ICLON Powerpoint sjabloon

advertisement
Het nieuwe eindexamen geschiedenis
Stephan Klein
Rotterdam, 4 oktober 2013
ICLON, Interfacultair Centrum voor Lerarenopleiding, Onderwijsontwikkeling en Nascholing
Gesprek in de klas (2013)
Docent:
Wie kan uitleggen wat standplaatsgebondenheid inhoudt?
(stilte van enkele seconden)
Leerling 1 (weifelend):
Dat heeft er toch mee te maken met dat de vorm van de poten
van een vogelsoort afhangt van de soort grond waarop die
vogels leven?’
Leerling 2:
Ja, de plaats waar ze staan is zeg maar bindend voor hoe ze
zich ontwikkelen.
ICLON, Interfacultair Centrum voor Lerarenopleiding, Onderwijsontwikkeling en Nascholing
Centrale examens geschiedenis
1982-2014
Onderwerpen
1982
- China na de dood van
Soen-Jat-Sen tot de dood
van Mao Tse Toeng
(1925-1976) +
- Koning, kabinet en kamers
2014
- De Republiek in een tijd
van vorsten (1477-1702) +
- De VS en hun federale
overheid (1865-1965)
Vakbenadering
- Sinds 1993: domein A
(structuurbegrippen /
historisch denken)
- Sinds 2007: aanpassingen in
rapport CHMV
- Vanaf 2015:aanpassingen
syllabus
ICLON, Interfacultair Centrum voor Lerarenopleiding, Onderwijsontwikkeling en Nascholing
Situatie vanaf 2015
CSE (vanaf 2015)
Kenmerkende Aspecten (KA’s) = oriëntatiekennis
Historische Contexten (HC’s) = specificatie van
oriëntatiekennis
ICLON, Interfacultair Centrum voor Lerarenopleiding, Onderwijsontwikkeling en Nascholing
Kenmerkende aspecten
49
5
nr. 15: het conflict in de christelijke wereld
over de vraag of de wereldlijke dan wel de
geestelijke macht het primaat behoorde te
hebben
nr. 30: de democratische revoluties in
westerse landen met als gevolg discussies
over grondwetten, grondrechten en
staatsburgerschap.
nr.45: de verdeling van de wereld in twee
ideologische blokken in de greep van een
wapenwedloop en de daaruit
voortvloeiende dreiging van een
atoomoorlog
ICLON, Interfacultair Centrum voor Lerarenopleiding, Onderwijsontwikkeling en Nascholing
Historische Context
Een verdieping van een cluster kenmerkende aspecten met
een titel en een afbakening in jaartallen, bijvoorbeeld:
Duitsland 1871-1945
Bestaande uit:
• aanduiding van het cluster kenmerkende aspecten
• 3 tot 4 centrale vragen
• 3 tot 4 uitlegteksten (met begrippen, namen en jaartallen)
• 8 tot 10 historische voorbeelden (die je moet kennen)
ICLON, Interfacultair Centrum voor Lerarenopleiding, Onderwijsontwikkeling en Nascholing
CSE Havo vanaf 2015
Oriëntatiekennis
HC 1
HC 1: Republiek
HC 2: Duitsland
HC 3: Koude Oorlog
HC 2 HC 3
1515-1648
1871-1945
1945-1991
ICLON, Interfacultair Centrum voor Lerarenopleiding, Onderwijsontwikkeling en Nascholing
CSE Vwo vanaf 2015
Oriëntatiekennis
HC 1
HC 1: Republiek
HC 4: Verlichting en Revoluties
HC 2: Duitsland
HC 3: Koude Oorlog
HC 4
HC 2 HC 3
1515-1648
1650-1848
1871-1945
1945-1991
ICLON, Interfacultair Centrum voor Lerarenopleiding, Onderwijsontwikkeling en Nascholing
Enkele opmerkingen
• Syllabus geldt voor jaar 2015 (onderhoud mogelijk)
• In het CSE kan iets aan de orde komen ‘dat niet met
zoveel woorden in deze syllabus staat, maar naar het
algemeen gevoelen in het verlengde daarvan ligt’. (p.5)
• In SE: domein A + C, D en E
• Domein C mag gecombineerd met B:
- Havo: 2 thema’s
- Vwo: 4 (E&M) of 5 (C&M) thema’s (p.10)
ICLON, Interfacultair Centrum voor Lerarenopleiding, Onderwijsontwikkeling en Nascholing
Stelling 1
Leerlingen moeten de kenmerkende aspecten
kunnen noemen en in de 10 tijdvakken plaatsen.
