. Het uitvoerende werk van de Raad heeft plaats in zijn subsidiaire en aanverwante organen. Subsidiaire en aanverwante organen De subsidiaire organen van de Economische en Sociale Raad zijn: ● negen functionele commissies – overlegorganen die besprekingen voeren en aanbevelingen formuleren over kwesties die onder hun verantwoordelijkheid en expertise vallen. Het betreft de Statistische Commissie, de Commissie Bevolking en Ontwikkeling, de Commissie Sociale Ontwikkeling, de Commissie Mensenrechten, de Commissie voor de Status van de Vrouw, de Commissie Verdovende Middelen, de Commissie Misdaadpreventie en Strafrecht, de Commissie Wetenschap en Technologie voor Ontwikkeling en de Commissie Duurzame Ontwikkeling; ● vijf regionale commissies: de Economische Commissie voor Afrika (Addis Abeba), de Economische en Sociale Commissie voor Azië en het Stille-Oceaangebied (Bangkok), de Economische Commissie voor Europa (Genève), de Economische Commissie voor Latijns-Amerika en het Caribisch Gebied (Santiago) en de Economische en Sociale Commissie voor West-Azië (Beiroet); ● zes vaste comités en vaste organen van deskundigen: het Comité voor Programma en Coördinatie, het Comité voor Menselijke Nederzettingen, het Comité voor Niet-gouvernementele Organisaties, het Comité voor Onderhandelingen met Intergouvernementele Organisaties, het Comité voor Energie en Natuurlijke Hulpbronnen, en het Comité voor Openbaar Bestuur; ● een aantal andere organen van deskundigen belast met kwesties als ontwikkelingsplanning, natuurlijke hulpbronnen, economische, sociale en culturele rechten, en het Permanente Forum voor Inheemse Vraagstukken (PFII). De Raad werkt ook samen met – en coördineert tot op zekere hoogte de werkzaamheden van – VN-programma's zoals UNDP, UNEP, UNICEF, UNHABITAT en UNFPA, en gespecialiseerde organisaties zoals FAO, WHO, ILO en UNESCO. Al deze instanties brengen verslag uit aan de Raad en doen aanbevelingen voor de inhoudelijke zittingen. Betrekkingen met niet-gouvernementele organisaties Het Handvest bepaalt dat de Economische en Sociale Raad overleg kan plegen met niet-gouvernementele organisaties betrokken bij aangelegenheden die binnen de bevoegdheid van de Raad vallen. Meer dan 1600 van die NGO’s hebben een consultatief statuut bij de Raad. De Raad erkent dat deze organisaties de gelegenheid moet worden geboden hun standpunten kenbaar te maken en dat zij over een bijzondere expertise of technische kennis beschikken die de Raad ten goede komt bij zijn werkzaamheden. ECOSOC onderscheidt drie categorieën NGO's: organisaties in categorie I zijn betrokken bij het merendeel van de werkzaamheden van de Raad; organisaties van categorie II beschikken over een speciale deskundigheid op welbepaalde gebieden; en organisaties die van tijd tot tijd de Raad kunnen bijstaan, staan vermeld op een lijst voor raadpleging ad hoc. NGO's met consultatief statuut mogen waarnemers sturen naar de openbare vergaderingen van de Raad en van zijn subsidiaire organen, en kunnen schriftelijke verklaringen indienen met betrekking tot het werk van de Raad. Zij kunnen ook overleg plegen met het Secretariaat van de VN over zaken van wederzijds belang. In de loop der jaren is de samenwerking van de VN met NGO's beduidend toegenomen. ECOSOC ziet NGO's steeds meer als partners die worden geraadpleegd over beleids- en programmakwesties, en ook als waardevolle tussenschakels met de bredere samenleving. Wereldwijd werken steeds meer NGO's dagelijks samen met de Verenigde Naties in het gemeenschappelijk streven naar de verwezenlijking van de doelstellingen van het Handvest. Trustschapsraad (www.un.org/documents/tc) De Trustschapsraad werd in 1945 krachtens het Handvest ingesteld om internationaal toezicht uit te oefenen op het door zeven lidstaten waargenomen bestuur van elf trustgebieden en ook om te zorgen dat geëigende stappen werden ondernomen om deze trustgebieden voor te bereiden op zelfbestuur en onafhankelijkheid. Het Handvest machtigt de Trustschapsraad om verslagen van de bestuursautoriteiten over de politieke, economische, en sociale vooruitgang, en over de vooruitgang op het gebied van onderwijs, van de inwoners van de trustgebieden te onderzoeken en te bespreken, om petities van inwoners van de trustgebieden te behandelen, en om speciale missies naar deze gebieden te zenden. Tegen 1994 hadden alle oorspronkelijke trustgebieden zelfbestuur of onafhankelijkheid verworven, hetzij als afzonderlijke staten, hetzij door aansluiting bij aangrenzende onafhankelijke staten. Het laatste van de elf oorspronkelijke trustgebieden was Pacific Islands (Palau), dat de 185ste VNlidstaat werd. Nu het werk is voltooid, heeft de Trustschapsraad – bestaande uit de vijf permanente leden van de Veiligheidsraad: China, Frankrijk, de Russische Federatie, het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten – zijn procedureregels gewijzigd in die zin dat de Trustschapsraad voortaan slechts vergadert wanneer en waar de situatie dat vereist. Internationaal Gerechtshof (www.icj-cij.org) Het Internationaal Gerechtshof zetelt in Den Haag en is het voornaamste gerechtelijke orgaan van de Verenigde Naties. Het Hof beslecht geschillen tussen staten en brengt adviezen uit aan de Verenigde Naties en haar gespecialiseerdeorganisaties. Het Statuut van het Internationaal Gerechtshof is een integrerend onderdeel van het Handvest van de Verenigde Naties. Het Hof is toegankelijk voor alle staten die partij zijn bij het Statuut van het Hof – alle lidstaten van de VN. Alleen staten kunnen partij zijn bij zaken voor het Hof en ook alleen staten kunnen zaken bij het Hof aanhangig maken. Het Hof is niet toegankelijk voor privé-personen of -instellingen, of internationale organisaties. Zowel de Algemene Vergadering als de Veiligheidsraad kunnen het Hof verzoeken advies uit te brengen over juridische kwesties. Ook de andere VNorganen en de gespecialiseerde organisaties kunnen het Hof, als ze daartoe door de Algemene Vergadering zijn gemachtigd, om advies vragen over juridische kwesties die rijzen in het kader van hun werkzaamheden. Rechtsmacht De rechtsmacht van het Hof strekt zich uit tot alle zaken die staten hem voorleggen en tot alle kwesties die worden genoemd in het Handvest of in van kracht zijnde verdragen of conventies. Staten kunnen zich bij voorbaat verbinden tot aanvaarding van de rechtsmacht van het Hof door een verdrag of conventie te ratificeren waarin wordt voorzien in een verwijzing naar het Hof, of door een speciale verklaring af te leggen. Dergelijke verklaringen waarin de verplichte rechtsmacht wordt aanvaard, omvatten vaak voorbehouden die bepaalde soorten zaken uitsluiten. Overeenkomstig het Statuut beslecht het Hof de hem voorgelegde geschillen met toepassing van: ● internationale verdragen waarin regels zijn vastgelegd die uitdrukkelijk worden erkend door de bij het geschil betrokken staten; ● internationale gewoonte, als blijk van een als recht aanvaarde algemene praktijk; ● de door beschaafde naties erkende, algemene rechtsbeginselen; ● rechterlijke uitspraken, alsmede de opvattingen van de meest bevoegde schrijvers van verschillende naties. Leden Het Hof telt 15 rechters die worden gekozen door de Algemene Vergadering en de Veiligheidsraad. Beide organen stemmen daarbij onafhankelijk van elkaar. De verkiezing van de rechters geschiedt op grond van hun bekwaamheid. Bij de samenstelling van het Hof ziet men toe op vertegenwoordiging in het College van de voornaamste rechtsstelsels van de wereld. Er mogen geen twee rechters onderdaan zijn van dezelfde staat. Rechters worden verkozen voor een ambtstermijn van negen jaar en zijn herkiesbaar. Tijdens hun ambtstermijn mogen rechters geen andere ambten of functies bekleden. Het Hof houdt doorgaans voltallig zitting, maar kan op verzoek van partijen ook zetelen in kleinere eenheden, die men Kamers noemt. Een vonnis van een Kamer wordt beschouwd als gewezen door het voltallige Hof. Het Hof heeft een Kamer voor Milieuzaken ingesteld en formeert jaarlijks een Kamer voor Kort Geding. Secretariaat (www.un.org/documents/st) Het Secretariaat – een internationale staf van medewerkers werkzaam op posten verspreid over de hele wereld – is belast met de dagelijkse werkzaamheden van de Organisatie. Het Secretariaat staat ten dienste van de andere VN-organen en verzorgt de administratie van hun programma’s en beleid. Aan het hoofd staat de Secretaris-Generaal, die op voordracht van de Veiligheidsraad wordt benoemd door de Algemene Vergadering voor een hernieuwbare ambtsperiode van vijf jaar. Het werk van het Secretariaat is even gevarieerd als de problemen waarmee de Verenigde Naties te maken krijgt. De taken gaan van het coördineren van vredesoperaties tot het bemiddelen bij internationale geschillen, en van het onderzoeken van economische en sociale trends tot het opstellen van studies over mensenrechten en duurzame ontwikkeling. Het personeel van het Secretariaat informeert wereldwijd pers en media over het werk van de VN; organiseert internationale conferenties over zaken met een wereldwijde dimensie; en verricht tolk- en vertaalwerk in de officiële talen van de Organisatie. Bij het Secretariaat zijn ongeveer 7500 mensen uit zo’n 170 landen in vaste dienst. Als internationale ambtenaren zijn zij – en ook de Secretaris-Generaal – alleen de VN verantwoording schuldig voor hun werkzaamheden en beloven zij geen instructies te zullen aanvaarden van enige regering of andere autoriteit. Krachtens het Handvest verplichten lidstaten zich ertoe het uitsluitend internationale karakter van de taken van de Secretaris-Generaal en zijn personeel te eerbiedigen, en niet te trachten hen op een ongepaste wijze te beïnvloeden. De VN heeft haar hoofdzetel in New York, maar telt ook belangrijke vertegenwoordigingen in Addis Abeba, Bangkok, Beiroet, Genève, Nairobi, Santiago en Wenen, en voorts kantoren verspreid over de hele wereld. Secretaris-Generaal (www.un.org/News/ossg/sg) De Secretaris-Generaal, die zowel diplomaat als pleitbezorger is en zowel ambtenaar als topmanager, geldt voor de wereldgemeenschap als het symbool van de idealen van de Verenigde Naties en als spreekbuis van de volkeren van de wereld, in het bijzonder van de armste en kwetsbaarste. De huidige Secretaris-Generaal, de zevende die het ambt vervult, is sinds 1 januari 1997 Kofi Annan uit Ghana. Hij werd herverkozen voor een tweede ambtstermijn van vijf jaar (2002-2006). Het Handvest omschrijft de Secretaris-Generaal als ‘de hoogste ambtenaar’ van de organisatie, die in die hoedanigheid optreedt en alle functies vervult die hem of haar worden toevertrouwd door de Algemene Vergadering, de Veiligheidsraad, de Economische en Sociale Raad en andere VN-organen. Het Handvest machtigt hem, elke zaak die naar zijn mening de internationale vrede en veiligheid kan bedreigen onder de aandacht te brengen van de Veiligheidsraad. Enerzijds bakenen deze richtlijnen de bevoegdheden duidelijk af, anderzijds verschaft die brede taakomschrijving de Secretaris-Generaal een buitengewoon mandaat om actie te ondernemen. De Secretaris-Generaal zou tekortschieten als hij niet voldoende rekening hield met de bekommernissen en belangen van lidstaten, maar hij moet ook de waarden en het moreel gezag van de Verenigde Naties hooghouden, en zich uitspreken en optreden in het belang van de vrede, met af en toe het risico dat hij bij dezelfde lidstaten protest uitlokt of een meningsverschil creëert. Deze 'creatieve spanning' vergezelt de Secretaris-Generaal tijdens zijn dagelijkse werkzaamheden, die onder meer behelzen: het bijwonen van zittingen van VN-organen; overleg met wereldleiders, regeringsvertegenwoordigers, delegaties van maatschappelijke organisaties, het bedrijfsleven en anderen; en vele reizen om in contact te blijven met de inwoners van lidstaten en om op de hoogte te blijven van het brede spectrum van kwesties van internationaal belang op de agenda van de organisatie. De Secretaris-Generaal publiceert jaarlijks een verslag dat het werk van de VN evalueert en toekomstige prioriteiten uitzet. Een van de belangrijkste taken van Secretaris-Generaal is het verlenen van zijn 'goede diensten' – initiatieven die hij op basis van zijn onafhankelijkheid, onpartijdigheid en onkreukbaarheid in het openbaar of achter gesloten deuren ontplooit om het ontstaan, escaleren of uitbreiden van internationale geschillen te voorkomen. Sinds zijn aantreden als Secretaris-Generaal heeft Kofi Annan in tal van situaties zijn goede diensten aangewend, onder meer in Cyprus, OostTimor, Irak, Libië, het Midden-Oosten, Nigeria en de Westelijke Sahara. Om zijn ambt gestalte te geven houdt iedere Secretaris-Generaal ook rekening met de bijzondere context van het tijdsgewricht waarin hij zijn ambt vervult. Zo richtte Kofi Annan zijn inspanningen op: Hervormingen. Kort na zijn aantreden als Secretaris-Generaal stelde Kofi Annan een pakket voor met verstrekkende hervormingsmaatregelen om de Verenigde Naties te helpen met haar tijd mee te gaan en zich aan te passen aan een nieuw tijdperk van mondiale aangelegenheden. Hervormingsmaatregelen die vallen binnen de bevoegdheden van de SecretarisGeneraal zelf, zijn grotendeels doorgevoerd of op gang gebracht. Die maatregelen betreffen zowelde administratie– o.a. ingrijpende inspanningen om het interne bestuur op een hoger peil te brengen – als de VN in ruimere zin, met bijzondere nadruk op een krachtdadiger en doeltreffender respons van de VN op de almaar groeiende eisen aan haar adres, voornamelijk waar het om ontwikkeling en vredesoperaties. Een nieuwe functie van Vice-Secretaris-Generaal werd gecreëerd om de Secretaris-Generaal bij te staan bij de uitoefening van de hem toevertrouwde taken. De eerste die dit ambt bekleedt is Louise Fréchette, die voor haar benoeming in 1998 Canadees vice-minister van Defensie was. Aan het begin van zijn tweede ambtstermijn stelde de Secretaris-Generaal nog een ander hervormingsprogramma voor – Strengthening the United Nations: An agenda for further change – dat beoogt het werk van de Organisatie beter af te stemmen op de prioriteiten die zijn opgesomd in de Millenniumverklaring, die de lidstaten in september 2000 hadden aanvaard. Dit ‘pakket’ stelt ook verregaande veranderingen voor in de dienstverlening van het Secretariaat aan de lidstaten, en gaf het startsein aan een Panel van Prominenten voor een analyse van de betrekkingen van de Organisatie met NGO's, parlementsleden, fondsen en stichtingen, en met het bedrijfsleven, met de opdracht om op dat gebied voorstellen tot verbetering te formuleren. [inzet blz. 16] Voormalige Secretarissen-Generaal Het Handvest bepaalt dat de Secretaris-Generaal wordt benoemd door de Algemene Vergadering op aanbeveling van de Veiligheidsraad. De voorgangers van Kofi Annan waren: Boutros Boutros Ghali (Egypte) die het ambt bekleedde van januari 1992 tot december 1996. Javier Pérez de Cuellar (Peru) was Secretaris-Generaal van januari 1982 tot december 1991. Kurt Waldheim (Oostenrijk) stond van januari 1972 tot december 1981 aan het hoofd van de VN. Oe Thant (Birma, nu Myanmar) werd in november 1961 tot plaatsvervangend Secretaris-Generaal benoemd en vervulde de functie officieel van november 1962 tot december 1971. Dag Hammarskjöld (Zweden) bekleedde de functie van april 1953 tot zijn dood bij een vliegtuigongeluk in Afrika in 1961. Trygve Lie (Noorwegen) tenslotte, diende als de eerste Secretaris-Generaal van 1946 tot 1952, het jaar waarin hij zijn functie neerlegde. [einde inzet] De Algemene Vergadering bekijkt intussen nog verdere institutionele veranderingen die binnen haar bevoegdheden liggen, waaronder de omvang en samenstelling van de Veiligheidsraad, methoden voor de financiering van de Organisatie en methoden om te komen tot een grotere samenhang binnen het bredere VN-stelsel van gespecialiseerde organisaties. Afrika. De Secretaris-Generaal vraagt blijvende aandacht voor Afrika en poogt internationale steun te verkrijgen voor Afrika's inspanningen bij het opbouwen van een toekomst in het teken van vrede en een hoger ontwikkelingsniveau. Zijn visie daarop is verwoord in een rapport uit 1998 getiteld The causes of conflict and the promotion of durable peace and sustainable development in Africa. Dit document bevat een uitgebreid pakket van 'realistische en haalbare' maatregelen om politieke spanningen en geweld binnen en tussen Afrikaanse staten terug te dringen en om de kernproblemen bij de ontwikkeling – zoals de schuldenlast, een gebrekkig openbaar bestuur en de verspreiding van ziekten als aids – aan te pakken. Ook heeft hij het Bureau van de Speciale Adviseur inzake Afrika (OSAA) ingesteld voor de bevordering en coördinatie van een organisatiebrede respons van de Verenigde Naties ter ondersteuning van de ontwikkeling van Afrika – in het bijzonder de tenuitvoerlegging van het Nieuwe Partnerschap voor de Ontwikkeling van Afrika (NEPAD). Vredesoperaties. De jaren negentig gaven een plotselinge toename te zien van het aantal VN-vredesoperaties. Ook was er sprake van aanzienlijke veranderingen in de aard van de conflicten zelf. Zo zag de wereld een afname van wrijvingen tussen staten en een toename in aantal en gewelddadigheid van geschillen binnen staten. Problemen bij het vinden van passende antwoorden op deze ingewikkelde humanitaire noodsituaties, brachten de Secretaris-Generaal ertoe alles in het werk te stellen om de VN optimaal uit te rusten – militair, financieel en politiek – om desgevraagd adequate vredesoperaties te kunnen organiseren. Naast de al in het hervormingsplan vervatte maatregelen, gaven drie belangrijke rapporten een nadere invulling aan deze bekommernis. Het eerste, opgesteld op verzoek van de Algemene Vergadering en in 1999 door de Secretaris-Generaal ingediend, handelt over de gruweldaden die in 1995 werden gepleegd tegen de Bosnische moslimbevolking in het 'veilige gebied' Srebrenica. Het tweede, waartoe opdracht werd gegeven door de Secretaris-Generaal en dat tevens in 1999 verscheen, was een onafhankelijk onderzoek, onder leiding van de Zweedse ex-premier Ingvar Carlsson, naar het optreden van de VN tijdens de volkerenmoord in Rwanda van 1994. Het derde rapport, een initiatief van de Secretaris-Generaal uit 2000, betrof een uitvoerige analyse van de VN-activiteiten in het kader van vrede en veiligheid. Dit document werd opgesteld door een gezaghebbende commissie die werd benoemd door de Secretaris-Generaal en voorgezeten door de voormalige minister van Buitenlandse Zaken van Algerije, Lakhdar Brahimi. Dit rapport, dat op basis van de twee voorgaande rapporten beoogt te komen tot conclusies voor de toekomst, bevat zeer uiteenlopende aanbevelingen voor het Secretariaat en de lidstaten, in het bijzonder voor de staten die zetelen in de Veiligheidsraad. De realisatie van veel van deze voorstellen heeft ertoe bijgedragen dat de Organisatie nu beter in staat is om complexe vredesoperaties op te zetten en te sturen, al zullen deze verbeteringen pas op termijn hun volledige waarde bewijzen. [inzet blz. 18] De Verenigde Naties als katalysator voor verandering In het