DEEL 1 - Unric

advertisement
DEEL 1
Hoofdstuk 1
De Verenigde Naties: organisatiestructuur
De naam 'Verenigde Naties' is bedacht door Franklin D. Roosevelt, president
van de Verenigde Staten, en werd ten tijde van de Tweede Wereldoorlog voor
het eerst gebruikt in de Verklaring van de Verenigde Naties van 1 januari 1942,
waarin vertegenwoordigers van 26 landen namens hun regeringen verklaren de
gezamenlijke strijd tegen de As-mogendheden te zullen voortzetten
Al eerder hadden staten internationale organisaties gevormd om op specifieke
terreinen samen te werken. Zo werd in 1865 de Internationale
Telecommunicatie Unie opgericht (die toen nog ‘Internationale Telegraafunie’
heette) en in 1874 de Wereldpostunie. Beide organisaties zijn nu
gespecialiseerde organisaties van de Verenigde Naties.
In 1899 had in Den Haag de eerste Internationale Vredesconferentie plaats.
Daar werden instrumenten ontwikkeld om crisissen vreedzaam te beslechten,
oorlogen te voorkomen en regels vast te leggen inzake oorlogsvoering. Tijdens
die Conferentie werd het Verdrag inzake de vreedzame oplossing van
internationale geschillen aangenomen, en ging men over tot de instelling van
het Permanente Hof van Arbitrage, dat zijn werkzaamheden aanving in 1902.
Voorloper van de Verenigde Naties was de Volkenbond, een organisatie die in
1919, na afloop van de Eerste Wereldoorlog, het licht zag krachtens het Verdrag
van Versailles onder gelijksoortige omstandigheden als later de VN. De
Volkenbond werd opgericht 'ter bevordering van de internationale
samenwerking en ter bewerkstelliging van vrede en veiligheid onder de volken'.
Ook de Internationale Arbeidsorganisatie (ILO) kwam tot stand krachtens het
Verdrag van Versailles, en wel als een nevenorganisatie van de Volkenbond. De
Volkenbond staakte zijn activiteiten nadat hij er niet in was geslaagd de Tweede
Wereldoorlog te voorkomen.
In 1945 kwamen vertegenwoordigers van 50 landen samen in San Francisco
voor de ‘Conferentie van de Verenigde Naties betreffende Internationale
Organisatie’ om het Handvest van de Verenigde Naties op te stellen. De
afgevaardigden voerden de besprekingen op basis van voorstellen die
vertegenwoordigers van China, de Sovjet-Unie, het Verenigd Koninkrijk en de
Verenigde Staten in de nazomer van 1944 in Dumbarton Oaks (bij Washington
D.C.) hadden uitgewerkt. De vertegenwoordigers van de 50 deelnemende
landen ondertekenden het Handvest op 26 juni 1945. Polen was niet aanwezig
op de conferentie, maar ondertekende het Handvest later en werd alsnog een van
de oorspronkelijke 51 lidstaten.
De Verenigde Naties ging officieel van start op 24 oktober 1945, na
bekrachtiging van het Handvest door China, Frankrijk, de Sovjet-Unie, de
Verenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk en een meerderheid van de overige
ondertekenaars. Sedertdien wordt 24 oktober jaarlijks gevierd als Dag van de
Verenigde Naties.
Het Handvest van de Verenigde Naties
(www.un.org/aboutun/charter)
Het Handvest van de Verenigde Naties vormt de grondslag van de Organisatie.
Het bepaalt de rechten en plichten van de lidstaten en legt de organen en
procedures van de Verenigde Naties vast. Het is een internationaal verdrag dat
de voornaamste beginselen inzake de internationale betrekkingen codificeert van de soevereine gelijkheid van staten tot het verbod op het gebruik van
geweld in de internationale betrekkingen op een manier die niet strookt met de
doelstellingen van de VN.
[inzet blz. 4]
Amendementen van het Handvest van de Verenigde Naties
Het Handvest kan worden geamendeerd door een tweederde meerderheid van de
leden van de Algemene Vergadering en na ratificatie van de wijziging door
twee derde van de lidstaten – met inbegrip van de vijf permanente leden van de
Veiligheidsraad. Tot op heden werden vier artikelen van het Handvest
gewijzigd, één daarvan tweemaal:
 In 1965 werd het aantal leden van de Veiligheidsraad verhoogd van 11
naar 15 (art. 23) en het vereiste aantal voorstemmen voor een besluit
ging van zeven naar negen. Voor niet-procedurele kwesties dient die
meerderheid de voorstemmen van alle vijf de permanente leden te
omvatten (art. 27);
 In 1965 werd het aantal leden van de Economische en Sociale Raad
verhoogd van 18 naar 27 leden, en in 1973 werd het lidmaatschap
verdubbeld tot 54 (art. 61);
 In 1968 werd het aantal stemmen van de Veiligheidsraad dat vereist is
voor het bijeenroepen van een Algemene Conferentie ter herziening van
het Handvest, verhoogd van zeven naar negen (art. 109).
[einde inzet]
Preambule van het Handvest
De Preambule van het Handvest verwoordt de idealen en gemeenschappelijke
doelstellingen van alle volken wier regeringen zich hebben verenigd om samen
de Verenigde Naties te vormen:
“WIJ, DE VOLKEN VAN DE VERENIGDE NATIES, VASTBESLOTEN
komende geslachten te behoeden voor de gesel van de oorlog, die tweemaal in
ons leven onnoemelijk leed over de mensheid heeft gebracht, en
opnieuw ons vertrouwen te bevestigen in de fundamentele rechten van de mens,
in de waardigheid en de waarde van de menselijke persoon, in gelijke rechten
voor mannen en vrouwen, alsmede voor grote en klein naties, en
omstandigheden te scheppen waaronder gerechtigheid, alsmede eerbied voor
de uit verdragen en andere bronnen van internationaal recht voortvloeiende
verplichtingen kunnen worden gehandhaafd, en
sociale vooruitgang en hogere levensstandaarden in grotere vrijheid te
bevorderen,
“EN TE DIEN EINDE
verdraagzaamheid te betrachten en in vrede met elkander te leven als goede
naburen, en onze krachten te bundelen ter handhaving van de internationale
vrede en veiligheid, en door het aanvaarden van beginselen en het invoeren van
methodes te verzekeren dat wapengeweld niet zal worden gebruikt behalve in
het algemeen belang, en gebruik te maken van internationale instellingen voor
de bevordering van economische en sociale vooruitgang van alle volken,
"HEBBEN
BESLOTEN ONZE INSPANNINGEN TE VERENIGEN OM DEZE DOELEINDEN TE
VERWEZENLIJKEN.
Dienovereenkomstig hebben onze onderscheiden regeringen, door tussenkomst
van hun in de stad San Francisco bijeengekomen vertegenwoordigers, die hun
volmachten hebben overgelegd, welke in goede orde zijn bevonden,
overeenstemming bereikt over dit Handvest van de Verenigde Naties en richten
zij hierbij een internationale organisatie op, die de naam zal dragen van de
Verenigde Naties.”
Doelstellingen en beginselen
De in het Handvest uiteengezette doelstellingen van de Verenigde Naties zijn:




handhaving van de internationale vrede en veiligheid;
ontwikkeling van vriendschappelijke betrekkingen tussen landen op
basis van eerbied voor het beginsel van gelijke rechten en
zelfbeschikking van volken;
samenwerking bij het oplossen van internationale vraagstukken van
economische, sociale, culturele en humanitaire aard, alsmede het
bevorderen van de eerbiediging van de rechten van de mens en de
fundamentele vrijheden;
een centrum te zijn voor de harmonisatie van het optreden van de naties
ter verwezenlijking van deze gemeenschappelijke doelstellingen.
De Verenigde Naties handelt overeenkomstig de volgende beginselen:
●
●
●
●
●
●
de Organisatie is gegrond op het beginsel van de soevereine gelijkheid
van al haar leden;
leden dienen hun uit het Handvest voortvloeiende verplichtingen te goeder
trouw na te komen;
leden dienen hun internationale geschillen langs vreedzame weg op te
lossen, zonder de internationale vrede en veiligheid of de gerechtigheid in
gevaar te brengen;
leden onthouden zich in hun internationale betrekkingen van dreiging met
of gebruik van geweld tegen andere staten;
leden dienen de Verenigde Naties volledige bijstand te verlenen bij elk
optreden waartoe de Organisatie krachtens het Handvest overgaat;
geen enkele bepaling van het Handvest machtigt de Verenigde Naties om
op te treden bij aangelegenheden die naar hun aard onder de nationale
rechtsmacht van een staat vallen.
Lidmaatschap
Het lidmaatschap van de Verenigde Naties staat open voor alle vredelievende
staten die de verplichtingen vervat in het VN-Handvest aanvaarden en die naar
het oordeel van de Organisatie in staat en bereid zijn deze verplichtingen na te
komen.
De Algemene Vergadering beslist – op aanbeveling van de Veiligheidsraad –
over de toelating van nieuwe lidstaten. Het Handvest voorziet in de
mogelijkheid van schorsing of uitstoting van een lidstaat op grond van
schending van de in het Handvest vervatte beginselen, maar een dergelijke
maatregel is nooit getroffen.
Officiële talen
Krachtens het Handvest zijn de officiële talen van de Verenigde Naties het
Chinees, Engels, Frans, Russisch en Spaans. Het Arabisch is later toegevoegd
als een officiële taal voor de Algemene Vergadering, de Veiligheidsraad en de
Economische en Sociale Raad.
Structuur van de Organisatie
Het Handvest stelde zes hoofdorganen van de Verenigde Naties in: de
Algemene Vergadering, de Veiligheidsraad, de Economische en Sociale Raad,
de Trustschapsraad, het Internationaal Gerechtshof en het Secretariaat. De 'VNfamilie' is echter veel groter en omvat 15 gespecialiseerde organisaties en
verschillende programma's en organen.
Algemene Vergadering
(www.un.org/ga)
De Algemene Vergadering is het belangrijkste overlegorgaan en omvat de
vertegenwoordigers van alle lidstaten, die elk één stem hebben. Besluiten in
belangrijke zaken – zoals kwesties betreffende vrede en veiligheid, de toelating
van nieuwe leden en begrotingsvraagstukken – vergen een tweederde
meerderheid. Besluiten in andere kwesties neemt de Vergadering met een
gewone meerderheid van stemmen.
Functies en bevoegdheden
Krachtens het Handvest heeft de Algemene Vergadering de volgende functies
en bevoegdheden:
●
aanbevelingen overwegen en uitbrengen aangaande samenwerking bij het
handhaven van de internationale vrede en veiligheid, met inbegrip van
beginselen voor ontwapening en wapenbeheersing;
●
alle vraagstukken bespreken in verband met de handhaving van de
internationale vrede en veiligheid en daarover aanbevelingen doen, tenzij
een dergelijke kwestie in behandeling is bij de Veiligheidsraad;1
1
Krachtens de in november 1950 door de Algemene Vergadering aangenomen
resolutie Uniting for Peace kan de Vergadering maatregelen treffen indien de
Veiligheidsraad, bij gebrek aan eensgezindheid onder de permanente leden, niet kan
optreden in een situatie waarbij sprake is van een bedreiging van de vrede, een inbreuk
op de vrede of een daad van agressie. De Vergadering is gemachtigd de zaak
●
●
●
●
●
●
besprekingen voeren en aanbevelingen doen – onder hetzelfde
voorbehoud als genoemd in de voorgaande paragraaf – over alle
vraagstukken die binnen het kader van het Handvest vallen of die
betrekking hebben op de bevoegdheden en functies van VN-organen;
studies verrichten en aanbevelingen doen ter bevordering van
internationale samenwerking op politiek gebied en bij de ontwikkeling en
codificatie van het internationaal recht, de verwezenlijking van de rechten
van de mens en de fundamentele vrijheden voor iedereen, en
internationale samenwerking op economisch, sociaal en cultureel vlak en
op het gebied van onderwijs en gezondheidszorg;
maatregelen aanbevelen voor de vreedzame regeling van situaties – hoe
die ook zijn ontstaan – die de vriendschappelijke betrekkingen tussen
naties kunnen schaden;
verslagen van de Veiligheidsraad en andere VN-organen ontvangen en
bespreken;
de begroting van de Verenigde Naties behandelen en goedkeuren, en de
financiële bijdragen van de lidstaten vaststellen;
het verkiezen van de niet-permanente leden van de Veiligheidsraad, van
de leden van de Economische en Sociale Raad en (indien nodig)
bijkomende leden van de Trustschapraad; het verkiezen – in overleg met
de Veiligheidsraad – van de rechters van het Internationaal Gerechtshof;
het benoemen, op aanbeveling van de Veiligheidsraad, van de SecretarisGeneraal.
Zittingen
De jaarlijkse gewone zitting van de Algemene Vergadering begint in
september. De zitting van 2003-2004 was de 58ste reguliere zitting. De
jaarlijkse zitting vangt aan op de dinsdag van de derde week van september
(gerekend vanaf de eerste week met ten minste één werkdag). De verkiezing van
de Voorzitter van de Vergadering, van de 21 Ondervoorzitters en van de
Voorzitters van de zes Hoofdcommissies, geschiedt minstens drie maanden voor
de aanvang van de gewone zitting. Om een billijke geografische spreiding te
garanderen, wisselt het voorzitterschap elk jaar tussen de volgende vijf groepen
van
staten:
Afrikaanse,
Aziatische,
Oost-Europese,
LatijnsAmerikaanse/Caribische en West-Europese en overige staten.
Voorts kunnen bijzondere zittingen worden bijeengeroepen. Dat geschiedt op
verzoek van de Veiligheidsraad, van een meerderheid van VN-lidstaten of van
één VN-lid – mits een meerderheid van de leden dit verzoek ondersteunt.
Bijzondere spoedzittingen kunnen worden bijeengeroepen binnen 24 uur
volgend op het verzoek van de Veiligheidsraad (ingediend door negen
willekeurige leden), van een meerderheid van de VN-lidstaten, of van één lid,
indien de meerderheid van de leden dit verzoek ondersteunt.
Aan het begin van elke gewone zitting houdt de Vergadering een algemeen
debat, vaak met toespraken van staatshoofden en regeringsleiders, waarin de
onmiddellijk in behandeling te nemen teneinde aanbevelingen te doen aan de leden
voor collectieve maatregelen, eventueel met inbegrip – bij een inbreuk op de vrede of
een daad van agressie – van het gebruik van wapengeweld, als dit noodzakelijk is voor
de handhaving of het herstel van de internationale vrede en veiligheid.
leden hun standpunten uiteenzetten rond de meest dringende internationale
vraagstukken. De meeste kwesties worden vervolgens besproken in de zes
hoofdcommissies van de Algemene Vergadering:
●
Eerste Commissie (ontwapening en internationale veiligheid);
●
Tweede Commissie (economie en financiën);
●
Derde Commissie (sociale, humanitaire en culturele zaken);
●
Vierde Commissie (speciale politieke zaken en dekolonisatie);
●
Vijfde Commissie (administratieve zaken en begroting);
●
Zesde Commissie (juridische aangelegenheden).
Sommige onderwerpen worden rechtstreeks tijdens plenaire bijeenkomsten
behandeld, andere worden doorverwezen naar een van de zes hoofdcommissies.
Resoluties en besluiten, met inbegrip van die welke worden aanbevolen door de
commissies, worden aanvaard in plenaire zittingen. Doorgaans geschiedt dat
vóór het reces van de gewone zitting in december. Dergelijke besluiten kunnen
met of zonder stemming worden aangenomen.
Aanvaarding van de resoluties en besluiten door de Vergadering gebeurt
meestal bij een eenvoudige meerderheid van de aanwezige en stemmende leden.
Voor belangrijke vraagstukken – waaronder aanbevelingen inzake de
internationale vrede en veiligheid, de verkiezing van de leden van bepaalde
hoofdorganen, en budgettaire aangelegenheden – is een tweederde meerderheid
van de stemmen vereist. Stemmingen kunnen geschieden in de vorm van een
geregistreerde stemming, bij handopsteken of met naamafroeping.
Hoewel de besluiten van de Vergadering juridisch gezien niet bindend zijn voor
regeringen, vertegenwoordigen zij toch het gewicht van de wereldopinie en
daarmee het morele gezag van de internationale gemeenschap.
De rest van het jaar zijn de werkzaamheden van de VN grotendeels gebaseerd
op opdrachten van de Algemene Vergadering, dat wil zeggen op de wil van de
meerderheid van de leden, zoals die tot uitdrukking komt in de door de
Vergadering aangenomen resoluties. Deze werkzaamheden worden verricht:
●
●
●
door commissies en andere organen die de Vergadering opricht om
specifieke kwesties zoals ontwapening, vredeshandhaving, ontwikkeling
en mensenrechten te onderzoeken en daarover verslag uit te brengen;
tijdens door de Vergadering bijeengeroepen internationale conferenties;
door het Secretariaat van de Verenigde Naties: de Secretaris-Generaal en
zijn staf van internationale ambtenaren.
Veiligheidsraad
(www.un.org/Docs/sc)
Het Handvest legt de verantwoordelijkheid voor het handhaven van de
internationale vrede en veiligheid in de eerste plaats bij de Veiligheidsraad.
De Raad telt 15 leden: vijf permanente leden (China, Frankrijk, de Russische
Federatie, het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten) en 10 leden die
door de Algemene Vergadering worden gekozen voor een periode van twee
jaar.
Elk lid van de Raad heeft één stem. Besluiten over procedurekwesties kan de
Veiligheidsraad nemen indien minstens negen van de vijftien leden vóór
stemmen. Besluiten over inhoudelijke zaken vereisen negen stemmende leden
en de afwezigheid van een tegenstem van een van de vijf permanente leden.
Alle vijf de permanente leden hebben ooit gebruik gemaakt van dit recht. Een
permanent lid dat een bepaald besluit niet steunt, maar het anderzijds niet wil
tegenhouden met een veto, kan zich onthouden van stemming, en zodoende de
aanvaarding van de resolutie mogelijk maken indien het voorstel de vereiste
negen voorstemmen verkrijgt.
Krachtens artikel 25 van het Handvest komen alle leden van de Verenigde
Naties overeen de besluiten van de Veiligheidsraad te aanvaarden en uit te
voeren. Terwijl andere VN-organen alleen aanbevelingen doen aan lidstaten, is
de Veiligheidsraad bevoegd om besluiten te nemen die de leden krachtens het
Handvest verplicht moeten uitvoeren.
Functies en bevoegdheden
Het Handvest formuleert de volgende functies en bevoegdheden van de
Veiligheidsraad:
 de internationale vrede en veiligheid handhaven krachtens de
doelstellingen en beginselen van de Verenigde Naties;
 plannen opstellen om te komen tot een stelsel van wapenbeheersing;
 partijen oproepen hun geschillen met vreedzame middelen te beslechten;
 alle geschillen en situaties onderzoeken die kunnen leiden tot
internationale wrijving, en aanbevelingen doen omtrent methodes om
geschillen te beslechten of omtrent de voorwaarden voor een schikking;
 vaststellen of er sprake is van een bedreiging van de vrede of een daad
van agressie, en te nemen maatregelen aanbevelen;
 betrokken partijen oproepen zich te houden aan de voorlopige
maatregelen die de Raad noodzakelijk of wenselijk acht om de
verslechtering van een situatie te voorkomen;
 de leden van de Verenigde Naties oproepen om geweldloze maatregelen
te treffen – zoals sancties – om gevolg te geven aan de besluiten van de
Raad;
 overgaan tot wapengeweld – of daartoe machtiging verstrekken – om de
internationale vrede en veiligheid te handhaven of te herstellen;
° aanmoedigen van de vreedzame beslechting van lokale geschillen in het
kader van regionale akkoorden en het gebruik maken van dergelijke
regional akkoorden voor de uitvoering van op het gezag van de Raad
ondernomen dwangacties;
 aanbevelingen doen aan de Algemene Vergadering in verband met de
benoeming van de Secretaris-Generaal en de verkiezing, samen met de
Algemene Vergadering, van de rechters van het Internationaal
Gerechtshof;
 het Internationaal Gerechtshof verzoeken advies uit te brengen over
eender welke juridische kwestie;

aanbevelingen doen aan de Algemene Vergadering in verband met de
toetreding van nieuwe leden tot de Verenigde Naties.
De Veiligheidsraad is zo georganiseerd dat hij voortdurend kan functioneren. Zo
moet ieder lid van de Veiligheidsraad te allen tijde vertegenwoordigd zijn bij de
hoofdzetel van de Verenigde Naties. De Raad kan ook elders bijeenkomen. Zo
was er in 1972 een zitting in Addis Abeba, en in 1973 in Panama-Stad; in 1990
kwam de Raad bijeen in Genève.
Wanneer de Raad een klacht krijgt voorgelegd betreffende een bedreiging van
de vrede, roept hij de betrokken partijen meestal eerst op om op vreedzame
wijze tot een vergelijk te komen. De Raad kan daarbij de uitgangspunten voor
een vreedzame regeling formuleren. In sommige gevallen kan hij zelf overgaan
tot feitenonderzoek en bemiddeling. Ook kan de Veiligheidsraad een missie
zenden, bijzondere gezanten benoemen of een beroep doen op de goede
diensten van de Secretaris-Generaal.
Wanneer een geschil leidt tot wapengeweld, dan is het de eerste zorg van de
Raad om daaraan zo snel mogelijk een einde te maken. De Raad kan met het
oog op een staakt-het-vuren aanbevelingen doen die een belangrijke rol kunnen
vervullen bij het beteugelen van vijandelijkheden.
De Raad kan ook militaire waarnemers of een vredesmacht uitzenden om
spanningen te temperen, tegenstanders uit elkaar te houden en een klimaat te
scheppen waarin men kan komen tot vreedzame oplossingen. Krachtens
Hoofdstuk VII van het Handvest kan de Raad besluiten tot dwangmaatregelen in
de vorm van economische sancties, wapenembargo's, financiële sancties, een
reisverbod of een gezamenlijk militair optreden.
Sancties zijn een belangrijk instrument van de Veiligheidsraad bij het
bevorderen van de internationale vrede en veiligheid. Alle op dit moment van
kracht zijnde sanctieprogramma’s omvatten ‘uitgekiende’ of gerichte sancties –
wapenembargo’s, financiële sancties, een reisverbod – om ongewenste
neveneffecten uit te sluiten (of maximaal te beperken) door zulke sancties toe te
spitsen op diegenen die verantwoordelijk zijn voor het door de internationale
gemeenschap veroordeelde beleid, terwijl andere delen van de bevolking, en de
internationale handelsbetrekkingen, er geen schade van ondervinden (zie
Hoofdstuk 2).
De Veiligheidsraad stelde na de Golfoorlog in 1991 UNSCOM (een Speciale
VN-Commissie) in om samen met het Internationaal Atoomagentschap (IAEA)
toe
te
zien
op
de
daadwerkelijke
vernietiging
van
Iraks
massavernietigingswapens. De taken van UNSCOM werden in 1999
overgedragen aan UNMOVIC (VN-Commissie voor Toezicht, Verificatie en
Inspectie).
De Veiligheidsraad heeft twee Internationale Straftribunalen in het leven
geroepen om misdaden tegen de mensheid te vervolgen die werden gepleegd in
het voormalige Joegoslavië en in Rwanda. Beide tribunalen zijn hulporganen
van de Veiligheidsraad. Na de terroristische aanslagen van 11 september 2001
in de Verenigde Staten heeft de Raad de Commissie Contraterrorisme ingesteld,
eveneens een hulporgaan.
Sinds 1993 buigt een werkgroep van de Algemene Vergadering zich over een
mogelijke hervorming van de Veiligheidsraad, onder meer met betrekking tot
een meer billijke vertegenwoordiging en een uitbreiding van het aantal leden.
Economische en Sociale Raad
(www.un.org/esa/coordination/ecosoc)
De Economische en Sociale Raad (of ECOSOC) is krachtens het Handvest
opgericht als het coördinerend orgaan voor de economische en sociale
werkzaamheden van de Verenigde Naties, haar gespecialiseerde organisaties en
andere VN-instellingen – samen veelal de ‘familie van VN-organisaties’
genoemd. De Raad telt 54 leden met elk een ambtstermijn van drie jaar. De
Economische en Sociale Raad besluit bij gewone meerderheid; elk lid heeft één
stem.
