26e zondag door het jaar - Salvator

advertisement
Overweging 26e zondag door het jaar, 26 september 2010
Amos 6:1a.4-7
Lucas 16:19-31
Psalm 146
Luisteren
Lieve mensen, de profeet Amos windt er geen doekjes om. Hij moet niets
hebben van het gedrag van de zelfverzekerde rijken. Ze eten en drinken zich
vol, en hebben geen oog voor wat er om hen heen gebeurt. Het interesseert ze
niet. Slechts hun eigen pleziertjes tellen, ze eten en drinken uit brede
schalen. Wij zouden zeggen: wie het breed heeft, laat het breed hangen’. Ze
krijgen van Amos er ongezouten van langs. Zó is de God van Israël niet. Die
God wordt in psalm 146 bezongen; hij die de hongerigen voedt, de blinden
weer doet zien, die over de vreemdeling waakt, de weduwe en de wees
staande houdt en de gekromde weer opheft. Dát is de God van Israël. Maar
de rijken uit Amos’ tijd maken er een zootje van en vullen alleen hun eigen
buik en hun eigen zakken.
Dat thema wordt in het evangelie hernomen. De naamloze rijke uit het
verhaal staat daar tegenover de arme die een naam heeft: Lazarus. De rijke
is welgedaan en de arme Lazarus moet maar zien hoe hij zich staande
houdt.
Waar draait het om in dit verhaal?
In de regel van Benedictus vinden we een aanwijzing. Benedictus begint zijn
regel met: luister. Luister. Zet je hart open. Neig je oor naar wat er om je
heen gebeurt. Neigen, dat betekent buig je, buig je naar wie en wat je
aandacht vraagt. Wees alert. Merk op wat er gebeurt. Benedictus beschrijft
een houding van ‘gespitst zijn’ óp. Als je opmerkt wat er gebeurt, als je echt
luistert met je hart, dan ben je ook in staat om een antwoord te geven. Dan
heb je gehóórd wat zich afspeelt, dan heb je gezíen waar een ander behoefte
aan heeft. Wie luistert met het hart, geeft een antwoord vanuit het hart. We
kennen allemaal denk ik de momenten dat je maar hálf luistert, dat je
gehaast of geïrriteerd bent, dat je dachten eigenlijk ergens anders zijn. In
onze wereld vol lawaai is het soms heel moeilijk om goed te luisteren.
De aansporing van Benedictus maakt haarscherp duidelijk waar het in het
evangelieverhaal om gaat. De naamloze rijk merkt de arme Lazarus niet eens
op. Hij ziet niet, hij hoort niet, zijn hart is gesloten.
En dan wordt het ook duidelijk waar de kloof zit. Als zijn broers niet naar
Mozes en de profeten luisteren, naar wie luisteren ze dan wel? Wanneer en
voor wie zullen zij hun hart open zetten? Je kunt wel alles en iedereen er op
af sturen, maar als ze hun hart gesloten houden gebeurt er niets.
Luisteren. Opmerken. Met je volle aandacht erbij zijn. Zien wat er nodig is.
dat is wat het evangelie ons voorhoudt op een subtiele manier. Amos doet
het wat ruiger, met vinnige woorden valt hij zijn volgegeten volksgenoten
aan.
Maar de grondtoon is hetzelfde. Als je de God van Israël belijdt, dan belijdt je
een God zoals bezongen in psalm 146. Dat is een God die ómziet, die mensen
ként, die met mensen begaan is. En het is onbestaanbaar om die God te eren
en je naaste volkomen te negeren.
Luisteren: met heel je hart, met heel je ziel en met heel je verstand; dat
maakt niet alleen de ander gelukkig, je wordt er zelf een beter mens van.
Amen.
Download