Millenniumrapport* – Wij, de volken: de rol van de Verenigde Naties in de 21ste eeuw – stelt Secretaris-Generaal Kofi Annan dat de huidige spelers op het wereldtoneel niet alleen staten zijn: het bedrijfsleven, NGO’S en multilaterale instellingen werken steeds nauwer samen met regeringen om op basis van consensus te komen tot oplossingen voor wereldomspannende problemen. De VN moet er niet naar streven om de rol van die mondiale actoren over te nemen, maar om een doeltreffender katalysator te worden voor verandering en voor samenwerking tussen die spelers, door wereldwijd gezamenlijke actie te stimuleren. De Secretaris-Generaal beveelt actie aan op de volgende terreinen: Inventarisatie van de voornaamste sterke punten van de VN. De Organisatie ontleent haar invloed niet aan macht, maar aan de waarden die zij vertegenwoordigt, aan haar rol bij het bepalen en uitdragen van mondiale normen, aan haar vaardigheid om wereldwijde bezorgdheid en actie te stimuleren, en ook aan het vertrouwen dat zij inboezemt met haar daadwerkelijke optreden om het bestaan van mensen te verbeteren. De Verenigde Naties moet voortbouwen op die sterke punten en zich tegelijkertijd aanpassen wil zij niet alleen doeltreffend kunnen handelen, maar ook aanspraak maken op een onbetwiste legitimiteit. Ook moet de Organisatie haar relaties met maatschappelijke organisaties en het bedrijfsleven verbreden. Netwerken in het teken van de vrede. De Verenigde Naties moet formele instellingen aanvullen met informele beleidsnetwerken, en wel door internationale instanties, maatschappelijke organisaties, het bedrijfsleven en regeringen samen te brengen, om gezamenlijk te werken aan gemeenschappelijke doelstellingen. Digitale bruggen slaan. De VN moet maximaal gebruikmaken van de nieuwe informatietechnologie om efficiënter te worden en om de wisselwerking met de rest van de wereld te verbeteren. De stille revolutie bespoedigen. De VN heeft structurele hervormingen nodig en een duidelijker consensus onder haar leden over de prioriteiten. Om zowel staten als mensen beter te dienen, moet de Verenigde Naties 'doeltreffender en doelmatiger worden en meer openstaan voor de volkeren in de wereld'. Het Millenniumrapport werd uitgegeven ter voorbereiding van de Millenniumtop, de grootste bijeenkomst van staatshoofden en regeringsleiders ooit. Tijdens de topconferentie, die van 6 tot 8 september 2000 plaatshad op het VN-hoofdkantoor, voorzagen de wereldleiders de organisatie van duidelijke richtlijnen voor de 21ste eeuw. De Millenniumverklaring, die unaniem werd aanvaard, stipuleert een reeks concrete doelstellingen en specifieke streefdoelen, aan de hand waarvan de internationale gemeenschap de centrale uitdaging kan aangaan: ervoor zorgdragen dat de mondialisering een positieve kracht wordt voor allen * Het ‘Millenniumrapport’ Wij, de volken: de rol van de Verenigde Naties in de 21ste eeuw. Verenigde Naties, 2000, ISBN 92-1-100844-1, E.00I.16. Het rapport is ook te raadplegen op www.un.org/millennium/sg/report [einde inzet blz. 18] Global Compact. In 1999 presenteerde de Secretaris-Generaal tijdens het Wereldeconomieforum in het Zwitserse Davos een ‘Global Compact’ (of Mondiaal Pact) om het bedrijfsleven te bewegen zich samen met VNorganisaties, regeringen, arbeidsorganisaties en NGO’s te scharen achter negen universeel erkende principes op het gebied van mensenrechten, arbeid en milieu. Het Global Compact is snel gegroeid sinds de officiële introductie ervan in juli 2000, toen 50 ondernemingen hun steun toezegden. In juni 2004 telde het netwerk van deelnemers wereldwijd bijna 1500 bedrijven, internationale vak- en branche-organisaties en tientallen maatschappelijke instanties. Het Pact heeft inmiddels draagvlak gekregen in meer dan 70 landen, voor het merendeel ontwikkelingslanden. Het heeft aanleiding gegeven tot tientallen projecten en initiatieven, waaronder een project dat beoogt zakendoen en investeren in de minst ontwikkelde landen te stimuleren. Ook ligt er een afspraak tussen de Internationale Werkgeversorganisatie (IOE) en het Internationaal Verbond van Vrije Vakverenigingen (ICTFU) om samen te werken in de strijd tegen HIV en aids. HIV/aids. In april 2001 plaatste de Secretaris-Generaal een oproep – een ‘Call to Action’ – om de strijd aan te binden tegen de HIV/aids-epidemie; hij noemde die strijd zijn persoonlijke prioriteit. Hij suggereerde de opzet van een wereldomspannende aids- en gezondheidsfonds – het Global AIDS and Health Fund – als mechanisme voor het kanaliseren van een deel van de extra uitgaven die nodig zijn om ontwikkelingslanden te helpen bij hun strijd tegen de aidscrisis. Het Fonds - algemeen bekend als Wereldaidsfonds – ging van start in 2002. Begroting van de Verenigde Naties De gewone of reguliere begroting van de Verenigde Naties wordt tweejaarlijks goedgekeurd door de Algemene Vergadering. De begroting wordt eerst ingediend door de Secretaris-Generaal en beoordeeld door het Adviescomité voor administratieve en budgettaire aangelegenheden, dat bestaat uit 16 deskundigen die zijn voorgedragen door hun regeringen en verkozen door de Algemene Vergadering, maar handelen uit eigen hoofde. De programmatische begrotingsaspecten worden beoordeeld door het Comité voor programma en coördinatie, dat bestaat uit 34 deskundigen die zijn verkozen door de Algemene Vergadering en die de standpunten van hun regeringen vertegenwoordigen. Het goedgekeurde budget voor het biënnium 2004-2005 bedraagt 3,16 miljard dollar – in reële termen een nulgroei ten opzichte van de tweejaarsbegroting 2002-2003. De begroting omvat de kosten van VN-programma's voor politieke aangelegenheden, internationale rechtspraak, internationale ontwikkelingssamenwerking, publieksvoorlichting, mensenrechten en humanitaire aangelegenheden. De contributies van de lidstaten zijn de voornaamste bron van inkomsten voor de begroting. Die bijdragen worden berekend op basis van een schaal die de Vergadering vaststelt op aanbeveling van de Commissie voor de contributies, die bestaat uit 18 deskundigen – voorgedragen door de Vijfde Commissie (administratieve zaken en begroting) en verkozen door de Algemene Vergadering – die uit eigen hoofde optreden. De hoogte van de bijdrage van lidstaten wordt berekend naar draagkracht. Die wordt bepaald op basis van het BBP (bruto binnenlands product) met inachtneming van een aantal factoren, zoals het inkomen per hoofd van de bevolking. De Commissie voert om de drie jaar een volledige herziening door van de aanslagvoet, op basis van de meest recente economische statistieken per land, en ziet er zo op toe dat de bijdragen eerlijk en nauwkeurig worden berekend. In 2000 stelde de Vergadering de maximumbijdrage voor een staat vast op 22% van de begroting. De algemene financiële situatie van de Verenigde Naties is al verscheidene jaren zorgwekkend omdat veel lidstaten hun bijdragen niet tijdig of volledig betalen. De VN is erin geslaagd te blijven opereren dankzij vrijwillige bijdragen van een aantal landen en ook dankzij het Fonds voor het Werkkapitaal (waarin lidstaten van tevoren een bepaald percentage van hun contributie storten) en door geld te lenen van vredesoperaties. Op 31 december 2003 beliep het bedrag aan achterstallige bijdragen van lidstaten voor de gewone begroting bijna 442 miljoen dollar. Van de 191 aangeslagen lidstaten hadden er 127 op 31 december 2003 hun contributie voor het gewone programma geheel voldaan. De overige 64 waren op dat moment hun statutair bepaalde verplichtingen jegens de Organisatie niet nagekomen. Naast het reguliere budget worden lidstaten ook aangeslagen voor de kosten van de internationale tribunalen en – op basis van een andere basisverdeelsleutel – voor de kosten van VN-vredesoperaties. In 1995 bereikten de kosten voor vredesoperaties een piek van 3 miljard dollar, hoofdzakelijk veroorzaakt door het oplopen van de uitgaven voor operaties in Somalië en het voormalige Joegoslavië. In 1999 waren die kosten weer gedaald tot 889 miljoen dollar. Eind 2001 waren de jaarlijkse kosten voor VNvredesoperaties weer gestegen tot iets meer dan 3 miljard dollar – onder invloed van nieuwe en grootschalige missies in Kosovo, Oost-Timor (nu Timor-Leste), Sierra Leone, de Democratische Republiek Kongo (Kongo Kinshasa) en in Eritrea en Ethiopië. Op 1 juli 2003 beliepen de goedgekeurde begrotingen tot 1 juli 2004 net niet 2,2 miljard dollar. Per 31 december 2003 bedroegen de niet-betaalde bijdragen voor vredesoperaties bijna 1,1 miljard dollar. Het uitblijven van de betaling van bijdragen moest de VN compenseren door betalingen aan regeringen die troepen, uitrusting en logistieke ondersteuning hadden geleverd uit te stellen, wat een onbillijke last legde op deze staten. De fondsen en programma's van de VN – waaronder het Kinderfonds UNICEF, het VN-Ontwikkelingsprogramma UNDP en de Hoge Commissaris voor de Vluchtelingen – opereren met afzonderlijke begrotingen. Het merendeel van hun middelen komt uit vrijwillige bijdragen van regeringen en van privépersonen; dit laatste geldt met name voor UNICEF. Ook de gespecialiseerde organisaties werken met eigen begrotingen, aangevuld met vrijwillige bijdragen van staten. DE VN-FAMILIE VAN ORGANISATIES (www.unsystem.org) De VN-familie van organisaties (het 'VN-systeem') bestaat uit het Secretariaat van de Verenigde Naties, de VN-programma's en -fondsen (zoals UNICEF en UNDP), de gespecialiseerde organisaties (zoals UNESCO en WHO) en verwante organisaties. De programma's en fondsen zijn hulporganen van de Algemene Vergadering. De gespecialiseerde organisaties zijn krachtens specifieke verdragen met de VN verbonden en rapporteren aan de Economische en Sociale Raad en/of aan de Algemene Vergadering. De verwante organisaties – waaronder IAEA en de Wereldhandelsorganisatie – zijn actief op gespecialiseerde terreinen en beschikken over eigen wetgevende organen en eigen begrotingen. Samen bestrijken de organisaties van het VN-stelsel alle aandachtsgebieden van het economische en sociale domein. De Coördinatieraad van Hoofddirecteuren binnen het VN-systeem (CEB). De CEB – vroeger het Administratief Comité voor Coördinatie (ACC) genoemd – vertegenwoordigt het hele VN-systeem. De leden van de CEB zijn de hoofden van het dagelijks bestuur van 27 organisaties: de VN-fondsen en -programma’s, de gespecialiseerde en de verwante organisaties. De CEB beoogt een doeltreffender coördinatie binnen het VN-stelsel bij het nastreven van de gemeenschappelijke doelen van de lidstaten in een breed spectrum van vraagstukken. De CEB wordt voorgezeten door de Secretaris-Generaal en komt tweemaal per jaar bijeen om zich te buigen over inhoudelijke en bestuurlijke kwesties waarvoor het VN-stelsel zich geplaatst ziet. De werkzaamheden worden deels uitgevoerd door hulporganen, die zich elk toeleggen op een specifiek aspect van de coördinatie binnen het systeem. (Zie: http://ceb.unsystem.org) Het Secretariaat van de Verenigde Naties (www.un.org/documents/st) Het Secretariaat van de VN telt negen afdelingen en bureaus die hieronder worden beschreven. Het Uitvoerend Bureau van de Secretaris-Generaal, bestaande uit de Secretaris-Generaal en zijn belangrijkste adviseurs, formuleert het algemeen beleid en staat in voor het dagelijks bestuur van de Organisatie. Het hoofdkantoor van het Secretariaat bevindt zich in New York en daarnaast zijn er bureaus in alle delen van de wereld. Drie belangrijke operationele centra zijn verder Genève, Wenen en Nairobi. Het Bureau van de VN in Genève (UNOG), onder leiding van Directeur-Generaal Sergei Aleksandrovitsj Ordzonikidze (Russische Federatie), is een centrum voor diplomatiek overleg tijdens conferenties en voorts een forum voor ontwapeningsvraagstukken en mensenrechten. Het Bureau van de VN in Wenen (UNOV), waar Directeur-Generaal Antonio Maria Costa (Italië) aan het hoofd staat, is de hoofdzetel voor activiteiten op het gebied van internationale drugsbestrijding, misdaadpreventie en strafrecht, van het vreedzaam gebruik van de extra-atmosferische ruimte en van het internationaal handelsrecht. Het Bureau van de VN in Nairobi (UNON), geleid door Directeur-Generaal Klaus Töpfer (Duitsland) is het hoofdkwartier voor activiteiten op het gebied van milieu en menselijke nederzettingen. Bureau voor Intern Toezicht (OIOS) (www.un.org/Depts/oios) Onder-secretaris-generaal: Dileep Nair (Singapore) Het Bureau voor Intern Toezicht staat in voor onpartijdige, deskundige en tijdige interne audits. Daaronder vallen ook toezicht, inspectie en evaluatie, evenals dienstverlening inzake managementadvies en opsporing. Het OIOS beoogt veranderingen te bewerkstelligen ter bevordering van een verantwoord beheer van middelen, een cultuur van verantwoordelijksheidszin en transparantie, en beter functionerende programma’s. OIOS houdt zich bezig met: toezicht op en beoordeling van de doelmatigheid en doeltreffendheid bij het uitvoeren van programma's en het uitoefenen van mandaten; uitgebreide interne audits; inspecties bij programma's en organisatorische eenheden; onderzoek van rapporten over wanbeheer en wangedrag; advies aan programmabeheerders om hen te helpen meer en betere resultaten te boeken; toezicht op de implementatie van aanbevelingen die voortspruiten uit audits, beoordelingen, inspecties en onderzoeken. OIOS bestrijkt het Secretariaat en de grotere vredesoperaties en humanitaire acties, en biedt steun aan diverse operationele programma's en fondsen. Bij het OIOS zijn 172 ambtenaren werkzaam en het bureau werkt met een budget van ongeveer 20 miljoen dollar. Sinds 1994 heeft het bureau binnen de Organisatie fraude en verspilling voor een totaalbedrag van 250 miljoen dollar aan het licht gebracht. De Onder-Secretaris-Generaal voor Intern Toezicht wordt na goedkeuring door de Algemene Vergadering benoemd door de Secretaris-Generaal voor een periode van vijf jaar. Deze termijn kan niet worden verlengd. [inzet: organogram van de VN blz. 22 en 23] STRUCTUUR VAN HET SYSTEEM VAN DE VERENIGDE NATIES Hoofdorganen van de Verenigde Naties TRUSTSCHAPSRAAD VEILIGHEIDSRAAD HULPORGANEN Generale Staf-Comié Permanente Comités en ad hoc-organen Internationaal Tribunaal voor het voormalige Joegoslavië Internationaal Tribunaal voor Rwanda VN-Commissie voor Toezicht, Verificatie en Inspectie in Irak (UNMOVIC) Compensatiecommissie van de VN Vredesoperaties en -missies ALGEMENE VERGADERING HULPORGANEN Hoofdcommissies Overige zittinggebonden commissies Permanente commissies en ad hoc-comités Overige hulporganen PROGRAMMA'S EN FONDSEN UNCTAD VN-Conferentie inzake Handel en Ontwikkeling ITC Internationaal Handelscentrum (UNCTAD/WTO) UNDCP Internationaal Drugscontroleprogramma van de Verenigde Naties 1) UNEP Milieuprogramma van de VN UNICEF Kinderfonds van de Verenigde Naties UNDP VN-Ontwikkelingsprogramma UNIFEM VN-Ontwikkelingsfonds voor Vrouwen UNV Vrijwilligers van de VN UNCDF Kapitaalontwikkelingsfonds van de VN UNFPA Bevolkingsfonds van de VN UNHCR Bureau van de Hoge Commissaris van de Verenigde Naties voor Vluchtelingen WFP Wereldvoedselprogramma UNRWA VN-Agentschap voor hulp aan Palestijnse vluchtelingen in het Nabije Oosten UN-HABITAT VN-Programma voor Menselijke Nederzettingen (UNHSP) ONDERZOEKS- EN OPLEIDINGSINSTELLINGEN UNICRI Interregionaal Crimineel en Juridisch Onderzoeksinstituut van de VN UNITAR VN-Instituut voor Opleiding en Onderzoek UNRISD VN-Onderzoeksinstituut voor Sociale Ontwikkeling UNIDIR VN-Onderzoeksinstituut voor Ontwapeningsvraagstukken 2) INSTRAW Internationaal Onderzoeks- en Opleidingsinstituut voor de Bevordering van Vrouwen OVERIGE VN-INSTANTIES OHCHR Bureau van de Hoge Commisaris voor de Mensenrechten UNOPS Het VN-Bureau voor Projectondersteunende Diensten UNU Universiteit van de VN UNSSC Leergangen voor personeel van het VN-systeem UNAIDS Gezamenlijk VN-Programma inzake HIV en Aids ECONOMISCHE EN SOCIALE RAAD FUNCTIONELE COMMISSIES Commissies voor: Mensenrechten Verdovende Middelen Misdaadpreventie en Strafrecht Wetenschap en Technologie voor Ontwikkeling Duurzame Ontwikkeling de Status van Vrouwen Bevolking en Ontwikkeling Commissie voor Sociale Ontwikkeling Commissie voor Statistiek REGIONALE COMMISSIES Economische Commissie voor Afrika (ECA) Economische Commissie voor Europa (ECE) Economische Commissie voor Latijns-Amerika en het Caribisch Gebied (ECLAC) Economische en Sociale Commissie voor Azië en de Stille Oceaan (ESCAP) Economische en Sociale Commissie voor West-Azië (ESCWA) OVERIGE ORGANEN Permanent forum voor inheemse vraagstukken (PFII) Forum van de VN voor het bosbehoud Zittinggebonden en permanente commissies Organen van deskundigen, ad hoc-comités en verbonden organen VERBONDEN ORGANISATIES WTO Wereldhandelsorganisatie 3) IAEA Internationaal Agentschap voor Atoomenergie 4) CTBTO PREP. COM. Voorbereidende Commissie voor de Organisatie voor het Verdrag betreffende het verbod van kernproeven (CTBTO) 5) OPCW Organisatie voor het verbod op chemische wapens 5) GESPECIALISEERDE ORGANISATIES ILO Internationale Arbeidsorganisatie FAO Voedsel- en Landbouworganisatie van de Verenigde Naties UNESCO Organisatie van de Verenigde Naties voor Onderwijs, Wetenschap en Cultuur WHO Wereldgezondheidsorganisatie WERELDBANKGROEP IBRD Internationale Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling IDA Internationale Ontwikkelingsassociatie IFC Internationale Financieringsmaatschappij MIGA Agentschap voor Multilaterale Garanties op Investeringen ICSID Internationaal Centrum voor de Regeling van Investeringsgeschillen IMF Internationaal Monetair Fonds ICAO Organisatie voor de Internationale Burgerluchtvaart IMO Internationale Maritieme Organisatie ITU Internationale Telecommunicatie Unie UPU Wereldpostunie WMO Wereld Meteorologische Organisatie WIPO Wereldorganisatie voor Intellectuele Eigendom IFAD Internationaal Fonds voor Landbouwontwikkeling UNIDO Organisatie van de Verenigde Naties voor Industriële Ontwikkeling WTO Wereld Toerisme Organisatie 6) INTERNATIONAAL GERECHTSHOF SECRETARIAAT AFDELINGEN EN BUREAUS OSG Bureau van de Secretaris-Generaal OIOS Bureau voor Intern Toezicht OLA Bureau Juridische Zaken DPA Departement Politieke Aangelegenheden DDA Departement Ontwapeningsaangelegenheden DPKO Departement Vredesoperaties OCHA Bureau voor de Coördinatie van Humanitaire Aangelegenheden DESA Departement Economische en Sociale Aangelegenheden DGACM Departement voor de Algemene Vergadering en Conferentiebeheer DPI Departement Publieksinformatie DM Departement Managementzaken OHRLLS Bureau van de Hoge Vertegenwoordiger voor de minst ontwikkelde landen, ontwikkelingslanden zonder zeehavens en kleine eilandstaten in ontwikkeling UNSECOORD Bureau van de Veiligheidscoördinator van de VN UNODC Bureau van de VN voor Drugs en Criminaliteit UNOG Bureau van de VN in Genève UNOV Bureau van de VN in Wenen UNON Bureau van de VN in Nairobi Noten: Ononderbroken pijlen vanuit een hoofdorgaan duiden op relatie van rechtstreekse rapportage; stippellijnen geven aan dat er sprake is van een niet ondergeschikte relatie. 1) UNDCP maakt deel uit van het VN-Bureau voor Drugs en Criminaliteit. 