Functies en bevoegdheden
De functies en bevoegdheden van de Economische en Sociale Raad zijn:
●
●
●
●
●
dienen als centraal platform voor het bespreken van internationale
economische en sociale aangelegenheden en voor het formuleren van
beleidsaanbevelingen, gericht aan de lidstaten en aan het VN-systeem als
geheel;
studies en rapporten maken of initiëren, en aanbevelingen doen over
internationale economische, sociale en culturele kwesties en over
vraagstukken rond onderwijs en gezondheid;
eerbiediging en inachtneming bevorderen van de rechten van de mens en
de fundamentele vrijheden;
internationale conferenties over economische, sociale en aanverwante
aangelegenheden helpen voorbereiden en organiseren, en instaan voor een
gecoördineerde follow-up van die conferenties;
de werkzaamheden van de gespecialiseerde organisaties coördineren via
overleg met en aanbevelingen aan deze organisaties en middels
aanbevelingen aan de Algemene Vergadering;
Door zijn besprekingen van internationale economische en sociale
vraagstukken, en door de beleidsaanbevelingen die het doet, speelt ECOSOC
een belangrijke rol in het stimuleren van de internationale
ontwikkelingssamenwerking en in het bepalen van de prioriteiten bij de
invulling van die samenwerking.
Zittingen
De Economische en Sociale Raad houdt jaarlijks verscheidene korte
werkzittingen en een groot aantal voorbereidende vergaderingen,
rondetafelgesprekken en paneldiscussies met verschillende vertegenwoordigers
uit het maatschappelijke middenveld, met het oog op de organisatie van zijn
werkzaamheden. ECOSOC houdt ook één zitting van vier weken – afwisselend
in New York en Genève – over zaken van inhoudelijke aard. Die zitting omvat
een speciale bijeenkomst op het hoogste niveau, met ministers en hoge
ambtenaren, waar men belangrijke economische, sociale en humanitaire
kwesties bespreekt. Het uitvoerende werk van de Raad heeft plaats in zijn
subsidiaire en aanverwante organen.
Subsidiaire en aanverwante organen
De subsidiaire organen van de Economische en Sociale Raad zijn:
●
negen functionele commissies – overlegorganen die besprekingen voeren
en aanbevelingen formuleren over kwesties die onder hun
verantwoordelijkheid en expertise vallen. Het betreft de Statistische
Commissie, de Commissie Bevolking en Ontwikkeling, de Commissie
Sociale Ontwikkeling, de Commissie Mensenrechten, de Commissie
voor de Status van de Vrouw, de Commissie Verdovende Middelen,
de Commissie Misdaadpreventie en Strafrecht, de Commissie
Wetenschap en Technologie voor Ontwikkeling en de Commissie
Duurzame Ontwikkeling;
●
vijf regionale commissies: de Economische Commissie voor Afrika
(Addis Abeba), de Economische en Sociale Commissie voor Azië en het
Stille-Oceaangebied (Bangkok), de Economische Commissie voor
Europa (Genève), de Economische Commissie voor Latijns-Amerika
en het Caribisch Gebied (Santiago) en de Economische en Sociale
Commissie voor West-Azië (Beiroet);
●
zes vaste comités en vaste organen van deskundigen: het Comité voor
Programma en Coördinatie, het Comité voor Menselijke
Nederzettingen, het Comité voor Niet-gouvernementele Organisaties,
het Comité voor Onderhandelingen met Intergouvernementele
Organisaties, het Comité voor Energie en Natuurlijke Hulpbronnen,
en het Comité voor Openbaar Bestuur;
●
een aantal andere organen van deskundigen belast met kwesties als
ontwikkelingsplanning, natuurlijke hulpbronnen, economische, sociale en
culturele rechten, en het Permanente Forum voor Inheemse Vraagstukken
(PFII).
De Raad werkt ook samen met – en coördineert tot op zekere hoogte de
werkzaamheden van – VN-programma's zoals UNDP, UNEP, UNICEF, UNHABITAT en UNFPA, en gespecialiseerde organisaties zoals FAO, WHO, ILO
en UNESCO. Al deze instanties brengen verslag uit aan de Raad en doen
aanbevelingen voor de inhoudelijke zittingen.
Betrekkingen met niet-gouvernementele organisaties
Het Handvest bepaalt dat de Economische en Sociale Raad overleg kan plegen
met niet-gouvernementele organisaties betrokken bij aangelegenheden die
binnen de bevoegdheid van de Raad vallen. Meer dan 1600 van die NGO’s
hebben een consultatief statuut bij de Raad. De Raad erkent dat deze
organisaties de gelegenheid moet worden geboden hun standpunten kenbaar te
maken en dat zij over een bijzondere expertise of technische kennis beschikken
die de Raad ten goede komt bij zijn werkzaamheden.
ECOSOC onderscheidt drie categorieën NGO's: organisaties in categorie I zijn
betrokken bij het merendeel van de werkzaamheden van de Raad; organisaties
van categorie II beschikken over een speciale deskundigheid op welbepaalde
gebieden; en organisaties die van tijd tot tijd de Raad kunnen bijstaan, staan
vermeld op een lijst voor raadpleging ad hoc.
NGO's met consultatief statuut mogen waarnemers sturen naar de openbare
vergaderingen van de Raad en van zijn subsidiaire organen, en kunnen
schriftelijke verklaringen indienen met betrekking tot het werk van de Raad. Zij
kunnen ook overleg plegen met het Secretariaat van de VN over zaken van
wederzijds belang.
In de loop der jaren is de samenwerking van de VN met NGO's beduidend
toegenomen. ECOSOC ziet NGO's steeds meer als partners die worden
geraadpleegd over beleids- en programmakwesties, en ook als waardevolle
tussenschakels met de bredere samenleving. Wereldwijd werken steeds meer
NGO's dagelijks samen met de Verenigde Naties in het gemeenschappelijk
streven naar de verwezenlijking van de doelstellingen van het Handvest.
Trustschapsraad
(www.un.org/documents/tc)
De Trustschapsraad werd in 1945 krachtens het Handvest ingesteld om
internationaal toezicht uit te oefenen op het door zeven lidstaten waargenomen
bestuur van elf trustgebieden en ook om te zorgen dat geëigende stappen
werden ondernomen om deze trustgebieden voor te bereiden op zelfbestuur en
onafhankelijkheid. Het Handvest machtigt de Trustschapsraad om verslagen van
de bestuursautoriteiten over de politieke, economische, en sociale vooruitgang,
en over de vooruitgang op het gebied van onderwijs, van de inwoners van de
trustgebieden te onderzoeken en te bespreken, om petities van inwoners van de
trustgebieden te behandelen, en om speciale missies naar deze gebieden te
zenden.
Tegen 1994 hadden alle oorspronkelijke trustgebieden zelfbestuur of
onafhankelijkheid verworven, hetzij als afzonderlijke staten, hetzij door
aansluiting bij aangrenzende onafhankelijke staten. Het laatste van de elf
oorspronkelijke trustgebieden was Pacific Islands (Palau), dat de 185ste VNlidstaat werd.
Nu het werk is voltooid, heeft de Trustschapsraad – bestaande uit de vijf
permanente leden van de Veiligheidsraad: China, Frankrijk, de Russische
Federatie, het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten – zijn
procedureregels gewijzigd in die zin dat de Trustschapsraad voortaan slechts
vergadert wanneer en waar de situatie dat vereist.
Internationaal Gerechtshof
(www.icj-cij.org)
Het Internationaal Gerechtshof zetelt in Den Haag en is het voornaamste
gerechtelijke orgaan van de Verenigde Naties. Het Hof beslecht geschillen
tussen staten en brengt adviezen uit aan de Verenigde Naties en haar
gespecialiseerdeorganisaties. Het Statuut van het Internationaal Gerechtshof is
een integrerend onderdeel van het Handvest van de Verenigde Naties.
Het Hof is toegankelijk voor alle staten die partij zijn bij het Statuut van het Hof
– alle lidstaten van de VN. Alleen staten kunnen partij zijn bij zaken voor het
Hof en ook alleen staten kunnen zaken bij het Hof aanhangig maken. Het Hof is
niet toegankelijk voor privé-personen of -instellingen, of internationale
organisaties.
Zowel de Algemene Vergadering als de Veiligheidsraad kunnen het Hof
verzoeken advies uit te brengen over juridische kwesties. Ook de andere VNorganen en de gespecialiseerde organisaties kunnen het Hof, als ze daartoe door
de Algemene Vergadering zijn gemachtigd, om advies vragen over juridische
kwesties die rijzen in het kader van hun werkzaamheden.
Rechtsmacht
De rechtsmacht van het Hof strekt zich uit tot alle zaken die staten hem
voorleggen en tot alle kwesties die worden genoemd in het Handvest of in van
kracht zijnde verdragen of conventies. Staten kunnen zich bij voorbaat
verbinden tot aanvaarding van de rechtsmacht van het Hof door een verdrag of
conventie te ratificeren waarin wordt voorzien in een verwijzing naar het Hof,
of door een speciale verklaring af te leggen. Dergelijke verklaringen waarin de
verplichte rechtsmacht wordt aanvaard, omvatten vaak voorbehouden die
bepaalde soorten zaken uitsluiten.
Overeenkomstig het Statuut beslecht het Hof de hem voorgelegde geschillen
met toepassing van:
●
internationale verdragen waarin regels zijn vastgelegd die uitdrukkelijk
worden erkend door de bij het geschil betrokken staten;
●
internationale gewoonte, als blijk van een als recht aanvaarde algemene
praktijk;
●
de door beschaafde naties erkende, algemene rechtsbeginselen;
●
rechterlijke uitspraken, alsmede de opvattingen van de meest bevoegde
schrijvers van verschillende naties.
Leden
Het Hof telt 15 rechters die worden gekozen door de Algemene Vergadering en
de Veiligheidsraad. Beide organen stemmen daarbij onafhankelijk van elkaar.
De verkiezing van de rechters geschiedt op grond van hun bekwaamheid. Bij de
samenstelling van het Hof ziet men toe op vertegenwoordiging in het College
van de voornaamste rechtsstelsels van de wereld. Er mogen geen twee rechters
onderdaan zijn van dezelfde staat. Rechters worden verkozen voor een
ambtstermijn van negen jaar en zijn herkiesbaar. Tijdens hun ambtstermijn
mogen rechters geen andere ambten of functies bekleden.
Het Hof houdt doorgaans voltallig zitting, maar kan op verzoek van partijen ook
zetelen in kleinere eenheden, die men Kamers noemt. Een vonnis van een
Kamer wordt beschouwd als gewezen door het voltallige Hof. Het Hof heeft een
Kamer voor Milieuzaken ingesteld en formeert jaarlijks een Kamer voor Kort
Geding.
Secretariaat
(www.un.org/documents/st)
Het Secretariaat – een internationale staf van medewerkers werkzaam op posten
verspreid over de hele wereld – is belast met de dagelijkse werkzaamheden van
de Organisatie. Het Secretariaat staat ten dienste van de andere VN-organen en
verzorgt de administratie van hun programma’s en beleid. Aan het hoofd staat
de Secretaris-Generaal, die op voordracht van de Veiligheidsraad wordt
benoemd door de Algemene Vergadering voor een hernieuwbare ambtsperiode
van vijf jaar.
Het werk van het Secretariaat is even gevarieerd als de problemen waarmee de
Verenigde Naties te maken krijgt. De taken gaan van het coördineren van
vredesoperaties tot het bemiddelen bij internationale geschillen, en van het
onderzoeken van economische en sociale trends tot het opstellen van studies
over mensenrechten en duurzame ontwikkeling. Het personeel van het
Secretariaat informeert wereldwijd pers en media over het werk van de VN;
organiseert internationale conferenties over zaken met een wereldwijde
dimensie; en verricht tolk- en vertaalwerk in de officiële talen van de
Organisatie.
Bij het Secretariaat zijn ongeveer 7500 mensen uit zo’n 170 landen in vaste
dienst. Als internationale ambtenaren zijn zij – en ook de Secretaris-Generaal –
alleen de VN verantwoording schuldig voor hun werkzaamheden en beloven zij
geen instructies te zullen aanvaarden van enige regering of andere autoriteit.
Krachtens het Handvest verplichten lidstaten zich ertoe het uitsluitend
internationale karakter van de taken van de Secretaris-Generaal en zijn
personeel te eerbiedigen, en niet te trachten hen op een ongepaste wijze te
beïnvloeden.
De VN heeft haar hoofdzetel in New York, maar telt ook belangrijke
vertegenwoordigingen in Addis Abeba, Bangkok, Beiroet, Genève, Nairobi,
Santiago en Wenen, en voorts kantoren verspreid over de hele wereld.
Secretaris-Generaal
(www.un.org/News/ossg/sg)
De Secretaris-Generaal, die zowel diplomaat als pleitbezorger is en zowel
ambtenaar als topmanager, geldt voor de wereldgemeenschap als het symbool
van de idealen van de Verenigde Naties en als spreekbuis van de volkeren van
de wereld, in het bijzonder van de armste en kwetsbaarste. De huidige
Secretaris-Generaal, de zevende die het ambt vervult, is sinds 1 januari 1997
Kofi Annan uit Ghana. Hij werd herverkozen voor een tweede ambtstermijn van
vijf jaar (2002-2006).
Het Handvest omschrijft de Secretaris-Generaal als ‘de hoogste ambtenaar’ van
de organisatie, die in die hoedanigheid optreedt en alle functies vervult die hem
of haar worden toevertrouwd door de Algemene Vergadering, de
Veiligheidsraad, de Economische en Sociale Raad en andere VN-organen. Het
Handvest machtigt hem, elke zaak die naar zijn mening de internationale vrede
en veiligheid kan bedreigen onder de aandacht te brengen van de
Veiligheidsraad. Enerzijds bakenen deze richtlijnen de bevoegdheden duidelijk
af, anderzijds verschaft die brede taakomschrijving de Secretaris-Generaal een
buitengewoon mandaat om actie te ondernemen. De Secretaris-Generaal zou
tekortschieten als hij niet voldoende rekening hield met de bekommernissen en
belangen van lidstaten, maar hij moet ook de waarden en het moreel gezag van
de Verenigde Naties hooghouden, en zich uitspreken en optreden in het belang
van de vrede, met af en toe het risico dat hij bij dezelfde lidstaten protest uitlokt
of een meningsverschil creëert.
Deze 'creatieve spanning' vergezelt de Secretaris-Generaal tijdens zijn
dagelijkse werkzaamheden, die onder meer behelzen: het bijwonen van
zittingen
van
VN-organen;
overleg
met
wereldleiders,
regeringsvertegenwoordigers, delegaties van maatschappelijke organisaties, het
bedrijfsleven en anderen; en vele reizen om in contact te blijven met de
inwoners van lidstaten en om op de hoogte te blijven van het brede spectrum
van kwesties van internationaal belang op de agenda van de organisatie. De
Secretaris-Generaal publiceert jaarlijks een verslag dat het werk van de VN
evalueert en toekomstige prioriteiten uitzet.
Een van de belangrijkste taken van Secretaris-Generaal is het verlenen van zijn
'goede diensten' – initiatieven die hij op basis van zijn onafhankelijkheid,
onpartijdigheid en onkreukbaarheid in het openbaar of achter gesloten deuren
ontplooit om het ontstaan, escaleren of uitbreiden van internationale geschillen
te voorkomen. Sinds zijn aantreden als Secretaris-Generaal heeft Kofi Annan in
tal van situaties zijn goede diensten aangewend, onder meer in Cyprus, OostTimor, Irak, Libië, het Midden-Oosten, Nigeria en de Westelijke Sahara.
Om zijn ambt gestalte te geven houdt iedere Secretaris-Generaal ook rekening
met de bijzondere context van het tijdsgewricht waarin hij zijn ambt vervult. Zo
richtte Kofi Annan zijn inspanningen op:
Hervormingen. Kort na zijn aantreden als Secretaris-Generaal stelde Kofi
Annan een pakket voor met verstrekkende hervormingsmaatregelen om de
Verenigde Naties te helpen met haar tijd mee te gaan en zich aan te passen aan
een nieuw tijdperk van mondiale aangelegenheden.
Hervormingsmaatregelen die vallen binnen de bevoegdheden van de SecretarisGeneraal zelf, zijn grotendeels doorgevoerd of op gang gebracht. Die
maatregelen betreffen zowelde administratie– o.a. ingrijpende inspanningen om
het interne bestuur op een hoger peil te brengen – als de VN in ruimere zin, met
bijzondere nadruk op een krachtdadiger en doeltreffender respons van de VN op
de almaar groeiende eisen aan haar adres, voornamelijk waar het om
ontwikkeling en vredesoperaties.
Een nieuwe functie van Vice-Secretaris-Generaal werd gecreëerd om de
Secretaris-Generaal bij te staan bij de uitoefening van de hem toevertrouwde
taken. De eerste die dit ambt bekleedt is Louise Fréchette, die voor haar
benoeming in 1998 Canadees vice-minister van Defensie was.
Aan het begin van zijn tweede ambtstermijn stelde de Secretaris-Generaal nog
een ander hervormingsprogramma voor – Strengthening the United Nations: An
agenda for further change – dat beoogt het werk van de Organisatie beter af te
stemmen op de prioriteiten die zijn opgesomd in de Millenniumverklaring, die
de lidstaten in september 2000 hadden aanvaard. Dit ‘pakket’ stelt ook
verregaande veranderingen voor in de dienstverlening van het Secretariaat aan
de lidstaten, en gaf het startsein aan een Panel van Prominenten voor een
analyse van de betrekkingen van de Organisatie met NGO's, parlementsleden,
fondsen en stichtingen, en met het bedrijfsleven, met de opdracht om op dat
gebied voorstellen tot verbetering te formuleren.
[inzet blz. 16]
Voormalige Secretarissen-Generaal
Het Handvest bepaalt dat de Secretaris-Generaal wordt benoemd door de
Algemene Vergadering op aanbeveling van de Veiligheidsraad. De voorgangers
van Kofi Annan waren: Boutros Boutros Ghali (Egypte) die het ambt bekleedde
van januari 1992 tot december 1996. Javier Pérez de Cuellar (Peru) was
Secretaris-Generaal van januari 1982 tot december 1991. Kurt Waldheim
(Oostenrijk) stond van januari 1972 tot december 1981 aan het hoofd van de
VN. Oe Thant (Birma, nu Myanmar) werd in november 1961 tot
plaatsvervangend Secretaris-Generaal benoemd en vervulde de functie officieel
van november 1962 tot december 1971. Dag Hammarskjöld (Zweden)
bekleedde de functie van april 1953 tot zijn dood bij een vliegtuigongeluk in
Afrika in 1961. Trygve Lie (Noorwegen) tenslotte, diende als de eerste
Secretaris-Generaal van 1946 tot 1952, het jaar waarin hij zijn functie
neerlegde.
[einde inzet]
De Algemene Vergadering bekijkt intussen nog verdere institutionele
veranderingen die binnen haar bevoegdheden liggen, waaronder de omvang en
samenstelling van de Veiligheidsraad, methoden voor de financiering van de
Organisatie en methoden om te komen tot een grotere samenhang binnen het
bredere VN-stelsel van gespecialiseerde organisaties.
Afrika. De Secretaris-Generaal vraagt blijvende aandacht voor Afrika en poogt
internationale steun te verkrijgen voor Afrika's inspanningen bij het opbouwen
van een toekomst in het teken van vrede en een hoger ontwikkelingsniveau. Zijn
visie daarop is verwoord in een rapport uit 1998 getiteld The causes of conflict
and the promotion of durable peace and sustainable development in Africa. Dit
document bevat een uitgebreid pakket van 'realistische en haalbare' maatregelen
om politieke spanningen en geweld binnen en tussen Afrikaanse staten terug te
dringen en om de kernproblemen bij de ontwikkeling – zoals de schuldenlast,
een gebrekkig openbaar bestuur en de verspreiding van ziekten als aids – aan te
pakken. Ook heeft hij het Bureau van de Speciale Adviseur inzake Afrika
(OSAA) ingesteld voor de bevordering en coördinatie van een organisatiebrede
respons van de Verenigde Naties ter ondersteuning van de ontwikkeling van
Afrika – in het bijzonder de tenuitvoerlegging van het Nieuwe Partnerschap
voor de Ontwikkeling van Afrika (NEPAD).
Vredesoperaties. De jaren negentig gaven een plotselinge toename te zien van
het aantal VN-vredesoperaties. Ook was er sprake van aanzienlijke
veranderingen in de aard van de conflicten zelf. Zo zag de wereld een afname
van wrijvingen tussen staten en een toename in aantal en gewelddadigheid van
geschillen binnen staten. Problemen bij het vinden van passende antwoorden op
deze ingewikkelde humanitaire noodsituaties, brachten de Secretaris-Generaal
ertoe alles in het werk te stellen om de VN optimaal uit te rusten – militair,
financieel en politiek – om desgevraagd adequate vredesoperaties te kunnen
organiseren.
Naast de al in het hervormingsplan vervatte maatregelen, gaven drie belangrijke
rapporten een nadere invulling aan deze bekommernis. Het eerste, opgesteld op
verzoek van de Algemene Vergadering en in 1999 door de Secretaris-Generaal
ingediend, handelt over de gruweldaden die in 1995 werden gepleegd tegen de
Bosnische moslimbevolking in het 'veilige gebied' Srebrenica. Het tweede,
waartoe opdracht werd gegeven door de Secretaris-Generaal en dat tevens in
1999 verscheen, was een onafhankelijk onderzoek, onder leiding van de
Zweedse ex-premier Ingvar Carlsson, naar het optreden van de VN tijdens de
volkerenmoord in Rwanda van 1994.
Het derde rapport, een initiatief van de Secretaris-Generaal uit 2000, betrof een
uitvoerige analyse van de VN-activiteiten in het kader van vrede en veiligheid.
Dit document werd opgesteld door een gezaghebbende commissie die werd
benoemd door de Secretaris-Generaal en voorgezeten door de voormalige
minister van Buitenlandse Zaken van Algerije, Lakhdar Brahimi. Dit rapport,
dat op basis van de twee voorgaande rapporten beoogt te komen tot conclusies
voor de toekomst, bevat zeer uiteenlopende aanbevelingen voor het Secretariaat
en de lidstaten, in het bijzonder voor de staten die zetelen in de Veiligheidsraad.
De realisatie van veel van deze voorstellen heeft ertoe bijgedragen dat de
Organisatie nu beter in staat is om complexe vredesoperaties op te zetten en te
sturen, al zullen deze verbeteringen pas op termijn hun volledige waarde
bewijzen.
[inzet blz. 18]
De Verenigde Naties als katalysator voor verandering
In het Millenniumrapport* – Wij, de volken: de rol van de Verenigde Naties in
de 21ste eeuw – stelt Secretaris-Generaal Kofi Annan dat de huidige spelers op
het wereldtoneel niet alleen staten zijn: het bedrijfsleven, NGO’S en
multilaterale instellingen werken steeds nauwer samen met regeringen om op
basis van consensus te komen tot oplossingen voor wereldomspannende
problemen.
De VN moet er niet naar streven om de rol van die mondiale actoren over te
nemen, maar om een doeltreffender katalysator te worden voor verandering en
voor samenwerking tussen die spelers, door wereldwijd gezamenlijke actie te
stimuleren. De Secretaris-Generaal beveelt actie aan op de volgende terreinen:

Inventarisatie van de voornaamste sterke punten van de VN. De
Organisatie ontleent haar invloed niet aan macht, maar aan de waarden
die zij vertegenwoordigt, aan haar rol bij het bepalen en uitdragen van
mondiale normen, aan haar vaardigheid om wereldwijde bezorgdheid en
actie te stimuleren, en ook aan het vertrouwen dat zij inboezemt met
haar daadwerkelijke optreden om het bestaan van mensen te verbeteren.
De Verenigde Naties moet voortbouwen op die sterke punten en zich
tegelijkertijd aanpassen wil zij niet alleen doeltreffend kunnen handelen,
maar ook aanspraak maken op een onbetwiste legitimiteit. Ook moet de
Organisatie haar relaties met maatschappelijke organisaties en het
bedrijfsleven verbreden.

Netwerken in het teken van de vrede. De Verenigde Naties moet formele
instellingen aanvullen met informele beleidsnetwerken, en wel door
internationale instanties, maatschappelijke organisaties, het bedrijfsleven
en regeringen samen te brengen, om gezamenlijk te werken aan
gemeenschappelijke doelstellingen.

Digitale bruggen slaan. De VN moet maximaal gebruikmaken van de
nieuwe informatietechnologie om efficiënter te worden en om de
wisselwerking met de rest van de wereld te verbeteren.

De stille revolutie bespoedigen. De VN heeft structurele hervormingen
nodig en een duidelijker consensus onder haar leden over de prioriteiten.
Om zowel staten als mensen beter te dienen, moet de Verenigde Naties
'doeltreffender en doelmatiger worden en meer openstaan voor de
volkeren in de wereld'.