2) UNRWA en UNIDIR rapporteren alleen aan de Algemene Vergadering (AV). 3) De Wereldhandelsorganisatie en de Wereld Toerisme Organisatie bezigen dezelfde afkorting. 4) IAEA rapporteert aan de Veiligheidsraad en de AV. 5) CTBTO Prep.Com. en OPCW rapporetern aan de AV. 6) Gespecialiseerde organisaties zijn autonome organisaties die met de Verenigde Naties en onderling samenwerken via het coördinatiesysteem van de Economische en Sociale Raad op intergouvernementeel niveau; in de context van het Secretariaat werken zij samen via de Coördinatieraad van Hoofddirecteuren (CEB). [einde inzet blz. 22 en 23] [inzet blz. 24 – legenda bij kaart vlnr en vbnb] De voornaamste vestigingen van de Verenigde Naties in de wereld New York VN-hoofdkantoor OHRLLS UNDP UNFPA UNICEF Montreal ICAO Parijs UNESCO Londen IMO Den Haag IGH Bern UPU Wenen IAEA UNIDO UNODC Rome FAO IFAD WFP Beiroet ESCWA Madrid WTO (toerisme) Tokio UNU Washington IMF Wereldbankgroep Santo Domingo INSTRAW Bangkok ESCAP Santiago ECLAC Genève ECE ILO ITU OHCHR UNCTAD UNHCR WHO WIPO WMO WTO (handel) Nairobi UN-HABITAT UNEP Addis Abeba ECA Gaza/Amman UNRWA Kaart nr. 4218(E) UNITED NATIONS – april 2004 Departement Vredesoperaties, sectie Cartografie [einde inzet blz. 24] Bureau voor Juridische Aangelegenheden (OLA) (http://untreaty.un.org/ola-internet/olahome.html) Onder-Secretaris-Generaal en Juridisch Adviseur: Nicolas Michel (Zwitserland) (per 16-08-2004) Het Bureau voor Juridische Aangelegenheden (OLA) is de centrale juridische dienst van de VN. Het geeft juridisch advies aan de Secretaris-Generaal, aan de afdelingen en bureaus van het Secretariaat, en aan de hoofd- en hulporganen van de Organisatie op het gebied van internationaal publiek- en privaatrecht. Het bureau vervult juridisch-inhoudelijke en secretariaatstaken voor juridische organen die zich bezighouden met internationaal publiekrecht, zeerecht en internationaal handelsrecht. Ook vervult OLA taken die op grond van artikel 102 van het Handvest en het Statuut van het Internationaal Gerechtshof vallen onder de bevoegdheid van de Secretaris-Generaal. OLA behandelt verder juridische kwesties in verband met de internationale vrede en veiligheid, met de juridische status, voorrechten en immuniteiten van de Verenigde Naties, en met de geloofsbrieven en vertegenwoordigingen van lidstaten. OLA maakt ontwerpen voor internationale verdragen en akkoorden, huishoudelijke reglementen voor VN-instellingen en -conferenties, en andere juridische teksten; het verstrekt juridische diensten en adviezen inzake kwesties van internationaal-privaatrechtelijke en bestuursrechtelijke aard, en inzake VNresoluties en -reglementeringen. Ook biedt het Bureau secretariaatsondersteuning aan de Zesde Commissie van de Algemene Vergadering, de Commissie voor Internationaal Recht, de Commissie voor Internationaal Handelsrecht, aan de organen die zijn ingesteld door het Zeerechtverdrag van de VN, aan het Administratief Tribunaal van de VN en aan andere juridische instanties. Voorts neemt het de verantwoordelijkheden van de Secretaris-Generaal op zich inzake de registratie en publicatie van verdragen en inzake diens verantwoordelijkheden als depositaris van multilaterale verdragen. OLA staat onder leiding van de Juridisch Adviseur, die de Secretaris-Generaal vertegenwoordigt op vergaderingen en conferenties van juridische aard en bij gerechtelijke en scheidsrechterlijke procedures. Voorts certifieert hij namens de Verenigde Naties uitgevaardigde juridische instrumenten, roept hij vergaderingen van de Juridisch Adviseurs van het VN-systeem bijeen en vertegenwoordigt hij de Verenigde Naties bij dergelijke bijeenkomsten; Departement Politieke Aangelegenheden (DPA) (www.un.org/Depts/dpa) Onder-Secretaris-Generaal: Kieran Prendergast (Verenigd Koninkrijk) Het Departement Politieke Aangelegenheden (DPA) steunt en adviseert de Secretaris-Generaal in alle politieke kwesties die hij ontmoet bij de uitoefening van zijn taken op het gebied van de handhaving en het herstel van de internationale vrede en veiligheid, die hem krachtens het Handvest toekomen. De taken van DPA betreffen met name: ● het volgen, analyseren en beoordelen van politieke ontwikkelingen in de wereld; ● het inventariseren van mogelijke of bestaande conflicten, ter beteugeling of oplossing waarvan de VN een nuttige rol zou kunnen vervullen; ● de Secretaris-Generaal in dergelijke gevallen aanbevelingen doen omtrent gepaste actie en instaan voor de uitvoering van goedgekeurd beleid; ● de Secretaris-Generaal bijstaan in de ontplooiing van politieke activiteiten – waartoe door hemzelf, de Algemene Vergadering en de Veiligheidsraad is besloten – zoals preventieve diplomatie en initiatieven gericht op het herstellen, handhaven en bevorderen van de vrede; ● de Secretaris-Generaal adviseren aangaande verzoeken van lidstaten om bijstand bij verkiezingen en het coördineren van programma's die in aansluiting daarop worden opgesteld; ● de Secretaris-Generaal adviseren en ondersteunen in verband met de politieke aspecten van zijn relaties met lidstaten; ● diensten verlenen aan de Veiligheidsraad en zijn hulporganen, evenals aan de Adviescommissie van UNRWA en aan het Speciale Comité van 24 inzake dekolonisatie. Het hoofd van het Departement – de Onder-secretaris-generaal voor Politieke Aangelegenheden – overlegt en onderhandelt namens de Secretaris-Generaal over het vreedzaam beslechten van geschillen en treedt op als het centrale aanspreekpunt voor activiteiten van de Verenigde Naties inzake vredesherstel, conflictpreventie en assistentie bij verkiezingen. Departement Ontwapeningsaangelegenheden (DDA) (http://disarmament.un.org) Onder-Secretaris-Generaal: Nobuyasu Abe (Japan) Het Departement voor Ontwapeningsaangelegenheden (DDA) streeft naar nucleaire ontwapening en non-proliferatie van kernwapens, en naar krachtiger ontwapeningsregimes in verband met andere massavernietigingswapens, zoals chemische en biologische wapens. Ook bevordert DDA ontwapening op het vlak van conventionele wapens, met name in het licht van het Actieprogramma van 2001 inzake de illegale handel in kleine wapens – de wapens bij uitstek in hedendaagse conflicten. Dit omvat programma’s voor het inzamelen van wapens en het beheer van de zo gecreëerde wapendepots, evenals de ontwapening en demobilisatie van voormalige strijdende partijen en hun herintegratie in de burgersamenleving. Ook maakt het DDA zich sterk voor het inperken van het gebruik van antipersoneelsmijnen en voor hun uiteindelijke opruiming. Het Departement verricht via de Eerste Commissie van de Algemene Vergadering (ontwapening), de Ontwapeningsconferentie en andere organen veel inhoudelijk en administratief werk bij het vaststellen van normen op het gebied van ontwapening. Het stimuleert preventieve ontwapeningsmaatregelen door middel van overleg en door het bevorderen van transparantie en vertrouwenwekkende initiatieven op militair gebied (zoals het VN-Register van conventionele wapens) en van standaardprocedures bij de rapportage over militaire uitgaven. Ook moedigt DDA regionale ontwapeningsinspanningen aan, met o.m. kernwapenvrije zones en regionale en subregionale transparantieregels. Ook voorziet DDA in informatie en ondersteunt het educatieve initiatieven rond de ontwapeningsinspanningen van de VN. Departement Vredesoperaties (DPKO) (www.un.org/Depts/dpko) Onder-Secretaris-Generaal: Jean-Marie Guéhenno (Frankrijk) Het Departement Vredesoperaties (DPKO) is verantwoordelijk voor het bijstaan van lidstaten en de Secretaris-Generaal bij hun inspanningen om de internationale vrede en veiligheid te handhaven, te bewerkstellingen en te behouden. Dit doet het DPKO door VN-vredesoperaties te plannen, voor te bereiden en uit te voeren conform de mandaten verkregen van de lidstaten. DPKO: houdt zich bezig met de planning vooraf van mogelijke nieuwe operaties; ontwikkelt de praktische planning, methodiek en begrotingen voor zulke operaties zodra hiervoor een mandaat is gegeven; verzekert via onderhandelingen met lidstaten het civiel en militair personeel, de politiemensen, militaire eenheden, en de uitrusting en diensten die vereist zijn om het mandaat uit te voeren; voorziet in de logistieke en administratieve ondersteuning van eenmaal gemandateerde operaties en van politieke of humanitaire missies; voorziet in politieke en bestuurlijke begeleiding en ondersteuning van vredesoperaties; onderhoudt contacten met partijen bij conflicten en met de leden van de Veiligheidsraad over de uitvoering van besluiten van de Raad; maakt analyses van nieuwe problemen en best practices in verband met vredeshandhaving, en formuleert beleidslijnen en procedures in dat verband; coördineert alle VN-initiatieven inzake landmijnen, en ontwikkelt en ondersteunt actieprogramma's rond mijnen in het kader van vredesoperaties en noodsituaties. Het hoofd van de afdeling – de Onder-Secretaris-Generaal voor Vredesoperaties – geeft namens de Secretaris-Generaal leiding aan vredesoperaties, formuleert beleid en richtlijnen voor operaties, en adviseert de Secretaris-Generaal over alle zaken die verband houden met vredesoperaties en mijnopruiming. Bureau voor de Coördinatie van Humanitaire Aangelegenheden (OCHA) (www.reliefweb.int/ocha_ol) Onder-Secretaris-Generaal voor Humanitaire Aangelegenheden en Noodhulpcoördinator: Jan Egeland (Noorwegen), Het mandaat van het Bureau voor de Coördinatie van Humanitaire Aangelegenheden (OCHA) houdt in de versterking van de samenwerking tussen de verschillende VN-organen die hulp bieden in noodsituaties. Het Bureau zorgt voor afspraken tussen de organisaties van het Permanente Inter-Agency Comité van de VN over de verdeling van taken zoals het opzetten van samenwerkingsstructuren, het organiseren van missies ter beoordeling van de hulpbehoeften, het voorbereiden van gezamenlijke inzamelacties en de mobilisatie van hulpmiddelen. De sleuteltaken van de Noodhulpcoördinator zijn: - uitstippelen en coördineren van het beleid, waarbij hij er voor zorgt dat alle humanitaire aangelegenheden, ook kwesties die ergens in het niemandsland tussen de mandaten van de organisaties vallen, aan de orde worden gesteld; - het vestigen van de aandacht op humanitaire kwesties bij politieke organen, met name de Veiligheidsraad; - het coördineren van humanitaire noodhulp door te zorgen voor goede mechanismen om onmiddellijk te kunnen reageren bij rampen. Dit gebeurt door overleg in het Permanente Inter-Agency Comité (IASC), voorgezeten door de Noodhulpcoördinator. OCHA telt wereldwijd 375 medewerkers en werkt met een basisbegroting van 20,5 miljoen dollar. Departement Economische en Sociale Aangelegenheden (DESA) (www.un.org/esa/desa) Onder-Secretaris-Generaal: José Antonio Ocampo (Colombia) Het Departement voor Economische en Sociale Aangelegenheden (DESA) is actief op drie brede, onderling samenhangende gebieden. DESA verzamelt, verwerkt en analyseert een enorme hoeveelheid sociale, economische en milieugerelateerde gegevens over relevante aangelegenheden en trends. Deze analytische informatie dient ter onderbouwing van de beleidsvormingsprocessen bij de VN en staat ook ter beschikking van het brede publiek. DESA faciliteert onderhandelingen in de Algemene Vergadering en de Economische en Sociale Raad en zijn hulporganen, door lidstaten en andere deelnemers ondersteuning te verlenen bij het werken aan consensus bij punten van mondiale bezorgdheid op economisch en sociaal vlak. Ook adviseert DESA desgevraagd regeringen omtrent methoden en middelen om aan hun problemen op ontwikkelingsgebied tegemoet te komen – onder meer de ontwikkeling van nationale programma’s en activiteiten met het oog op het ondernemen van acties zoals overeengekomen tijdens de Millenniumtop, de Internationale Conferentie in Monterrey over Ontwikkelingsfinanciering, de Wereldtop over Duurzame Ontwikkeling, en andere economische, sociale en milieugebonden topconferenties in de wereld. DESA werkt op het gebied van duurzame ontwikkeling, gender-kwesties en de verbetering van de situatie van de vrouw, de analyse van ontwikkelingsbeleid, bevolkingsvraagstukken, statistiek, openbaar bestuur en ‘e-government’, en sociaal beleid en ontwikkeling. Nieuwe werkterreinen zijn o.m. de ondersteuning van het Permanent forum voor inheemse vraagstukken (PFII), de VN-task force voor informatie- en communicatietechnologie, en het VN-forum inzake bosbehoud. DESA werkt nauw samen met NGO’s en met andere spelers uit het maatschappelijk middenveld. Departement voor de Algemene Vergadering en Conferentiebeheer (DGACM) (www.un.org/Depts/DGACM) Onder-Secretaris-Generaal: Chen Jian (China) Het Departement voor de Algemene Vergadering en Conferentiebeheer (DGACM) biedt technische en secretariaats-ondersteuning aan de Algemene Vergadering, de Veiligheidsraad, de ECOSOC en aan hun respectieve commissies en hulporganen, evenals aan conferenties buiten het VNhoofdkantoor. Het DGACM is op het VN-hoofdkantoor verantwoordelijk voor de productie en uitgave van alle officiële documenten in het Arabisch, Chinees, Engels, Frans, Russisch en Spaans, en voorziet tijdens intergouvernementele bijeenkomsten in tolkdiensten vanuit en in deze talen. Voorts produceert het departement officiële rapporten en andere bescheiden van de Verenigde Naties. Het hoofd van het Departement – de Onder-Secretaris-Generaal voor de Algemene Vergadering en Conferentiebeheer – is verantwoordelijk voor de ontwikkeling en coördinatie van het beleid inzake het beheer van VNconferenties overal ter wereld. Hij adviseert de Voorzitter van de Algemene Vergadering over alle zaken in verband met de zitting en de werkzaamheden van de Algemene Vergadering, haar algemene commissies en hoofdcommissies. Departement Publieksinformatie (DPI) Onder-Secretaris-Generaal: Shashi Tharoor (India) De hoofdtaak van het DPI is: bij te dragen tot de uitvoering van de oogmerken van de VN door het publiek op strategische wijze informatie te verschaffen over de activiteiten en bekommernissen van de Organisatie. Dit om de VN te voorzien van een breed draagvlak bij het grote publiek om zo de doelstellingen van de Organisatie beter te kunnen realiseren. Het DPI gebruikt zogenaamde outreach-acties, informatiecampagnes, diensten met betrekking tot nieuws en speciale reportages, radio- en tv-programma’s, persberichten, publicaties, videodocumentaires en bijzondere evenementen om zijn boodschap over het voetlicht te brengen. Ook staat het DPI in voor de bibliotheekdiensten. Naast de centrale afdeling op de VN-hoofdzetel omvat het DPI wereldwijd 57 VNinformatiecentra en -diensten, een regionaal centrum (RUNIC) in Brussel, en acht VN-bureaus met een voorlichtingstaak. De Onder-Secretaris-Generaal voor Communicatie en Publieksvoorlichting – het hoofd van het departement – is verantwoordelijk voor het communicatie- en voorlichtingsbeleid van de VN. Hij staat ervoor in dat de Organisatie een gecoördineerde, accurate en transparante stroom informatie levert over haar verantwoordelijkheden en werkzaamheden, die zowel is gericht op de media als op maatschappelijke organisaties en het grote publiek. Het DPI omvat drie afdelingen. De afdeling Strategische Communicatie (SCD) ontwikkelt strategieën ter bevordering van de communicatie rond de prioriteiten van de Verenigde Naties en coördineert hun tenuitvoerlegging binnen het departement en het VN-stelsel als geheel. SCD ontwikkelt informatiedragers om de aandacht te vestigen op kernthema’s, met bijzondere aandacht voor de internationale media. Ook staat SCD in voor de programmatische en operationele ondersteuning van het mondiale netwerk van VN-informatiecentra, en voor de planning en uitvoering van het communicatiebeleid bij vredesoperaties. De afdeling Nieuws en Media (NMD) staat in voor de productie en distributie van nieuwsdragers en ander informatiemateriaal ten behoeve van de media in de hele wereld. NMD biedt logistieke ondersteuning aan journalisten die publiceren over de VN en zorgt via het VN-nieuwscentrum voor een voortdurende stroom van nieuws in zes talen op het internet. Ook verzorgt NMD de verslagen van VN-bijeenkomsten en -evenementen – met inbegrip van persberichten, directe tv-beelden en fotomateriaal – en ook produceert en verspreidt de NMD radio- en videoprogramma’s en nieuwsprogramma’s over de VN. Voorts produceert deze afdeling vaste, periodiek verschijnende VNpublicaties, zoals het onderhavige Handboek van de Verenigde Naties. De voornaamste bibliotheek van de VN – de Dag Hammarskjöld Library – maakt deel uit van de afdeling Publieksvoorlichting (of Outreach), evenals de secties van het departement die specifiek ten dienste staan van NGO’s en onderwijsinstellingen en de secties die de informatieproducten en -diensten op de markt brengen. De afdeling Outreach organiseert bijzondere evenementen en exposities over belangrijke VN-prioriteiten, organiseert een jaarlijks trainingsprogramma voor journalisten uit ontwikkelingslanden en ontwikkelt partnerschappen met organisaties uit de publieke en private sector ter ondersteuning van de doelstellingen van de Organisatie. Ook het verzorgen van rondleidingen op het VN-hoofdkantoor, de beantwoording van vragen uit het publiek en het leveren van sprekers over VN-aangelegenheden behoren tot de taken van deze afdeling. Tevens produceert men er het Yearbook of the United Nations en de UN Chronicle. Het Bureau van de Woordvoerder van de Secretaris-Generaal staat in voor de planning van de mediagebonden activiteiten van de Secretaris-Generaal en licht het beleid en de werkzaamheden van de VN toe voor de internationale media. De Woordvoerder verzorgt de dagelijkse briefing van journalisten over de activiteiten van de Secretaris-Generaal en over ontwikkelingen binnen het VNstelsel, met inbegrip van de Veiligheidsraad en andere hoofdorganen. Ook is hij het aanspreekpunt voor aangelegenheden die de straftribunalen, agentschappen, fondsen en programma’s aangaan. De Woordvoerder rapporteert direct aan de Secretaris-Generaal. Departement voor Managementaangelegenheden (DM) Onder-Secretaris-Generaal: mw. Catherine Bertini (Verenigde Staten) Het Departement voor Managementaangelegenheden (DM) ondersteunt alle afdelingen van het Secretariaat met strategische beleidsformules en managementondersteuning op drie terreinen: financiën, personeel en logistiek. Deze ressorteren respectievelijk onder de Bureaus voor Programmaplanning, Begroting en Boekhouding, voor Human Resources en voor Centrale Logistieke Diensten. DM is centraal bevoegd voor de formulering en implementatie van een adequaat bestuursbeleid op het Secretariaat, voor het sturen en opleiden van medewerkers van het Secretariaat; het beleid inzake programmaplanning, begroting, financiën en personeel; en voor technologische innovaties. Het departement biedt ook technische ondersteuning aan de Vijfde Commissie van de Algemene Vergadering (administratieve zaken en begroting) en ondersteunt verder het Comité voor Programma en Coördinatie. Het hoofd van het departement – de Onder-Secretaris-Generaal voor Managementaangelegenheden – geeft beleidsadvies, steun en leiding bij de voorbereidingen van het middellange-termijnplan en de tweejaarlijkse begroting van de Organisatie. Zij vertegenwoordigt de Secretaris-Generaal in bestuurlijke aangelegenheden en speelt een pro-actieve rol ten aanzien van verwachte managementvraagstukken bij het Secretariaat. De Secretaris-Generaal heeft de Onder-Secretaris-Generaal ook gevolmachtigd om toe te zien op een doeltreffende werking van het interne rechtssysteem van de VN. Bureau van de Veiligheidscoördinator van de VN (UNSECOORD) Assistent-Secretaris-Generaal en VN-Veiligheidscoördinator2 Het Bureau van de VN-Veiligheidscoördinator treedt op namens de SecretarisGeneraal en de directeurs van de agentschappen, programma's en fondsen van de VN. Het zorgt voor een passende reactie van het VN-systeem op noodsituaties. Daarnaast is het Bureau verantwoordelijk voor beleids- en procedurekwestie op het vlak van veiligheid en beveiliging. Namens de Secretaris-Generaal neemt het ook alle beslissingen in verband met plotselinge evacuaties. Het Bureau formuleert uitvoerige aanbevelingen gericht op de veiligheid en beveiliging van VN-medewerkers en hun familieleden binnen het brede VNsysteem. Ook is UNSECOORD verantwoordelijk voor de coördinatie, planning en implementatie van de veiligheids- en beveiligingsprogramma's van de afzonderlijke VN-instanties en treedt het op als coördinatiecentrum voor de samenwerking tussen de verschillende organisaties. Het bureau wordt op inter-agency basis bekostigd door alle leden van de Coördinatieraad van Hoofddirecteuren binnen het VN-systeem (CEB). Bureau van de Hoge Vertegenwoordiger voor de minst ontwikkelde landen, Ontwikkelingslanden zonder zeehavens en kleine eilandstaten in ontwikkeling (OHRLLS) (http://www.un.org/ohrlls) 2 Op 3 maart 2004 ontving de Secretaris-Generaal het verslag van het Panel inzake de Verantwoordelijkheid voor de Veiligheidssituatie in Irak, dat hij had ingesteld om de veiligheidssituatie in Irak te onderzoeken in de periode voorafgaand aan de terroristische aanval van 19 augustus 2003 op het hoofdkwartier van de VN in het Canal Hotel in Bagdad. Het Panel kwam tot de conclusie dat de normen wat betreft de beveiliging van het Canal Hotel ‘in ernstige mate ontoereikend waren en een gebrek aan cohesie vertoonden’ en ook dat ‘de VNVeiligheidscoördinator tekort was geschoten in zijn taak om remediërend op te treden in de moeilijkheden die het personeel van het Bureau van de VN-Veiligheidscoördinator (UNSECOORD) in Bagdad had ondervonden.’ In die context vroeg en kreeg de Secretaris-Generaal het ontslag van VN-Veiligheidscoördinator Tun Myat (Myanmar). Er zal een nieuwe Veilighediscoördinator worden benoemd. Onder-Secretaris-Generaal en Hoge Vertegenwoordiger voor de minst ontwikkelde landen, ontwikkelingslanden zonder zeehavens en kleine eilandstaten in ontwikkeling: Anwarul K. Chowdhury (Bangladesh) Het Bureau van de Hoge Vertegenwoordiger voor de Minst Ontwikkelde Landen, Ontwikkelingslanden zonder zeehavens en Kleine Eilandstaten in Ontwikkeling (OHRLLS) werd in december 2001 ingesteld door de Algemene Vergadering. Het Bureau beoogt internationale steun te mobiliseren voor de implementatie van de Verklaring en het Actieprogramma van Brussel (2001), aanvaard door de minst ontwikkelde landen en hun ontwikkelingspartners, en om bij de uitvoering daarvan toe te zien op een efficiënte coördinatie, toezicht en evaluatie. Enkele van de sleuteltaken van het Bureau zijn: de Secretaris-Generaal bijstaan bij de volledige mobilisatie en coördinatie van het VN-systeem bij de uitvoering, opvolging en supervisie van het Actieprogramma op nationaal, regionaal en mondiaal niveau; hulp verlenen aan de ECOSOC en de Algemene Vergadering bij het toetsen van de voortgang, met o.m. een jaarlijkse analyse van de uitvoering van het Programma; en desgewenst het ondersteunen van een gecoördineerde follow-up van de implementatie van het Mondiaal kader voor samenwerking bij transitvervoer tussen ontwikkelingslanden zonder zeehavens enerzijds en ontwikkelingslanden van doorvoer en de donorgemeenschap anderzijds, en het Actieprogramma van Barbados voor de duurzame ontwikkeling van kleine eilandstaten in ontwikkeling. Centrale taken zijn voorts: optreden als pleitbezorger voor de minst ontwikkelde landen, ontwikkelingslanden zonder zeehavens en kleine eilandstaten in ontwikkeling, in samenwerking met de betreffende VN-instanties, maatschappelijke organisaties, de media, de academische wereld en stichtingen; en hulp bieden bij het mobiliseren van internationale steun en middelen voor de tenuitvoerlegging van het Actieprogramma voor de Minst Ontwikkelde Landen, en voor andere programma’s en initiatieven ten gunste van ontwikkelingslanden zonder zeehavens en kleine eilandstaten in ontwikkeling. Het Bureau van de Hoge Vertegenwoordiger belegde op 28 en 29 augustus 2003 in Almaty (Kazachstan) een eerste mondiale conferentie om zich te buigen over de specifieke behoeften en problematiek van ontwikkelingslanden zonder zeehavens. Tijdens deze bijeenkomst, op ministerieel niveau, werd gepoogd te onderhandelen over stelselmatige verbeteringen voor deze landen door samenwerking tussen doorvoerlanden, donorstaten, multilaterale instanties en de landen zonder zeehavens zelf. Anwarul Chowdhury is aangewezen als Secretaris-Generaal van deze Internationale Ministeriële Conferentie. Regionale Commissies De vijf Regionale Commissies van de VN brengen verslag uit aan de Economische en Sociale Raad en ressorteren onder de bevoegdheid van de Secretaris-Generaal. Het is hun taak maatregelen te initiëren ter bevordering van de economische ontwikkeling van elke regio en om de economische banden te verstevigen die de landen in die regio's onderling en met andere landen in de wereld onderhouden. Zij vallen onder de reguliere begroting van de VN. Economische Commissie voor Afrika (ECA) (www.uneca.org) ECA werd opgericht in 1958 en ontplooit activiteiten die de groei van de economische en sociale sector in dat werelddeel aanmoedigen. ECA bevordert beleidslijnen en methodes voor de intensivering van de economische samenwerking en integratie tussen de 53 Afrikaanse staten, vooral op het vlak van productie, handel, monetair beleid, infrastructuur en openbare instellingen. ECA concentreert zich op het produceren van informatie en analyses over economische en sociale kwesties; het bevorderen van voedselzekerheid en duurzame ontwikkeling; het versterken van ontwikkelingsbeheer; het aanwenden van nieuwe informatietechnologieën voor ontwikkelingsdoeleinden; en het bevorderen van regionale samenwerking en integratie. Speciale nadruk ligt op het verbeteren van de leef- en werksituatie van vrouwen om hen – ook op beleidsniveau – nauwer te betrekken bij het ontwikkelingsproces en om er zorg voor te dragen dat de gelijkberechtiging van vrouwen een centrale waarde is in het nationale ontwikkelingsbeleid. Uitvoerend Secretaris: K. Y. Amoako (Ghana) Adres: PO Box 3001, Addis Ababa, Ethiopië Tel.: +251 1 517 200; fax: +251 1 510 365; e-mail: [email protected] Economische Commissie voor Europa (ECE) (www.unece.org) ECE werd in 1947 opgericht en is het forum waar de landen van NoordAmerika, Europa en Centraal-Azië bijeenkomen om instrumenten te creëren voor hun economische samenwerking. ECE telt 55 leden, waaronder Israël. ECE houdt zich voornamelijk bezig economische analyses, milieu en menselijke nederzettingen, statistiek, duurzame energie, handel, industrie en ontwikkeling van ondernemingen, bosbouw en transport. De ECE streeft ernaar haar doelen voornamelijk te verwezenlijken via beleidsanalyses en debatten, en via de ontwikkeling van verdragen, reguleringen en normen. De implementatie van deze instrumenten draagt bij tot het opheffen van barrières en het vereenvoudigen van handelsprocedures binnen de regio en met de rest van de wereld. Menig instrument beoogt ook een verbetering van het milieu. De ECE draagt bij tot de implemetatie daarvan door het bieden van technische bijstand, vooral aan landen met overgangseconomieën. Uitvoerend Secretaris: Brigita Schmögnerová (Slowakije) Adres: Palais des Nations, 1211 Genève 10, Zwitserland Tel.: +41 22 917 44 44; fax: +41 22 917 05 05; e-mail: [email protected] Economische Commissie voor Latijns-Amerika en het Caribisch Gebied (ECLAC) (www.eclac.cl, www.eclac.org) ECLAC werd in 1948 opgericht om het beleid te stroomlijnen dat zich richt op het stimuleren van de economische en sociale ontwikkeling in de regio. De Commissie telt 41 lidstaten en 7 geassocieerde leden. Ze houdt zich bezig met onderzoek en analyse van regionale en nationale ontwikkelingsprocessen. De opdracht van ECLAC omvat het voorstellen, beoordelen en opvolgen van overheidsbeleid en ook het verschaffen van hulp op gebieden die specifieke informatie vereisen. ECLAC – het Spaanse acroniem is CEPAL – werkt samen met nationale, regionale en internationale organisaties op uiteenlopende gebieden zoals landbouwontwikkeling; economische en sociale planning; industriële, technologische en bedrijfskundige ontwikkeling; internationale handel; regionale integratie en samenwerking; investeringen en financiering; sociale ontwikkeling en gelijkekansenbeleid; integratie van vrouwen bij ontwikkeling; natuurlijke hulpbronnen en infrastructuur; milieu en menselijke nederzettingen; statistiek; bestuurskunde; en demografie en bevolkingsvraagstukken. De hoofdzetel van ECLAC is gevestigd in Santiago (Chili), verder zijn er subregionale hoofdkantoren in Mexico-Stad (voor Midden-Amerika) en in Portof-Spain (Trinidad en Tobago) voor de Caraïben. Voorts zijn er nationale kantoren in Buenos Aires, Brasilia, Montevideo en Bogotá, en een verbindingskantoor in Washington D.C. Uitvoerend Secretaris: José Luis Machinea (Argentinië) Adres: Avenida Dag Hammarskjöld 3477, Casilla de Correo 179-D, Santiago, Chili Tel.: +56 2 471 20 00; fax: +56 2 208 02 52; e-mail: [email protected] Economische en Sociale Commissie voor Azië en de Stille Oceaan (ESCAP) (www.unescap.org) ESCAP werd in 1947 opgericht en behandelt economische en sociale kwesties in deze regio. De commissie speelt een unieke rol als het enige intergouvernementele forum voor alle landen van Azië en het gebied van de Stille Oceaan. De 53 lidstaten en 10 geassocieerde leden vertegenwoordigen samen ongeveer 60 procent van de wereldbevolking. ESCAP voorziet regeringen van technische ondersteuning ten behoeve van sociale en economische ontwikkeling. Die steun wordt geboden in de vorm van direct advies aan regeringen, opleidingen en het mobiliseren van regionale deskundigheid, en ook door middel van informatie via vergaderingen, publicaties en netwerken tussen de leden. De Commissie zet verder programma's en projecten op om groei te stimuleren, sociaal-economische omstandigheden te verbeteren en fundamenten te leggen voor een moderne samenleving. Vier regionale onderzoeks- en opleidingsinstituten werken onder auspiciën van de Commissie en leggen zich toe op landbouwontwikkeling, landbouwmachines (en hun constructie), statistiek en technologie-overdracht. ESCAP omvat ook het Operationeel Centrum voor de Stille Zuidzee (POC). De huidige prioriteiten daarvan zijn armoedebestrijding, gestuurde mondialisering en de aanpak van nieuwe sociale vraagstukken. Uitvoerend Secretaris: Kim Hak-Su (Republiek Korea) Adres: United Nations Building, Rajadamnern Nok Avenue, Bangkok 10200 Thailand Tel.: +66 2 288 12 34; fax: +66 2 288 10 00; e-mail: [email protected] Economische en Sociale Commissie voor West-Azië (ESCWA) (www.escwa.org.lb) ESCWA werd in 1973 opgericht om de inspanningen gericht op de economische en sociale ontwikkeling van de landen van West-Azië te bundelen, vooral door het bevorderen van economische samenwerking en integratie in de regio. De Commissie telt 13 lidstaten en fungeert als het voornaamste algemene forum binnen het VN-systeem voor overleg inzake economische en sociale ontwikkeling voor de regio. De programma's van ESCWA zijn gericht op onder meer economische ontwikkeling, sociale ontwikkeling, landbouw, industrie, natuurlijke hulpbronnen, milieu, transport, communicatie en statistiek. Uitvoerend Secretaris: Mw. Merwat M. Tallawy (Egypte) Adres: P.O. Box 11-8575, Riad el-Solh Square, Beiroet (Libanon) Tel.: +961 1 981 301; fax: +961 1 981 510; e-mail: [email protected] Internationale Tribunalen Internationaal Straftribunaal voor het voormalige Joegoslavië (ICTY) (www.un.org/icty) Het ICTY werd in 1993 door de Veiligheidsraad opgericht met het mandaat om personen te berechten die verantwoordelijk zijn voor de ernstige schendingen van het internationaal humanitair recht die na 1991 plaatsvonden in het voormalige Joegoslavië. Het tribunaal bestaat uit 16 permanente rechters, 27 ad litem-rechters – van wie er telkens maximaal negen mogen zetelen – en 1238 medewerkers uit 84 landen. De begroting voor 2002-2003 beliep 223 miljoen dollar. Sinds de aanvang van de werkzaamheden heeft het Tribunaal meer dan 130 personen in staat van beschuldiging gesteld. Eind 2003 liepen er voor het Tribunaal procedures tegen 55 beklaagden en 20 verdachten waren voortvluchtig. Tot op heden zijn 46 beklaagden berecht; 25 van hen werden schuldig bevonden, veroordeeld en gestraft, vijf kregen vrijspraak; een beklaagde werd recent veroordeeld. Voor de overige 15 beklaagden loopt een beroepsprocedure. President: Theodor Meron (Verenigde Staten) Hoofdaanklager: mw. Carla Del Ponte (Zwitserland) Griffier: Hans Holthuis (Nederland) Hoofdzetel: Churchillplein 1, 2517 JW, Den Haag, Nederland Tel.: +31 70 512 50 00; fax: +31 70 512 89 90 Internationaal Straftribunaal voor Rwanda (ICTR) (www.ictr.org) Het ICTR werd door de Veiligheidsraad opgericht in 1994, met het mandaat om personen te berechten die verantwoordelijk zijn voor de volkerenmoord en andere ernstige schendingen van het internationaal humanitair recht die in 1994 plaatsvonden in Rwanda, evenals Rwandese burgers die aansprakelijk zijn voor dergelijke schendingen op het grondgebied van buurlanden. Het tribunaal telt drie strafkamers met elk drie rechters en een kamer van beroep bestaande uit zeven rechters – van wie er vijf mogen zetelen voor een bepaald geding. Voorts zijn er 18 ad litem-rechters paraat, van wie er telkens maximaal vier mogen zetelen. Het ICTR telt 872 medewerkers en voor 2002-2003 beliep de begroting 177,7 miljoen dollar. In december 2003 had het ICTR de arrestatie van meer dan 60 personen bewerkstelligd. Van hen werden er zestien veroordeeld – acht veroordelingen werden in beroep bevestigd of anderszins bekrachtigd – en één vrijgesproken (eveneens in beroep bekrachtigd). Op dit ogenblik worden 24 verdachten berecht. Een van de veroordeelden is Jean Kambanda, premier tijdens de genocide. Hij is de eerste regeringsleider die is gearresteerd en aansluitend veroordeeld voor die volkenmoord. President: Erik Møse (Noorwegen) Hoofdaanklager: Hassan B. Jallow (Gambia) Griffier: Adama Dieng (Senegal) Hoofdzetel: Arusha International Conference Centre, PO Box 6016, Arusha, Tanzania Tel.: +212 963 28 50; fax: +212 963 28 48 VN-programma's en andere organen Conferentie van de VN inzake handel en ontwikkeling (UNCTAD) (www.unctad.org) De VN-conferentie inzake handel en ontwikkeling (UNCTAD) is een permanent intergouvernementeel orgaan dat in 1964 werd opgericht. Het is het belangrijkste orgaan van de Algemene Vergadering op het vlak van handel en ontwikkeling. Het mandaat van UNCTAD omvat de bevordering van het handelsverkeer en de economische ontwikkeling, met name in de ontwikkelingslanden. UNCTAD is het centrale orgaan binnen de Verenigde Naties voor de geïntegreerde aanpak van ontwikkelingsvraagstukken en daaraan verwante domeinen zoals handel, financiën, technologie, investeringen en duurzame ontwikkeling. De belangrijkste doelstellingen zijn het faciliteren van de deelname van ontwikkelingslanden en overgangseconomieën aan de wereldeconomie, en het bevorderen van ontwikkeling via handel en investeringen. UNCTAD probeert deze objectieven te realiseren met onderzoek en politieke analyse, intergouvernementeel overleg, technische samenwerking en overleg met de maatschappelijke organisaties en het bedrijfsleven. De UNCTAD Conferentie, het hoogste beleidsorgaan, telt 192 lidstaten (waaronder de Heilige Stoel) en komt om de vier jaar bijeen. De tiende Conferentie had plaats in 2000 in Bangkok; UNCTAD XI had plaats in juni 2004 in Sao Paolo (Brazilië). Het uitvoerend orgaan van UNCTAD, de Raad voor Handel en Ontwikkeling, komt jaarlijks bijeen tijdens een reguliere zitting om het werk van het secretariaat te bespreken. De jaarlijkse operationele begroting van 45 miljoen dollar wordt gefinancierd uit de reguliere begroting van de Verenigde Naties. Met activiteiten op het gebied van technische samenwerking, gefinancierd uit andere bronnen, is een bedrag van 24 miljoen dollar gemoeid. UNCTAD telt 394 medewerkers. De voornaamste publicaties zijn het Trade and Development Report, het World Investment Report, Least Developed Countries Report, UNCTAD Handbook of Statistics, E-Commerce and Development Report, Review of Maritime Transport en Economic Development in Africa. Secretaris-Generaal: Rubens Ricupero (Brazilië) Hoofdzetel: Palais des Nations, CH-1211 Genève 10, Zwitserland Tel.: +41 22 907 12 34; fax: +41 22 907 00 43; e-mail: [email protected] Internationaal Handelscentrum (ITC) (www.intracen.org) Het Internationaal Handelscentrum (ITC) is het technisch samenwerkingsverband van UNCTAD en de Wereldhandelsorganisatie (WTO) voor de operationele en ondernemingsgerichte aspecten van de internationale handelsontwikkeling. ITC helpt ontwikkelingslanden en overgangseconomieën – in het bijzonder het bedrijfsleven daar – bij het opvoeren van hun export en een verbetering van hun importbeleid. ITC stelt zich ten doel: de integratie in het multilaterale handelsstelsel te faciliteren van ondernemingen in ontwikkelingslanden en overgangseconomieën; steun te bieden aan nationale inspanningen om handelsontwikkelingsstrategieën te formuleren en ten uitvoer te leggen; belangrijke handelsondersteunende diensten te versterken (zowel publieke als private); om de exportresultaten te verbeteren in sectoren die worden aangemerkt als cruciaal of beloftevol; en om het internationaal concurrentievermogen te stimuleren in het bedrijfsleven in het algemeen en bij het midden- en kleinbedrijf in het bijzonder. De technische programma’s van ITC omvatten: strategisch en operationeel marktonderzoek; bedrijfsadviesdiensten; het beheer van handelsinformatie; de ontwikkeling van opleidingen op exportgebied; sectorspecifieke product- en marktontwikkeling; de handel in dienstverlening; en een internationaal inkoopbeleid en integraal beheer van de aanvoerketen. Het reguliere programma van ITC wordt in gelijke delen bekostigd door de WTO en de Verenigde Naties. ITC voert ook projecten uit op verzoek van begunstigde landen met vrijwillige bijdragen van donorregeringen en maatschappelijke instellingen. De jaarlijkse begroting beloopt ongeveer 33 miljoen dollar. Op het hoofdkantoor zijn zo’n 200 mensen werkzaam en in het