Het Millenniumrapport werd uitgegeven ter voorbereiding van de
Millenniumtop, de grootste bijeenkomst van staatshoofden en regeringsleiders
ooit. Tijdens de topconferentie, die van 6 tot 8 september 2000 plaatshad op het
VN-hoofdkantoor, voorzagen de wereldleiders de organisatie van duidelijke
richtlijnen voor de 21ste eeuw. De Millenniumverklaring, die unaniem werd
aanvaard, stipuleert een reeks concrete doelstellingen en specifieke streefdoelen,
aan de hand waarvan de internationale gemeenschap de centrale uitdaging kan
aangaan: ervoor zorgdragen dat de mondialisering een positieve kracht wordt
voor allen
* Het ‘Millenniumrapport’ Wij, de volken: de rol van de Verenigde Naties in de
21ste eeuw. Verenigde Naties, 2000, ISBN 92-1-100844-1, E.00I.16. Het rapport
is ook te raadplegen op www.un.org/millennium/sg/report
[einde inzet blz. 18]
Global Compact. In 1999 presenteerde de Secretaris-Generaal tijdens het
Wereldeconomieforum in het Zwitserse Davos een ‘Global Compact’ (of
Mondiaal Pact) om het bedrijfsleven te bewegen zich samen met VNorganisaties, regeringen, arbeidsorganisaties en NGO’s te scharen achter negen
universeel erkende principes op het gebied van mensenrechten, arbeid en
milieu.
Het Global Compact is snel gegroeid sinds de officiële introductie ervan in juli
2000, toen 50 ondernemingen hun steun toezegden. In juni 2004 telde het
netwerk van deelnemers wereldwijd bijna 1500 bedrijven, internationale vak- en
branche-organisaties en tientallen maatschappelijke instanties. Het Pact heeft
inmiddels draagvlak gekregen in meer dan 70 landen, voor het merendeel
ontwikkelingslanden. Het heeft aanleiding gegeven tot tientallen projecten en
initiatieven, waaronder een project dat beoogt zakendoen en investeren in de
minst ontwikkelde landen te stimuleren. Ook ligt er een afspraak tussen de
Internationale Werkgeversorganisatie (IOE) en het Internationaal Verbond van
Vrije Vakverenigingen (ICTFU) om samen te werken in de strijd tegen HIV en
aids.
HIV/aids. In april 2001 plaatste de Secretaris-Generaal een oproep – een ‘Call
to Action’ – om de strijd aan te binden tegen de HIV/aids-epidemie; hij noemde
die strijd zijn persoonlijke prioriteit. Hij suggereerde de opzet van een
wereldomspannende aids- en gezondheidsfonds – het Global AIDS and Health
Fund – als mechanisme voor het kanaliseren van een deel van de extra uitgaven
die nodig zijn om ontwikkelingslanden te helpen bij hun strijd tegen de
aidscrisis. Het Fonds - algemeen bekend als Wereldaidsfonds – ging van start
in 2002.
Begroting van de Verenigde Naties
De gewone of reguliere begroting van de Verenigde Naties wordt tweejaarlijks
goedgekeurd door de Algemene Vergadering. De begroting wordt eerst
ingediend door de Secretaris-Generaal en beoordeeld door het Adviescomité
voor administratieve en budgettaire aangelegenheden, dat bestaat uit 16
deskundigen die zijn voorgedragen door hun regeringen en verkozen door de
Algemene Vergadering, maar handelen uit eigen hoofde. De programmatische
begrotingsaspecten worden beoordeeld door het Comité voor programma en
coördinatie, dat bestaat uit 34 deskundigen die zijn verkozen door de Algemene
Vergadering en die de standpunten van hun regeringen vertegenwoordigen.
Het goedgekeurde budget voor het biënnium 2004-2005 bedraagt 3,16 miljard
dollar – in reële termen een nulgroei ten opzichte van de tweejaarsbegroting
2002-2003. De begroting omvat de kosten van VN-programma's voor politieke
aangelegenheden,
internationale
rechtspraak,
internationale
ontwikkelingssamenwerking,
publieksvoorlichting,
mensenrechten
en
humanitaire aangelegenheden.
De contributies van de lidstaten zijn de voornaamste bron van inkomsten voor
de begroting. Die bijdragen worden berekend op basis van een schaal die de
Vergadering vaststelt op aanbeveling van de Commissie voor de contributies,
die bestaat uit 18 deskundigen – voorgedragen door de Vijfde Commissie
(administratieve zaken en begroting) en verkozen door de Algemene
Vergadering – die uit eigen hoofde optreden.
De hoogte van de bijdrage van lidstaten wordt berekend naar draagkracht. Die
wordt bepaald op basis van het BBP (bruto binnenlands product) met
inachtneming van een aantal factoren, zoals het inkomen per hoofd van de
bevolking. De Commissie voert om de drie jaar een volledige herziening door
van de aanslagvoet, op basis van de meest recente economische statistieken per
land, en ziet er zo op toe dat de bijdragen eerlijk en nauwkeurig worden
berekend. In 2000 stelde de Vergadering de maximumbijdrage voor een staat
vast op 22% van de begroting.
De algemene financiële situatie van de Verenigde Naties is al verscheidene
jaren zorgwekkend omdat veel lidstaten hun bijdragen niet tijdig of volledig
betalen. De VN is erin geslaagd te blijven opereren dankzij vrijwillige bijdragen
van een aantal landen en ook dankzij het Fonds voor het Werkkapitaal
(waarin lidstaten van tevoren een bepaald percentage van hun contributie
storten) en door geld te lenen van vredesoperaties.
Op 31 december 2003 beliep het bedrag aan achterstallige bijdragen van
lidstaten voor de gewone begroting bijna 442 miljoen dollar. Van de 191
aangeslagen lidstaten hadden er 127 op 31 december 2003 hun contributie voor
het gewone programma geheel voldaan. De overige 64 waren op dat moment
hun statutair bepaalde verplichtingen jegens de Organisatie niet nagekomen.
Naast het reguliere budget worden lidstaten ook aangeslagen voor de kosten van
de internationale tribunalen en – op basis van een andere basisverdeelsleutel –
voor de kosten van VN-vredesoperaties.
In 1995 bereikten de kosten voor vredesoperaties een piek van 3 miljard dollar,
hoofdzakelijk veroorzaakt door het oplopen van de uitgaven voor operaties in
Somalië en het voormalige Joegoslavië. In 1999 waren die kosten weer gedaald
tot 889 miljoen dollar. Eind 2001 waren de jaarlijkse kosten voor VNvredesoperaties weer gestegen tot iets meer dan 3 miljard dollar – onder invloed
van nieuwe en grootschalige missies in Kosovo, Oost-Timor (nu Timor-Leste),
Sierra Leone, de Democratische Republiek Kongo (Kongo Kinshasa) en in
Eritrea en Ethiopië. Op 1 juli 2003 beliepen de goedgekeurde begrotingen tot 1
juli 2004 net niet 2,2 miljard dollar.
Per 31 december 2003 bedroegen de niet-betaalde bijdragen voor
vredesoperaties bijna 1,1 miljard dollar. Het uitblijven van de betaling van
bijdragen moest de VN compenseren door betalingen aan regeringen die
troepen, uitrusting en logistieke ondersteuning hadden geleverd uit te stellen,
wat een onbillijke last legde op deze staten.
De fondsen en programma's van de VN – waaronder het Kinderfonds UNICEF,
het VN-Ontwikkelingsprogramma UNDP en de Hoge Commissaris voor de
Vluchtelingen – opereren met afzonderlijke begrotingen. Het merendeel van
hun middelen komt uit vrijwillige bijdragen van regeringen en van privépersonen; dit laatste geldt met name voor UNICEF. Ook de gespecialiseerde
organisaties werken met eigen begrotingen, aangevuld met vrijwillige bijdragen
van staten.
DE VN-FAMILIE VAN ORGANISATIES
(www.unsystem.org)
De VN-familie van organisaties (het 'VN-systeem') bestaat uit het Secretariaat
van de Verenigde Naties, de VN-programma's en -fondsen (zoals UNICEF
en UNDP), de gespecialiseerde organisaties (zoals UNESCO en WHO) en
verwante organisaties. De programma's en fondsen zijn hulporganen van de
Algemene Vergadering. De gespecialiseerde organisaties zijn krachtens
specifieke verdragen met de VN verbonden en rapporteren aan de Economische
en Sociale Raad en/of aan de Algemene Vergadering. De verwante organisaties
– waaronder IAEA en de Wereldhandelsorganisatie – zijn actief op
gespecialiseerde terreinen en beschikken over eigen wetgevende organen en
eigen begrotingen. Samen bestrijken de organisaties van het VN-stelsel alle
aandachtsgebieden van het economische en sociale domein.
De Coördinatieraad van Hoofddirecteuren binnen het VN-systeem (CEB).
De CEB – vroeger het Administratief Comité voor Coördinatie (ACC) genoemd
– vertegenwoordigt het hele VN-systeem. De leden van de CEB zijn de hoofden
van het dagelijks bestuur van 27 organisaties: de VN-fondsen en -programma’s,
de gespecialiseerde en de verwante organisaties. De CEB beoogt een
doeltreffender coördinatie binnen het VN-stelsel bij het nastreven van de
gemeenschappelijke doelen van de lidstaten in een breed spectrum van
vraagstukken. De CEB wordt voorgezeten door de Secretaris-Generaal en komt
tweemaal per jaar bijeen om zich te buigen over inhoudelijke en bestuurlijke
kwesties waarvoor het VN-stelsel zich geplaatst ziet. De werkzaamheden
worden deels uitgevoerd door hulporganen, die zich elk toeleggen op een
specifiek aspect van de coördinatie binnen het systeem. (Zie:
http://ceb.unsystem.org)
Het Secretariaat van de Verenigde Naties
(www.un.org/documents/st)
Het Secretariaat van de VN telt negen afdelingen en bureaus die hieronder
worden beschreven. Het Uitvoerend Bureau van de Secretaris-Generaal,
bestaande uit de Secretaris-Generaal en zijn belangrijkste adviseurs, formuleert
het algemeen beleid en staat in voor het dagelijks bestuur van de Organisatie.
Het hoofdkantoor van het Secretariaat bevindt zich in New York en daarnaast
zijn er bureaus in alle delen van de wereld.
Drie belangrijke operationele centra zijn verder Genève, Wenen en Nairobi. Het
Bureau van de VN in Genève (UNOG), onder leiding van Directeur-Generaal
Sergei Aleksandrovitsj Ordzonikidze (Russische Federatie), is een centrum voor
diplomatiek overleg tijdens conferenties en voorts een forum voor
ontwapeningsvraagstukken en mensenrechten. Het Bureau van de VN in
Wenen (UNOV), waar Directeur-Generaal Antonio Maria Costa (Italië) aan het
hoofd staat, is de hoofdzetel voor activiteiten op het gebied van internationale
drugsbestrijding, misdaadpreventie en strafrecht, van het vreedzaam gebruik
van de extra-atmosferische ruimte en van het internationaal handelsrecht. Het
Bureau van de VN in Nairobi (UNON), geleid door Directeur-Generaal Klaus
Töpfer (Duitsland) is het hoofdkwartier voor activiteiten op het gebied van
milieu en menselijke nederzettingen.
Bureau voor Intern Toezicht (OIOS)
(www.un.org/Depts/oios)
Onder-secretaris-generaal: Dileep Nair (Singapore)
Het Bureau voor Intern Toezicht staat in voor onpartijdige, deskundige en
tijdige interne audits. Daaronder vallen ook toezicht, inspectie en evaluatie,
evenals dienstverlening inzake managementadvies en opsporing. Het OIOS
beoogt veranderingen te bewerkstelligen ter bevordering van een verantwoord
beheer van middelen, een cultuur van verantwoordelijksheidszin en
transparantie, en beter functionerende programma’s. OIOS houdt zich bezig
met:






toezicht op en beoordeling van de doelmatigheid en doeltreffendheid bij
het uitvoeren van programma's en het uitoefenen van mandaten;
uitgebreide interne audits;
inspecties bij programma's en organisatorische eenheden;
onderzoek van rapporten over wanbeheer en wangedrag;
advies aan programmabeheerders om hen te helpen meer en betere
resultaten te boeken;
toezicht op de implementatie van aanbevelingen die voortspruiten uit
audits, beoordelingen, inspecties en onderzoeken.
OIOS bestrijkt het Secretariaat en de grotere vredesoperaties en humanitaire
acties, en biedt steun aan diverse operationele programma's en fondsen. Bij het
OIOS zijn 172 ambtenaren werkzaam en het bureau werkt met een budget van
ongeveer 20 miljoen dollar. Sinds 1994 heeft het bureau binnen de Organisatie
fraude en verspilling voor een totaalbedrag van 250 miljoen dollar aan het licht
gebracht.
De Onder-Secretaris-Generaal voor Intern Toezicht wordt na goedkeuring door
de Algemene Vergadering benoemd door de Secretaris-Generaal voor een
periode van vijf jaar. Deze termijn kan niet worden verlengd.
[inzet: organogram van de VN blz. 22 en 23]
STRUCTUUR VAN HET SYSTEEM VAN DE VERENIGDE NATIES
Hoofdorganen van de Verenigde Naties
TRUSTSCHAPSRAAD
VEILIGHEIDSRAAD
HULPORGANEN
Generale Staf-Comié
Permanente Comités en ad hoc-organen
Internationaal Tribunaal voor het voormalige Joegoslavië
Internationaal Tribunaal voor Rwanda
VN-Commissie voor Toezicht, Verificatie en Inspectie in Irak (UNMOVIC)
Compensatiecommissie van de VN
Vredesoperaties en -missies
ALGEMENE VERGADERING
HULPORGANEN
Hoofdcommissies
Overige zittinggebonden commissies
Permanente commissies en ad hoc-comités
Overige hulporganen
PROGRAMMA'S EN FONDSEN
UNCTAD VN-Conferentie inzake Handel en Ontwikkeling
ITC Internationaal Handelscentrum (UNCTAD/WTO)
UNDCP Internationaal Drugscontroleprogramma van de Verenigde Naties 1)
UNEP Milieuprogramma van de VN
UNICEF Kinderfonds van de Verenigde Naties
UNDP VN-Ontwikkelingsprogramma
UNIFEM VN-Ontwikkelingsfonds voor Vrouwen
UNV Vrijwilligers van de VN
UNCDF Kapitaalontwikkelingsfonds van de VN
UNFPA Bevolkingsfonds van de VN
UNHCR Bureau van de Hoge Commissaris van de Verenigde Naties voor Vluchtelingen
WFP Wereldvoedselprogramma
UNRWA VN-Agentschap voor hulp aan Palestijnse vluchtelingen in het Nabije Oosten
UN-HABITAT VN-Programma voor Menselijke Nederzettingen (UNHSP)
ONDERZOEKS- EN OPLEIDINGSINSTELLINGEN
UNICRI Interregionaal Crimineel en Juridisch Onderzoeksinstituut van de VN
UNITAR VN-Instituut voor Opleiding en Onderzoek
UNRISD VN-Onderzoeksinstituut voor Sociale Ontwikkeling
UNIDIR VN-Onderzoeksinstituut voor Ontwapeningsvraagstukken 2)
INSTRAW Internationaal Onderzoeks- en Opleidingsinstituut voor de Bevordering van
Vrouwen
OVERIGE VN-INSTANTIES
OHCHR Bureau van de Hoge Commisaris voor de Mensenrechten
UNOPS Het VN-Bureau voor Projectondersteunende Diensten
UNU Universiteit van de VN
UNSSC Leergangen voor personeel van het VN-systeem
UNAIDS Gezamenlijk VN-Programma inzake HIV en Aids
ECONOMISCHE EN SOCIALE RAAD
FUNCTIONELE COMMISSIES
Commissies voor:
Mensenrechten
Verdovende Middelen
Misdaadpreventie en Strafrecht
Wetenschap en Technologie voor Ontwikkeling
Duurzame Ontwikkeling
de Status van Vrouwen
Bevolking en Ontwikkeling
Commissie voor Sociale Ontwikkeling
Commissie voor Statistiek
REGIONALE COMMISSIES
Economische Commissie voor Afrika (ECA)
Economische Commissie voor Europa (ECE)
Economische Commissie voor Latijns-Amerika en het Caribisch Gebied (ECLAC)
Economische en Sociale Commissie voor Azië en de Stille Oceaan (ESCAP)
Economische en Sociale Commissie voor West-Azië (ESCWA)
OVERIGE ORGANEN
Permanent forum voor inheemse vraagstukken (PFII)
Forum van de VN voor het bosbehoud
Zittinggebonden en permanente commissies
Organen van deskundigen, ad hoc-comités en verbonden organen
VERBONDEN ORGANISATIES
WTO Wereldhandelsorganisatie 3)
IAEA Internationaal Agentschap voor Atoomenergie 4)
CTBTO PREP. COM. Voorbereidende Commissie voor de Organisatie voor het
Verdrag betreffende het verbod van kernproeven (CTBTO) 5)
OPCW Organisatie voor het verbod op chemische wapens 5)
GESPECIALISEERDE ORGANISATIES
ILO Internationale Arbeidsorganisatie
FAO Voedsel- en Landbouworganisatie van de Verenigde Naties
UNESCO Organisatie van de Verenigde Naties voor Onderwijs, Wetenschap en Cultuur
WHO Wereldgezondheidsorganisatie
WERELDBANKGROEP
IBRD Internationale Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling
IDA Internationale Ontwikkelingsassociatie
IFC Internationale Financieringsmaatschappij
MIGA Agentschap voor Multilaterale Garanties op Investeringen
ICSID Internationaal Centrum voor de Regeling van Investeringsgeschillen
IMF Internationaal Monetair Fonds
ICAO Organisatie voor de Internationale Burgerluchtvaart
IMO Internationale Maritieme Organisatie
ITU Internationale Telecommunicatie Unie
UPU Wereldpostunie
WMO Wereld Meteorologische Organisatie
WIPO Wereldorganisatie voor Intellectuele Eigendom
IFAD Internationaal Fonds voor Landbouwontwikkeling
UNIDO Organisatie van de Verenigde Naties voor Industriële Ontwikkeling
WTO Wereld Toerisme Organisatie 6)
INTERNATIONAAL GERECHTSHOF
SECRETARIAAT
AFDELINGEN EN BUREAUS
OSG Bureau van de Secretaris-Generaal
OIOS Bureau voor Intern Toezicht
OLA Bureau Juridische Zaken
DPA Departement Politieke Aangelegenheden
DDA Departement Ontwapeningsaangelegenheden
DPKO Departement Vredesoperaties
OCHA Bureau voor de Coördinatie van Humanitaire Aangelegenheden
DESA Departement Economische en Sociale Aangelegenheden
DGACM Departement voor de Algemene Vergadering en Conferentiebeheer
DPI Departement Publieksinformatie
DM Departement Managementzaken
OHRLLS Bureau van de Hoge Vertegenwoordiger voor de minst ontwikkelde landen,
ontwikkelingslanden zonder zeehavens en kleine eilandstaten in ontwikkeling
UNSECOORD Bureau van de Veiligheidscoördinator van de VN
UNODC Bureau van de VN voor Drugs en Criminaliteit
UNOG Bureau van de VN in Genève
UNOV Bureau van de VN in Wenen
UNON Bureau van de VN in Nairobi
Noten: Ononderbroken pijlen vanuit een hoofdorgaan duiden op relatie van rechtstreekse rapportage; stippellijnen geven aan
dat er sprake is van een niet ondergeschikte relatie.
1) UNDCP maakt deel uit van het VN-Bureau voor Drugs en Criminaliteit.
2) UNRWA en UNIDIR rapporteren alleen aan de Algemene Vergadering (AV).
3) De Wereldhandelsorganisatie en de Wereld Toerisme Organisatie bezigen dezelfde afkorting.
4) IAEA rapporteert aan de Veiligheidsraad en de AV.
5) CTBTO Prep.Com. en OPCW rapporetern aan de AV.
6) Gespecialiseerde organisaties zijn autonome organisaties die met de Verenigde Naties en onderling samenwerken via het
coördinatiesysteem van de Economische en Sociale Raad op intergouvernementeel niveau; in de context van het Secretariaat
werken zij samen via de Coördinatieraad van Hoofddirecteuren (CEB).
[einde inzet blz. 22 en 23]
[inzet blz. 24 – legenda bij kaart vlnr en vbnb]
De voornaamste vestigingen van de Verenigde Naties in de wereld
New York
VN-hoofdkantoor
OHRLLS
UNDP
UNFPA
UNICEF
Montreal
ICAO
Parijs
UNESCO
Londen
IMO
Den Haag
IGH
Bern
UPU
Wenen
IAEA
UNIDO
UNODC
Rome
FAO
IFAD
WFP
Beiroet
ESCWA
Madrid
WTO (toerisme)
Tokio
UNU
Washington
IMF
Wereldbankgroep
Santo Domingo
INSTRAW
Bangkok
ESCAP
Santiago
ECLAC
Genève
ECE
ILO
ITU
OHCHR
UNCTAD
UNHCR
WHO
WIPO
WMO
WTO (handel)
Nairobi
UN-HABITAT
UNEP
Addis Abeba
ECA
Gaza/Amman
UNRWA
Kaart nr. 4218(E) UNITED NATIONS – april 2004
Departement Vredesoperaties, sectie Cartografie
[einde inzet blz. 24]
Bureau voor Juridische Aangelegenheden (OLA)
(http://untreaty.un.org/ola-internet/olahome.html)
Onder-Secretaris-Generaal en Juridisch Adviseur: Nicolas Michel (Zwitserland)
(per 16-08-2004)
Het Bureau voor Juridische Aangelegenheden (OLA) is de centrale juridische
dienst van de VN. Het geeft juridisch advies aan de Secretaris-Generaal, aan de
afdelingen en bureaus van het Secretariaat, en aan de hoofd- en hulporganen van
de Organisatie op het gebied van internationaal publiek- en privaatrecht. Het
bureau vervult juridisch-inhoudelijke en secretariaatstaken voor juridische
organen die zich bezighouden met internationaal publiekrecht, zeerecht en
internationaal handelsrecht. Ook vervult OLA taken die op grond van artikel
102 van het Handvest en het Statuut van het Internationaal Gerechtshof vallen
onder de bevoegdheid van de Secretaris-Generaal.
OLA behandelt verder juridische kwesties in verband met de internationale
vrede en veiligheid, met de juridische status, voorrechten en immuniteiten van
de Verenigde Naties, en met de geloofsbrieven en vertegenwoordigingen van
lidstaten. OLA maakt ontwerpen voor internationale verdragen en akkoorden,
huishoudelijke reglementen voor VN-instellingen en -conferenties, en andere
juridische teksten; het verstrekt juridische diensten en adviezen inzake kwesties
van internationaal-privaatrechtelijke en bestuursrechtelijke aard, en inzake VNresoluties en -reglementeringen.
Ook biedt het Bureau secretariaatsondersteuning aan de Zesde Commissie van
de Algemene Vergadering, de Commissie voor Internationaal Recht, de
Commissie voor Internationaal Handelsrecht, aan de organen die zijn ingesteld
door het Zeerechtverdrag van de VN, aan het Administratief Tribunaal van de
VN en aan andere juridische instanties. Voorts neemt het de
verantwoordelijkheden van de Secretaris-Generaal op zich inzake de registratie
en publicatie van verdragen en inzake diens verantwoordelijkheden als
depositaris van multilaterale verdragen.
OLA staat onder leiding van de Juridisch Adviseur, die de Secretaris-Generaal
vertegenwoordigt op vergaderingen en conferenties van juridische aard en bij
gerechtelijke en scheidsrechterlijke procedures. Voorts certifieert hij namens de
Verenigde Naties uitgevaardigde juridische instrumenten, roept hij
vergaderingen van de Juridisch Adviseurs van het VN-systeem bijeen en
vertegenwoordigt hij de Verenigde Naties bij dergelijke bijeenkomsten;
Departement Politieke Aangelegenheden (DPA)
(www.un.org/Depts/dpa)
Onder-Secretaris-Generaal: Kieran Prendergast (Verenigd Koninkrijk)
Het Departement Politieke Aangelegenheden (DPA) steunt en adviseert de
Secretaris-Generaal in alle politieke kwesties die hij ontmoet bij de uitoefening
van zijn taken op het gebied van de handhaving en het herstel van de
internationale vrede en veiligheid, die hem krachtens het Handvest toekomen.