veld nog eens ettelijke honderden consulenten. Directeur-Generaal: J. Denis Bélisle (Canada) Hoofdzetel: Palais des Nations, CH-1211 Genève 10, Zwitserland Tel.: +41 22 730 01 11; fax: +41 22 733 44 39; e-mail: [email protected] Bureau van de VN voor Drugs en Criminaliteit (UNODC) (www.unodc.org) Het VN-bureau voor Drugs en Criminaliteit – het vroegere Bureau voor de Controle op Drugs en Misdaadpreventie (ODCCP) – werd in 1997 opgericht om de VN beter in staat te stellen verwante vraagstukken rond drugsbestrijding, misdaadpreventie en terrorisme aan te pakken in hun onderlinge samenhang. Het Bureau bestaat uit een drugsprogramma en een criminaliteitsprogramma. Het drugsprogramma staat in voor het coördineren en aansturen van alle VNactiviteiten rond drugsbestrijding. Het voorziet lidstaten van technisch advies inzake drugsbestrijding, levert statistische gegevens over drugsgebruik, drugsvangsten en nieuwe ontwikkelingen; en helpt bij het opstellen van wetgeving en bij de opleiding van justitieambtenaren. Het programma spant zich ook in om wereldwijd voorlichting te geven over de risico’s van drugsgebruik en om te komen tot een krachtdadiger internationaal optreden tegen drugsproductie en -handel, en tegen drugsgerelateerde criminaliteit. Het criminaliteitsprogramma is verantwoordelijk voor activiteiten op het gebied van misdaadpreventie en strafrecht. Het werkt samen met lidstaten om het wettelijk kader terzake te versterken en om een stabiele en doeltreffende strafrechtpleging te bevorderen. Het programma legt zich vooral toe op de bestrijding van grensoverschrijdende georganiseerde misdaad, mensenhandel en illegale wapenhandel, financiële criminaliteit, corruptie en terrorisme. UNODC telt zo'n 500 personeelsleden, die werkzaam zijn op nationaal, regionaal en mondiaal niveau via een netwerk van 22 kantoren in de hele wereld en verbindingskantoren in New York en Brussel. De begroting voor 2002-2003 beliep 181,9 miljoen dollar – 166,4 miljoen dollar voor het drugsprogramma en 15,5 miljoen dollar voor het criminaliteitsprogramma. Voor 90 procent van de middelen voor het drugsprogramma en 49 procent voor het criminaliteitsprogramma wordt gerekend op vrijwillige bijdragen; het resterende gedeelte komt van de reguliere begroting van de Verenigde Naties. Directeur-Generaal: Antonio Maria Costa (Italië) Hoofdzetel: Vienna International Centre, Wagramerstrasse 5, PO Box 500, A-1400 Wenen, Oostenrijk Tel.: +43 1 26060 0; fax: +43 1 26060 5866; e-mail: [email protected] Milieuprogramma van de VN (UNEP) (www.unep.org) Het Milieuprogramma van de VN (UNEP) werd opgericht in 1972. De taak van UNEP bestaat uit het aansturen en bevorderen van samenwerkingsverbanden op het gebied van milieubeheer door landen en volkeren in staat te stellen hun levensomstandigheden te verbeteren zonder die van toekomstige generaties in gevaar te brengen. Als belangrijkste organisatie op milieugebied beheert UNEP de internationale milieuagenda en staat het binnen het VN-systeem garant voor de nodige aandacht voor de milieutechnische aspecten van duurzame ontwikkeling. Ook treedt UNEP op als gezaghebbend pleitbezorger voor het mondiale leefmilieu. De Bestuursraad telt 58 leden en komt jaarlijks bijeen. Programma's worden gefinancierd uit het Milieufonds, dat wordt gevoed met vrijwillige bijdragen van regeringen en trustfondsen. Een klein deel wordt gefinancierd uit de reguliere VN-begroting. De begroting voor de periode 2003-2004 bedraagt 130 miljoen dollar. UNEP telt 605 medewerkers. Directeur-Generaal: Klaus Töpfer (Duitsland) Hoofdzetel: United Nations Avenue, Gigiri, PO Box 30552, Nairobi, Kenia Tel.: +254 20 621 234; fax: +254 20 624 489; e-mail: [email protected] Ontwikkelingsprogramma van de VN (UNDP) (www.undp.org) Het Ontwikkelingsprogramma van de VN (UNDP) is het wereldomspannende ontwikkelingsnetwerk van de Verenigde Naties. Het Programma maakt zich sterk voor veranderingen en verschaft landen toegang tot kennis, expertise en middelen om hun bevolkingen te helpen bij het opbouwen van een beter leven. UNDP is aanwezig in 166 landen en werkt met hen samen aan oplossingen die tegemoetkomen aan mondiale en nationale uitdagingen op ontwikkelingsgebied. Bij het opbouwen van nationale capaciteit kunnen deze landen een beroep doen op de expertise van UNDP en van diens brede achterban van partners. De politieke leiders van de wereld hebben plechtig beloofd de Millennium Ontwikkelingdoelstellingen (MDG’s) te zullen verwezenlijken, waaronder de overkoepelende doelstelling om tegen 2015 de armoede in de wereld met de helft te hebben gereduceerd. Het UNDP-netwerk legt dwarsverbanden en verzorgt de coördinatie van inspanningen op mondiaal en nationaal niveau om de MDG’s te realiseren. Daarbij ligt de nadruk op het bijstaan van landen bij het formuleren en uitwisselen van oplossingen voor uitdagingen als een democratisch bestuur, armoedevermindering, het voorkomen van en herstel na crisissen, energie en leefmilieu, informatie- en communicatietechnologie, en HIV/Aids. UNDP beheert ook het VN-Kapitaalontwikkelingsfonds (UNCDF), het VNOntwikkelingsfonds voor vrouwen (UNIFEM) en het VNVrijwilligersprogramma (UNV). UNDP staat onder leiding van een Uitvoerende Raad van 36 leden, afkomstig uit ontwikkelingslanden en uit de geïndustrialiseerde wereld. Het Rapport over menselijke ontwikkeling is een belangrijke publicatie van UNDP. Bestuurder: Mark Malloch Brown (Verenigd Koninkrijk) Hoofdzetel: 1 UN Plaza, New York, NY 10017, Verenigde Staten Tel.: +1-212) 906-5000; fax: +1-212) 906-5001; e-mail: [email protected] Ontwikkelingsfonds van de VN voor Vrouwen (UNIFEM) (www.unifem.org) Het Ontwikkelingsfonds van de VN voor Vrouwen (UNIFEM) bevordert medezeggenschap en gelijkberechtiging van vrouwen. Het probeert vrouwen te betrekken bij de ontwikkelingsplanning en besluitvorming op alle niveaus. Het Fonds maakt zich binnen het VN-systeem ook sterk om in alle cruciale kwesties de behoeften en belangen van vrouwen op de politieke agenda te krijgen – in nationaal, regionaal en mondiaal verband. Sinds de oprichting in 1976 steunt UNIFEM projecten en initiatieven in de ontwikkelingslanden die de mensenrechten en de politieke, economische en sociale medezeggenschap van vrouwen bevorderen. De aandachtspunten variëren van kleine, algemene initiatieven ter verbetering van de arbeidsomstandigheden voor vrouwen tot grootschalige voorlichtingscampagnes en het opstellen van nieuwe, niet-discriminerende wetgeving. UNIFEM is een autonome, met UNDP verbonden organisatie. Het Fonds rapporteert aan de Adviescommissie (met vertegenwoordigers uit alle regio's) en aan de Uitvoerende Raad van UNDP. Veertien regionale programmaadviseurs vertegenwoordigen UNIFEM op regionaal en nationaal niveau. De jaarlijkse begroting van UNIFEM bedraagt 35 miljoen dollar. Directeur: Mw. Noeleen Heyzer (Singapore) Hoofdzetel: 304 East 45th Street, 15th floor, New York, NY 10017, Verenigde Staten Tel.: +1 212 906 64 00; fax: +1 212 906 67 05; e-mail: [email protected] Vrijwilligers van de VN (UNV) (www.unv.org) Het Vrijwilligersprogramma van de VN (UNV) is de vrijwilligersarm van de Verenigde Naties en is in bijna 150 landen een steunfactor op het gebied van noodhulp, vrede en ontwikkelingsinitiatieven. UNV werd in 1970 opgericht door de Algemene Vergadering, wordt bestuurd door het UNDP en brengt verslag uit aan de Uitvoerende Raad van UNDP/UNFPA. Het programma werkt, via de plaatselijke kantoren van UNDP, om vrijwilligers uit te zenden en om het concept ‘vrijwilligerswerk’ breder ingang te doen vinden. Het is uniek, zowel als vrijwilligersprogramma binnen het VN-systeem, als door zijn omvang als een internationale onderneming. UNV zet mannen en vrouwen, doorgaans halverwege hun professionele carrière, in voor sectorgebonden en gemeenschapsgerichte ontwikkelingsprojecten, humanitaire hulpverlening en voor de bevordering van mensenrechten en democratie. Elk jaar werken zo’n 5000 specialisten, veldwerkers, nationale vrijwilligers, kort dienende adviseurs voor handel/industrie en vaste adviseurs van bijna 160 nationaliteiten in ongeveer 140 ontwikkelingslanden. Twee derde van hen is zelf afkomstig uit een ontwikkelingsland, een derde van de vrijwilligers komt uit geïndustrialiseerde landen. Sinds 1971 hebben al meer dan 30.000 vrijwilligers voor het Programma gewerkt. Een diploma van een hogeschool of universiteit en ettelijke jaren beroepservaring zijn basisvoorwaarden voor aanwerving. Gewoonlijk hebben VN-vrijwilligers een contract van twee jaar. Voor humanitaire projecten of verkiezingsmissies geldt meestal een korter dienstverband. Zij ontvangen een bescheiden maandelijkse toelage om in hun dagelijkse behoeften te voorzien. Het programma wordt gefinancierd door UNDP, door VN-organisaties en uit vrijwillige bijdragen aan het Speciale UNV-vrijwilligersfonds. Uitvoerend coördinator (a.i.): Ad de Raad (Nederland) Hoofdzetel: Postfach 260 111, D-53153 Bonn, Duitsland Tel.: +49 228 815 2000; fax: +49 228 815 2001; e-mail: [email protected] Bevolkingsfonds van de VN (UNFPA) (www.unfpa.org) In 1969 werd op initiatief van de Algemene Vergadering UNFPA opgericht, het grootste internationaal gefinancierde steunpunt voor demografische aangelegenheden ten bate van ontwikkelingslanden en landen met overgangseconomieën. UNFPA helpt landen die daarom verzoeken met het verbeteren van de vruchtbaarheid bij vrouwen, met vrijwillige gezinsplanning en met de formulering van bevolkingsbeleid ter ondersteuning van het streven naar duurzame ontwikkeling. UNFPA is een hulporgaan van de Algemene Vergadering en werkt onder hetzelfde dagelijks bestuur als het UNDP. UNFPA steunt volledig op vrijwillige bijdragen, die in 2002 bijna 261,1 miljoen dollar beliepen. Daarnaast was er een som van 113 miljoen dollar, bestemd voor specifieke activiteiten. Bijna 64 procent van de UNFPA-bijdragen gaat naar vruchtbaarheidgerelateerde gezondheidszorg. De voornaamste aandachtspunten daarbij zijn: het ontwikkelen van adequate voorlichtingsmethoden voor tieners, het terugdringen van het sterftecijfer onder jonge moeders, HIV/aids-preventie en noodhulp. Ongeveer een vijfde van de fondsen van UNFPA wordt besteed aan beleid rond bevolking en ontwikkeling. Het wil ontwikkeling en bevolkingsgroei met elkaar in evenwicht brengen door het verspreiden van informatie, door invloed uit te oefenen op het beleid en door het bevorderen van nationale bevolkingsprogramma's. De rest wordt gebruikt voor pleitbezorging. UNFPA werkt om materiële en politieke steun te verkrijgen voor bevolkingsinitiatieven die aansluiten op internationaal overeengekomen ontwikkelingsdoelstellingen – waaronder de doelstellingen uit de Millenniumverklaring. Het Fonds telt 972 medewerkers. Directeur-Generaal: Thoraya Obaid (Saoedi-Arabië) Hoofdzetel: 220 East 42nd Street, New York, NY 10017, Verenigde Staten Tel.: +1 212 297 50 00; fax: +1 212 370 02 01; e-mail: [email protected] Bureau van de Hoge Commissaris van de VN voor de Vluchtelingen (UNHCR) (www.unhcr.ch) Het Bureau van de Hoge Commissaris van de VN voor de Vluchtelingen (UNHCR) werd in 1950 opgericht door de Algemene Vergadering en heeft als hoofdtaak het coördineren van internationale initiatieven voor de wereldwijde bescherming van vluchtelingen en het vinden van oplossingen voor de vluchtelingenproblematiek. Sinds de oprichting heeft UNHCR al meer dan 50 miljoen vluchtelingen geholpen. De organisatie won tweemaal de Nobelprijs voor de Vrede (in 1954 en 1981). De belangrijkste taak van UNHCR noemt men 'internationale protectie': respect afdwingen voor de fundamentele mensenrechten van vluchtelingen (waaronder het recht om asiel aan te vragen) en erop toezien dat niemand onvrijwillig wordt gerepatrieerd naar een land waar hij of zij kans loopt op vervolging. UNHCR ijvert voor internationale afspraken inzake vluchtelingen, ziet toe op de naleving van internationale wetgeving door regeringen en verleent materiële hulp (voedsel, drinkwater, onderdak en medische verzorging) aan burgers op de vlucht. UNHCR streeft naar duurzame oplossingen voor vluchtelingen door vrijwillige repatriëring, integratie in landen waar zij in eerste instantie asiel hebben gezocht of door vestiging in een ander land. In 2003 zorgde UNHCR – met meer dan 5000 medewerkers verspreid over 254 kantoren in 115 landen – voor 20 miljoen mensen: vluchtelingen, repatrianten en ontheemden (vluchtelingen in eigen land). Meer dan 700 (inter)gouvernementele partners en NGO’s (143 internationale en 404 nationale) werken samen met UNHCR. Een Uitvoerende Raad van 64 leden verleent goedkeuring aan en ziet toe op de uitvoering van de programma's van de Hoge Commissaris. De programma's worden gefinancierd uit vrijwillige donaties van regeringen, maar ook van particulieren en andere organisaties. UNHCR ontvangt een kleine subsidie – slechts ongeveer 2 procent van de totale begroting – van de reguliere VNbegroting; een bedrag dat volledig wordt aangewend voor beheerskosten. Voor het jaar 2003 beliep de totale begroting van UNHCR 1,18 miljard dollar. Hoge Commissaris: Ruud Lubbers (Nederland) Hoofdzetel: Case Postale 2500, CH-1211 Genève 2, Zwitserland Tel.: +41 22 739 81 11; fax: +41 22 739 73 14; e-mail: [email protected] Kinderfonds van de Verenigde Naties (UNICEF) (www.unicef.org) UNICEF, het Kinderfonds van de VN, werd opgericht in 1946 om te helpen de hinderpalen te overwinnen die kinderen op hun weg ondervinden, met name armoede, geweld, ziekte en discriminatie. Het Fonds steunt op het Verdrag inzake de rechten van het kind –het meest onderschreven mensenrechtenverdrag in de wereld. UNICEF is van mening dat de zorg voor kinderen en de bescherming van hun rechten de hoekstenen zijn van de vooruitgang van de mensheid. UNICEF houdt zich bezig met alle aspecten van de gezondheid van kinderen, vanaf hun geboorte tot na de puberteit. Het Fonds stelt alles in het werk om te zorgen dat kinderen worden ingeënt tegen de gebruikelijke kinderziekten en dat kinderen en hun moeders behoorlijk worden gevoed. Een andere kerntaak is het voorkomen van de verdere verspreiding van HIV/aids onder jonge mensen en het bieden van hulp aan kinderen en families die door de ziekte zijn getroffen, om in waardigheid te leven. UNICEF bevordert onderwijs aan meisjes omdat dat alle kinderen ten goede komt. Het Fonds probeert het leed te verlichten in noodsituaties en in alle andere situaties waarbij kinderen worden blootgesteld aan geweld, misbruik of uitbuiting. Als onderdeel van de Global Movement for Children (GMC), moedigt UNICEF jonge mensen aan om hun stem te laten horen en deel te nemen aan de besluitvorming die van invloed is op hun leven. In alles wat UNICEF doet, moedigt het de betrokkenheid van kinderen en jonge mensen aan. UNICEF wordt bestuurd door een Uitvoerende Raad bestaande uit afgevaardigden uit 36 landen die gaan over het beleid, de programma’s en de financiën. Er zijn meer dan 7000 UNICEF-werknemers werkzaam in 158 landen en gebieden wereldwijd. Het werk van UNICEF wordt volledig bekostigd met vrijwillige bijdragen. In 2002 beliepen de uitgaven voor de programma’s in totaal iets meer dan 1 miljard dollar. Ofschoon de meeste steun van regeringen komt, wordt UNICEF ook in aanzienlijke mate bijgestaan door de particuliere sector en door zo’n 6 miljoen individuen die geld schenken via de Nationale UNICEF Comités in de geïndustrialiseerde wereld. In 1965 werd UNICEF onderscheiden met de Nobelprijs voor de Vrede. De voornaamste publicatie van het Kinderfonds – The State of the World’s Children – verschijnt jaarlijks. Directeur-Generaal: mw. Carol Bellamy (Verenigde Staten) Hoofdzetel: UNICEF House, 3 United Nations Plaza, New York, NY 10017, Verenigde Staten Tel.: +1 212 326 70 00; fax: +1 212 888 74 65; e-mail: [email protected] Wereldvoedselprogramma (WFP) (www.wfp.org) Het Wereldvoedselprogramma (WFP) van de VN is de grootste internationale hulporganisatie ter wereld en verschaft jaarlijks zo'n 4 miljoen ton voedselhulp. WFP werd opgericht in 1963 als de voedselhulpautoriteit binnen het VN-stelsel, met het mandaat om de armen in ontwikkelingslanden te helpen door honger en armoede te bestrijden. Het WFP zet voedselhulp in ter bevordering van economische en sociale ontwikkeling. De wereldwijde schoolmaaltijdencampagne van het Programma streeft ernaar dat de 300 miljoen ondervoede kinderen ter wereld voedsel en onderwijs krijgen. In noodsituaties staat WFP in voor snelle, levensreddende hulp aan slachtoffers van oorlogen en van natuurlijke of door de mens veroorzaakte catastrofes. In 2002 werd 57 procent van de WFP-middelen besteed aan noodhulp en 26 procent aan lange-termijn hulp- en herstelprogramma’s. Een groot deel van de voedselvoorraden van WFP wordt door donorlanden in natura geschonken. WFP koopt zelf voedsel in voor meer dan 300 miljoen dollar, een bedrag dat afkomstig is uit multi- en bilaterale fondsen. WFP is binnen het VNsysteem de grootste aankoper van voedsel en diensten in ontwikkelingslanden zelf. Alleen al in 2002 kocht het Programma daar voor 204 miljoen dollar in. Er werken meer dan 9000 mensen voor WFP, van wie de meesten veldwerk verrichten. In 2002 leverde WFP bijna 3,7 miljoen ton voedsel aan 72 miljoen mensen in 82 landen. In 2003 bereikte WFP 110 miljoen mensen met voedselhulp – een record in zijn 40-jarige geschiedenis – hetgeen mogelijk was dankzij royale bijdragen aan de WFP-begroting van 4,3 miljard dollar. In Irak zette WFP de grootste humanitaire operatie aller tijden op, terwijl het Programma ook nog 40 miljoen mensen in Afrika van voedsel voorzag in de context van een van de ernstigste voedselrampen die dit werelddeel in tientallen jaren had meegemaakt. WFP wordt bestuurd door een Uitvoerende Raad van 36 leden. Van hen wordt de helft verkozen door de ECOSOC en de andere helft door de FAO. De Raad vergadert vier keer per jaar en ziet toe op de activiteiten van WFP wat betreft humanitaire operaties en voedselhulp. Directeur-Generaal: James T. Morris (Verenigde Staten) Hoofdzetel: Via C.G. Viola 68, Parco dei Medici, 00148 Rome, Italië Tel.: +39 06 6513 1; fax: +39 06 6513 2840; e-mail: [email protected] Agentschap van de Verenigde Naties voor hulp aan Palestijnse vluchtelingen in het Nabije Oosten (UNRWA) (www.unrwa.org) Het Agentschap van de VN voor hulp aan Palestijnse vluchtelingen in het Nabije Oosten (UNRWA) werd in 1949 door de Algemene Vergadering opgericht om in samenwerking met regeringen in de regio bijstand te verlenen aan Palestijnse vluchtelingen. Daar er nog steeds geen oplossing bestaat voor het Palestijnse vluchtelingenprobleem, werd het mandaat van UNRWA geregeld hernieuwd, de laatste maal tot 30 juni 2005. In het begin bood UNRWA noodhulp aan zo’n 750.000 Palestijnse vluchtelingen die hun huis en bestaansmiddelen waren kwijtgeraakt ten gevolge van het Arabisch-Israëlisch conflict van 1948. Het Agentschap is nu de voornaamste verstrekker van basisdienstverlening – onderwijs, gezondheidszorg en sociale bijstand – aan meer dan 4,1 miljoen geregistreerde Palestijnse vluchtelingen in het Midden-Oosten. Van deze mensen leven er 1,3 miljoen in 59 vluchtelingenkampen in Jordanië, Libanon, Syrië, de Gazastrook en op de Westelijke Jordaanoever. Sinds oktober 2000 houdt UNRWA zich ook bezig met noodhulpoperaties in bezet Palestijns gebied om de ergste effecten van de twisten daar te temperen. De operaties worden geleid en ondersteund vanuit de hoofdzetels in de Gazastrook en de Jordaanse hoofdstad Amman. De Commissaris-Generaal, die rechtstreeks rapporteert aan de Algemene Vergadering, wordt bijgestaan door een Adviescommissie samengesteld uit vertegenwoordigers uit België, Egypte, Frankrijk, Japan, Jordanië, Libanon, Syrië, Turkije, het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten.. UNRWA telt bijna 24.200 plaatselijke medewerkers, voor het merendeel Palestijnse vluchtelingen, De Verenigde Naties betaalt de meer dan 100 mensen van de internationale staf. UNRWA is nagenoeg volledig afhankelijk van vrijwillige bijdragen voor zijn reguliere programma’s en voor hulpacties. Meestal bestaan die bijdragen uit geld, maar ongeveer 7 procent bestaat uit bijdragen in natura – hoofdzakelijk voedselhulp voor behoeftige vluchtelingen. Het budget voor reguliere operaties voor 2003 bedroeg 344 miljoen dollar. Commissaris-Generaal: Peter Hansen (Denemarken) Hoofdzetel (Gaza): Gamal Abdul Nasser Street, Gaza-stad Tel.: +972 8 677 73 33; fax: +972 8 677 75 55; e-mail: [email protected] Hoofdzetel (Amman, Jordanië): Bayader Wadi Seer, PO Box 140157, Amman 11814, Jordanië Tel.: +962 6 582 61 71; fax: +962 6 582 61 77; e-mail: [email protected] Bureau van de Hoge Commissaris voor de Rechten van de Mens (OHCHR) (www.unhchr.ch) In 1993 creëerde de Algemene Vergadering het ambt van Hoge Commissaris van de Verenigde Naties voor de Rechten van de Mens: de VN-functionaris die primair verantwoordelijk is voor de mensenrechteninitiatieven van de VN. De Hoge Commissaris heeft tot taak ervoor te ijveren dat iedereen zijn burgerlijk, culturele, economische, politieke en sociale rechten kan uitoefenen. Hij voert zijn opdracht uit via het Bureau van de Hoge Commissaris voor de Rechten van de Mens. OHCHR is het centrum van alle mensenrechteninitiatieven van de VN. Het stelt rapporten op en verricht onderzoek op verzoek van de Algemene Vergadering en andere beleidsorganen. Het Bureau werkt samen met regeringen en met internationale, regionale en niet-gouvernementele organisaties aan het bevorderen en beschermen van de mensenrechten. Het Bureau fungeert als secretariaat voor de vele vergaderingen die de mensenrechteninstanties van de VN organiseren. OHCHR telt 500 medewerkers verdeeld over vijf afdelingen: Onderzoek en Recht op ontwikkeling: deze afdeling onderzoekt en analyseert mensenrechtenkwesties, en ontwikkelt strategieën (en ziet toe op de uitvoering daarvan) gericht op het verwezenlijken van het recht op ontwikkeling.. Activiteiten en Programma: deze afdeling ontplooit een uitgebreid programma van technische steun aan landen; ondersteunt onderzoeksorganen (speciale rapporteurs voor een land, werkgroepen enz.) die vermeende inbreuken onderzoeken; en biedt steun en opleidingen in het kader van veldwerk voor de mensenrechten. Ondersteunende diensten: deze afdeling ondersteunt de VNmensenrechtenorganisaties zoals de Mensenrechtencommissie en de verschillende verdragsorganen. Externe Betrekkingen publiceert het werk van het Bureau en van mensenrechtenmechanismen, staat in voor de relaties met de media, coördineert partnerships met NGO’s en maatschappelijke organisaties, en verzorgt de opvolging van fondsenwerving en de betrekkingen met donoren. De onlangs opgerichte afdeling Bijzondere Procedures verleent extra steun aan de niet per verdrag ingestelde instrumenten binnen de Mensenrechtencommissie – waaronder thematische mechanismen als speciale rapporteurs, speciale vertegenwoordigers en themawerkgroepen – die zijn ingesteld met het oog op het documenteren van schendingen van de mensenrechten in de wereld, een doeltreffender bescherming van slachtoffers van mensenrechtenschendingen en het opkomen voor hun rechten. Hoge Commissaris: Louise Arbour (Canada)* Hoofdzetel: 8-14 Avenue de la Paix, CH-1211 Genève 10, Zwitserland Tel.: +41 22 917 90 00; fax: +41 22 917 90 10; e-mail: [email protected] (vermeld ‘Request for information’ in de onderwerpbalk) Programma van de Verenigde Naties voor Menselijke Nederzettingen (UNHABITAT) (www.unhabitat.org) Het Programma van de VN voor Menselijke Nederzettingen (UN-HABITAT) – voorheen ‘Centrum van de VN voor Menselijke Nederzettingen’ – bevordert de ontwikkeling van duurzame menselijke nederzettingen en doet dit door pleitbezorging, beleidsvorming, opleiding en het versterken van samenwerkingsverbanden tussen regeringen en de brede samenleving. UN-HABITAT werd opgericht in 1978 en dient als centraal orgaan voor de implementatie van de ‘Habitat Agenda’ en de coördinatie van VN-acties op het gebied van menselijke nederzettingen. De prioriteit gaat uit naar onderdak voor iedereen en duurzame stadsontwikkeling. UN-HABITAT staat ook in voor het * De benoeming van mw. Arbour werd goedgekeurd door de Algemene Vergadering op 25 february 2004. Zij aanvaardde haar functie op 1 juli, na haar werkzaamheden bij het hooggerechtshof van Canada te hebben neergelegd. Haar voorganger, Sergio Vieira de Mello (Brazilië), kwam om het leven bij de aanval van 19 augustus 2003 op het VN-hoofdkwartier in Bagdad, waar hij een opdracht vervulde als hoofd van de VN-missie in Irak. In de tussentijd trad Bertrand Ramcharan (Guyana) op als waarnemend Hoge Commissaris. . bieden van hulp aan de internationale gemeenschap met het oog op het behalen van de MDG om tegen 2020 het leven van de 100 miljoen sloppenwijkbewoners ingrijpend te hebben verbeterd. UN-HABITAT steunt en werkt samen met regeringen, plaatselijke overheden, NGO's en het bedrijfsleven. Een breed scala van technische programma's en projecten richt zich onder meer op betere voorzieningen in sloppenwijken, het verminderen van armoede in de steden, wederopbouw na rampen, watervoorziening en sanitair in de steden, en het mobiliseren van binnenlandse middelen bij het verschaffen van onderdak. De meeste van deze programma's worden uitgevoerd met steun van bilaterale hulporganisaties. De Bestuursraad – die 58 leden telt en eens in de twee jaar bijeenkomt – beheert UN-HABITAT. Begrotingskredieten ten belope van bijna 300 miljoen dollar werden toegekend voor het biënnium 2002-2003, exclusief de definitieve uitgaven over die periode. Het Programma produceert twee prominente publicaties: het Global Report on Human Settlements, een volledige en wereldwijde inventarisatie van de omstandigheden van menselijke nederzettingen, en The State of the World’s Cities. Directeur-Generaal: mw. Anna Kajumulo Tibaijuka (Tanzania) Hoofdzetel: PO Box 30030, 00100 Nairobi GPO, Kenia Tel.: +254 20 62 12 34; fax: +254 20 62 42 66; e-mail: [email protected] Bureau van de VN voor Projectondersteunende Diensten (UNOPS) (www.unops.org) Het VN-Bureau voor Projectondersteunende Diensten (UNOPS) beheert hulpmiddelen voor projecten om ontwikkelingslanden en overgangseconomieën bij te staan in hun bereiken van vrede, sociale stabiliteit, economische groei en duurzame ontwikkeling. Op verzoek van leden van het VN-stelsel verleent UNOPS diensten die variëren van integraal projectbeheer tot specifieke bijdragen zoals leningenbeheer, financieel management, projecttoezicht, werving en selectie, inkoop van goederen, en opleidingen. Het bureau reageert flexibel en snel op de vragen van zijn klanten, en stemt de dienstverlening af op hun specifieke wensen om te komen tot maximaal kosteneffectieve resultaten. UNOPS bekostigt zichzelf uit de opbrengsten van de in rekening gebrachte dienstverlening. Over 2002 bedroeg dat inkomen 43,8 miljoen dollar; de waarde van de geleverde projectondersteunende diensten beliep 503 miljoen dollar. Het bureau telt 330 vaste medewerkers, 4900 nationale projectmedewerkers, 560 internationale projectmedewerkers en deskundigen, en 1550 internationale adviseurs. Directeur-Generaal: Nigel Fisher (Canada) Hoofdzetel: 405 Lexington Avenue, New York, NY 10174, Verenigde Staten Tel.: +1 212 457 40 00; fax: +1 212 457 40 01; e-mail: [email protected] Universiteit van de VN (UNU) (www.unu.edu) De Universiteit van de Verenigde Naties (UNU) is een internationale gemeenschap van wetenschappers die zich toeleggen op onderzoek, postgraduate-opleidingen en de verspreiding van kennis om de VN vooruit te helpen in haar streven naar vrede en vooruitgang. De statuten van de Universiteit werden in 1973 goedgekeurd en in 1975 ging de UNU van start. De UNU telt verspreid over de hele wereld 14 instituten en programma's voor opleidingen en onderzoek. De UNU wordt vrijwel volledig gefinancierd uit vrijwillige bijdragen van regeringen, organisaties, stichtingen en particulieren. De Universiteit ontvangt geen fondsen uit de reguliere begroting van de VN. De jaarlijkse operationele kosten worden betaald uit beleggingsinkomsten van het Endowment Fund. De begroting voor 2003 beliep 36,8 miljoen dollar. UNU telt 247 medewerkers en wordt bestuurd door een Bestuur van 24 leden dat jaarlijks bijeenkomt. Rector: Prof. Hans van Ginkel (Nederland) Hoofdzetel: 53-70 Jingumae 5-Chome, Shibuya-ku, Tokio 150-8925, Japan Tel.: +81 3 34 99 28 11; fax: +81 3 34 99 28 28; e-mail: [email protected] Internationaal Onderzoeks- en Opleidingsinstituut voor de Bevordering van de Vrouw (INSTRAW) (www.un-instraw.org) Het Internationaal Onderzoeks- en Opleidingsinstituut voor de Bevordering van de Vrouw werd in 1976 in het leven geroepen op aanbeveling van de eerste Wereldvrouwenconferentie. Het unieke mandaat van het instituut omvat het bevorderen en opzetten van beleidsanalyses en opleidingsprogramma's op internationaal niveau, teneinde een bijdrage te leveren aan de vooruitgang van vrouwen; hun actieve en gelijkwaardige deelname aan het ontwikkelingsproces te bevorderen; genderkwesties onder de aandacht te brengen; en wereldwijd netwerken op te richten om te komen tot gelijkberechtiging van man en vrouw. Sinds 1999 werkt het instituut met nieuwe informatietechnologieën om via het Gender Awareness Information and Networking System (GAINS) kennis en informatie over man/vrouw-vraagstukken te produceren, te beheren en te verspreiden. Het betreft belangrijke kwesties en trends die van invloed zijn op de rol die vrouwen en mannen vervullen op ontwikkelingsgebied. Ook voert het instituut onderzoeksprojecten uit op strategische domeinen zoals het bouwen aan partnerships gericht op de gelijkwaardigheid van mannen en vrouwen; vrouwen en mannen in het informatietijdperk: de gevolgen voor vrouwen van de mondialisering; en de relaties tussen de seksen en vrede. Directeur: mw. Carmen Moreno (Mexico) Hoofdzetel: César Nicolás Penson 102-A, Santo Domingo, Dominicaanse Republiek Tel.: +1809 685 21 11; fax: +1809 685 21 17; e-mail: [email protected] Interregionaal Criminologisch en Gerechtelijk Onderzoeksinstituut van de VN (UNICRI) (www.unicri.it) Het Interregionaal Criminologisch en Gerechtelijk Onderzoeksinstituut van de VN verzamelt, analyseert en verspreidt informatie, en voert projecten uit op het gebied van opleidingen en technische samenwerking. UNICRI werd opgericht in 1968 en bevordert en ondersteunt onderzoek in samenwerking met betrokken landen om een betrouwbare bron van kennis en informatie over georganiseerde criminaliteit te creëren, meer in het bijzonder in de strijd tegen mensenhandel, corruptie en terrorisme. Het instituut tracht strategieën te ontwikkelen voor misdaadpreventie en -bestrijding teneinde bij te dragen tot sociaal-economische ontwikkeling en bescherming van de mensenrechten, en ontwikkelt verder praktische systemen ter ondersteuning van de formulering, implementatie en evaluatie van beleid. Verder ontwikkelt en verzorgt UNICRI hiervoor opleidingsactiviteiten op interregionaal en nationaal niveau en bevordert het de uitwisseling van informatie via het internationale documentatiecentrum voor criminologie. UNICRI wordt gefinancierd met vrijwillige bijdragen van lidstaten, inter- en niet-gouvernementele organisaties en academische instellingen. Directeur: Alberto Bradanini (Italië) Hoofdzetel: Viale Maestri del Lavoro 10, 10127 Turijn, Italië Tel.: +39 01 16 53 71 11; fax: +39 01 16 31 33 68; e-mail: [email protected] Instituut van de VN voor Opleiding en Onderzoek (UNITAR) (www.unitar.org) In 1965 werd het Instituut van de VN voor opleiding en onderzoek (UNITAR) opgericht als een autonome instelling binnen het VN-systeem. UNITAR heeft tot taak de VN doeltreffender te maken door opleidingen en onderzoek. UNITAR organiseert opleidingsprogramma’s om landen voor te bereiden op de uitdagingen van de 21ste eeuw; doet onderzoek naar innovatieve opleidings- en trainingsmethoden, en vormt partnerships met andere VN-organisaties, regeringen en NGO's voor de organisatie van opleidings- en trainingsprogramma's die aan de behoeften van landen voldoen. Een Beheerraad (ad personam) leidt het instituut. UNITAR is zelfbedruipend en steunt financieel op vrijwillige bijdragen van regeringen, intergouvernementele organisaties, stichtingen en andere NGO’s. De tweejaarlijkse begroting bedraagt ongeveer 18 miljoen dollar. Het Instituut telt 49 medewerkers en werkt vanuit het hoofdkantoor in Genève en het kantoor in New York. Directeur-Generaal: Marcel Boisard (Zwitserland) Hoofdzetel: International Environment House, Chemin des Anémones 11-13, 1219 ChâtelaineGenève, Zwitserland Postadres: UNITAR, Palais des Nations, CH-1211 Genève 10, Zwitserland Tel.: +41 22 917 12 34; fax: +41 22 917 80 47; e-mail: [email protected] VN-Onderzoeksinstituut voor Sociale Ontwikkeling (UNRISD) (www.unrisd.org) Het VN-Onderzoeksinstituut voor Sociale Ontwikkeling werd in 1963 opgericht als autonome instelling binnen het VN-systeem en legt zich toe op onderzoek naar de sociale dimensie van problemen die ontwikkeling beïnvloeden. UNRISD wil regeringen, ontwikkelingsorganisaties, maatschappelijke instanties en wetenschappers een beter beeld geven van de invloed die ontwikkelingsbeleid en economische, sociale en milieugerelateerde veranderingsprocessen uitoefenen op verschillende sociale groepen. UNRISD is voor de financiering van zijn activiteiten geheel aangewezen op vrijwillige bijdragen en ontving in 2002 ongeveer 2,5 miljoen dollar uit Denemarken, Finland, Mexico, Nederland, Noorwegen, het Verenigd Koninkrijk, Zweden en Zwitserland. Daarnaast kreeg het Instituut voor specifieke projecten ook nog 1,1 miljoen dollar extra geldelijke steun van andere organen, bilaterale donoren en VN-organisaties. Een Raad van elf leden beslist over de begroting en het onderzoeksprogramma. Directeur: Thandika Mkandawire (Zweden) Hoofdzetel: Palais des Nations, CH-1211 Genève 10, Zwitserland Tel.: +41 22 917 30 20; fax: +41 22 917 06 50; e-mail: [email protected] Onderzoeksinstituut (UNIDIR) (www.unidir.org) van de VN voor Ontwapeningsvraagstukken Het VN-Onderzoeksinstituut voor Ontwapeningsvraagstukken werd in 1980 opgericht en voert onafhankelijk onderzoek naar veiligheid, ontwapening en ontwikkeling op nationaal, regionaal en mondiaal niveau, gezien als onderling verweven aspecten van de algehele veiligheid van de mens. Het Instituut organiseert vergaderingen en discussiebijeenkomsten; staat in voor een jaarlijks onderzoeksprogramma waarbij vier bezoekende wetenschappers zich gezamenlijk richten op een regionaal conflict; en onderhoudt een online database van onderzoeksinstituten, NGO’s en maatschappelijke organisaties die actief zijn op het vlak van ontwapening, veiligheid, vrede en wapenbeheersing. UNIDIR geeft een breed scala aan boeken, rapporten en brochures uit, en ook de trimestriële publicatie Disarmament Forum – zowel in een papieren als digitale versie. UNIDIR is hoofdzakelijk aangewezen op vrijwillige bijdragen van regeringen en particulieren. Het vaste personeel wordt aangevuld door bezoekende wetenschappers en stagiairs die onderzoek verrichten. Directeur: mw. Patricia Lewis (Verenigd Koninkrijk, Ierland) Hoofdzetel: Palais des Nations, CH-1211 Genève 10, Zwitserland Tel.: +41 22 917 31 86; fax: +41 22 917 01 76; e-mail: [email protected] GESPECIALISEERDE EN ANDERE ORGANISATIES Internationale Arbeidsorganisatie (ILO) (www.ilo.org) De Internationale Arbeidsorganisatie is de gespecialiseerde organisatie die werkt aan de bevordering van sociale rechtvaardigheid en de internationaal erkende mensen- en werknemersrechten. ILO bestaat sinds 1919 en werd in 1946 de eerste gespecialiseerde VN-organisatie. ILO formuleert internationale beleidslijnen en programma’s om levens- en werkomstandigheden te verbeteren; ze stelt internationale arbeidsnormen op die dienen als richtlijnen voor nationale autoriteiten bij de implementatie van beleid in dezen; ze voert een uitgebreid programma van technische samenwerking uit om regeringen te helpen dit beleid doeltreffend te maken; en ze houdt zich bezig met opleiding, onderwijs en onderzoek om dit streven te ondersteunen. ILO is een unieke wereldorganisatie omdat vertegenwoordigers van werknemers en werkgevers er bij het formuleren van beleid een even zware stem hebben als de vertegenwoordigers van regeringen. De organisatie kent drie organen: De Internationale Arbeidsconferentie brengt jaarlijks afgevaardigden van de regering, werknemers en werkgevers uit elke lidstaat bijeen. De Conferentie doet aanbevelingen inzake internationale arbeidsnormen en vormt een forum voor de bespreking van sociale problemen en arbeidsvraagstukken die de hele wereld aangaan; Het Besturend Orgaan vergadert tweemaal per jaar en leidt de werkzaamheden van ILO, bereidt het programma en de begroting voor, en onderzoekt gevallen van het niet-naleven van ILO-normen; Het Internationale Arbeidsbureau is het permanente secretariaat van de organisatie. Gelegenheid voor studie en opleiding wordt geboden aan het Internationaal Opleidingscentrum in Turijn. De actiemiddelen van het Internationaal Instituut voor Arbeidsstudies bestaan uit onderzoeksnetwerken, fora voor sociaal beleid, publicaties, cursussen, seminars en stageprogramma's. In 1969 (op haar vijftigste verjaardag) kreeg ILO de Nobelprijs voor de Vrede. De 2500 medewerkers en deskundigen werken verspreid over de hoofdzetel in Genève en 49 kantoren in de wereld. Het budget voor 2004-2005 bedraagt meer dan 529 miljoen dollar. Directeur-Generaal: Juan Somavía (Chili) Hoofdzetel: 4, route des Morillons, CH-1211 Genève 22, Zwitserland Tel.: +41 22 799 61 11; fax: +41 22 798 86 85; e-mail: [email protected] Voedsel- en Landbouworganisatie van de Verenigde Naties (FAO) (www.fao.org) De Voedsel- en Landbouworganisatie van de Verenigde Naties treedt binnen het VN-systeem op als de belangrijkste organisatie voor plattelandsontwikkeling. FAO probeert honger en armoede terug te dringen door ontwikkeling van de landbouw, betere voeding en door te streven naar voedselzekerheid, d.w.z. verzekeren dat alle mensen altijd toegang hebben tot het voedsel dat ze nodig hebben voor een actief en gezond leven. FAO werd opgericht op 16 