De taken van DPA betreffen met name:
●
het volgen, analyseren en beoordelen van politieke ontwikkelingen in de
wereld;
●
het inventariseren van mogelijke of bestaande conflicten, ter beteugeling
of oplossing waarvan de VN een nuttige rol zou kunnen vervullen;
●
de Secretaris-Generaal in dergelijke gevallen aanbevelingen doen omtrent
gepaste actie en instaan voor de uitvoering van goedgekeurd beleid;
●
de Secretaris-Generaal bijstaan in de ontplooiing van politieke activiteiten
– waartoe door hemzelf, de Algemene Vergadering en de Veiligheidsraad
is besloten – zoals preventieve diplomatie en initiatieven gericht op het
herstellen, handhaven en bevorderen van de vrede;
●
de Secretaris-Generaal adviseren aangaande verzoeken van lidstaten om
bijstand bij verkiezingen en het coördineren van programma's die in
aansluiting daarop worden opgesteld;
●
de Secretaris-Generaal adviseren en ondersteunen in verband met de
politieke aspecten van zijn relaties met lidstaten;
●
diensten verlenen aan de Veiligheidsraad en zijn hulporganen, evenals aan
de Adviescommissie van UNRWA en aan het Speciale Comité van 24
inzake dekolonisatie.
Het hoofd van het Departement – de Onder-secretaris-generaal voor Politieke
Aangelegenheden – overlegt en onderhandelt namens de Secretaris-Generaal
over het vreedzaam beslechten van geschillen en treedt op als het centrale
aanspreekpunt voor activiteiten van de Verenigde Naties inzake vredesherstel,
conflictpreventie en assistentie bij verkiezingen.
Departement Ontwapeningsaangelegenheden (DDA)
(http://disarmament.un.org)
Onder-Secretaris-Generaal: Nobuyasu Abe (Japan)
Het Departement voor Ontwapeningsaangelegenheden (DDA) streeft naar
nucleaire ontwapening en non-proliferatie van kernwapens, en naar krachtiger
ontwapeningsregimes in verband met andere massavernietigingswapens, zoals
chemische en biologische wapens. Ook bevordert DDA ontwapening op het
vlak van conventionele wapens, met name in het licht van het Actieprogramma
van 2001 inzake de illegale handel in kleine wapens – de wapens bij uitstek in
hedendaagse conflicten. Dit omvat programma’s voor het inzamelen van
wapens en het beheer van de zo gecreëerde wapendepots, evenals de
ontwapening en demobilisatie van voormalige strijdende partijen en hun
herintegratie in de burgersamenleving. Ook maakt het DDA zich sterk voor het
inperken van het gebruik van antipersoneelsmijnen en voor hun uiteindelijke
opruiming.
Het Departement verricht via de Eerste Commissie van de Algemene
Vergadering (ontwapening), de Ontwapeningsconferentie en andere organen
veel inhoudelijk en administratief werk bij het vaststellen van normen op het
gebied van ontwapening. Het stimuleert preventieve ontwapeningsmaatregelen
door middel van overleg en door het bevorderen van transparantie en
vertrouwenwekkende initiatieven op militair gebied (zoals het VN-Register van
conventionele wapens) en van standaardprocedures bij de rapportage over
militaire uitgaven. Ook moedigt DDA regionale ontwapeningsinspanningen
aan, met o.m. kernwapenvrije zones en regionale en subregionale
transparantieregels. Ook voorziet DDA in informatie en ondersteunt het
educatieve initiatieven rond de ontwapeningsinspanningen van de VN.
Departement Vredesoperaties (DPKO)
(www.un.org/Depts/dpko)
Onder-Secretaris-Generaal: Jean-Marie Guéhenno (Frankrijk)
Het Departement Vredesoperaties (DPKO) is verantwoordelijk voor het
bijstaan van lidstaten en de Secretaris-Generaal bij hun inspanningen om de
internationale vrede en veiligheid te handhaven, te bewerkstellingen en te
behouden. Dit doet het DPKO door VN-vredesoperaties te plannen, voor te
bereiden en uit te voeren conform de mandaten verkregen van de lidstaten.
DPKO:
 houdt zich bezig met de planning vooraf van mogelijke nieuwe
operaties;
 ontwikkelt de praktische planning, methodiek en begrotingen voor zulke
operaties zodra hiervoor een mandaat is gegeven;
 verzekert via onderhandelingen met lidstaten het civiel en militair
personeel, de politiemensen, militaire eenheden, en de uitrusting en
diensten die vereist zijn om het mandaat uit te voeren;
 voorziet in de logistieke en administratieve ondersteuning van eenmaal
gemandateerde operaties en van politieke of humanitaire missies;
 voorziet in politieke en bestuurlijke begeleiding en ondersteuning van
vredesoperaties;
 onderhoudt contacten met partijen bij conflicten en met de leden van de
Veiligheidsraad over de uitvoering van besluiten van de Raad;
 maakt analyses van nieuwe problemen en best practices in verband met
vredeshandhaving, en formuleert beleidslijnen en procedures in dat
verband;
 coördineert alle VN-initiatieven inzake landmijnen, en ontwikkelt en
ondersteunt actieprogramma's rond mijnen in het kader van
vredesoperaties en noodsituaties.
Het hoofd van de afdeling – de Onder-Secretaris-Generaal voor Vredesoperaties
– geeft namens de Secretaris-Generaal leiding aan vredesoperaties, formuleert
beleid en richtlijnen voor operaties, en adviseert de Secretaris-Generaal over
alle zaken die verband houden met vredesoperaties en mijnopruiming.
Bureau voor de Coördinatie van Humanitaire Aangelegenheden (OCHA)
(www.reliefweb.int/ocha_ol)
Onder-Secretaris-Generaal
voor
Humanitaire
Aangelegenheden
en
Noodhulpcoördinator: Jan Egeland (Noorwegen),
Het mandaat van het Bureau voor de Coördinatie van Humanitaire
Aangelegenheden (OCHA) houdt in de versterking van de samenwerking tussen
de verschillende VN-organen die hulp bieden in noodsituaties. Het Bureau zorgt
voor afspraken tussen de organisaties van het Permanente Inter-Agency Comité
van de VN over de verdeling van taken zoals het opzetten van
samenwerkingsstructuren, het organiseren van missies ter beoordeling van de
hulpbehoeften, het voorbereiden van gezamenlijke inzamelacties en de
mobilisatie van hulpmiddelen.
De sleuteltaken van de Noodhulpcoördinator zijn:
- uitstippelen en coördineren van het beleid, waarbij hij er voor zorgt dat alle
humanitaire aangelegenheden, ook kwesties die ergens in het niemandsland
tussen de mandaten van de organisaties vallen, aan de orde worden gesteld;
- het vestigen van de aandacht op humanitaire kwesties bij politieke organen,
met name de Veiligheidsraad;
- het coördineren van humanitaire noodhulp door te zorgen voor goede
mechanismen om onmiddellijk te kunnen reageren bij rampen. Dit gebeurt
door overleg in het Permanente Inter-Agency Comité (IASC), voorgezeten
door de Noodhulpcoördinator.
OCHA telt wereldwijd 375 medewerkers en werkt met een basisbegroting van
20,5 miljoen dollar.
Departement Economische en Sociale Aangelegenheden (DESA)
(www.un.org/esa/desa)
Onder-Secretaris-Generaal: José Antonio Ocampo (Colombia)
Het Departement voor Economische en Sociale Aangelegenheden (DESA) is
actief op drie brede, onderling samenhangende gebieden.
 DESA verzamelt, verwerkt en analyseert een enorme hoeveelheid
sociale, economische en milieugerelateerde gegevens over relevante
aangelegenheden en trends. Deze analytische informatie dient ter
onderbouwing van de beleidsvormingsprocessen bij de VN en staat ook
ter beschikking van het brede publiek.
 DESA faciliteert onderhandelingen in de Algemene Vergadering en de
Economische en Sociale Raad en zijn hulporganen, door lidstaten en
andere deelnemers ondersteuning te verlenen bij het werken aan
consensus bij punten van mondiale bezorgdheid op economisch en
sociaal vlak.
 Ook adviseert DESA desgevraagd regeringen omtrent methoden en
middelen om aan hun problemen op ontwikkelingsgebied tegemoet te
komen – onder meer de ontwikkeling van nationale programma’s en
activiteiten met het oog op het ondernemen van acties zoals
overeengekomen tijdens de Millenniumtop, de Internationale
Conferentie in Monterrey over Ontwikkelingsfinanciering, de Wereldtop
over Duurzame Ontwikkeling, en andere economische, sociale en
milieugebonden topconferenties in de wereld.
DESA werkt op het gebied van duurzame ontwikkeling, gender-kwesties en de
verbetering van de situatie van de vrouw, de analyse van ontwikkelingsbeleid,
bevolkingsvraagstukken, statistiek, openbaar bestuur en ‘e-government’, en
sociaal beleid en ontwikkeling. Nieuwe werkterreinen zijn o.m. de
ondersteuning van het Permanent forum voor inheemse vraagstukken (PFII), de
VN-task force voor informatie- en communicatietechnologie, en het VN-forum
inzake bosbehoud. DESA werkt nauw samen met NGO’s en met andere spelers
uit het maatschappelijk middenveld.
Departement voor de Algemene Vergadering en Conferentiebeheer
(DGACM)
(www.un.org/Depts/DGACM)
Onder-Secretaris-Generaal: Chen Jian (China)
Het Departement voor de Algemene Vergadering en Conferentiebeheer
(DGACM) biedt technische en secretariaats-ondersteuning aan de Algemene
Vergadering, de Veiligheidsraad, de ECOSOC en aan hun respectieve
commissies en hulporganen, evenals aan conferenties buiten het VNhoofdkantoor. Het DGACM is op het VN-hoofdkantoor verantwoordelijk voor
de productie en uitgave van alle officiële documenten in het Arabisch, Chinees,
Engels, Frans, Russisch en Spaans, en voorziet tijdens intergouvernementele
bijeenkomsten in tolkdiensten vanuit en in deze talen. Voorts produceert het
departement officiële rapporten en andere bescheiden van de Verenigde Naties.
Het hoofd van het Departement – de Onder-Secretaris-Generaal voor de
Algemene Vergadering en Conferentiebeheer – is verantwoordelijk voor de
ontwikkeling en coördinatie van het beleid inzake het beheer van VNconferenties overal ter wereld. Hij adviseert de Voorzitter van de Algemene
Vergadering over alle zaken in verband met de zitting en de werkzaamheden
van de Algemene Vergadering, haar algemene commissies en hoofdcommissies.
Departement Publieksinformatie (DPI)
Onder-Secretaris-Generaal: Shashi Tharoor (India)
De hoofdtaak van het DPI is: bij te dragen tot de uitvoering van de oogmerken
van de VN door het publiek op strategische wijze informatie te verschaffen over
de activiteiten en bekommernissen van de Organisatie. Dit om de VN te
voorzien van een breed draagvlak bij het grote publiek om zo de doelstellingen
van de Organisatie beter te kunnen realiseren. Het DPI gebruikt zogenaamde
outreach-acties, informatiecampagnes, diensten met betrekking tot nieuws en
speciale reportages, radio- en tv-programma’s, persberichten, publicaties,
videodocumentaires en bijzondere evenementen om zijn boodschap over het
voetlicht te brengen. Ook staat het DPI in voor de bibliotheekdiensten. Naast de
centrale afdeling op de VN-hoofdzetel omvat het DPI wereldwijd 57 VNinformatiecentra en -diensten, een regionaal centrum (RUNIC) in Brussel,
en acht VN-bureaus met een voorlichtingstaak.
De Onder-Secretaris-Generaal voor Communicatie en Publieksvoorlichting –
het hoofd van het departement – is verantwoordelijk voor het communicatie- en
voorlichtingsbeleid van de VN. Hij staat ervoor in dat de Organisatie een
gecoördineerde, accurate en transparante stroom informatie levert over haar
verantwoordelijkheden en werkzaamheden, die zowel is gericht op de media als
op maatschappelijke organisaties en het grote publiek.
Het DPI omvat drie afdelingen. De afdeling Strategische Communicatie
(SCD) ontwikkelt strategieën ter bevordering van de communicatie rond de
prioriteiten van de Verenigde Naties en coördineert hun tenuitvoerlegging
binnen het departement en het VN-stelsel als geheel. SCD ontwikkelt
informatiedragers om de aandacht te vestigen op kernthema’s, met bijzondere
aandacht voor de internationale media. Ook staat SCD in voor de
programmatische en operationele ondersteuning van het mondiale netwerk van
VN-informatiecentra, en voor de planning en uitvoering van het
communicatiebeleid bij vredesoperaties.
De afdeling Nieuws en Media (NMD) staat in voor de productie en distributie
van nieuwsdragers en ander informatiemateriaal ten behoeve van de media in de
hele wereld. NMD biedt logistieke ondersteuning aan journalisten die
publiceren over de VN en zorgt via het VN-nieuwscentrum voor een
voortdurende stroom van nieuws in zes talen op het internet. Ook verzorgt
NMD de verslagen van VN-bijeenkomsten en -evenementen – met inbegrip van
persberichten, directe tv-beelden en fotomateriaal – en ook produceert en
verspreidt de NMD radio- en videoprogramma’s en nieuwsprogramma’s over de
VN. Voorts produceert deze afdeling vaste, periodiek verschijnende VNpublicaties, zoals het onderhavige Handboek van de Verenigde Naties.
De voornaamste bibliotheek van de VN – de Dag Hammarskjöld Library –
maakt deel uit van de afdeling Publieksvoorlichting (of Outreach), evenals de
secties van het departement die specifiek ten dienste staan van NGO’s en
onderwijsinstellingen en de secties die de informatieproducten en -diensten op
de markt brengen. De afdeling Outreach organiseert bijzondere evenementen en
exposities over belangrijke VN-prioriteiten, organiseert een jaarlijks
trainingsprogramma voor journalisten uit ontwikkelingslanden en ontwikkelt
partnerschappen met organisaties uit de publieke en private sector ter
ondersteuning van de doelstellingen van de Organisatie. Ook het verzorgen van
rondleidingen op het VN-hoofdkantoor, de beantwoording van vragen uit het
publiek en het leveren van sprekers over VN-aangelegenheden behoren tot de
taken van deze afdeling. Tevens produceert men er het Yearbook of the United
Nations en de UN Chronicle.
Het Bureau van de Woordvoerder van de Secretaris-Generaal staat in voor de
planning van de mediagebonden activiteiten van de Secretaris-Generaal en licht
het beleid en de werkzaamheden van de VN toe voor de internationale media.
De Woordvoerder verzorgt de dagelijkse briefing van journalisten over de
activiteiten van de Secretaris-Generaal en over ontwikkelingen binnen het VNstelsel, met inbegrip van de Veiligheidsraad en andere hoofdorganen. Ook is hij
het aanspreekpunt voor aangelegenheden die de straftribunalen, agentschappen,
fondsen en programma’s aangaan. De Woordvoerder rapporteert direct aan de
Secretaris-Generaal.
Departement voor Managementaangelegenheden (DM)
Onder-Secretaris-Generaal: mw. Catherine Bertini (Verenigde Staten)
Het Departement voor Managementaangelegenheden (DM) ondersteunt alle
afdelingen van het Secretariaat met strategische beleidsformules en
managementondersteuning op drie terreinen: financiën, personeel en logistiek.
Deze ressorteren respectievelijk onder de Bureaus voor Programmaplanning,
Begroting en Boekhouding, voor Human Resources en voor Centrale
Logistieke Diensten.
DM is centraal bevoegd voor de formulering en implementatie van een adequaat
bestuursbeleid op het Secretariaat, voor het sturen en opleiden van medewerkers
van het Secretariaat; het beleid inzake programmaplanning, begroting, financiën
en personeel; en voor technologische innovaties. Het departement biedt ook
technische ondersteuning aan de Vijfde Commissie van de Algemene
Vergadering (administratieve zaken en begroting) en ondersteunt verder het
Comité voor Programma en Coördinatie.
Het hoofd van het departement – de Onder-Secretaris-Generaal voor
Managementaangelegenheden – geeft beleidsadvies, steun en leiding bij de
voorbereidingen van het middellange-termijnplan en de tweejaarlijkse begroting
van de Organisatie. Zij vertegenwoordigt de Secretaris-Generaal in bestuurlijke
aangelegenheden en speelt een pro-actieve rol ten aanzien van verwachte
managementvraagstukken bij het Secretariaat. De Secretaris-Generaal heeft de
Onder-Secretaris-Generaal ook gevolmachtigd om toe te zien op een
doeltreffende werking van het interne rechtssysteem van de VN.
Bureau van de Veiligheidscoördinator van de VN (UNSECOORD)
Assistent-Secretaris-Generaal en VN-Veiligheidscoördinator2
Het Bureau van de VN-Veiligheidscoördinator treedt op namens de SecretarisGeneraal en de directeurs van de agentschappen, programma's en fondsen van
de VN. Het zorgt voor een passende reactie van het VN-systeem op
noodsituaties. Daarnaast is het Bureau verantwoordelijk voor beleids- en
procedurekwestie op het vlak van veiligheid en beveiliging. Namens de
Secretaris-Generaal neemt het ook alle beslissingen in verband met plotselinge
evacuaties.
Het Bureau formuleert uitvoerige aanbevelingen gericht op de veiligheid en
beveiliging van VN-medewerkers en hun familieleden binnen het brede VNsysteem. Ook is UNSECOORD verantwoordelijk voor de coördinatie, planning
en implementatie van de veiligheids- en beveiligingsprogramma's van de
afzonderlijke VN-instanties en treedt het op als coördinatiecentrum voor de
samenwerking tussen de verschillende organisaties.
Het bureau wordt op inter-agency basis bekostigd door alle leden van de Coördinatieraad van
Hoofddirecteuren binnen het VN-systeem (CEB).
Bureau van de Hoge Vertegenwoordiger voor de minst ontwikkelde landen,
Ontwikkelingslanden zonder zeehavens en kleine eilandstaten in
ontwikkeling (OHRLLS)
(http://www.un.org/ohrlls)
2
Op 3 maart 2004 ontving de Secretaris-Generaal het verslag van het Panel inzake de Verantwoordelijkheid
voor de Veiligheidssituatie in Irak, dat hij had ingesteld om de veiligheidssituatie in Irak te onderzoeken in de
periode voorafgaand aan de terroristische aanval van 19 augustus 2003 op het hoofdkwartier van de VN in het
Canal Hotel in Bagdad. Het Panel kwam tot de conclusie dat de normen wat betreft de beveiliging van het Canal
Hotel ‘in ernstige mate ontoereikend waren en een gebrek aan cohesie vertoonden’ en ook dat ‘de VNVeiligheidscoördinator tekort was geschoten in zijn taak om remediërend op te treden in de moeilijkheden die
het personeel van het Bureau van de VN-Veiligheidscoördinator (UNSECOORD) in Bagdad had ondervonden.’
In die context vroeg en kreeg de Secretaris-Generaal het ontslag van VN-Veiligheidscoördinator Tun Myat
(Myanmar). Er zal een nieuwe Veilighediscoördinator worden benoemd.
Onder-Secretaris-Generaal en Hoge Vertegenwoordiger voor de minst
ontwikkelde landen, ontwikkelingslanden zonder zeehavens en kleine
eilandstaten in ontwikkeling: Anwarul K. Chowdhury (Bangladesh)
Het Bureau van de Hoge Vertegenwoordiger voor de Minst Ontwikkelde
Landen, Ontwikkelingslanden zonder zeehavens en Kleine Eilandstaten in
Ontwikkeling (OHRLLS) werd in december 2001 ingesteld door de Algemene
Vergadering. Het Bureau beoogt internationale steun te mobiliseren voor de
implementatie van de Verklaring en het Actieprogramma van Brussel (2001),
aanvaard door de minst ontwikkelde landen en hun ontwikkelingspartners, en
om bij de uitvoering daarvan toe te zien op een efficiënte coördinatie, toezicht
en evaluatie.
Enkele van de sleuteltaken van het Bureau zijn: de Secretaris-Generaal bijstaan
bij de volledige mobilisatie en coördinatie van het VN-systeem bij de
uitvoering, opvolging en supervisie van het Actieprogramma op nationaal,
regionaal en mondiaal niveau; hulp verlenen aan de ECOSOC en de Algemene
Vergadering bij het toetsen van de voortgang, met o.m. een jaarlijkse analyse
van de uitvoering van het Programma; en desgewenst het ondersteunen van een
gecoördineerde follow-up van de implementatie van het Mondiaal kader voor
samenwerking bij transitvervoer tussen ontwikkelingslanden zonder zeehavens
enerzijds en ontwikkelingslanden van doorvoer en de donorgemeenschap
anderzijds, en het Actieprogramma van Barbados voor de duurzame
ontwikkeling van kleine eilandstaten in ontwikkeling.
Centrale taken zijn voorts: optreden als pleitbezorger voor de minst ontwikkelde
landen, ontwikkelingslanden zonder zeehavens en kleine eilandstaten in
ontwikkeling, in samenwerking met de betreffende VN-instanties,
maatschappelijke organisaties, de media, de academische wereld en stichtingen;
en hulp bieden bij het mobiliseren van internationale steun en middelen voor de
tenuitvoerlegging van het Actieprogramma voor de Minst Ontwikkelde Landen,
en voor andere programma’s en initiatieven ten gunste van ontwikkelingslanden
zonder zeehavens en kleine eilandstaten in ontwikkeling.
Het Bureau van de Hoge Vertegenwoordiger belegde op 28 en 29 augustus 2003
in Almaty (Kazachstan) een eerste mondiale conferentie om zich te buigen over
de specifieke behoeften en problematiek van ontwikkelingslanden zonder
zeehavens. Tijdens deze bijeenkomst, op ministerieel niveau, werd gepoogd te
onderhandelen over stelselmatige verbeteringen voor deze landen door
samenwerking tussen doorvoerlanden, donorstaten, multilaterale instanties en de
landen zonder zeehavens zelf. Anwarul Chowdhury is aangewezen als
Secretaris-Generaal van deze Internationale Ministeriële Conferentie.
Regionale Commissies
De vijf Regionale Commissies van de VN brengen verslag uit aan de
Economische en Sociale Raad en ressorteren onder de bevoegdheid van de
Secretaris-Generaal. Het is hun taak maatregelen te initiëren ter bevordering van
de economische ontwikkeling van elke regio en om de economische banden te
verstevigen die de landen in die regio's onderling en met andere landen in de
wereld onderhouden. Zij vallen onder de reguliere begroting van de VN.
Economische Commissie voor Afrika (ECA)
(www.uneca.org)
ECA werd opgericht in 1958 en ontplooit activiteiten die de groei van de
economische en sociale sector in dat werelddeel aanmoedigen. ECA bevordert
beleidslijnen en methodes voor de intensivering van de economische
samenwerking en integratie tussen de 53 Afrikaanse staten, vooral op het vlak
van productie, handel, monetair beleid, infrastructuur en openbare instellingen.
ECA concentreert zich op het produceren van informatie en analyses over
economische en sociale kwesties; het bevorderen van voedselzekerheid en
duurzame ontwikkeling; het versterken van ontwikkelingsbeheer; het
aanwenden van nieuwe informatietechnologieën voor ontwikkelingsdoeleinden;
en het bevorderen van regionale samenwerking en integratie. Speciale nadruk
ligt op het verbeteren van de leef- en werksituatie van vrouwen om hen – ook op
beleidsniveau – nauwer te betrekken bij het ontwikkelingsproces en om er zorg
voor te dragen dat de gelijkberechtiging van vrouwen een centrale waarde is in
het nationale ontwikkelingsbeleid.
Uitvoerend Secretaris: K. Y. Amoako (Ghana)
Adres: PO Box 3001, Addis Ababa, Ethiopië
Tel.: +251 1 517 200; fax: +251 1 510 365; e-mail: [email protected]
Economische Commissie voor Europa (ECE)
(www.unece.org)
ECE werd in 1947 opgericht en is het forum waar de landen van NoordAmerika, Europa en Centraal-Azië bijeenkomen om instrumenten te creëren
voor hun economische samenwerking. ECE telt 55 leden, waaronder Israël.
ECE houdt zich voornamelijk bezig economische analyses, milieu en
menselijke nederzettingen, statistiek, duurzame energie, handel, industrie en
ontwikkeling van ondernemingen, bosbouw en transport. De ECE streeft ernaar
haar doelen voornamelijk te verwezenlijken via beleidsanalyses en debatten, en
via de ontwikkeling van verdragen, reguleringen en normen. De implementatie
van deze instrumenten draagt bij tot het opheffen van barrières en het
vereenvoudigen van handelsprocedures binnen de regio en met de rest van de
wereld. Menig instrument beoogt ook een verbetering van het milieu. De ECE
draagt bij tot de implemetatie daarvan door het bieden van technische bijstand,
vooral aan landen met overgangseconomieën.
Uitvoerend Secretaris: Brigita Schmögnerová (Slowakije)
Adres: Palais des Nations, 1211 Genève 10, Zwitserland
Tel.: +41 22 917 44 44; fax: +41 22 917 05 05; e-mail: [email protected]
Economische Commissie voor Latijns-Amerika en het Caribisch Gebied
(ECLAC)
(www.eclac.cl, www.eclac.org)
ECLAC werd in 1948 opgericht om het beleid te stroomlijnen dat zich richt op
het stimuleren van de economische en sociale ontwikkeling in de regio. De
Commissie telt 41 lidstaten en 7 geassocieerde leden. Ze houdt zich bezig met
onderzoek en analyse van regionale en nationale ontwikkelingsprocessen. De
opdracht van ECLAC omvat het voorstellen, beoordelen en opvolgen van
overheidsbeleid en ook het verschaffen van hulp op gebieden die specifieke
informatie vereisen.
ECLAC – het Spaanse acroniem is CEPAL – werkt samen met nationale,
regionale en internationale organisaties op uiteenlopende gebieden zoals
landbouwontwikkeling; economische en sociale planning; industriële,
technologische en bedrijfskundige ontwikkeling; internationale handel;
regionale integratie en samenwerking; investeringen en financiering; sociale
ontwikkeling en gelijkekansenbeleid; integratie van vrouwen bij ontwikkeling;
natuurlijke hulpbronnen en infrastructuur; milieu en menselijke nederzettingen;
statistiek; bestuurskunde; en demografie en bevolkingsvraagstukken.
De hoofdzetel van ECLAC is gevestigd in Santiago (Chili), verder zijn er
subregionale hoofdkantoren in Mexico-Stad (voor Midden-Amerika) en in Portof-Spain (Trinidad en Tobago) voor de Caraïben. Voorts zijn er nationale
kantoren in Buenos Aires, Brasilia, Montevideo en Bogotá, en een
verbindingskantoor in Washington D.C.
Uitvoerend Secretaris: José Luis Machinea (Argentinië)
Adres: Avenida Dag Hammarskjöld 3477, Casilla de Correo 179-D, Santiago, Chili
Tel.: +56 2 471 20 00; fax: +56 2 208 02 52; e-mail: [email protected]
Economische en Sociale Commissie voor Azië en de Stille Oceaan (ESCAP)
(www.unescap.org)
ESCAP werd in 1947 opgericht en behandelt economische en sociale kwesties
in deze regio. De commissie speelt een unieke rol als het enige
intergouvernementele forum voor alle landen van Azië en het gebied van de
Stille Oceaan. De 53 lidstaten en 10 geassocieerde leden vertegenwoordigen
samen ongeveer 60 procent van de wereldbevolking. ESCAP voorziet
regeringen van technische ondersteuning ten behoeve van sociale en
economische ontwikkeling. Die steun wordt geboden in de vorm van direct
advies aan regeringen, opleidingen en het mobiliseren van regionale
deskundigheid, en ook door middel van informatie via vergaderingen,
publicaties en netwerken tussen de leden. De Commissie zet verder
programma's en projecten op om groei te stimuleren, sociaal-economische
omstandigheden te verbeteren en fundamenten te leggen voor een moderne
samenleving. Vier regionale onderzoeks- en opleidingsinstituten werken onder
auspiciën van de Commissie en leggen zich toe op landbouwontwikkeling,
landbouwmachines (en hun constructie), statistiek en technologie-overdracht.
ESCAP omvat ook het Operationeel Centrum voor de Stille Zuidzee (POC). De
huidige prioriteiten daarvan zijn armoedebestrijding, gestuurde mondialisering
en de aanpak van nieuwe sociale vraagstukken.
Uitvoerend Secretaris: Kim Hak-Su (Republiek Korea)
Adres: United Nations Building, Rajadamnern Nok Avenue, Bangkok 10200 Thailand
Tel.: +66 2 288 12 34; fax: +66 2 288 10 00; e-mail: [email protected]
Economische en Sociale Commissie voor West-Azië (ESCWA)
(www.escwa.org.lb)
ESCWA werd in 1973 opgericht om de inspanningen gericht op de
economische en sociale ontwikkeling van de landen van West-Azië te bundelen,
vooral door het bevorderen van economische samenwerking en integratie in de
regio. De Commissie telt 13 lidstaten en fungeert als het voornaamste algemene
forum binnen het VN-systeem voor overleg inzake economische en sociale
ontwikkeling voor de regio. De programma's van ESCWA zijn gericht op onder
meer economische ontwikkeling, sociale ontwikkeling, landbouw, industrie,
natuurlijke hulpbronnen, milieu, transport, communicatie en statistiek.
Uitvoerend Secretaris: Mw. Merwat M. Tallawy (Egypte)
Adres: P.O. Box 11-8575, Riad el-Solh Square, Beiroet (Libanon)
Tel.: +961 1 981 301; fax: +961 1 981 510; e-mail: [email protected]
Internationale Tribunalen
Internationaal Straftribunaal voor het voormalige Joegoslavië (ICTY)
(www.un.org/icty)
Het ICTY werd in 1993 door de Veiligheidsraad opgericht met het mandaat om
personen te berechten die verantwoordelijk zijn voor de ernstige schendingen
van het internationaal humanitair recht die na 1991 plaatsvonden in het
voormalige Joegoslavië. Het tribunaal bestaat uit 16 permanente rechters, 27 ad
litem-rechters – van wie er telkens maximaal negen mogen zetelen – en 1238
medewerkers uit 84 landen. De begroting voor 2002-2003 beliep 223 miljoen
dollar.
Sinds de aanvang van de werkzaamheden heeft het Tribunaal meer dan 130
personen in staat van beschuldiging gesteld. Eind 2003 liepen er voor het
Tribunaal procedures tegen 55 beklaagden en 20 verdachten waren
voortvluchtig. Tot op heden zijn 46 beklaagden berecht; 25 van hen werden
schuldig bevonden, veroordeeld en gestraft, vijf kregen vrijspraak; een
beklaagde werd recent veroordeeld. Voor de overige 15 beklaagden loopt een
beroepsprocedure.
President: Theodor Meron (Verenigde Staten)
Hoofdaanklager: mw. Carla Del Ponte (Zwitserland)
Griffier: Hans Holthuis (Nederland)
Hoofdzetel: Churchillplein 1, 2517 JW, Den Haag, Nederland
Tel.: +31 70 512 50 00; fax: +31 70 512 89 90
Internationaal Straftribunaal voor Rwanda (ICTR)
(www.ictr.org)
Het ICTR werd door de Veiligheidsraad opgericht in 1994, met het mandaat om
personen te berechten die verantwoordelijk zijn voor de volkerenmoord en
andere ernstige schendingen van het internationaal humanitair recht die in 1994
plaatsvonden in Rwanda, evenals Rwandese burgers die aansprakelijk zijn voor
dergelijke schendingen op het grondgebied van buurlanden. Het tribunaal telt
drie strafkamers met elk drie rechters en een kamer van beroep bestaande uit
zeven rechters – van wie er vijf mogen zetelen voor een bepaald geding. Voorts
zijn er 18 ad litem-rechters paraat, van wie er telkens maximaal vier mogen
zetelen. Het ICTR telt 872 medewerkers en voor 2002-2003 beliep de begroting
177,7 miljoen dollar.
In december 2003 had het ICTR de arrestatie van meer dan 60 personen
bewerkstelligd. Van hen werden er zestien veroordeeld – acht veroordelingen
werden in beroep bevestigd of anderszins bekrachtigd – en één vrijgesproken
(eveneens in beroep bekrachtigd). Op dit ogenblik worden 24 verdachten
berecht. Een van de veroordeelden is Jean Kambanda, premier tijdens de
genocide. Hij is de eerste regeringsleider die is gearresteerd en aansluitend
veroordeeld voor die volkenmoord.
President: Erik Møse (Noorwegen)
Hoofdaanklager: Hassan B. Jallow (Gambia)
Griffier: Adama Dieng (Senegal)
Hoofdzetel: Arusha International Conference Centre, PO Box 6016, Arusha, Tanzania
Tel.: +212 963 28 50; fax: +212 963 28 48
VN-programma's en andere organen
Conferentie van de VN inzake handel en ontwikkeling (UNCTAD)
(www.unctad.org)
De VN-conferentie inzake handel en ontwikkeling (UNCTAD) is een
permanent intergouvernementeel orgaan dat in 1964 werd opgericht. Het is het
belangrijkste orgaan van de Algemene Vergadering op het vlak van handel en
ontwikkeling. Het mandaat van UNCTAD omvat de bevordering van het
handelsverkeer en de economische ontwikkeling, met name in de
ontwikkelingslanden.
UNCTAD is het centrale orgaan binnen de Verenigde Naties voor de
geïntegreerde aanpak van ontwikkelingsvraagstukken en daaraan verwante
domeinen zoals handel, financiën, technologie, investeringen en duurzame
ontwikkeling. De belangrijkste doelstellingen zijn het faciliteren van de
deelname van ontwikkelingslanden en overgangseconomieën aan de
wereldeconomie, en het bevorderen van ontwikkeling via handel en
investeringen. UNCTAD probeert deze objectieven te realiseren met onderzoek
en politieke analyse, intergouvernementeel overleg, technische samenwerking
en overleg met de maatschappelijke organisaties en het bedrijfsleven.
De UNCTAD Conferentie, het hoogste beleidsorgaan, telt 192 lidstaten
(waaronder de Heilige Stoel) en komt om de vier jaar bijeen. De tiende
Conferentie had plaats in 2000 in Bangkok; UNCTAD XI had plaats in juni
2004 in Sao Paolo (Brazilië). Het uitvoerend orgaan van UNCTAD, de Raad
voor Handel en Ontwikkeling, komt jaarlijks bijeen tijdens een reguliere zitting
om het werk van het secretariaat te bespreken.
De jaarlijkse operationele begroting van 45 miljoen dollar wordt gefinancierd
uit de reguliere begroting van de Verenigde Naties. Met activiteiten op het
gebied van technische samenwerking, gefinancierd uit andere bronnen, is een
bedrag van 24 miljoen dollar gemoeid. UNCTAD telt 394 medewerkers. De
voornaamste publicaties zijn het Trade and Development Report, het World
Investment Report, Least Developed Countries Report, UNCTAD Handbook of
Statistics, E-Commerce and Development Report, Review of Maritime
Transport en Economic Development in Africa.
Secretaris-Generaal: Rubens Ricupero (Brazilië)
Hoofdzetel: Palais des Nations, CH-1211 Genève 10, Zwitserland
Tel.: +41 22 907 12 34; fax: +41 22 907 00 43; e-mail: [email protected]
Internationaal Handelscentrum (ITC)
(www.intracen.org)
Het
Internationaal
Handelscentrum
(ITC)
is
het
technisch
samenwerkingsverband van UNCTAD en de Wereldhandelsorganisatie (WTO)
voor de operationele en ondernemingsgerichte aspecten van de internationale
handelsontwikkeling. ITC helpt ontwikkelingslanden en overgangseconomieën
– in het bijzonder het bedrijfsleven daar – bij het opvoeren van hun export en
een verbetering van hun importbeleid.
ITC stelt zich ten doel: de integratie in het multilaterale handelsstelsel te
faciliteren
van
ondernemingen
in
ontwikkelingslanden
en
overgangseconomieën; steun te bieden aan nationale inspanningen om
handelsontwikkelingsstrategieën te formuleren en ten uitvoer te leggen;
belangrijke handelsondersteunende diensten te versterken (zowel publieke als
private); om de exportresultaten te verbeteren in sectoren die worden
aangemerkt als cruciaal of beloftevol; en om het internationaal
concurrentievermogen te stimuleren in het bedrijfsleven in het algemeen en bij
het midden- en kleinbedrijf in het bijzonder.
De technische programma’s van ITC omvatten: strategisch en operationeel
marktonderzoek; bedrijfsadviesdiensten; het beheer van handelsinformatie; de
ontwikkeling van opleidingen op exportgebied; sectorspecifieke product- en
marktontwikkeling; de handel in dienstverlening; en een internationaal
inkoopbeleid en integraal beheer van de aanvoerketen.
Het reguliere programma van ITC wordt in gelijke delen bekostigd door de
WTO en de Verenigde Naties. ITC voert ook projecten uit op verzoek van
begunstigde landen met vrijwillige bijdragen van donorregeringen en
maatschappelijke instellingen. De jaarlijkse begroting beloopt ongeveer 33
miljoen dollar. Op het hoofdkantoor zijn zo’n 200 mensen werkzaam en in het
veld nog eens ettelijke honderden consulenten.
Directeur-Generaal: J. Denis Bélisle (Canada)
Hoofdzetel: Palais des Nations, CH-1211 Genève 10, Zwitserland
Tel.: +41 22 730 01 11; fax: +41 22 733 44 39; e-mail: [email protected]
Bureau van de VN voor Drugs en Criminaliteit (UNODC)
(www.unodc.org)
Het VN-bureau voor Drugs en Criminaliteit – het vroegere Bureau voor de
Controle op Drugs en Misdaadpreventie (ODCCP) – werd in 1997 opgericht om
de VN beter in staat te stellen verwante vraagstukken rond drugsbestrijding,
misdaadpreventie en terrorisme aan te pakken in hun onderlinge samenhang.
Het Bureau bestaat uit een drugsprogramma en een criminaliteitsprogramma.
Het drugsprogramma staat in voor het coördineren en aansturen van alle VNactiviteiten rond drugsbestrijding. Het voorziet lidstaten van technisch advies
inzake drugsbestrijding, levert statistische gegevens over drugsgebruik,
drugsvangsten en nieuwe ontwikkelingen; en helpt bij het opstellen van
wetgeving en bij de opleiding van justitieambtenaren. Het programma spant
zich ook in om wereldwijd voorlichting te geven over de risico’s van
drugsgebruik en om te komen tot een krachtdadiger internationaal optreden
tegen drugsproductie en -handel, en tegen drugsgerelateerde criminaliteit.
Het criminaliteitsprogramma is verantwoordelijk voor activiteiten op het
gebied van misdaadpreventie en strafrecht. Het werkt samen met lidstaten om
het wettelijk kader terzake te versterken en om een stabiele en doeltreffende
strafrechtpleging te bevorderen. Het programma legt zich vooral toe op de
bestrijding van grensoverschrijdende georganiseerde misdaad, mensenhandel en
illegale wapenhandel, financiële criminaliteit, corruptie en terrorisme.
UNODC telt zo'n 500 personeelsleden, die werkzaam zijn op nationaal,
regionaal en mondiaal niveau via een netwerk van 22 kantoren in de hele wereld
en verbindingskantoren in New York en Brussel. De begroting voor 2002-2003
beliep 181,9 miljoen dollar – 166,4 miljoen dollar voor het drugsprogramma en
15,5 miljoen dollar voor het criminaliteitsprogramma. Voor 90 procent van de
middelen voor het drugsprogramma en 49 procent voor het
criminaliteitsprogramma wordt gerekend op vrijwillige bijdragen; het resterende
gedeelte komt van de reguliere begroting van de Verenigde Naties.
Directeur-Generaal: Antonio Maria Costa (Italië)
Hoofdzetel: Vienna International Centre, Wagramerstrasse 5, PO Box 500, A-1400 Wenen,
Oostenrijk
Tel.: +43 1 26060 0; fax: +43 1 26060 5866; e-mail: [email protected]
Milieuprogramma van de VN (UNEP)
(www.unep.org)
Het Milieuprogramma van de VN (UNEP) werd opgericht in 1972. De taak van
UNEP bestaat uit het aansturen en bevorderen van samenwerkingsverbanden op
het gebied van milieubeheer door landen en volkeren in staat te stellen hun
levensomstandigheden te verbeteren zonder die van toekomstige generaties in
gevaar te brengen.
Als belangrijkste organisatie op milieugebied beheert UNEP de internationale
milieuagenda en staat het binnen het VN-systeem garant voor de nodige
aandacht voor de milieutechnische aspecten van duurzame ontwikkeling. Ook
treedt UNEP op als gezaghebbend pleitbezorger voor het mondiale leefmilieu.
De Bestuursraad telt 58 leden en komt jaarlijks bijeen. Programma's worden
gefinancierd uit het Milieufonds, dat wordt gevoed met vrijwillige bijdragen van
regeringen en trustfondsen. Een klein deel wordt gefinancierd uit de reguliere
VN-begroting. De begroting voor de periode 2003-2004 bedraagt 130 miljoen
dollar. UNEP telt 605 medewerkers.
Directeur-Generaal: Klaus Töpfer (Duitsland)
Hoofdzetel: United Nations Avenue, Gigiri, PO Box 30552, Nairobi, Kenia
Tel.: +254 20 621 234; fax: +254 20 624 489; e-mail: [email protected]
Ontwikkelingsprogramma van de VN (UNDP)
(www.undp.org)
Het Ontwikkelingsprogramma van de VN (UNDP) is het wereldomspannende
ontwikkelingsnetwerk van de Verenigde Naties. Het Programma maakt zich
sterk voor veranderingen en verschaft landen toegang tot kennis, expertise en
middelen om hun bevolkingen te helpen bij het opbouwen van een beter leven.
UNDP is aanwezig in 166 landen en werkt met hen samen aan oplossingen die
tegemoetkomen aan mondiale en nationale uitdagingen op ontwikkelingsgebied.
Bij het opbouwen van nationale capaciteit kunnen deze landen een beroep doen
op de expertise van UNDP en van diens brede achterban van partners.
De politieke leiders van de wereld hebben plechtig beloofd de Millennium
Ontwikkelingdoelstellingen (MDG’s) te zullen verwezenlijken, waaronder de
overkoepelende doelstelling om tegen 2015 de armoede in de wereld met de
helft te hebben gereduceerd. Het UNDP-netwerk legt dwarsverbanden en
verzorgt de coördinatie van inspanningen op mondiaal en nationaal niveau om
de MDG’s te realiseren. Daarbij ligt de nadruk op het bijstaan van landen bij het
formuleren en uitwisselen van oplossingen voor uitdagingen als een
democratisch bestuur, armoedevermindering, het voorkomen van en herstel na
crisissen, energie en leefmilieu, informatie- en communicatietechnologie, en
HIV/Aids.
UNDP beheert ook het VN-Kapitaalontwikkelingsfonds (UNCDF), het VNOntwikkelingsfonds
voor
vrouwen
(UNIFEM)
en
het
VNVrijwilligersprogramma (UNV). UNDP staat onder leiding van een Uitvoerende
Raad van 36 leden, afkomstig uit ontwikkelingslanden en uit de
geïndustrialiseerde wereld. Het Rapport over menselijke ontwikkeling is een
belangrijke publicatie van UNDP.
Bestuurder: Mark Malloch Brown (Verenigd Koninkrijk)
Hoofdzetel: 1 UN Plaza, New York, NY 10017, Verenigde Staten
Tel.: +1-212) 906-5000; fax: +1-212) 906-5001; e-mail: [email protected]
Ontwikkelingsfonds van de VN voor Vrouwen (UNIFEM)
(www.unifem.org)
Het Ontwikkelingsfonds van de VN voor Vrouwen (UNIFEM) bevordert
medezeggenschap en gelijkberechtiging van vrouwen. Het probeert vrouwen te
betrekken bij de ontwikkelingsplanning en besluitvorming op alle niveaus. Het
Fonds maakt zich binnen het VN-systeem ook sterk om in alle cruciale kwesties
de behoeften en belangen van vrouwen op de politieke agenda te krijgen – in
nationaal, regionaal en mondiaal verband.
Sinds de oprichting in 1976 steunt UNIFEM projecten en initiatieven in de
ontwikkelingslanden die de mensenrechten en de politieke, economische en
sociale medezeggenschap van vrouwen bevorderen. De aandachtspunten
variëren van kleine, algemene initiatieven ter verbetering van de
arbeidsomstandigheden voor vrouwen tot grootschalige voorlichtingscampagnes
en het opstellen van nieuwe, niet-discriminerende wetgeving.
UNIFEM is een autonome, met UNDP verbonden organisatie. Het Fonds
rapporteert aan de Adviescommissie (met vertegenwoordigers uit alle regio's)
en aan de Uitvoerende Raad van UNDP. Veertien regionale programmaadviseurs vertegenwoordigen UNIFEM op regionaal en nationaal niveau. De
jaarlijkse begroting van UNIFEM bedraagt 35 miljoen dollar.
Directeur: Mw. Noeleen Heyzer (Singapore)
Hoofdzetel: 304 East 45th Street, 15th floor, New York, NY 10017, Verenigde Staten
Tel.: +1 212 906 64 00; fax: +1 212 906 67 05; e-mail: [email protected]
Vrijwilligers van de VN (UNV)
(www.unv.org)
Het Vrijwilligersprogramma van de VN (UNV) is de vrijwilligersarm van de
Verenigde Naties en is in bijna 150 landen een steunfactor op het gebied van
noodhulp, vrede en ontwikkelingsinitiatieven. UNV werd in 1970 opgericht
door de Algemene Vergadering, wordt bestuurd door het UNDP en brengt
verslag uit aan de Uitvoerende Raad van UNDP/UNFPA. Het programma
werkt, via de plaatselijke kantoren van UNDP, om vrijwilligers uit te zenden en
om het concept ‘vrijwilligerswerk’ breder ingang te doen vinden. Het is uniek,
zowel als vrijwilligersprogramma binnen het VN-systeem, als door zijn omvang
als een internationale onderneming. UNV zet mannen en vrouwen, doorgaans
halverwege hun professionele carrière, in voor sectorgebonden en
gemeenschapsgerichte ontwikkelingsprojecten, humanitaire hulpverlening en
voor de bevordering van mensenrechten en democratie.
Elk jaar werken zo’n 5000 specialisten, veldwerkers, nationale vrijwilligers,
kort dienende adviseurs voor handel/industrie en vaste adviseurs van bijna 160
nationaliteiten in ongeveer 140 ontwikkelingslanden. Twee derde van hen is zelf
afkomstig uit een ontwikkelingsland, een derde van de vrijwilligers komt uit
geïndustrialiseerde landen. Sinds 1971 hebben al meer dan 30.000 vrijwilligers
voor het Programma gewerkt.
Een diploma van een hogeschool of universiteit en ettelijke jaren
beroepservaring zijn basisvoorwaarden voor aanwerving. Gewoonlijk hebben
VN-vrijwilligers een contract van twee jaar. Voor humanitaire projecten of
verkiezingsmissies geldt meestal een korter dienstverband. Zij ontvangen een
bescheiden maandelijkse toelage om in hun dagelijkse behoeften te voorzien.
Het programma wordt gefinancierd door UNDP, door VN-organisaties en uit
vrijwillige bijdragen aan het Speciale UNV-vrijwilligersfonds.
Uitvoerend coördinator (a.i.): Ad de Raad (Nederland)
Hoofdzetel: Postfach 260 111, D-53153 Bonn, Duitsland
Tel.: +49 228 815 2000; fax: +49 228 815 2001; e-mail: [email protected]
Bevolkingsfonds van de VN (UNFPA)
(www.unfpa.org)
In 1969 werd op initiatief van de Algemene Vergadering UNFPA opgericht, het
grootste internationaal gefinancierde steunpunt voor demografische
aangelegenheden ten bate van ontwikkelingslanden en landen met
overgangseconomieën. UNFPA helpt landen die daarom verzoeken met het
verbeteren van de vruchtbaarheid bij vrouwen, met vrijwillige gezinsplanning
en met de formulering van bevolkingsbeleid ter ondersteuning van het streven
naar duurzame ontwikkeling. UNFPA is een hulporgaan van de Algemene
Vergadering en werkt onder hetzelfde dagelijks bestuur als het UNDP.
UNFPA steunt volledig op vrijwillige bijdragen, die in 2002 bijna 261,1 miljoen
dollar beliepen. Daarnaast was er een som van 113 miljoen dollar, bestemd voor
specifieke activiteiten. Bijna 64 procent van de UNFPA-bijdragen gaat naar
vruchtbaarheidgerelateerde gezondheidszorg. De voornaamste aandachtspunten
daarbij zijn: het ontwikkelen van adequate voorlichtingsmethoden voor tieners,
het terugdringen van het sterftecijfer onder jonge moeders, HIV/aids-preventie
en noodhulp.
Ongeveer een vijfde van de fondsen van UNFPA wordt besteed aan beleid rond
bevolking en ontwikkeling. Het wil ontwikkeling en bevolkingsgroei met elkaar
in evenwicht brengen door het verspreiden van informatie, door invloed uit te
oefenen op het beleid en door het bevorderen van nationale
bevolkingsprogramma's. De rest wordt gebruikt voor pleitbezorging. UNFPA
werkt om materiële en politieke steun te verkrijgen voor bevolkingsinitiatieven
die aansluiten op internationaal overeengekomen ontwikkelingsdoelstellingen –
waaronder de doelstellingen uit de Millenniumverklaring. Het Fonds telt 972
medewerkers.