oktober 1945 tijdens een conferentie in Quebec City. Die datum wordt jaarlijks herdacht als Wereldvoedseldag. FAO biedt ontwikkelingssteun; adviseert regeringen op het vlak van beleid en planning; verzamelt, analyseert en verspreidt informatie; en treedt op als internationaal forum voor overleg over voedsel- en landbouwproblemen. Speciale FAO-programma’s helpen landen zich voor te bereiden op voedselnoodsituaties en verschaffen hulp. Gemiddeld zijn er 2000 FAOprojecten gaande. De door FAO gesteunde projecten besteden jaarlijks meer dan 300 miljoen dollar, afkomstig van donororganisaties en regeringen. FAO wordt geleid door een Conferentie van lidstaten die om de twee jaar bijeen komt. Een Raad bestaande uit 49 door de Conferentie gekozen leden, fungeert tussen de zittingen van de Conferentie door als het besturend orgaan van FAO. De reguliere begroting voor 2002-2003 bedroeg 651,8 miljoen dollar. Er werken 3700 mensen voor FAO, verspreid over de hoofdzetel en kantoren in de hele wereld. Directeur-Generaal: Dr. Jacques Diouf (Senegal) Hoofdzetel: Viale delle Terme di Caracalla, 00100 Rome, Italië Tel.: +39 06 5705 1; fax: +39 06 5705 3152; e-mail: [email protected] Organisatie van de Verenigde Naties voor Onderwijs, Wetenschap en Cultuur (UNESCO) (www.unesco.org) In 1946 werd de Organisatie van de Verenigde Naties voor Onderwijs, Wetenschap en Cultuur (UNESCO) opgericht met als voornaamste taak het streven naar duurzame wereldvrede, gestoeld op de morele en intellectuele solidariteit van de mensheid. Het werkingsgebied van UNESCO omvat onderwijs, natuurwetenschappen, sociale en andere menswetenschappen, cultuur en communicatie. UNESCO probeert te komen tot een cultuur van vrede en van menselijke en duurzame ontwikkeling. UNESCO streeft naar onderwijs voor iedereen; steunt milieuonderzoek via internationale wetenschappelijke programma’s; moedigt nationale culturele waarden en het behoud van het culturele erfgoed aan; bevordert vrije informatiestromen en persvrijheid; en streeft naar het versterken van communicatiemogelijkheden van ontwikkelingslanden. De organisatie werkt met een systeem van 190 Nationale Commissies en krijgt daarbij de steun van 5000 UNESCO-verenigingen, -centra en -clubs. Het fonds onderhoudt officiële relaties met 350 NGO’s en werkt ook samen met andere organen en internationale en regionale netwerken. UNESCO wordt bestuurd door de Algemene Conferentie die uit vertegenwoordigers van alle lidstaten bestaat en om de twee jaar samenkomt. De Uitvoerende Raad telt 58 door de Algemene Conferentie verkozen leden en is belast met het toezicht op het door de Conferentie aanvaarde programma. UNESCO telt 2145 medewerkers. De reguliere begroting voor 2002-2003 bedroeg 544 miljoen dollar. Directeur-Generaal: Koïchiro Matsuura (Japan) Hoofdzetel: 7 Place de Fontenoy, 75352 Paris 07-SP, Frankrijk Tel.: +33 1 4568 1000; fax: +33 1 4567 1690; e-mail: [email protected] Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) (www.who.int) De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) werd opgericht in 1948 en ijvert voor technische samenwerking tussen alle landen op het gebied van gezondheid, zet programma's op voor de controle en uitbanning van ziekten en streeft naar een verbetering van de levenskwaliteit. Het objectief van WHO is dat alle volkeren het hoogst mogelijke gezondheidsniveau bereiken. De strategische doelen van WHO zijn: terugdringen van buitensporige sterfte-, ziekte- en invaliditeitscijfers, met name onder arme en gemarginaliseerde bevolkingsgroepen; stimuleren van een gezonde levensstijl en het beperken van gezondheidsrisico's veroorzaakt door milieu- en gedraggerelateerde, economische en sociale problemen; ontwikkelen van toegankelijke en meer efficiënte zorgsystemen die betaalbaar zijn en beantwoorden aan de terechte eisen van mensen; ontwikkelen van een degelijk gezondheidsbeleid en een goed institutioneel bestel ter zake, en het bevorderen van aandacht voor gezondheid bij beleid rond sociale en economische aangelegenheden, milieu en ontwikkeling. Het besturend orgaan van WHO is de Wereldgezondheidsvergadering bestaande uit 192 leden (met inbegrip van de Cook Eilanden). De Vergadering komt jaarlijks bijeen. De besluiten en het beleid worden uitgevoerd door de Uitvoerende Raad, die bestaat uit 32 door de overheden benoemde gezondheidsdeskundigen en tweemaal per jaar vergadert. WHO heeft regionale kantoren in Brazzaville (Democratische Republiek Kongo); Washington D.C. (Verenigde Staten), Caïro (Egypte), Kopenhagen (Denemarken), New Delhi (India) en Manila (Filippijnen). WHO telt 3500 medewerkers. De reguliere begroting voor 2002-2003 bedroeg 935,7 miljoen dollar. Directeur-Generaal: Dr. Lee Jong-wook (Republiek Korea) Hoofdzetel: 20 Avenue Appia, CH-1211 Genève 27, Zwitserland Tel.: +41 22 791 21 11; fax: +41 22 791 31 11; e-mail: [email protected] Internationaal Monetair Fonds (IMF) (www.imf.org) Het Internationaal Monetair Fonds werd in 1945 op de Conferentie van Bretton Woods gesticht met de volgende doelstellingen: bevorderen van internationale samenwerking in monetaire aangelegenheden; bevorderen van stabiele wisselkoersen en handhaven van ordelijke koersafspraken; bijdragen tot de totstandkoming van een multilateraal betalingsstelsel en tot eliminatie van deviezenrestricties; tijdelijk beschikbaar stellen van middelen om leden in staat te stellen onevenwichtigheden in hun betalingsbalans te corrigeren. IMF heeft het recht om bij haar leden internationale financiële reserves aan te leggen en toe te wijzen in de vorm van bijzondere trekkingsrechten ('special drawing rights' of SDR's). De middelen van het Fonds zijn voornamelijk afkomstig van de bijdragen – quota – van de 184 lidstaten, momenteel goed voor 212,7 miljard SDR (ongeveer 293 miljard dollar). De quota worden vastgesteld op basis van de economische draagkracht van de leden. De belangrijkste financiële functie van het IMF is het verschaffen van tijdelijke kredieten aan leden die problemen hebben met hun betalingsbalans. In ruil beloven lidstaten die lenen bij het IMF de noodzakelijke beleidsveranderingen door te voeren om de problemen op te lossen die aan de basis liggen van hun moeilijkheden. De maximale omvang van de leningen staat in verhouding tot het quotum van een land. Het Fonds biedt ook ‘zachte leningen’ aan arme lidstaten. Alle lidstaten zijn vertegenwoordigd in de Raad van Bestuur die jaarlijks bijeenkomt. Het dagelijks beheer geschiedt onder leiding van het College van Bewindvoerders bestaande uit 24 leden. De Internationale commissie voor monetaire en financiële aangelegenheden (IMFC) bestaat uit 24 leden van de Raad van Bestuur en adviseert de Raad over zaken die binnen de reikwijdte van zijn bevoegdheden vallen. IMF heeft 2650 personeelsleden uit 140 landen onder leiding van de Directeur die wordt verkozen door de Raad van Bestuur. De administratieve begroting voor het financiële jaar 2003 bedroeg netto 746,4 miljoen dollar aan geraamde aflossingen. IMF publiceert tweemaal per jaar de World Economic Outlook en het Global Financial Stability Report, en verder een breed scala aan andere studies. Directeur (sinds 7 juni 2004): Rodrigo de Rato y Figaredo (Spanje) Hoofdzetel: 700 19th Street NW, Washington, D.C. 20431, Verenigde Staten Tel.: +1 202 623 73 00; fax: +1 202 623 62 78; e-mail: [email protected] De Wereldbankgroep (www.worldbank.org) De Wereldbank is een groep van vijf instellingen: de Internationale Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling (opgericht in 1945), de Internationale Financieringsmaatschappij (1956), de Internationale Ontwikkelingsassociatie (1960), het Agentschap voor Garantie op Multilaterale Investeringen (1988) en het Internationale Centrum voor de Schikking van Investeringsgeschillen (1966). Het gemeenschappelijke doel van de Bank is armoedebestrijding door versterking van de economieën van arme landen. Het doel is de verbetering van de levensstandaard, conform de ontwikkelingsdoelen van de VN voor het nieuwe millennium, door verantwoorde economische groei en ontwikkeling. De Wereldbank spitst de kredietverstrekking en ook haar activiteiten gericht op zelfredzaamheid toe op twee ontwikkelingspijlers: werken aan een goed investeringsklimaat, banen en duurzame groei; en investeren in arme mensen en hen in staat stellen deel te hebben aan hun ontwikkeling. De Wereldbank is eigendom van de 184 lidstaten die alle vertegenwoordigd zijn in de Raad van Gouverneurs. Algemene werkzaamheden worden verwezen naar een kleinere groep, de Raad van Directeurs, waarbij de President van de Bank optreedt als voorzitter van de Raad. De Bank heeft ongeveer 10.000 mensen in dienst. In 2003 trok de Wereldbankgroep 18,5 miljard dollar uit voor operaties in meer dan 100 ontwikkelingslanden. Een van de belangrijkste publicaties van de Wereldbank is het Wereldontwikkelingsrapport, dat jaarlijks verschijnt. President: James D. Wolfensohn (Verenigde Staten) Hoofdzetel: 1818 H Street NW, Washington, D.C. 20433, Verenigde Staten Tel.: +1 202 473 10 00; fax: +1 202 477 63 91; e-mail: [email protected] Internationale Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling (IBRD) De statuten van IBRD (doorgaans ‘de Wereldbank’ genoemd) werden in 1944 opgesteld tijdens de Conferentie van Bretton Woods. In 1946 startte de Bank haar werkzaamheden. IBRD richt zich op het terugdringen van armoede in landen met een middelhoog inkomen en kredietwaardige armere landen, en doet dat door duurzame ontwikkeling te bespoedigen in de vorm van leningen, garanties en dienstverlening op het vlak van financiële analyses en adviezen. De Wereldbank streeft niet naar maximale winst, maar heeft sinds 1948 toch jaarlijks een positief nettoresultaat geboekt. De bank werft vrijwel al haar fondsen uit de verkoop van hoogwaardige obligaties en andere effecten op de internationale kapitaalmarkten. Het bedrag dat landen hebben moeten inleggen bij toetreding tot IBRD beloopt nog geen 5 procent van de Wereldbankreserves, maar heeft sinds de stichting van de bank toch een vermogen gegenereerd waaruit 383 miljard dollar aan leningen kon worden verstrekt. In het boekjaar 2003 is de bank verbintenissen aangegaan voor 11,2 miljard dollar aan nieuwe leningen, verspreid over 99 nieuwe operaties in 37 landen. Internationale Ontwikkelingsassociatie (IDA) IDA helpt ’s werelds armste landen met kredieten om hun armoede te bestrijden. Het gaat daarbij om leningen met nul procent rente en met een looptijd van 35 tot 40 jaar, waarvan de eerste tien jaar aflossingsvrij zijn. Sinds de oprichting in 1960 heeft IDA 142 miljard dollar verstrekt in de vorm van renteloze kredieten in de 81 armste landen ter wereld (die samen 2,5 miljard mensen herbergen). Het leeuwendeel van de fondsen van IDA komt uit giften van regeringen. Deze bijdragen komen met name van de rijkere IDA-leden, maar ook van landen die leningen hebben lopen bij IBRD. Donoren wordt eens in de drie jaar gevraagd het IDA-fonds 'aan te zuiveren'. Sinds de oprichting van IDA (1960) gebeurde dit dertien keer. In juli 2002 rondden donorvertegenwoordigers (‘IDA Deputies’) onderhandelingen af over de 13de aanzuivering van IDA, waarbij men een akkoord bereikte over een kader voor het geplande programma en de daaraan gekoppelde financieringsbehoefte. Dankzij die aanzuivering kon over een periode van drie jaar (per 1 juli 2002) voor 18 miljard speciale trekkingsrechten (ca. 23 miljard dollar) worden verstrekt aan arme IDAlidstaten. In het boekjaar 2003 verstrekte IDA in totaal 7,3 miljard dollar aan leningen voor 141 nieuwe operaties in 55 landen. Internationale Financieringsmaatschappij (IFC) De Internationale Financieringsmaatschappij (IFC) is de grootste multilaterale verstrekker van kredietverlener aan particuliere ondernemingen in ontwikkelingslanden. In samenwerking met particuliere investeerders voorziet IFC in financieringen en adviesdiensten ten bate van initiatieven en projecten van bedrijven in ontwikkelingslanden. IFC adviseert regeringen bij het scheppen van voorwaarden die de stroom van nationale en buitenlandse spaargelden en investeringen bevorderen. IFC wil economische ontwikkeling bevorderen door in de lidstaten de groei van productiebedrijven en doeltreffende kapitaalmarkten aan te moedigen. IFC participeert alleen in investeringen als de Maatschappij een bijzondere bijdrage kan leveren ter aanvulling van de rol van andere investeerders. IFC treedt ook op als katalysator: door aan te tonen dat beleggen in ontwikkelingslanden rendabel kan zijn, stimuleert en bewerkstelligt IFC particuliere investeringen. IFC is een autonoom orgaan binnen de Wereldbankgroep; de fondsen zijn niet dezelfde als die van IBRD. In het boekjaar 2003 ging IFC verplichtingen aan ten belope van 3,9 miljard dollar in 204 ondernemingen verspreid over 64 landen. De totale portefeuille vertegenwoordigde een waarde van 23,4 miljard dollar, waarvan 6,6 miljard dollar in de vorm van syndicaatleningen. Agentschap voor Garantie op Multilaterale Investeringen (MIGA) MIGA werd opgericht om particuliere buitenlandse investeringen in ontwikkelingslanden aan te moedigen door buitenlandse beleggers zekerheden (garanties) aan te bieden tegen verliezen veroorzaakt door niet-commerciële (d.w.z. politieke) risico’s zoals problemen bij geldoverschrijvingen, onteigening, valutawissels, oorlog en onlusten. Het biedt ook technische steun aan landen bij de verspreiding van informatie over investeringsmogelijkheden. Het geplaatste kapitaal is afkomstig uit 157 lidstaten. In het boekjaar 2003 gaf MIGA garanties af ten belope van ca. 1,4 miljard dollar. Sinds de stichting in 1988 is voor een totaal van 12,4 miljard dollar aan zekerheden verstrekt. MIGA heeft met succes de kapitaalstroom naar ontwikkelingslanden op gang gebracht. Het heeft meer dan 650 garanties afgegeven en zodoende het pad geëffend voor een toestroom van 50 miljard dollar aan rechtstreekse buitenlandse investeringen in 85 ontwikkelingslanden. Internationaal Centrum voor de Schikking van Investeringsgeschillen (ICSID) ICSID biedt faciliteiten voor de schikking – door verzoening of bemiddeling – van investeringsgeschillen tussen regeringen en buitenlandse particuliere investeerders. Het Centrum werd in 1966 ingesteld door het Verdrag inzake de schikking van investeringsgeschillen tussen staten en ingezetenen van andere staten, dat in november 2003 was geratificeerd door 140 landen. Partijen doen vrijwillig een beroep op het Centrum, maar indien ze hebben ingestemd met de bemiddeling, kunnen ze zich niet eenzijdig terugtrekken. Het centrum is een autonome organisatie die nauwe banden onderhoudt met de Bank – alle leden zijn ook lid van de Bank. De Raad van Beheer, voorgezeten door de President van de Wereldbank, bestaat uit een vertegenwoordiger per land dat het verdrag heeft geratificeerd. Organisatie voor de Internationale Burgerluchtvaart (ICAO) (www.icao.int) De Organisatie voor de Internationale Burgerluchtvaart zorgt dat men veiliger en gemakkelijker van het ene land naar het andere kan vliegen. ICAO werd opgericht in 1944 en heeft een aantal internationale normen en voorschriften ingesteld die noodzakelijk zijn voor veilig, regelmatig, efficiënt en economisch verantwoord luchtverkeer. ICAO coördineert ook de samenwerking van de 188 lidstaten op het vlak van de burgerluchtvaart. ICAO wordt bestuurd door de Vergadering, een soeverein orgaan bestaande uit afgevaardigden van alle lidstaten, en een Raad van Beheer met 36 leden die de Vergadering uit haar midden kiest. De Vergadering komt minstens eens per drie jaar bijeen, beslist over het beleid van ICAO en behandelt alle kwesties die niet specifiek worden verwezen naar de Raad van Beheer. De Raad is het uitvoerende lichaam van ICAO en voert de instructies van de Vergadering uit. De begroting voor 2003 bedroeg 60,5 miljoen dollar. ICAO telt 800 medewerkers. Voorzitter van de Raad: Dr. Assad Kotaite (Libanon) Secretaris-Generaal: Dr. Taïeb Chérif (Algerije) Hoofdzetel: 999 University Street, Montreal, Quebec H3C 5H7, Canada Tel.: +1 514 954 82 19; fax: +1 514 954 60 77; e-mail: [email protected] Internationale Maritieme Organisatie (IMO) (www.imo.org) De Internationale Maritieme Organisatie startte haar activiteiten in 1959 en is verantwoordelijk voor meer veiligheid van het vrachtverkeer op zee en voor het voorkomen van de vervuiling van de zee door schepen. IMO biedt regeringen een raamwerk om samen te werken bij de formulering van regels en gebruiken inzake technische kwesties die de internationale koopvaardij betreffen; om te komen tot de hoogst mogelijke normen voor de veiligheid op zee en een efficiënte scheepvaart; en om het zeemilieu te beschermen door preventie van en toezicht op vervuiling door schepen. Momenteel bestaan er meer dan 40 verdragen en akkoorden en ongeveer 1000 gedragscodes en aanbevelingen die wereldwijd worden toegepast. In het Zweedse Malmö richtte IMO in 1983 de World Maritime University op, die opleidingen verzorgt voor bestuurders, docenten en anderen die op hoog niveau betrokken zijn bij de koopvaardij. Het IMO International Maritime Law Institute in Valletta (Malta) werd in 1989 opgericht voor de opleiding van advocaten gespecialiseerd in internationaal zeerecht. De IMO International Maritime Academy in het Italiaanse Triëst stamt eveneens uit 1989 en biedt speciale korte cursussen in verschillende disciplines die de scheepvaart betreffen. Het bestuursorgaan van IMO, de Vergadering, omvat alle 163 lidstaten en komt om de twee jaar bijeen. De Vergadering verkiest de 40 leden tellende Raad, het besturend orgaan van de organisatie dat tweemaal per jaar vergadert. De begroting voor 2004-2005 bedraagt 46,2 miljoen dollar. IMO telt ongeveer 300 medewerkers. Secretaris-Generaal: Efthimios E. Mitropolous (Griekenland) Hoofdzetel: 4 Albert Embankment, Londen SE1 7SR, Verenigd Koninkrijk Tel.: +44 0207 735 76 11; fax: +44 0207 587 32 10; e-mail: [email protected] Internationale Telecommunicatie-unie (ITU) (www.itu.int) De Internationale Telecommunicatie-unie is een internationale organisatie waarin regeringen en het bedrijfsleven de mondiale telecommunicatienetwerken en -diensten coördineren. ITU werd in 1865 in Parijs opgericht als de 'Internationale Telegraafunie'. De naam werd in 1934 gewijzigd en in 1947 werd het een gespecialiseerde organisatie van de Verenigde Naties. Het mandaat van de Unie omvat de volgende taken: Techniek: meewerken aan de ontwikkeling en verbetering van de telecommunicatiesystemen om de doeltreffendheid van telecomdiensten te vergroten en ze toegankelijk te maken voor het grote publiek; Beleidsvorming: streven naar een bredere aanpak van vraagstukken rond telecommunicatie in het licht van de mondiale informatie-economie en maatschappij. Ontwikkeling: ontwikkelingslanden technische steun verlenen op het vlak van telecommunicatie; het mobiliseren van de nodige expertise en middelen voor de ontwikkeling van telecommunicatie; en de voordelen van de nieuwe telecommunicatietechnologie binnen het bereik brengen van mensen overal ter wereld. ITU telt 189 