Directeur-Generaal: Thoraya Obaid (Saoedi-Arabië)
Hoofdzetel: 220 East 42nd Street, New York, NY 10017, Verenigde Staten
Tel.: +1 212 297 50 00; fax: +1 212 370 02 01; e-mail: [email protected]
Bureau van de Hoge Commissaris van de VN voor de Vluchtelingen
(UNHCR)
(www.unhcr.ch)
Het Bureau van de Hoge Commissaris van de VN voor de Vluchtelingen
(UNHCR) werd in 1950 opgericht door de Algemene Vergadering en heeft als
hoofdtaak het coördineren van internationale initiatieven voor de wereldwijde
bescherming van vluchtelingen en het vinden van oplossingen voor de
vluchtelingenproblematiek. Sinds de oprichting heeft UNHCR al meer dan 50
miljoen vluchtelingen geholpen. De organisatie won tweemaal de Nobelprijs
voor de Vrede (in 1954 en 1981).
De belangrijkste taak van UNHCR noemt men 'internationale protectie': respect
afdwingen voor de fundamentele mensenrechten van vluchtelingen (waaronder
het recht om asiel aan te vragen) en erop toezien dat niemand onvrijwillig wordt
gerepatrieerd naar een land waar hij of zij kans loopt op vervolging. UNHCR
ijvert voor internationale afspraken inzake vluchtelingen, ziet toe op de naleving
van internationale wetgeving door regeringen en verleent materiële hulp
(voedsel, drinkwater, onderdak en medische verzorging) aan burgers op de
vlucht. UNHCR streeft naar duurzame oplossingen voor vluchtelingen door
vrijwillige repatriëring, integratie in landen waar zij in eerste instantie asiel
hebben gezocht of door vestiging in een ander land.
In 2003 zorgde UNHCR – met meer dan 5000 medewerkers verspreid over 254
kantoren in 115 landen – voor 20 miljoen mensen: vluchtelingen, repatrianten
en ontheemden (vluchtelingen in eigen land). Meer dan 700
(inter)gouvernementele partners en NGO’s (143 internationale en 404 nationale)
werken samen met UNHCR.
Een Uitvoerende Raad van 64 leden verleent goedkeuring aan en ziet toe op de
uitvoering van de programma's van de Hoge Commissaris. De programma's
worden gefinancierd uit vrijwillige donaties van regeringen, maar ook van
particulieren en andere organisaties. UNHCR ontvangt een kleine subsidie –
slechts ongeveer 2 procent van de totale begroting – van de reguliere VNbegroting; een bedrag dat volledig wordt aangewend voor beheerskosten. Voor
het jaar 2003 beliep de totale begroting van UNHCR 1,18 miljard dollar.
Hoge Commissaris: Ruud Lubbers (Nederland)
Hoofdzetel: Case Postale 2500, CH-1211 Genève 2, Zwitserland
Tel.: +41 22 739 81 11; fax: +41 22 739 73 14; e-mail: [email protected]
Kinderfonds van de Verenigde Naties (UNICEF)
(www.unicef.org)
UNICEF, het Kinderfonds van de VN, werd opgericht in 1946 om te helpen de
hinderpalen te overwinnen die kinderen op hun weg ondervinden, met name
armoede, geweld, ziekte en discriminatie. Het Fonds steunt op het Verdrag
inzake de rechten van het kind –het meest onderschreven mensenrechtenverdrag
in de wereld. UNICEF is van mening dat de zorg voor kinderen en de
bescherming van hun rechten de hoekstenen zijn van de vooruitgang van de
mensheid.
UNICEF houdt zich bezig met alle aspecten van de gezondheid van kinderen,
vanaf hun geboorte tot na de puberteit. Het Fonds stelt alles in het werk om te
zorgen dat kinderen worden ingeënt tegen de gebruikelijke kinderziekten en dat
kinderen en hun moeders behoorlijk worden gevoed. Een andere kerntaak is het
voorkomen van de verdere verspreiding van HIV/aids onder jonge mensen en het
bieden van hulp aan kinderen en families die door de ziekte zijn getroffen, om
in waardigheid te leven. UNICEF bevordert onderwijs aan meisjes omdat dat
alle kinderen ten goede komt. Het Fonds probeert het leed te verlichten in
noodsituaties en in alle andere situaties waarbij kinderen worden blootgesteld
aan geweld, misbruik of uitbuiting. Als onderdeel van de Global Movement for
Children (GMC), moedigt UNICEF jonge mensen aan om hun stem te laten
horen en deel te nemen aan de besluitvorming die van invloed is op hun leven.
In alles wat UNICEF doet, moedigt het de betrokkenheid van kinderen en jonge
mensen aan.
UNICEF wordt bestuurd door een Uitvoerende Raad bestaande uit
afgevaardigden uit 36 landen die gaan over het beleid, de programma’s en de
financiën. Er zijn meer dan 7000 UNICEF-werknemers werkzaam in 158 landen
en gebieden wereldwijd. Het werk van UNICEF wordt volledig bekostigd met
vrijwillige bijdragen. In 2002 beliepen de uitgaven voor de programma’s in
totaal iets meer dan 1 miljard dollar. Ofschoon de meeste steun van regeringen
komt, wordt UNICEF ook in aanzienlijke mate bijgestaan door de particuliere
sector en door zo’n 6 miljoen individuen die geld schenken via de Nationale
UNICEF Comités in de geïndustrialiseerde wereld.
In 1965 werd UNICEF onderscheiden met de Nobelprijs voor de Vrede. De
voornaamste publicatie van het Kinderfonds – The State of the World’s
Children – verschijnt jaarlijks.
Directeur-Generaal: mw. Carol Bellamy (Verenigde Staten)
Hoofdzetel: UNICEF House, 3 United Nations Plaza, New York, NY 10017, Verenigde Staten
Tel.: +1 212 326 70 00; fax: +1 212 888 74 65; e-mail: [email protected]
Wereldvoedselprogramma (WFP)
(www.wfp.org)
Het Wereldvoedselprogramma (WFP) van de VN is de grootste internationale
hulporganisatie ter wereld en verschaft jaarlijks zo'n 4 miljoen ton voedselhulp.
WFP werd opgericht in 1963 als de voedselhulpautoriteit binnen het VN-stelsel,
met het mandaat om de armen in ontwikkelingslanden te helpen door honger en
armoede te bestrijden. Het WFP zet voedselhulp in ter bevordering van
economische en sociale ontwikkeling.
De wereldwijde schoolmaaltijdencampagne van het Programma streeft ernaar
dat de 300 miljoen ondervoede kinderen ter wereld voedsel en onderwijs
krijgen. In noodsituaties staat WFP in voor snelle, levensreddende hulp aan
slachtoffers van oorlogen en van natuurlijke of door de mens veroorzaakte
catastrofes. In 2002 werd 57 procent van de WFP-middelen besteed aan
noodhulp en 26 procent aan lange-termijn hulp- en herstelprogramma’s. Een
groot deel van de voedselvoorraden van WFP wordt door donorlanden in natura
geschonken. WFP koopt zelf voedsel in voor meer dan 300 miljoen dollar, een
bedrag dat afkomstig is uit multi- en bilaterale fondsen. WFP is binnen het VNsysteem de grootste aankoper van voedsel en diensten in ontwikkelingslanden
zelf. Alleen al in 2002 kocht het Programma daar voor 204 miljoen dollar in.
Er werken meer dan 9000 mensen voor WFP, van wie de meesten veldwerk
verrichten. In 2002 leverde WFP bijna 3,7 miljoen ton voedsel aan 72 miljoen
mensen in 82 landen. In 2003 bereikte WFP 110 miljoen mensen met
voedselhulp – een record in zijn 40-jarige geschiedenis – hetgeen mogelijk was
dankzij royale bijdragen aan de WFP-begroting van 4,3 miljard dollar. In Irak
zette WFP de grootste humanitaire operatie aller tijden op, terwijl het
Programma ook nog 40 miljoen mensen in Afrika van voedsel voorzag in de
context van een van de ernstigste voedselrampen die dit werelddeel in tientallen
jaren had meegemaakt.
WFP wordt bestuurd door een Uitvoerende Raad van 36 leden. Van hen wordt
de helft verkozen door de ECOSOC en de andere helft door de FAO. De Raad
vergadert vier keer per jaar en ziet toe op de activiteiten van WFP wat betreft
humanitaire operaties en voedselhulp.
Directeur-Generaal: James T. Morris (Verenigde Staten)
Hoofdzetel: Via C.G. Viola 68, Parco dei Medici, 00148 Rome, Italië
Tel.: +39 06 6513 1; fax: +39 06 6513 2840; e-mail: [email protected]
Agentschap van de Verenigde Naties voor hulp aan Palestijnse
vluchtelingen in het Nabije Oosten (UNRWA)
(www.unrwa.org)
Het Agentschap van de VN voor hulp aan Palestijnse vluchtelingen in het
Nabije Oosten (UNRWA) werd in 1949 door de Algemene Vergadering
opgericht om in samenwerking met regeringen in de regio bijstand te verlenen
aan Palestijnse vluchtelingen. Daar er nog steeds geen oplossing bestaat voor
het Palestijnse vluchtelingenprobleem, werd het mandaat van UNRWA geregeld
hernieuwd, de laatste maal tot 30 juni 2005.
In het begin bood UNRWA noodhulp aan zo’n 750.000 Palestijnse
vluchtelingen die hun huis en bestaansmiddelen waren kwijtgeraakt ten gevolge
van het Arabisch-Israëlisch conflict van 1948. Het Agentschap is nu de
voornaamste verstrekker van basisdienstverlening – onderwijs, gezondheidszorg
en sociale bijstand – aan meer dan 4,1 miljoen geregistreerde Palestijnse
vluchtelingen in het Midden-Oosten. Van deze mensen leven er 1,3 miljoen in
59 vluchtelingenkampen in Jordanië, Libanon, Syrië, de Gazastrook en op de
Westelijke Jordaanoever. Sinds oktober 2000 houdt UNRWA zich ook bezig
met noodhulpoperaties in bezet Palestijns gebied om de ergste effecten van de
twisten daar te temperen.
De operaties worden geleid en ondersteund vanuit de hoofdzetels in de
Gazastrook en de Jordaanse hoofdstad Amman. De Commissaris-Generaal, die
rechtstreeks rapporteert aan de Algemene Vergadering, wordt bijgestaan door
een Adviescommissie samengesteld uit vertegenwoordigers uit België, Egypte,
Frankrijk, Japan, Jordanië, Libanon, Syrië, Turkije, het Verenigd Koninkrijk en
de Verenigde Staten..
UNRWA telt bijna 24.200 plaatselijke medewerkers, voor het merendeel
Palestijnse vluchtelingen, De Verenigde Naties betaalt de meer dan 100 mensen
van de internationale staf. UNRWA is nagenoeg volledig afhankelijk van
vrijwillige bijdragen voor zijn reguliere programma’s en voor hulpacties.
Meestal bestaan die bijdragen uit geld, maar ongeveer 7 procent bestaat uit
bijdragen in natura – hoofdzakelijk voedselhulp voor behoeftige vluchtelingen.
Het budget voor reguliere operaties voor 2003 bedroeg 344 miljoen dollar.
Commissaris-Generaal: Peter Hansen (Denemarken)
Hoofdzetel (Gaza): Gamal Abdul Nasser Street, Gaza-stad
Tel.: +972 8 677 73 33; fax: +972 8 677 75 55; e-mail: [email protected]
Hoofdzetel (Amman, Jordanië): Bayader Wadi Seer, PO Box 140157, Amman 11814, Jordanië
Tel.: +962 6 582 61 71; fax: +962 6 582 61 77; e-mail: [email protected]
Bureau van de Hoge Commissaris voor de Rechten van de Mens (OHCHR)
(www.unhchr.ch)
In 1993 creëerde de Algemene Vergadering het ambt van Hoge Commissaris
van de Verenigde Naties voor de Rechten van de Mens: de VN-functionaris die
primair verantwoordelijk is voor de mensenrechteninitiatieven van de VN. De
Hoge Commissaris heeft tot taak ervoor te ijveren dat iedereen zijn burgerlijk,
culturele, economische, politieke en sociale rechten kan uitoefenen. Hij voert
zijn opdracht uit via het Bureau van de Hoge Commissaris voor de Rechten van
de Mens.
OHCHR is het centrum van alle mensenrechteninitiatieven van de VN. Het stelt
rapporten op en verricht onderzoek op verzoek van de Algemene Vergadering
en andere beleidsorganen. Het Bureau werkt samen met regeringen en met
internationale, regionale en niet-gouvernementele organisaties aan het
bevorderen en beschermen van de mensenrechten. Het Bureau fungeert als
secretariaat voor de vele vergaderingen die de mensenrechteninstanties van de
VN organiseren. OHCHR telt 500 medewerkers verdeeld over vijf afdelingen:





Onderzoek en Recht op ontwikkeling: deze afdeling onderzoekt en
analyseert mensenrechtenkwesties, en ontwikkelt strategieën (en ziet toe
op de uitvoering daarvan) gericht op het verwezenlijken van het recht op
ontwikkeling..
Activiteiten en Programma: deze afdeling ontplooit een uitgebreid
programma van technische steun aan landen; ondersteunt
onderzoeksorganen (speciale rapporteurs voor een land, werkgroepen
enz.) die vermeende inbreuken onderzoeken; en biedt steun en
opleidingen in het kader van veldwerk voor de mensenrechten.
Ondersteunende diensten: deze afdeling ondersteunt de VNmensenrechtenorganisaties zoals de Mensenrechtencommissie en de
verschillende verdragsorganen.
Externe Betrekkingen publiceert het werk van het Bureau en van
mensenrechtenmechanismen, staat in voor de relaties met de media,
coördineert partnerships met NGO’s en maatschappelijke organisaties,
en verzorgt de opvolging van fondsenwerving en de betrekkingen met
donoren.
De onlangs opgerichte afdeling Bijzondere Procedures verleent extra
steun aan de niet per verdrag ingestelde instrumenten binnen de
Mensenrechtencommissie – waaronder thematische mechanismen als
speciale rapporteurs, speciale vertegenwoordigers en themawerkgroepen
– die zijn ingesteld met het oog op het documenteren van schendingen
van de mensenrechten in de wereld, een doeltreffender bescherming van
slachtoffers van mensenrechtenschendingen en het opkomen voor hun
rechten.
Hoge Commissaris: Louise Arbour (Canada)*
Hoofdzetel: 8-14 Avenue de la Paix, CH-1211 Genève 10, Zwitserland
Tel.: +41 22 917 90 00; fax: +41 22 917 90 10; e-mail: [email protected] (vermeld ‘Request
for information’ in de onderwerpbalk)
Programma van de Verenigde Naties voor Menselijke Nederzettingen (UNHABITAT)
(www.unhabitat.org)
Het Programma van de VN voor Menselijke Nederzettingen (UN-HABITAT) –
voorheen ‘Centrum van de VN voor Menselijke Nederzettingen’ – bevordert de
ontwikkeling van duurzame menselijke nederzettingen en doet dit door
pleitbezorging, beleidsvorming, opleiding en het versterken van
samenwerkingsverbanden tussen regeringen en de brede samenleving.
UN-HABITAT werd opgericht in 1978 en dient als centraal orgaan voor de
implementatie van de ‘Habitat Agenda’ en de coördinatie van VN-acties op het
gebied van menselijke nederzettingen. De prioriteit gaat uit naar onderdak voor
iedereen en duurzame stadsontwikkeling. UN-HABITAT staat ook in voor het
*
De benoeming van mw. Arbour werd goedgekeurd door de Algemene Vergadering op 25 february 2004. Zij aanvaardde haar
functie op 1 juli, na haar werkzaamheden bij het hooggerechtshof van Canada te hebben neergelegd. Haar voorganger, Sergio Vieira
de Mello (Brazilië), kwam om het leven bij de aanval van 19 augustus 2003 op het VN-hoofdkwartier in Bagdad, waar hij een
opdracht vervulde als hoofd van de VN-missie in Irak. In de tussentijd trad Bertrand Ramcharan (Guyana) op als waarnemend Hoge
Commissaris.
.
bieden van hulp aan de internationale gemeenschap met het oog op het behalen
van de MDG om tegen 2020
het leven van de 100 miljoen
sloppenwijkbewoners ingrijpend te hebben verbeterd.
UN-HABITAT steunt en werkt samen met regeringen, plaatselijke overheden,
NGO's en het bedrijfsleven. Een breed scala van technische programma's en
projecten richt zich onder meer op betere voorzieningen in sloppenwijken, het
verminderen van armoede in de steden, wederopbouw na rampen,
watervoorziening en sanitair in de steden, en het mobiliseren van binnenlandse
middelen bij het verschaffen van onderdak. De meeste van deze programma's
worden uitgevoerd met steun van bilaterale hulporganisaties.
De Bestuursraad – die 58 leden telt en eens in de twee jaar bijeenkomt – beheert
UN-HABITAT. Begrotingskredieten ten belope van bijna 300 miljoen dollar
werden toegekend voor het biënnium 2002-2003, exclusief de definitieve
uitgaven over die periode. Het Programma produceert twee prominente
publicaties: het Global Report on Human Settlements, een volledige en
wereldwijde inventarisatie van de omstandigheden van menselijke
nederzettingen, en The State of the World’s Cities.
Directeur-Generaal: mw. Anna Kajumulo Tibaijuka (Tanzania)
Hoofdzetel: PO Box 30030, 00100 Nairobi GPO, Kenia
Tel.: +254 20 62 12 34; fax: +254 20 62 42 66; e-mail: [email protected]
Bureau van de VN voor Projectondersteunende Diensten (UNOPS)
(www.unops.org)
Het VN-Bureau voor Projectondersteunende Diensten (UNOPS) beheert
hulpmiddelen voor projecten om ontwikkelingslanden en overgangseconomieën
bij te staan in hun bereiken van vrede, sociale stabiliteit, economische groei en
duurzame ontwikkeling.
Op verzoek van leden van het VN-stelsel verleent UNOPS diensten die variëren
van integraal projectbeheer tot specifieke bijdragen zoals leningenbeheer,
financieel management, projecttoezicht, werving en selectie, inkoop van
goederen, en opleidingen. Het bureau reageert flexibel en snel op de vragen van
zijn klanten, en stemt de dienstverlening af op hun specifieke wensen om te
komen tot maximaal kosteneffectieve resultaten.
UNOPS bekostigt zichzelf uit de opbrengsten van de in rekening gebrachte
dienstverlening. Over 2002 bedroeg dat inkomen 43,8 miljoen dollar; de waarde
van de geleverde projectondersteunende diensten beliep 503 miljoen dollar. Het
bureau telt 330 vaste medewerkers, 4900 nationale projectmedewerkers, 560
internationale projectmedewerkers en deskundigen, en 1550 internationale
adviseurs.
Directeur-Generaal: Nigel Fisher (Canada)
Hoofdzetel: 405 Lexington Avenue, New York, NY 10174, Verenigde Staten
Tel.: +1 212 457 40 00; fax: +1 212 457 40 01; e-mail: [email protected]
Universiteit van de VN (UNU)
(www.unu.edu)
De Universiteit van de Verenigde Naties (UNU) is een internationale
gemeenschap van wetenschappers die zich toeleggen op onderzoek,
postgraduate-opleidingen en de verspreiding van kennis om de VN vooruit te
helpen in haar streven naar vrede en vooruitgang. De statuten van de
Universiteit werden in 1973 goedgekeurd en in 1975 ging de UNU van start. De
UNU telt verspreid over de hele wereld 14 instituten en programma's voor
opleidingen en onderzoek.
De UNU wordt vrijwel volledig gefinancierd uit vrijwillige bijdragen van
regeringen, organisaties, stichtingen en particulieren. De Universiteit ontvangt
geen fondsen uit de reguliere begroting van de VN. De jaarlijkse operationele
kosten worden betaald uit beleggingsinkomsten van het Endowment Fund. De
begroting voor 2003 beliep 36,8 miljoen dollar. UNU telt 247 medewerkers en
wordt bestuurd door een Bestuur van 24 leden dat jaarlijks bijeenkomt.
Rector: Prof. Hans van Ginkel (Nederland)
Hoofdzetel: 53-70 Jingumae 5-Chome, Shibuya-ku, Tokio 150-8925, Japan
Tel.: +81 3 34 99 28 11; fax: +81 3 34 99 28 28; e-mail: [email protected]
Internationaal Onderzoeks- en Opleidingsinstituut voor de Bevordering
van de Vrouw (INSTRAW)
(www.un-instraw.org)
Het Internationaal Onderzoeks- en Opleidingsinstituut voor de Bevordering van
de Vrouw werd in 1976 in het leven geroepen op aanbeveling van de eerste
Wereldvrouwenconferentie. Het unieke mandaat van het instituut omvat het
bevorderen en opzetten van beleidsanalyses en opleidingsprogramma's op
internationaal niveau, teneinde een bijdrage te leveren aan de vooruitgang van
vrouwen; hun actieve en gelijkwaardige deelname aan het ontwikkelingsproces
te bevorderen; genderkwesties onder de aandacht te brengen; en wereldwijd
netwerken op te richten om te komen tot gelijkberechtiging van man en vrouw.
Sinds 1999 werkt het instituut met nieuwe informatietechnologieën om via het
Gender Awareness Information and Networking System (GAINS) kennis en
informatie over man/vrouw-vraagstukken te produceren, te beheren en te
verspreiden. Het betreft belangrijke kwesties en trends die van invloed zijn op
de rol die vrouwen en mannen vervullen op ontwikkelingsgebied. Ook voert het
instituut onderzoeksprojecten uit op strategische domeinen zoals het bouwen
aan partnerships gericht op de gelijkwaardigheid van mannen en vrouwen;
vrouwen en mannen in het informatietijdperk: de gevolgen voor vrouwen van de
mondialisering; en de relaties tussen de seksen en vrede.
Directeur: mw. Carmen Moreno (Mexico)
Hoofdzetel: César Nicolás Penson 102-A, Santo Domingo, Dominicaanse
Republiek
Tel.: +1809 685 21 11; fax: +1809 685 21 17; e-mail: [email protected]
Interregionaal Criminologisch en Gerechtelijk Onderzoeksinstituut van de
VN (UNICRI)
(www.unicri.it)
Het Interregionaal Criminologisch en Gerechtelijk Onderzoeksinstituut van de
VN verzamelt, analyseert en verspreidt informatie, en voert projecten uit op het
gebied van opleidingen en technische samenwerking.
UNICRI werd opgericht in 1968 en bevordert en ondersteunt onderzoek in
samenwerking met betrokken landen om een betrouwbare bron van kennis en
informatie over georganiseerde criminaliteit te creëren, meer in het bijzonder in
de strijd tegen mensenhandel, corruptie en terrorisme. Het instituut tracht
strategieën te ontwikkelen voor misdaadpreventie en -bestrijding teneinde bij te
dragen tot sociaal-economische ontwikkeling en bescherming van de
mensenrechten, en ontwikkelt verder praktische systemen ter ondersteuning van
de formulering, implementatie en evaluatie van beleid.
Verder ontwikkelt en verzorgt UNICRI hiervoor opleidingsactiviteiten op
interregionaal en nationaal niveau en bevordert het de uitwisseling van
informatie via het internationale documentatiecentrum voor criminologie.
UNICRI wordt gefinancierd met vrijwillige bijdragen van lidstaten, inter- en
niet-gouvernementele organisaties en academische instellingen.
Directeur: Alberto Bradanini (Italië)
Hoofdzetel: Viale Maestri del Lavoro 10, 10127 Turijn, Italië
Tel.: +39 01 16 53 71 11; fax: +39 01 16 31 33 68; e-mail: [email protected]
Instituut van de VN voor Opleiding en Onderzoek (UNITAR)
(www.unitar.org)
In 1965 werd het Instituut van de VN voor opleiding en onderzoek (UNITAR)
opgericht als een autonome instelling binnen het VN-systeem. UNITAR heeft
tot taak de VN doeltreffender te maken door opleidingen en onderzoek.
UNITAR organiseert opleidingsprogramma’s om landen voor te bereiden op de
uitdagingen van de 21ste eeuw; doet onderzoek naar innovatieve opleidings- en
trainingsmethoden, en vormt partnerships
met andere VN-organisaties,
regeringen en NGO's voor de organisatie van opleidings- en
trainingsprogramma's die aan de behoeften van landen voldoen.
Een Beheerraad (ad personam) leidt het instituut. UNITAR is zelfbedruipend en
steunt financieel op vrijwillige bijdragen van regeringen, intergouvernementele
organisaties, stichtingen en andere NGO’s. De tweejaarlijkse begroting bedraagt
ongeveer 18 miljoen dollar. Het Instituut telt 49 medewerkers en werkt vanuit
het hoofdkantoor in Genève en het kantoor in New York.
Directeur-Generaal: Marcel Boisard (Zwitserland)
Hoofdzetel: International Environment House, Chemin des Anémones 11-13, 1219 ChâtelaineGenève, Zwitserland
Postadres: UNITAR, Palais des Nations, CH-1211 Genève 10, Zwitserland
Tel.: +41 22 917 12 34; fax: +41 22 917 80 47; e-mail: [email protected]
VN-Onderzoeksinstituut voor Sociale Ontwikkeling (UNRISD)
(www.unrisd.org)
Het VN-Onderzoeksinstituut voor Sociale Ontwikkeling werd in 1963 opgericht
als autonome instelling binnen het VN-systeem en legt zich toe op onderzoek
naar de sociale dimensie van problemen die ontwikkeling beïnvloeden.
UNRISD wil regeringen, ontwikkelingsorganisaties, maatschappelijke instanties
en wetenschappers een beter beeld geven van de invloed die
ontwikkelingsbeleid en economische, sociale en milieugerelateerde
veranderingsprocessen uitoefenen op verschillende sociale groepen.
UNRISD is voor de financiering van zijn activiteiten geheel aangewezen op
vrijwillige bijdragen en ontving in 2002 ongeveer 2,5 miljoen dollar uit
Denemarken, Finland, Mexico, Nederland, Noorwegen, het Verenigd
Koninkrijk, Zweden en Zwitserland. Daarnaast kreeg het Instituut voor
specifieke projecten ook nog 1,1 miljoen dollar extra geldelijke steun van
andere organen, bilaterale donoren en VN-organisaties. Een Raad van elf leden
beslist over de begroting en het onderzoeksprogramma.
Directeur: Thandika Mkandawire (Zweden)
Hoofdzetel: Palais des Nations, CH-1211 Genève 10, Zwitserland
Tel.: +41 22 917 30 20; fax: +41 22 917 06 50; e-mail: [email protected]
Onderzoeksinstituut
(UNIDIR)
(www.unidir.org)
van
de
VN
voor
Ontwapeningsvraagstukken
Het VN-Onderzoeksinstituut voor Ontwapeningsvraagstukken werd in 1980
opgericht en voert onafhankelijk onderzoek naar veiligheid, ontwapening en
ontwikkeling op nationaal, regionaal en mondiaal niveau, gezien als onderling
verweven aspecten van de algehele veiligheid van de mens.
Het Instituut organiseert vergaderingen en discussiebijeenkomsten; staat in voor
een jaarlijks onderzoeksprogramma waarbij vier bezoekende wetenschappers
zich gezamenlijk richten op een regionaal conflict; en onderhoudt een online
database van onderzoeksinstituten, NGO’s en maatschappelijke organisaties die
actief zijn op het vlak van ontwapening, veiligheid, vrede en wapenbeheersing.
UNIDIR geeft een breed scala aan boeken, rapporten en brochures uit, en ook
de trimestriële publicatie Disarmament Forum – zowel in een papieren als
digitale versie.
UNIDIR is hoofdzakelijk aangewezen op vrijwillige bijdragen van regeringen
en particulieren. Het vaste personeel wordt aangevuld door bezoekende
wetenschappers en stagiairs die onderzoek verrichten.
Directeur: mw. Patricia Lewis (Verenigd Koninkrijk, Ierland)
Hoofdzetel: Palais des Nations, CH-1211 Genève 10, Zwitserland
Tel.: +41 22 917 31 86; fax: +41 22 917 01 76; e-mail: [email protected]
GESPECIALISEERDE EN ANDERE ORGANISATIES
Internationale Arbeidsorganisatie (ILO)
(www.ilo.org)
De Internationale Arbeidsorganisatie is de gespecialiseerde organisatie die
werkt aan de bevordering van sociale rechtvaardigheid en de internationaal
erkende mensen- en werknemersrechten. ILO bestaat sinds 1919 en werd in
1946 de eerste gespecialiseerde VN-organisatie.
ILO formuleert internationale beleidslijnen en programma’s om levens- en
werkomstandigheden te verbeteren; ze stelt internationale arbeidsnormen op die
dienen als richtlijnen voor nationale autoriteiten bij de implementatie van beleid
in dezen; ze voert een uitgebreid programma van technische samenwerking uit
om regeringen te helpen dit beleid doeltreffend te maken; en ze houdt zich bezig
met opleiding, onderwijs en onderzoek om dit streven te ondersteunen.
ILO is een unieke wereldorganisatie omdat vertegenwoordigers van
werknemers en werkgevers er bij het formuleren van beleid een even zware
stem hebben als de vertegenwoordigers van regeringen.
De organisatie kent drie organen:



De Internationale Arbeidsconferentie brengt jaarlijks afgevaardigden van
de regering, werknemers en werkgevers uit elke lidstaat bijeen. De
Conferentie doet aanbevelingen inzake internationale arbeidsnormen en
vormt een forum voor de bespreking van sociale problemen en
arbeidsvraagstukken die de hele wereld aangaan;
Het Besturend Orgaan vergadert tweemaal per jaar en leidt de
werkzaamheden van ILO, bereidt het programma en de begroting voor, en
onderzoekt gevallen van het niet-naleven van ILO-normen;
Het Internationale Arbeidsbureau is het permanente secretariaat van de
organisatie.
Gelegenheid voor studie en opleiding wordt geboden aan het Internationaal
Opleidingscentrum in Turijn. De actiemiddelen van het Internationaal Instituut
voor Arbeidsstudies bestaan uit onderzoeksnetwerken, fora voor sociaal beleid,
publicaties, cursussen, seminars en stageprogramma's. In 1969 (op haar
vijftigste verjaardag) kreeg ILO de Nobelprijs voor de Vrede.
De 2500 medewerkers en deskundigen werken verspreid over de hoofdzetel in
Genève en 49 kantoren in de wereld. Het budget voor 2004-2005 bedraagt meer
dan 529 miljoen dollar.
Directeur-Generaal: Juan Somavía (Chili)
Hoofdzetel: 4, route des Morillons, CH-1211 Genève 22, Zwitserland
Tel.: +41 22 799 61 11; fax: +41 22 798 86 85; e-mail: [email protected]
Voedsel- en Landbouworganisatie van de Verenigde Naties (FAO)
(www.fao.org)
De Voedsel- en Landbouworganisatie van de Verenigde Naties treedt binnen het
VN-systeem op als de belangrijkste organisatie voor plattelandsontwikkeling.
FAO probeert honger en armoede terug te dringen door ontwikkeling van de
landbouw, betere voeding en door te streven naar voedselzekerheid, d.w.z.
verzekeren dat alle mensen altijd toegang hebben tot het voedsel dat ze nodig
hebben voor een actief en gezond leven. FAO werd opgericht op 16 oktober
1945 tijdens een conferentie in Quebec City. Die datum wordt jaarlijks herdacht
als Wereldvoedseldag.
FAO biedt ontwikkelingssteun; adviseert regeringen op het vlak van beleid en
planning; verzamelt, analyseert en verspreidt informatie; en treedt op als
internationaal forum voor overleg over voedsel- en landbouwproblemen.
Speciale FAO-programma’s helpen landen zich voor te bereiden op
voedselnoodsituaties en verschaffen hulp. Gemiddeld zijn er 2000 FAOprojecten gaande. De door FAO gesteunde projecten besteden jaarlijks meer dan
300 miljoen dollar, afkomstig van donororganisaties en regeringen.
FAO wordt geleid door een Conferentie van lidstaten die om de twee jaar bijeen
komt. Een Raad bestaande uit 49 door de Conferentie gekozen leden, fungeert
tussen de zittingen van de Conferentie door als het besturend orgaan van FAO.
De reguliere begroting voor 2002-2003 bedroeg 651,8 miljoen dollar. Er werken
3700 mensen voor FAO, verspreid over de hoofdzetel en kantoren in de hele
wereld.
Directeur-Generaal: Dr. Jacques Diouf (Senegal)
Hoofdzetel: Viale delle Terme di Caracalla, 00100 Rome, Italië
Tel.: +39 06 5705 1; fax: +39 06 5705 3152; e-mail: [email protected]
Organisatie van de Verenigde Naties voor Onderwijs, Wetenschap en
Cultuur (UNESCO)
(www.unesco.org)
In 1946 werd de Organisatie van de Verenigde Naties voor Onderwijs,
Wetenschap en Cultuur (UNESCO) opgericht met als voornaamste taak het
streven naar duurzame wereldvrede, gestoeld op de morele en intellectuele
solidariteit van de mensheid. Het werkingsgebied van UNESCO omvat
onderwijs, natuurwetenschappen, sociale en andere menswetenschappen,
cultuur en communicatie.
UNESCO probeert te komen tot een cultuur van vrede en van menselijke en
duurzame ontwikkeling. UNESCO streeft naar onderwijs voor iedereen; steunt
milieuonderzoek via internationale wetenschappelijke programma’s; moedigt
nationale culturele waarden en het behoud van het culturele erfgoed aan;
bevordert vrije informatiestromen en persvrijheid; en streeft naar het versterken
van communicatiemogelijkheden van ontwikkelingslanden.
De organisatie werkt met een systeem van 190 Nationale Commissies en krijgt
daarbij de steun van 5000 UNESCO-verenigingen, -centra en -clubs. Het fonds
onderhoudt officiële relaties met 350 NGO’s en werkt ook samen met andere
organen en internationale en regionale netwerken.
UNESCO wordt bestuurd door de Algemene Conferentie die uit
vertegenwoordigers van alle lidstaten bestaat en om de twee jaar samenkomt.
De Uitvoerende Raad telt 58 door de Algemene Conferentie verkozen leden en
is belast met het toezicht op het door de Conferentie aanvaarde programma.
UNESCO telt 2145 medewerkers. De reguliere begroting voor 2002-2003
bedroeg 544 miljoen dollar.
Directeur-Generaal: Koïchiro Matsuura (Japan)
Hoofdzetel: 7 Place de Fontenoy, 75352 Paris 07-SP, Frankrijk
Tel.: +33 1 4568 1000; fax: +33 1 4567 1690; e-mail: [email protected]
Wereldgezondheidsorganisatie (WHO)
(www.who.int)
De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) werd opgericht in 1948 en ijvert voor
technische samenwerking tussen alle landen op het gebied van gezondheid, zet
programma's op voor de controle en uitbanning van ziekten en streeft naar een
verbetering van de levenskwaliteit. Het objectief van WHO is dat alle volkeren
het hoogst mogelijke gezondheidsniveau bereiken.
De strategische doelen van WHO zijn:
 terugdringen van buitensporige sterfte-, ziekte- en invaliditeitscijfers, met
name onder arme en gemarginaliseerde bevolkingsgroepen;
 stimuleren van een gezonde levensstijl en het beperken van
gezondheidsrisico's veroorzaakt door milieu- en gedraggerelateerde,
economische en sociale problemen;
 ontwikkelen van toegankelijke en meer efficiënte zorgsystemen die
betaalbaar zijn en beantwoorden aan de terechte eisen van mensen;
 ontwikkelen van een degelijk gezondheidsbeleid en een goed institutioneel
bestel ter zake, en het bevorderen van aandacht voor gezondheid bij beleid
rond sociale en economische aangelegenheden, milieu en ontwikkeling.
Het besturend orgaan van WHO is de Wereldgezondheidsvergadering bestaande
uit 192 leden (met inbegrip van de Cook Eilanden). De Vergadering komt
jaarlijks bijeen. De besluiten en het beleid worden uitgevoerd door de
Uitvoerende Raad, die bestaat uit 32 door de overheden benoemde
gezondheidsdeskundigen en tweemaal per jaar vergadert.
WHO heeft regionale kantoren in Brazzaville (Democratische Republiek
Kongo); Washington D.C. (Verenigde Staten), Caïro (Egypte), Kopenhagen
(Denemarken), New Delhi (India) en Manila (Filippijnen).
WHO telt 3500 medewerkers. De reguliere begroting voor 2002-2003 bedroeg
935,7 miljoen dollar.
Directeur-Generaal: Dr. Lee Jong-wook (Republiek Korea)
Hoofdzetel: 20 Avenue Appia, CH-1211 Genève 27, Zwitserland
Tel.: +41 22 791 21 11; fax: +41 22 791 31 11; e-mail: [email protected]
Internationaal Monetair Fonds (IMF)
(www.imf.org)
Het Internationaal Monetair Fonds werd in 1945 op de Conferentie van Bretton
Woods gesticht met de volgende doelstellingen:




bevorderen van internationale samenwerking in monetaire aangelegenheden;
bevorderen van stabiele wisselkoersen en handhaven van ordelijke
koersafspraken;
bijdragen tot de totstandkoming van een multilateraal betalingsstelsel en tot
eliminatie van deviezenrestricties;
tijdelijk beschikbaar stellen van middelen om leden in staat te stellen
onevenwichtigheden in hun betalingsbalans te corrigeren.
IMF heeft het recht om bij haar leden internationale financiële reserves aan te
leggen en toe te wijzen in de vorm van bijzondere trekkingsrechten ('special
drawing rights' of SDR's). De middelen van het Fonds zijn voornamelijk
afkomstig van de bijdragen – quota – van de 184 lidstaten, momenteel goed
voor 212,7 miljard SDR (ongeveer 293 miljard dollar). De quota worden
vastgesteld op basis van de economische draagkracht van de leden.
De belangrijkste financiële functie van het IMF is het verschaffen van tijdelijke
kredieten aan leden die problemen hebben met hun betalingsbalans. In ruil
beloven lidstaten die lenen bij het IMF de noodzakelijke beleidsveranderingen
door te voeren om de problemen op te lossen die aan de basis liggen van hun
moeilijkheden. De maximale omvang van de leningen staat in verhouding tot
het quotum van een land. Het Fonds biedt ook ‘zachte leningen’ aan arme
lidstaten.
Alle lidstaten zijn vertegenwoordigd in de Raad van Bestuur die jaarlijks
bijeenkomt. Het dagelijks beheer geschiedt onder leiding van het College van
Bewindvoerders bestaande uit 24 leden. De Internationale commissie voor
monetaire en financiële aangelegenheden (IMFC) bestaat uit 24 leden van de
Raad van Bestuur en adviseert de Raad over zaken die binnen de reikwijdte van
zijn bevoegdheden vallen.
IMF heeft 2650 personeelsleden uit 140 landen onder leiding van de Directeur
die wordt verkozen door de Raad van Bestuur. De administratieve begroting
voor het financiële jaar 2003 bedroeg netto 746,4 miljoen dollar aan geraamde
aflossingen.
IMF publiceert tweemaal per jaar de World Economic Outlook en het Global
Financial Stability Report, en verder een breed scala aan andere studies.
Directeur (sinds 7 juni 2004): Rodrigo de Rato y Figaredo (Spanje)
Hoofdzetel: 700 19th Street NW, Washington, D.C. 20431, Verenigde Staten
Tel.: +1 202 623 73 00; fax: +1 202 623 62 78; e-mail: [email protected]
De Wereldbankgroep
(www.worldbank.org)
De Wereldbank is een groep van vijf instellingen: de Internationale Bank voor
Wederopbouw en Ontwikkeling (opgericht in 1945), de Internationale
Financieringsmaatschappij (1956), de Internationale Ontwikkelingsassociatie
(1960), het Agentschap voor Garantie op Multilaterale Investeringen (1988) en
het Internationale Centrum voor de Schikking van Investeringsgeschillen
(1966).
Het gemeenschappelijke doel van de Bank is armoedebestrijding door
versterking van de economieën van arme landen. Het doel is de verbetering van
de levensstandaard, conform de ontwikkelingsdoelen van de VN voor het
nieuwe millennium, door verantwoorde economische groei en ontwikkeling. De
Wereldbank spitst de kredietverstrekking en ook haar activiteiten gericht op
zelfredzaamheid toe op twee ontwikkelingspijlers: werken aan een goed
investeringsklimaat, banen en duurzame groei; en investeren in arme mensen en
hen in staat stellen deel te hebben aan hun ontwikkeling.
De Wereldbank is eigendom van de 184 lidstaten die alle vertegenwoordigd zijn
in de Raad van Gouverneurs. Algemene werkzaamheden worden verwezen naar
een kleinere groep, de Raad van Directeurs, waarbij de President van de Bank
optreedt als voorzitter van de Raad. De Bank heeft ongeveer 10.000 mensen in
dienst.
In 2003 trok de Wereldbankgroep 18,5 miljard dollar uit voor operaties in meer
dan 100 ontwikkelingslanden. Een van de belangrijkste publicaties van de
Wereldbank is het Wereldontwikkelingsrapport, dat jaarlijks verschijnt.
President: James D. Wolfensohn (Verenigde Staten)
Hoofdzetel: 1818 H Street NW, Washington, D.C. 20433, Verenigde Staten
Tel.: +1 202 473 10 00; fax: +1 202 477 63 91; e-mail: [email protected]
Internationale Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling (IBRD)
De statuten van IBRD (doorgaans ‘de Wereldbank’ genoemd) werden in 1944
opgesteld tijdens de Conferentie van Bretton Woods. In 1946 startte de Bank
haar werkzaamheden. IBRD richt zich op het terugdringen van armoede in
landen met een middelhoog inkomen en kredietwaardige armere landen, en doet
dat door duurzame ontwikkeling te bespoedigen in de vorm van leningen,
garanties en dienstverlening op het vlak van financiële analyses en adviezen. De
Wereldbank streeft niet naar maximale winst, maar heeft sinds 1948 toch
jaarlijks een positief nettoresultaat geboekt.
De bank werft vrijwel al haar fondsen uit de verkoop van hoogwaardige
obligaties en andere effecten op de internationale kapitaalmarkten. Het bedrag
dat landen hebben moeten inleggen bij toetreding tot IBRD beloopt nog geen 5
procent van de Wereldbankreserves, maar heeft sinds de stichting van de bank
toch een vermogen gegenereerd waaruit 383 miljard dollar aan leningen kon
worden verstrekt.
In het boekjaar 2003 is de bank verbintenissen aangegaan voor 11,2 miljard
dollar aan nieuwe leningen, verspreid over 99 nieuwe operaties in 37 landen.
Internationale Ontwikkelingsassociatie (IDA)
IDA helpt ’s werelds armste landen met kredieten om hun armoede te
bestrijden. Het gaat daarbij om leningen met nul procent rente en met een
looptijd van 35 tot 40 jaar, waarvan de eerste tien jaar aflossingsvrij zijn. Sinds
de oprichting in 1960 heeft IDA 142 miljard dollar verstrekt in de vorm van
renteloze kredieten in de 81 armste landen ter wereld (die samen 2,5 miljard
mensen herbergen).
Het leeuwendeel van de fondsen van IDA komt uit giften van regeringen. Deze
bijdragen komen met name van de rijkere IDA-leden, maar ook van landen die
leningen hebben lopen bij IBRD. Donoren wordt eens in de drie jaar gevraagd
het IDA-fonds 'aan te zuiveren'. Sinds de oprichting van IDA (1960) gebeurde
dit dertien keer. In juli 2002 rondden donorvertegenwoordigers (‘IDA
Deputies’) onderhandelingen af over de 13de aanzuivering van IDA, waarbij
men een akkoord bereikte over een kader voor het geplande programma en de
daaraan gekoppelde financieringsbehoefte. Dankzij die aanzuivering kon over
een periode van drie jaar (per 1 juli 2002) voor 18 miljard speciale
trekkingsrechten (ca. 23 miljard dollar) worden verstrekt aan arme IDAlidstaten.
In het boekjaar 2003 verstrekte IDA in totaal 7,3 miljard dollar aan leningen
voor 141 nieuwe operaties in 55 landen.
Internationale Financieringsmaatschappij (IFC)
De Internationale Financieringsmaatschappij (IFC) is de grootste multilaterale
verstrekker van kredietverlener aan particuliere ondernemingen in
ontwikkelingslanden. In samenwerking met particuliere investeerders voorziet
IFC in financieringen en adviesdiensten ten bate van initiatieven en projecten
van bedrijven in ontwikkelingslanden. IFC adviseert regeringen bij het
scheppen van voorwaarden die de stroom van nationale en buitenlandse
spaargelden en investeringen bevorderen.
IFC wil economische ontwikkeling bevorderen door in de lidstaten de groei van
productiebedrijven en doeltreffende kapitaalmarkten aan te moedigen. IFC
participeert alleen in investeringen als de Maatschappij een bijzondere bijdrage
kan leveren ter aanvulling van de rol van andere investeerders. IFC treedt ook
op als katalysator: door aan te tonen dat beleggen in ontwikkelingslanden
rendabel kan zijn, stimuleert en bewerkstelligt IFC particuliere investeringen.
IFC is een autonoom orgaan binnen de Wereldbankgroep; de fondsen zijn niet
dezelfde als die van IBRD. In het boekjaar 2003 ging IFC verplichtingen aan
ten belope van 3,9 miljard dollar in 204 ondernemingen verspreid over 64
landen. De totale portefeuille vertegenwoordigde een waarde van 23,4 miljard
dollar, waarvan 6,6 miljard dollar in de vorm van syndicaatleningen.
Agentschap voor Garantie op Multilaterale Investeringen (MIGA)
MIGA werd opgericht om particuliere buitenlandse investeringen in
ontwikkelingslanden aan te moedigen door buitenlandse beleggers zekerheden
(garanties) aan te bieden tegen verliezen veroorzaakt door niet-commerciële
(d.w.z. politieke) risico’s zoals problemen bij geldoverschrijvingen,
onteigening, valutawissels, oorlog en onlusten. Het biedt ook technische steun
aan landen bij de verspreiding van informatie over investeringsmogelijkheden.
Het geplaatste kapitaal is afkomstig uit 157 lidstaten. In het boekjaar 2003 gaf
MIGA garanties af ten belope van ca. 1,4 miljard dollar. Sinds de stichting in
1988 is voor een totaal van 12,4 miljard dollar aan zekerheden verstrekt.
MIGA heeft met succes de kapitaalstroom naar ontwikkelingslanden op gang
gebracht. Het heeft meer dan 650 garanties afgegeven en zodoende het pad
geëffend voor een toestroom van 50 miljard dollar aan rechtstreekse
buitenlandse investeringen in 85 ontwikkelingslanden.
Internationaal Centrum voor de Schikking van Investeringsgeschillen
(ICSID)
ICSID biedt faciliteiten voor de schikking – door verzoening of bemiddeling –
van investeringsgeschillen tussen regeringen en buitenlandse particuliere
investeerders. Het Centrum werd in 1966 ingesteld door het Verdrag inzake de
schikking van investeringsgeschillen tussen staten en ingezetenen van andere
staten, dat in november 2003 was geratificeerd door 140 landen. Partijen doen
vrijwillig een beroep op het Centrum, maar indien ze hebben ingestemd met de
bemiddeling, kunnen ze zich niet eenzijdig terugtrekken.
Het centrum is een autonome organisatie die nauwe banden onderhoudt met de
Bank – alle leden zijn ook lid van de Bank. De Raad van Beheer, voorgezeten
door de President van de Wereldbank, bestaat uit een vertegenwoordiger per
land dat het verdrag heeft geratificeerd.
Organisatie voor de Internationale Burgerluchtvaart (ICAO)
(www.icao.int)
De Organisatie voor de Internationale Burgerluchtvaart zorgt dat men veiliger
en gemakkelijker van het ene land naar het andere kan vliegen. ICAO werd
opgericht in 1944 en heeft een aantal internationale normen en voorschriften
ingesteld die noodzakelijk zijn voor veilig, regelmatig, efficiënt en economisch
verantwoord luchtverkeer. ICAO coördineert ook de samenwerking van de 188
lidstaten op het vlak van de burgerluchtvaart.
ICAO wordt bestuurd door de Vergadering, een soeverein orgaan bestaande uit
afgevaardigden van alle lidstaten, en een Raad van Beheer met 36 leden die de
Vergadering uit haar midden kiest. De Vergadering komt minstens eens per drie
jaar bijeen, beslist over het beleid van ICAO en behandelt alle kwesties die niet
specifiek worden verwezen naar de Raad van Beheer. De Raad is het
uitvoerende lichaam van ICAO en voert de instructies van de Vergadering uit.
De begroting voor 2003 bedroeg 60,5 miljoen dollar. ICAO telt 800
medewerkers.
Voorzitter van de Raad: Dr. Assad Kotaite (Libanon)
Secretaris-Generaal: Dr. Taïeb Chérif (Algerije)
Hoofdzetel: 999 University Street, Montreal, Quebec H3C 5H7, Canada
Tel.: +1 514 954 82 19; fax: +1 514 954 60 77; e-mail: [email protected]
Internationale Maritieme Organisatie (IMO)
(www.imo.org)
De Internationale Maritieme Organisatie startte haar activiteiten in 1959 en is
verantwoordelijk voor meer veiligheid van het vrachtverkeer op zee en voor het
voorkomen van de vervuiling van de zee door schepen.