lidstaten en 719 leden uit de telecomsector en geassocieerde leden (wetenschap en industrie; openbare en particuliere operators; omroeporganisaties; en regionale en internationale organisaties). Het hoogste orgaan van ITU is de Conferentie van Gevolmachtigden, die om de vier jaar bijeenkomt en de 46 leden kiest van de Raad van Beheer die jaarlijks vergadert. ITU telt 794 medewerkers. De begroting voor 2002-2003 bedroeg 342 miljoen CHF. Secretaris-Generaal: Yoshio Utsumi (Japan) Hoofdzetel: Place des Nations, CH-1211 Genève 20, Zwitserland Tel.: +41 22 730 51 11; fax: +41 22 733 72 56; e-mail: [email protected] Wereldpostunie (UPU) (www.upu.int) De Wereldpostunie is de gespecialiseerde instelling die het internationale postverkeer regelt. UPU is in 1874 opgericht krachtens het Verdrag van Bern en werd in 1948 een met de Verenigde Naties verbonden gespecialiseerde organisatie. UPU speelt een vooraanstaande rol in het voortdurend optimaliseren van postdiensten. De Unie telt 190 leden en vormt het belangrijkste raamwerk voor internationale samenwerking op postaal vlak. UPU adviseert, bemiddelt en verschaft technische bijstand. Hoofddoelen zijn: de bevordering van het mondiale postverkeer; een toename van het aantal verwerkte poststukken door te voorzien in moderne producten en diensten; en een hoge servicekwaliteit voor de consument. Daarmee geeft UPU vorm aan haar kerntaak: het bevorderen en ontwikkelen van de communicatie tussen alle volken ter wereld. Het Wereldpostcongres is de hoogste autoriteit van UPU. Het komt om de vijf jaar bijeen om strategische kwesties op posterijgebied te bespreken en om het algemene programma te bepalen. Het 23ste Congres heeft in september 2004 plaats in Boekarest (Roemenië). UPU’s begroting voor 2001-2002 bedroeg 71,4 miljoen CHF bruto. Er werken 150 mensen voor UPU. Directeur-Generaal: Thomas E. Leavey (Verenigde Staten) Hoofdzetel: Weltpoststrasse 4, Case Postale 3000, Bern 15, Zwitserland Tel.: +41 31 350 31 11; fax: +41 31 350 31 10; e-mail: [email protected] Wereld Meteorologische Organisatie (WMO) (www.wmo.ch) De Wereld Meteorologische Organisatie (WMO) werd in 1951 een gespecialiseerde organisatie van de Verenigde Naties en verschaft gezaghebbende wetenschappelijke informatie over het atmosferisch milieu, de zoetwaterbronnen op aarde en over klimatologische kwesties. WMO ontwikkelt weersvoorspellingsdiensten, met inbegrip van seizoenvoorspellingen, en werkt in een internationale context mee bij het in kaart brengen van klimatologische trends. Verder bevordert WMO een snelle uitwisseling van meteorologische gegevens en ook stimuleert de organisatie initiatieven op het vlak van operationele hydrologie. WMO ontplooit haar activiteiten in de vorm van grootschalige programma’s rond het klimaat, de atmosfeer, toegepaste meteorologie, het milieu en watervoorraden. Op basis van die programma's kan men sneller waarschuwen voor extreme weersomstandigheden – tropische orkanen, El Niňo, overstromingen, droogte en andere natuurrampen – zodat mensen beter zijn voorbereid en levens en goederen kunnen worden gespaard. Ook geven deze programma's ons belangrijke informatie over het milieu en het klimaat. De organisatie richt de aandacht op belangrijke problemen zoals het gat in de ozonlaag, het broeikaseffect en de afname van het aantal zoetwaterbronnen. WMO telt 187 leden (181 staten en 6 gebieden) die alle eigen meteorologische en hydrologische diensten hebben. Het hoogste orgaan van WMO is het Meteorologisch Wereldcongres, waar om de vier jaar alle leden samenkomen. De 37 leden tellende Uitvoerende Raad komt eens per jaar bijeen. WMO telt 213 medewerkers. De begroting voor 2004-2007 bedraagt 253,8 miljoen dollar. Secretaris-Generaal: Michel Jarraud (Frankrijk) Hoofdzetel: 7 bis, Avenue de la Paix, CH-1211 Genève 2, Zwitserland Tel.: +41 22 730 81 11; fax: +41 22 730 81 81; e-mail: wmo@ wmo.int Wereldorganisatie voor Intellectuele Eigendom (WIPO) (www.wipo.int) De Wereldorganisatie voor Intellectuele Eigendom (WIPO) werd in 1970 opgericht. In 1974 werd het een gespecialiseerde organisatie van de Verenigde Naties. De belangrijkste doelstellingen zijn het verhogen van het wereldwijde respect voor intellectuele eigendom – door samenwerking van de 179 lidstaten – en het bevorderen van de administratieve samenwerking tussen de ‘Unies’ opgericht ter bescherming van intellectuele eigendom. De belangrijkste Unies zijn: De Parijse Unie (officieel: 'Internationale unie voor de bescherming van industriële eigendom'). De Berner Unie (officieel: 'Internationale unie voor de bescherming van artistieke en literaire werken'). Intellectuele eigendom valt in twee hoofdgebieden uiteen: industriële eigendom (voornamelijk uitvindingen, handelsmerken, industriële ontwerpen, herkomstbenamingen enz.) en auteursrechten (op literair, muzikaal, artistiek, fotografisch en audiovisueel werk). WIPO beheert 23 internationale verdragen, 16 daarvan betreffen industriële eigendom, de zes overige auteursrechten. WIPO heeft drie bestuursorganen: de Algemene Vergadering, waarin de lidstaten zetelen die ook lid zijn van de Parijse en/of Berner Unie en die eens in de twee jaar bijeenkomt; de Conferentie, die bestaat uit alle lidstaten en ook om de twee jaar bijeenkomt, en het 79 leden tellende Comité voor Coördinatie, dat jaarlijks vergadert. De programma's en de begroting worden om de twee jaar goedgekeurd door de bestuursorganen. De begroting voor 2004-2005 bedraagt ongeveer 639 miljoen CHF. WIPO telt 950 medewerkers uit 90 landen. Directeur-Generaal: Dr. Kamil Idris (Soedan) Hoofdzetel: 34 chemin des Colombettes, PO Box 18, CH-1211 Genève 20, Zwitserland Tel.: +41 22 338 91 11; fax: +41 22 733 54 28; e-mail: [email protected] Internationaal Fonds voor Landbouwontwikkeling (IFAD) (www.ifad.org) Het Internationaal Fonds voor Landbouwontwikkeling is een multilaterale financiële instelling die in 1977 werd opgericht op basis van een besluit van de Wereldvoedselconferentie van 1974. De opdracht van IFAD is om honger en armoede bij plattelandsgemeenschappen in ontwikkelingslanden te bestrijden. Het fonds mobiliseert middelen om arme huishoudens in rurale gebieden te helpen hun voeding te verbeteren, hun landbouwproductie op te voeren en een inkomen op te bouwen. Extreme armoede gaat altijd gepaard met chronische honger en ondervoeding – het verschijnsel doet zich voor 75 procent voor op het platteland, vooral onder vrouwen en onder de inheemse bevolking. IFAD stelt rechtstreeks geldmiddelen ter beschikking via leningen en subsidies, en mobiliseert extra middelen voor zijn projecten en programma's. Betaaltermijnen en voorwaarden voor leningen verschillen naargelang het bruto nationaal product per hoofd. IFAD werkt samen met tal van andere instellingen, waaronder de Wereldbank, regionale ontwikkelingsbanken, andere regionale financiële instellingen en VN-organisaties. Veel van die instellingen cofinancieren IFAD-projecten. IFAD wordt gefinancierd door vrijwillige bijdragen van regeringen, speciale bijdragen, terugbetalingen van leningen en opbrengsten uit investeringen. Jaarlijks investeert IFAD gemiddeld 450 miljoen dollar in nieuwe projecten en subsidies. Het Fonds telt 315 medewerkers. IFAD wordt geleid door de jaarlijks vergaderende Bestuursraad waarin alle 163 lidstaten zetelen. Het Uitvoerend Comité, bestaande uit 18 leden en 18 plaatsvervangers, houdt toezicht op de verrichtingen van het Fonds en keurt leningen en subsidies goed. Voorzitter: Lennart Båge (Zweden) Hoofdzetel: Via del Serafico 107, 00142 Rome, Italië Tel.: +39 06 54 591; fax: +39 06 504 3463; e-mail: [email protected] Organisatie van de Verenigde Naties voor Industriële Ontwikkeling (UNIDO) (www.unido.org) De Organisatie van de Verenigde Naties voor Industriële Ontwikkeling richt zich op de bevordering van industriële ontwikkeling en samenwerking. UNIDO is in 1966 door de Algemene Vergadering opgericht en werd in 1985 een gespecialiseerde organisatie van de VN. UNIDO wil de levensomstandigheden van mensen en het universele welzijn verbeteren door pasklare oplossingen te bieden voor een duurzame industriële ontwikkeling van ontwikkelingslanden en overgangseconomieën. De organisatie werkt samen met regeringen, vakorganisaties en het particuliere productiewezen aan de opbouw van een industriële sector die beantwoordt aan de eisen van de mondialisering van de industrie en tevens de vruchten daarvan kan plukken. Het werk wordt uitgevoerd door ingenieurs, economen en technologie- en milieudeskundigen op het hoofdkantoor in Wenen en door medewerkers van de Investment Promotion Service-bureaus en veldkantoren. De veldkantoren worden geleid door regionale UNIDO-directeurs. UNIDO telt 170 lidstaten. Zij komen om de twee jaar samen op de Algemene Conferentie, waar de begroting en het programma worden vastgesteld. De Raad voor Industriële Ontwikkeling, bestaande uit 53 lidstaten, doet aanbevelingen in verband met de planning en implementatie van het programma en de begroting. UNIDO telt 530 medewerkers op de hoofdzetel en 100 in kantoren verdeeld over de wereld. Meer dan 1800 deskundigen werken wereldwijd aan korte- en langetermijnprojecten. De begroting voor 2002-2003 bedroeg 133 miljoen dollar. Multilaterale en bilaterale bronnen zorgen voor bijkomende fondsen. Directeur-Generaal: Carlos Magariños (Argentinië) Hoofdzetel: Vienna International Centre, PO Box 300, A-1400 Wenen, Oostenrijk Tel.: +43 1 26026; fax: +43 1 269 2669; e-mail: [email protected] Internationaal Agentschap voor Atoomenergie (IAEA) (www.iaea.org) Het Internationaal Agentschap voor Atoomenergie – vaak kortweg ‘het Atoomagentschap’ genoemd – maakt zich sterk voor het vreedzame gebruik van kernenergie ten bate van de mensheid en waakt ervoor dat het wordt ingezet voor militaire doeleinden. Het is het belangrijkste intergouvernementele wereldforum voor wetenschappelijke en technische samenwerking in het kader van kernenergie voor vreedzame doeleinden, en het internationale inspectieorgaan dat toeziet op de naleving van veiligheidsvoorschriften en verificatiemaatregelen voor zover deze civiele kernenergieprogramma’s betreffen. Het agentschap is ook de spil van inspanningen om te komen tot internationale samenwerking op het stuk van de industriële nucleaire veiligheid en vraagstukken in verband met de openbare veiligheid. IAEA werd in 1957 opgericht als een autonome organisatie onder de hoge bescherming van de VN en telt tegenwoordig 137 lidstaten. Het verleent technische bijstand aan lidstaten die dergelijke hulp nodig hebben en richt zich daarbij op de toepassing van kernenergie en nucleaire technologie in het licht van duurzame ontwikkeling. Dit geschiedt op grond van prioriteiten die de staten zelf stellen: voedsel en landbouw, gezondheidszorg, industrie, waterbeheer, verbetering van het zeemilieu, stroomopwekking en nucleaire veiligheid, in industrieel en politieke opzicht. IAEA volgt en controleert of staten zich houden aan hun belofte geen kernwapens te zullen verspreiden conform bilaterale afspraken of internationale verdragen, bedoeld om te verzekeren dat splijtstoffen en kerncentrales niet worden misbruikt voor militaire doeleinden. Wereldwijd zijn ongeveer 250 inspecteurs actief bij meer dan 900 installaties en andere locaties die vallen onder het voorzorgsprogramma van IAEA. IAEA wordt geleid door de Algemene Conferentie, die jaarlijks bijeenkomt en alle IAEA-lidstaten omvat, en door een Raad van Bewindvoerders bestaande uit 35 leden, die in de loop van het hele jaar geregeld vergaderen. Het Agentschap telt 2257 medewerkers. De reguliere begroting voor 2004 bedroeg 268,5 miljoen dollar; IAEA rekent daarbij op 74,8 miljoen dollar aan bijkomende, vrijwillige bijdragen. Directeur-Generaal: Mohammed El Baradei (Egypte) Hoofdzetel: PO Box 100, Wagramer Strasse 5, A-1400 Wenen, Oostenrijk Tel.: +43 1 2600 0; fax: +43 1 2600 7; e-mail: [email protected] Voorbereidende Commissie voor de Organisatie voor het Verdrag betreffende het Allesomvattend Testverbod (CTBTO) (www.ctbto.org) De Voorbereidende Commissie voor de Organisatie voor het Verdrag betreffende het allesomvattend testverbod of 'Kernstopverdrag' werd opgericht op 19 november 1996 in New York tijdens een vergadering van landen die dit verdrag hadden ondertekend. Deze internationale organisatie wordt gefinancierd door de verdragspartijen en kent twee organen: een plenaire vergadering waarin alle verdragspartijen zetelen – ook bekend als de Voorbereidende Commissie – en het Voorlopig Technisch Secretariaat. De belangrijkste taak van de Commissie bestaat erin het mondiale onderzoeksregime op te zetten dat is voorzien in het Verdrag, zodat het operationeel is zodra het Verdrag in werking treedt. De Commissie heeft drie suborganen: Werkgroep A voor bestuurszaken en begroting, Werkgroep B voor controlekwesties en de Adviesgroep voor financiële, budgettaire en aanverwante administratieve zaken. De begroting voor 2003 bedroeg 88,5 miljoen dollar, waarvan zo’n 80 procent was bestemd voor de totstandkoming van de wereldwijde verificatiestructuur. Secretaris-Generaal: Wolfgang Hoffman (Duitsland) Hoofdzetel: Vienna International Centre, PO Box 1200, A-1400 Wenen, Oostenrijk Tel.: +43 1 26030 6200; fax: +43 1 26030 5823; e-mail: [email protected] Organisatie voor het Verbod op Chemische Wapens (OPCW) (www.opcw.org) De belangrijkste taak van de Organisatie voor het Verbod op Chemische Wapens (OPCW) is de implementatie van het Verdrag inzake productie, gebruik, opslag en gebruik van chemische wapens en de vernietiging ervan. Dit verdrag, dat op 29 april 1997 van kracht werd, is het eerste multilaterale ontwapenings- en non-proliferatieverdrag dat voorziet in de wereldwijde vernietiging van een volledige categorie massavernietigingswapens, zulks onder streng internationaal toezicht en volgens een voorgeschreven tijdpad. OPCW telt nu 153 verdragsstaten. Sinds 1997 hebben haar inspecteurs toegezien op de vernietiging van meer dan 7500 ton chemicaliën in bijna 2 miljoen stuks munitie, in vijf verdragsstaten – evenals de vernietiging of reconversie van twee derde van 61 voormalige productiecentra voor chemische wapens in 11 lidstaten. Ze hebben verder 1400 inspecties verricht op militaire bases en industriële sites in 55 landen om zich ervan te vergewissen dat chemische wapens worden vernietigd en dat chemicaliën die ook voor vreedzame doeleinden inzetbaar zijn, niet voor militaire worden misbruikt. OPCW-lidstaten zijn ertoe gehouden mede-verdragsstaten bij te staan indien deze worden bedreigd of aangevallen met chemische wapens. OPCW kent ook een scala aan international samenwerkingsprogramma’s ter bevordering van het vreedzaam toepassen van de scheikunde. Het technisch secretariaat telt 500 medewerkers uit 66 landen. De begroting voor 2003 bedroeg 68,5 miljoen euro. Directeur-Generaal: Rogelio Pfirter (Argentinië) Hoofdzetel: Johan de Wittlaan 32, 2517 JR, Den Haag, Nederland Tel.: +31 70 416 33 00; fax: +31 70 306 35 35; e-mail: [email protected] Wereldtoerismeorganisatie (WTO of OMT) (www.world-tourism.org) De Wereldtoerisme-organisatie is opgericht in 1925 en is de belangrijkste internationale organisatie op het vlak van toerisme. De organisatie vormt een mondiaal overlegforum voor kwesties in verband met toerismebeleid en is een praktische bron van knowhow. WTO telt 148 leden – landen en gebieden – en meer dan 350 aangesloten leden die plaatselijke autoriteiten, toeristische organisaties en particuliere ondernemingen – o.a. luchtvaartmaatschappijen, hotelketens en touroperators – vertegenwoordigen. Als intergouvernementeel orgaan door de VN belast met de bevordering en ontwikkeling van het toerisme, werd WTO – krachtens resolutie 58/232 van de Algemene Vergadering – op 23 december 2003 een gespecialiseerd organisatie van de VN. WTO probeert met toerisme economische groei te stimuleren en banen te creëren, initiatieven te ontplooien voor de bescherming van het milieu en erfgoed op toeristische bestemmingen, en de verstandhouding tussen landen te bevorderen. Het belangrijkste orgaan van WTO, de Algemene Vergadering, bestaat uit volledige, verbonden en geaffilieerde leden. De Vergadering komt eens in de twee jaar bijeen voor de goedkeuring van begroting en werkprogramma, en voor bespreking van belangrijke thema's binnen de toeristische sector. De twee keer per jaar vergaderende Uitvoerende Raad telt 27 leden die worden verkozen door de Vergadering, en één permanent lid (Spanje). De zes regionale commissies – Afrika; Noord- en Zuid-Amerika; Oost-Azië en het Stille-Zuidzeegebied; Europa; het Midden-Oosten; en Zuid-Azië – vergaderen minstens eens per jaar. Er werken 90 mensen voor WTO. De begroting voor 2002-2003 bedroeg 20,8 miljoen dollar. Secretaris-Generaal: Francesco Frangialli (Frankrijk) Hoofdzetel: Capitán Haya 42, 28020 Madrid, Spanje Tel.: +34-91) 567-8100; fax: +34-91) 571-3733; e-mail: [email protected] Wereldhandelsorganisatie (WTO) (www.wto.org) De Wereldhandelsorganisatie (WTO) is op 1 januari 1995 opgericht ter vervanging van de Algemene Overeenkomst inzake Tarieven en Handel (GATT) als het enige beleidsorgaan dat toezicht houdt op de wereldwijde afspraken betreffende de internationale handel. WTO is geen gespecialiseerde organisatie van de VN, maar er is wel sprake van overeenkomsten en praktische samenwerking tussen de twee. Het doel van WTO is een zo soepel mogelijk handelsverkeer binnen een gereguleerd systeem; het onpartijdig oplossen van handelsgeschillen tussen regeringen; en het organiseren van handelsbesprekingen. WTO is opgebouwd rond 60 overeenkomsten die de juridische basis vormen voor het internationale handelsverkeer en -beleid. De principes ten grondslag aan deze afspraken zijn onder meer het beginsel van niet-discriminatie tussen handelspartners (de 'meest begunstigde natie'-clausule en de ‘nationale behandeling’), een vrijere handel, het aanmoedigen van concurrentie, en extra voorzieningen voor minder ontwikkelde landen. Een van de doelstellingen van WTO is het terugdringen van protectionisme. Sinds de oprichting is WTO het forum voor succesvolle onderhandelingen over het openstellen van markten op het vlak van telecommunicatie, informatietechnologie en financiële dienstverlening. De organisatie was betrokken bij het oplossen van meer dan 190 handelsgeschillen en blijft toezicht houden op de implementatie van de akkoorden die werden bereikt tijdens de internationale handelsbesprekingen, bekend als de 'Uruguay-ronde' (19861994). In 2001 startte WTO in Doha (Qatar) en nieuwe ronde van multilaterale handelsbesprekingen die bekend is geworden als de ‘Ontwikkelingsagenda van Doha’. WTO telt 146 lidstaten. Het belangrijkste orgaan is de Ministeriële Conferentie, die om de twee jaar vergadert. De Algemene Raad leidt de dagelijkse activiteiten. De begroting voor 2003 bedroeg 155 miljoen CHF. De organisatie telt 550 medewerkers. Directeur-Generaal: Dr. Supachai Panitchpakdi (Thailand) Hoofdzetel: 154 Rue de Lausanne, CH-1211 Genève 21, Zwitserland Tel.: +41-22) 739-5111; fax: +41-22) 731-4206; e-mail: [email protected]