IMO biedt regeringen een raamwerk om samen te werken bij de formulering
van regels en gebruiken inzake technische kwesties die de internationale
koopvaardij betreffen; om te komen tot de hoogst mogelijke normen voor de
veiligheid op zee en een efficiënte scheepvaart; en om het zeemilieu te
beschermen door preventie van en toezicht op vervuiling door schepen.
Momenteel bestaan er meer dan 40 verdragen en akkoorden en ongeveer 1000
gedragscodes en aanbevelingen die wereldwijd worden toegepast.
In het Zweedse Malmö richtte IMO in 1983 de World Maritime University op,
die opleidingen verzorgt voor bestuurders, docenten en anderen die op hoog
niveau betrokken zijn bij de koopvaardij. Het IMO International Maritime Law
Institute in Valletta (Malta) werd in 1989 opgericht voor de opleiding van
advocaten gespecialiseerd in internationaal zeerecht. De IMO International
Maritime Academy in het Italiaanse Triëst stamt eveneens uit 1989 en biedt
speciale korte cursussen in verschillende disciplines die de scheepvaart
betreffen.
Het bestuursorgaan van IMO, de Vergadering, omvat alle 163 lidstaten en komt
om de twee jaar bijeen. De Vergadering verkiest de 40 leden tellende Raad, het
besturend orgaan van de organisatie dat tweemaal per jaar vergadert.
De begroting voor 2004-2005 bedraagt 46,2 miljoen dollar. IMO telt ongeveer
300 medewerkers.
Secretaris-Generaal: Efthimios E. Mitropolous (Griekenland)
Hoofdzetel: 4 Albert Embankment, Londen SE1 7SR, Verenigd Koninkrijk
Tel.: +44 0207 735 76 11; fax: +44 0207 587 32 10; e-mail: [email protected]
Internationale Telecommunicatie-unie (ITU)
(www.itu.int)
De Internationale Telecommunicatie-unie is een internationale organisatie
waarin regeringen en het bedrijfsleven de mondiale telecommunicatienetwerken
en -diensten coördineren. ITU werd in 1865 in Parijs opgericht als de
'Internationale Telegraafunie'. De naam werd in 1934 gewijzigd en in 1947 werd
het een gespecialiseerde organisatie van de Verenigde Naties.
Het mandaat van de Unie omvat de volgende taken:
 Techniek: meewerken aan de ontwikkeling en verbetering van de
telecommunicatiesystemen om de doeltreffendheid van telecomdiensten te
vergroten en ze toegankelijk te maken voor het grote publiek;
 Beleidsvorming: streven naar een bredere aanpak van vraagstukken rond
telecommunicatie in het licht van de mondiale informatie-economie en maatschappij.
 Ontwikkeling: ontwikkelingslanden technische steun verlenen op het vlak
van telecommunicatie; het mobiliseren van de nodige expertise en middelen
voor de ontwikkeling van telecommunicatie; en de voordelen van de nieuwe
telecommunicatietechnologie binnen het bereik brengen van mensen overal
ter wereld.
ITU telt 189 lidstaten en 719 leden uit de telecomsector en geassocieerde leden
(wetenschap
en
industrie;
openbare
en
particuliere
operators;
omroeporganisaties; en regionale en internationale organisaties). Het hoogste
orgaan van ITU is de Conferentie van Gevolmachtigden, die om de vier jaar
bijeenkomt en de 46 leden kiest van de Raad van Beheer die jaarlijks vergadert.
ITU telt 794 medewerkers. De begroting voor 2002-2003 bedroeg 342 miljoen
CHF.
Secretaris-Generaal: Yoshio Utsumi (Japan)
Hoofdzetel: Place des Nations, CH-1211 Genève 20, Zwitserland
Tel.: +41 22 730 51 11; fax: +41 22 733 72 56; e-mail: [email protected]
Wereldpostunie (UPU)
(www.upu.int)
De Wereldpostunie is de gespecialiseerde instelling die het internationale
postverkeer regelt. UPU is in 1874 opgericht krachtens het Verdrag van Bern en
werd in 1948 een met de Verenigde Naties verbonden gespecialiseerde
organisatie.
UPU speelt een vooraanstaande rol in het voortdurend optimaliseren van
postdiensten. De Unie telt 190 leden en vormt het belangrijkste raamwerk voor
internationale samenwerking op postaal vlak. UPU adviseert, bemiddelt en
verschaft technische bijstand. Hoofddoelen zijn: de bevordering van het
mondiale postverkeer; een toename van het aantal verwerkte poststukken door
te voorzien in moderne producten en diensten; en een hoge servicekwaliteit voor
de consument. Daarmee geeft UPU vorm aan haar kerntaak: het bevorderen en
ontwikkelen van de communicatie tussen alle volken ter wereld.
Het Wereldpostcongres is de hoogste autoriteit van UPU. Het komt om de vijf
jaar bijeen om strategische kwesties op posterijgebied te bespreken en om het
algemene programma te bepalen. Het 23ste Congres heeft in september 2004
plaats in Boekarest (Roemenië).
UPU’s begroting voor 2001-2002 bedroeg 71,4 miljoen CHF bruto. Er werken
150 mensen voor UPU.
Directeur-Generaal: Thomas E. Leavey (Verenigde Staten)
Hoofdzetel: Weltpoststrasse 4, Case Postale 3000, Bern 15, Zwitserland
Tel.: +41 31 350 31 11; fax: +41 31 350 31 10; e-mail: [email protected]
Wereld Meteorologische Organisatie (WMO)
(www.wmo.ch)
De Wereld Meteorologische Organisatie (WMO) werd in 1951 een
gespecialiseerde organisatie van de Verenigde Naties en verschaft
gezaghebbende wetenschappelijke informatie over het atmosferisch milieu, de
zoetwaterbronnen op aarde en over klimatologische kwesties. WMO ontwikkelt
weersvoorspellingsdiensten, met inbegrip van seizoenvoorspellingen, en werkt
in een internationale context mee bij het in kaart brengen van klimatologische
trends. Verder bevordert WMO een snelle uitwisseling van meteorologische
gegevens en ook stimuleert de organisatie initiatieven op het vlak van
operationele hydrologie.
WMO ontplooit haar activiteiten in de vorm van grootschalige programma’s
rond het klimaat, de atmosfeer, toegepaste meteorologie, het milieu en
watervoorraden. Op basis van die programma's kan men sneller waarschuwen
voor extreme weersomstandigheden – tropische orkanen, El Niňo,
overstromingen, droogte en andere natuurrampen – zodat mensen beter zijn
voorbereid en levens en goederen kunnen worden gespaard. Ook geven deze
programma's ons belangrijke informatie over het milieu en het klimaat. De
organisatie richt de aandacht op belangrijke problemen zoals het gat in de
ozonlaag, het broeikaseffect en de afname van het aantal zoetwaterbronnen.
WMO telt 187 leden (181 staten en 6 gebieden) die alle eigen meteorologische
en hydrologische diensten hebben. Het hoogste orgaan van WMO is het
Meteorologisch Wereldcongres, waar om de vier jaar alle leden samenkomen.
De 37 leden tellende Uitvoerende Raad komt eens per jaar bijeen.
WMO telt 213 medewerkers. De begroting voor 2004-2007 bedraagt 253,8
miljoen dollar.
Secretaris-Generaal: Michel Jarraud (Frankrijk)
Hoofdzetel: 7 bis, Avenue de la Paix, CH-1211 Genève 2, Zwitserland
Tel.: +41 22 730 81 11; fax: +41 22 730 81 81; e-mail: wmo@ wmo.int
Wereldorganisatie voor Intellectuele Eigendom (WIPO)
(www.wipo.int)
De Wereldorganisatie voor Intellectuele Eigendom (WIPO) werd in 1970
opgericht. In 1974 werd het een gespecialiseerde organisatie van de Verenigde
Naties. De belangrijkste doelstellingen zijn het verhogen van het wereldwijde
respect voor intellectuele eigendom – door samenwerking van de 179 lidstaten –
en het bevorderen van de administratieve samenwerking tussen de ‘Unies’
opgericht ter bescherming van intellectuele eigendom.
De belangrijkste Unies zijn:
 De Parijse Unie (officieel: 'Internationale unie voor de bescherming van
industriële eigendom').
 De Berner Unie (officieel: 'Internationale unie voor de bescherming van
artistieke en literaire werken').
Intellectuele eigendom valt in twee hoofdgebieden uiteen: industriële eigendom
(voornamelijk
uitvindingen,
handelsmerken,
industriële
ontwerpen,
herkomstbenamingen enz.) en auteursrechten (op literair, muzikaal, artistiek,
fotografisch en audiovisueel werk). WIPO beheert 23 internationale verdragen,
16 daarvan betreffen industriële eigendom, de zes overige auteursrechten.
WIPO heeft drie bestuursorganen: de Algemene Vergadering, waarin de
lidstaten zetelen die ook lid zijn van de Parijse en/of Berner Unie en die eens in
de twee jaar bijeenkomt; de Conferentie, die bestaat uit alle lidstaten en ook om
de twee jaar bijeenkomt, en het 79 leden tellende Comité voor Coördinatie, dat
jaarlijks vergadert.
De programma's en de begroting worden om de twee jaar goedgekeurd door de
bestuursorganen. De begroting voor 2004-2005 bedraagt ongeveer 639 miljoen
CHF. WIPO telt 950 medewerkers uit 90 landen.
Directeur-Generaal: Dr. Kamil Idris (Soedan)
Hoofdzetel: 34 chemin des Colombettes, PO Box 18, CH-1211 Genève 20, Zwitserland
Tel.: +41 22 338 91 11; fax: +41 22 733 54 28; e-mail: [email protected]
Internationaal Fonds voor Landbouwontwikkeling (IFAD)
(www.ifad.org)
Het Internationaal Fonds voor Landbouwontwikkeling is een multilaterale
financiële instelling die in 1977 werd opgericht op basis van een besluit van de
Wereldvoedselconferentie van 1974. De opdracht van IFAD is om honger en
armoede bij plattelandsgemeenschappen in ontwikkelingslanden te bestrijden.
Het fonds mobiliseert middelen om arme huishoudens in rurale gebieden te
helpen hun voeding te verbeteren, hun landbouwproductie op te voeren en een
inkomen op te bouwen. Extreme armoede gaat altijd gepaard met chronische
honger en ondervoeding – het verschijnsel doet zich voor 75 procent voor op het
platteland, vooral onder vrouwen en onder de inheemse bevolking.
IFAD stelt rechtstreeks geldmiddelen ter beschikking via leningen en subsidies,
en mobiliseert extra middelen voor zijn projecten en programma's.
Betaaltermijnen en voorwaarden voor leningen verschillen naargelang het bruto
nationaal product per hoofd. IFAD werkt samen met tal van andere instellingen,
waaronder de Wereldbank, regionale ontwikkelingsbanken, andere regionale
financiële instellingen en VN-organisaties. Veel van die instellingen
cofinancieren IFAD-projecten.
IFAD wordt gefinancierd door vrijwillige bijdragen van regeringen, speciale
bijdragen, terugbetalingen van leningen en opbrengsten uit investeringen.
Jaarlijks investeert IFAD gemiddeld 450 miljoen dollar in nieuwe projecten en
subsidies. Het Fonds telt 315 medewerkers.
IFAD wordt geleid door de jaarlijks vergaderende Bestuursraad waarin alle 163
lidstaten zetelen. Het Uitvoerend Comité, bestaande uit 18 leden en 18
plaatsvervangers, houdt toezicht op de verrichtingen van het Fonds en keurt
leningen en subsidies goed.
Voorzitter: Lennart Båge (Zweden)
Hoofdzetel: Via del Serafico 107, 00142 Rome, Italië
Tel.: +39 06 54 591; fax: +39 06 504 3463; e-mail: [email protected]
Organisatie van de Verenigde Naties voor Industriële Ontwikkeling
(UNIDO)
(www.unido.org)
De Organisatie van de Verenigde Naties voor Industriële Ontwikkeling richt
zich op de bevordering van industriële ontwikkeling en samenwerking. UNIDO
is in 1966 door de Algemene Vergadering opgericht en werd in 1985 een
gespecialiseerde organisatie van de VN.
UNIDO wil de levensomstandigheden van mensen en het universele welzijn
verbeteren door pasklare oplossingen te bieden voor een duurzame industriële
ontwikkeling van ontwikkelingslanden en overgangseconomieën. De organisatie
werkt samen met regeringen, vakorganisaties en het particuliere productiewezen
aan de opbouw van een industriële sector die beantwoordt aan de eisen van de
mondialisering van de industrie en tevens de vruchten daarvan kan plukken.
Het werk wordt uitgevoerd door ingenieurs, economen en technologie- en
milieudeskundigen op het hoofdkantoor in Wenen en door medewerkers van de
Investment Promotion Service-bureaus en veldkantoren. De veldkantoren
worden geleid door regionale UNIDO-directeurs.
UNIDO telt 170 lidstaten. Zij komen om de twee jaar samen op de Algemene
Conferentie, waar de begroting en het programma worden vastgesteld. De Raad
voor Industriële Ontwikkeling, bestaande uit 53 lidstaten, doet aanbevelingen in
verband met de planning en implementatie van het programma en de begroting.
UNIDO telt 530 medewerkers op de hoofdzetel en 100 in kantoren verdeeld
over de wereld. Meer dan 1800 deskundigen werken wereldwijd aan korte- en
langetermijnprojecten. De begroting voor 2002-2003 bedroeg 133 miljoen
dollar. Multilaterale en bilaterale bronnen zorgen voor bijkomende fondsen.
Directeur-Generaal: Carlos Magariños (Argentinië)
Hoofdzetel: Vienna International Centre, PO Box 300, A-1400 Wenen, Oostenrijk
Tel.: +43 1 26026; fax: +43 1 269 2669; e-mail: [email protected]
Internationaal Agentschap voor Atoomenergie (IAEA)
(www.iaea.org)
Het Internationaal Agentschap voor Atoomenergie – vaak kortweg ‘het
Atoomagentschap’ genoemd – maakt zich sterk voor het vreedzame gebruik van
kernenergie ten bate van de mensheid en waakt ervoor dat het wordt ingezet
voor militaire doeleinden. Het is het belangrijkste intergouvernementele
wereldforum voor wetenschappelijke en technische samenwerking in het kader
van kernenergie voor vreedzame doeleinden, en het internationale inspectieorgaan dat toeziet op de naleving van veiligheidsvoorschriften en
verificatiemaatregelen voor zover deze civiele kernenergieprogramma’s
betreffen. Het agentschap is ook de spil van inspanningen om te komen tot
internationale samenwerking op het stuk van de industriële nucleaire veiligheid
en vraagstukken in verband met de openbare veiligheid.
IAEA werd in 1957 opgericht als een autonome organisatie onder de hoge
bescherming van de VN en telt tegenwoordig 137 lidstaten. Het verleent
technische bijstand aan lidstaten die dergelijke hulp nodig hebben en richt zich
daarbij op de toepassing van kernenergie en nucleaire technologie in het licht
van duurzame ontwikkeling. Dit geschiedt op grond van prioriteiten die de
staten zelf stellen: voedsel en landbouw, gezondheidszorg, industrie,
waterbeheer, verbetering van het zeemilieu, stroomopwekking en nucleaire
veiligheid, in industrieel en politieke opzicht.
IAEA volgt en controleert of staten zich houden aan hun belofte geen
kernwapens te zullen verspreiden conform bilaterale afspraken of internationale
verdragen, bedoeld om te verzekeren dat splijtstoffen en kerncentrales niet
worden misbruikt voor militaire doeleinden. Wereldwijd zijn ongeveer 250
inspecteurs actief bij meer dan 900 installaties en andere locaties die vallen
onder het voorzorgsprogramma van IAEA.
IAEA wordt geleid door de Algemene Conferentie, die jaarlijks bijeenkomt en
alle IAEA-lidstaten omvat, en door een Raad van Bewindvoerders bestaande uit
35 leden, die in de loop van het hele jaar geregeld vergaderen. Het Agentschap
telt 2257 medewerkers. De reguliere begroting voor 2004 bedroeg 268,5
miljoen dollar; IAEA rekent daarbij op 74,8 miljoen dollar aan bijkomende,
vrijwillige bijdragen.
Directeur-Generaal: Mohammed El Baradei (Egypte)
Hoofdzetel: PO Box 100, Wagramer Strasse 5, A-1400 Wenen, Oostenrijk
Tel.: +43 1 2600 0; fax: +43 1 2600 7; e-mail: [email protected]
Voorbereidende Commissie voor de Organisatie voor het Verdrag
betreffende het Allesomvattend Testverbod (CTBTO)
(www.ctbto.org)
De Voorbereidende Commissie voor de Organisatie voor het Verdrag
betreffende het allesomvattend testverbod of 'Kernstopverdrag' werd opgericht
op 19 november 1996 in New York tijdens een vergadering van landen die dit
verdrag hadden ondertekend. Deze internationale organisatie wordt gefinancierd
door de verdragspartijen en kent twee organen: een plenaire vergadering waarin
alle verdragspartijen zetelen – ook bekend als de Voorbereidende Commissie –
en het Voorlopig Technisch Secretariaat. De belangrijkste taak van de
Commissie bestaat erin het mondiale onderzoeksregime op te zetten dat is
voorzien in het Verdrag, zodat het operationeel is zodra het Verdrag in werking
treedt.
De Commissie heeft drie suborganen: Werkgroep A voor bestuurszaken en
begroting, Werkgroep B voor controlekwesties en de Adviesgroep voor
financiële, budgettaire en aanverwante administratieve zaken. De begroting
voor 2003 bedroeg 88,5 miljoen dollar, waarvan zo’n 80 procent was bestemd
voor de totstandkoming van de wereldwijde verificatiestructuur.
Secretaris-Generaal: Wolfgang Hoffman (Duitsland)
Hoofdzetel: Vienna International Centre, PO Box 1200, A-1400 Wenen, Oostenrijk
Tel.: +43 1 26030 6200; fax: +43 1 26030 5823; e-mail: [email protected]
Organisatie voor het Verbod op Chemische Wapens (OPCW)
(www.opcw.org)
De belangrijkste taak van de Organisatie voor het Verbod op Chemische
Wapens (OPCW) is de implementatie van het Verdrag inzake productie,
gebruik, opslag en gebruik van chemische wapens en de vernietiging ervan. Dit
verdrag, dat op 29 april 1997 van kracht werd, is het eerste multilaterale
ontwapenings- en non-proliferatieverdrag dat voorziet in de wereldwijde
vernietiging van een volledige categorie massavernietigingswapens, zulks onder
streng internationaal toezicht en volgens een voorgeschreven tijdpad.
OPCW telt nu 153 verdragsstaten. Sinds 1997 hebben haar inspecteurs
toegezien op de vernietiging van meer dan 7500 ton chemicaliën in bijna 2
miljoen stuks munitie, in vijf verdragsstaten – evenals de vernietiging of
reconversie van twee derde van 61 voormalige productiecentra voor chemische
wapens in 11 lidstaten. Ze hebben verder 1400 inspecties verricht op militaire
bases en industriële sites in 55 landen om zich ervan te vergewissen dat
chemische wapens worden vernietigd en dat chemicaliën die ook voor
vreedzame doeleinden inzetbaar zijn, niet voor militaire worden misbruikt.
OPCW-lidstaten zijn ertoe gehouden mede-verdragsstaten bij te staan indien
deze worden bedreigd of aangevallen met chemische wapens. OPCW kent ook
een scala aan international samenwerkingsprogramma’s ter bevordering van het
vreedzaam toepassen van de scheikunde.
Het technisch secretariaat telt 500 medewerkers uit 66 landen. De begroting
voor 2003 bedroeg 68,5 miljoen euro.
Directeur-Generaal: Rogelio Pfirter (Argentinië)
Hoofdzetel: Johan de Wittlaan 32, 2517 JR, Den Haag, Nederland
Tel.: +31 70 416 33 00; fax: +31 70 306 35 35; e-mail: [email protected]
Wereldtoerismeorganisatie (WTO of OMT)
(www.world-tourism.org)
De Wereldtoerisme-organisatie is opgericht in 1925 en is de belangrijkste
internationale organisatie op het vlak van toerisme. De organisatie vormt een
mondiaal overlegforum voor kwesties in verband met toerismebeleid en is een
praktische bron van knowhow. WTO telt 148 leden – landen en gebieden – en
meer dan 350 aangesloten leden die plaatselijke autoriteiten, toeristische
organisaties en particuliere ondernemingen – o.a. luchtvaartmaatschappijen,
hotelketens en touroperators – vertegenwoordigen.
Als intergouvernementeel orgaan door de VN belast met de bevordering en
ontwikkeling van het toerisme, werd WTO – krachtens resolutie 58/232 van de
Algemene Vergadering – op 23 december 2003 een gespecialiseerd organisatie
van de VN. WTO probeert met toerisme economische groei te stimuleren en
banen te creëren, initiatieven te ontplooien voor de bescherming van het milieu
en erfgoed op toeristische bestemmingen, en de verstandhouding tussen landen
te bevorderen.
Het belangrijkste orgaan van WTO, de Algemene Vergadering, bestaat uit
volledige, verbonden en geaffilieerde leden. De Vergadering komt eens in de
twee jaar bijeen voor de goedkeuring van begroting en werkprogramma, en voor
bespreking van belangrijke thema's binnen de toeristische sector. De twee keer
per jaar vergaderende Uitvoerende Raad telt 27 leden die worden verkozen door
de Vergadering, en één permanent lid (Spanje). De zes regionale commissies –
Afrika; Noord- en Zuid-Amerika; Oost-Azië en het Stille-Zuidzeegebied;
Europa; het Midden-Oosten; en Zuid-Azië – vergaderen minstens eens per jaar.
Er werken 90 mensen voor WTO. De begroting voor 2002-2003 bedroeg 20,8
miljoen dollar.
Secretaris-Generaal: Francesco Frangialli (Frankrijk)
Hoofdzetel: Capitán Haya 42, 28020 Madrid, Spanje
Tel.: +34-91) 567-8100; fax: +34-91) 571-3733; e-mail: [email protected]
Wereldhandelsorganisatie (WTO)
(www.wto.org)
De Wereldhandelsorganisatie (WTO) is op 1 januari 1995 opgericht ter
vervanging van de Algemene Overeenkomst inzake Tarieven en Handel (GATT)
als het enige beleidsorgaan dat toezicht houdt op de wereldwijde afspraken
betreffende de internationale handel. WTO is geen gespecialiseerde organisatie
van de VN, maar er is wel sprake van overeenkomsten en praktische
samenwerking tussen de twee.
Het doel van WTO is een zo soepel mogelijk handelsverkeer binnen een
gereguleerd systeem; het onpartijdig oplossen van handelsgeschillen tussen
regeringen; en het organiseren van handelsbesprekingen. WTO is opgebouwd
rond 60 overeenkomsten die de juridische basis vormen voor het internationale
handelsverkeer en -beleid. De principes ten grondslag aan deze afspraken zijn
onder meer het beginsel van niet-discriminatie tussen handelspartners (de 'meest
begunstigde natie'-clausule en de ‘nationale behandeling’), een vrijere handel,
het aanmoedigen van concurrentie, en extra voorzieningen voor minder
ontwikkelde landen. Een van de doelstellingen van WTO is het terugdringen
van protectionisme.
Sinds de oprichting is WTO het forum voor succesvolle onderhandelingen over
het openstellen van markten op het vlak van telecommunicatie,
informatietechnologie en financiële dienstverlening. De organisatie was
betrokken bij het oplossen van meer dan 190 handelsgeschillen en blijft toezicht
houden op de implementatie van de akkoorden die werden bereikt tijdens de
internationale handelsbesprekingen, bekend als de 'Uruguay-ronde' (19861994). In 2001 startte WTO in Doha (Qatar) en nieuwe ronde van multilaterale
handelsbesprekingen die bekend is geworden als de ‘Ontwikkelingsagenda van
Doha’.
WTO telt 146 lidstaten. Het belangrijkste orgaan is de Ministeriële Conferentie,
die om de twee jaar vergadert. De Algemene Raad leidt de dagelijkse
activiteiten. De begroting voor 2003 bedroeg 155 miljoen CHF. De organisatie
telt 550 medewerkers.
Directeur-Generaal: Dr. Supachai Panitchpakdi (Thailand)
Hoofdzetel: 154 Rue de Lausanne, CH-1211 Genève 21, Zwitserland
Tel.: +41-22) 739-5111; fax: +41-22) 731-4206; e-mail: [email protected]
Download