Wettelijk:
ja
Examenpraktijk: nee
ICLON, Interfacultair Centrum voor Lerarenopleiding, Onderwijsontwikkeling en Nascholing
Stelling 1: examenpraktijk
Namen van de 10 tijdvakken gaan geen rol spelen
in het centraal eindexamen.
Syllabus p.8, de indeling wordt:
*
*
*
*
*
Prehistorie en Oudheid
De Middeleeuwen
Vroegmoderne tijd
Moderne Tijd
Door de tijd heen
ICLON, Interfacultair Centrum voor Lerarenopleiding, Onderwijsontwikkeling en Nascholing
Stelling 2
Na 1600 hoeven leerlingen alléén de Historische
Contexten te leren.
Nee
ICLON, Interfacultair Centrum voor Lerarenopleiding, Onderwijsontwikkeling en Nascholing
Stelling 2: nee (reden 1)
Havo
Niet gespecificeerd na 1600
(12 KA)
26: wetenschappelijke revolutie
27: verlicht denken
28: verlicht absolutisme
29: slavenhandel en abolitionisme
30: democratische revoluties
32: discussies sociale kwestie
34: emancipatiebewegingen
35: voortschrijdende democratisering
42: Duitse bezetting van Nederland
44: verzet tegen imperialisme
46: dekolonisatie
49: multiculturele samenlevingen
Vwo
Niet gespecificeerd na 1600
( 7 KA)
29: slavenhandel en abolitionisme
32: discussies sociale kwestie
34: emancipatiebewegingen
35: voortschrijdende democratisering
42: Duitse bezetting van Nederland
44: verzet tegen imperialisme
49: multiculturele samenlevingen
ICLON, Interfacultair Centrum voor Lerarenopleiding, Onderwijsontwikkeling en Nascholing
Stelling 2: nee (reden 2)
1600
Oriëntatiekennis
HC 1
HC 4
HC 2
HC 3
ICLON, Interfacultair Centrum voor Lerarenopleiding, Onderwijsontwikkeling en Nascholing
Mogelijke vragen
• Een vraag over het uitroepen van het keizerrijk Duitsland in
1871, vervolgd door een vraag over nationalisme in Italië.
• Een vraag over de eenwording van Duitsland vergeleken met
de situatie in de middeleeuwen.
• Een vraag over Europese machtsverhoudingen waarbij de
situatie in 1815 wordt vergeleken met die in 1914.
15
ICLON, Interfacultair Centrum voor Lerarenopleiding, Onderwijsontwikkeling en Nascholing
Voorbeeldvraag
Duitsland kent geen monument ter herdenking
van de slavernij, maar wel een ‘monument
tegen het kolonialisme’ (in Bremen).
Geef hiervoor een historische verklaring.
16
ICLON, Interfacultair Centrum voor Lerarenopleiding, Onderwijsontwikkeling en Nascholing
Model antwoord (verkort)
Het Duitse koloniale rijk dateert uit de periode dat
Europeanen slavernij niet langer een acceptabel verschijnsel
vonden, maar koloniale overheersing wel. Duitsland hoeft dus
niet terug te kijken op een ‘slavernijverleden’, maar wel op
een verleden als modern-imperialistische mogendheid.
17
ICLON, Interfacultair Centrum voor Lerarenopleiding, Onderwijsontwikkeling en Nascholing
Inhoudsvaliditeit van deze vraag (1)
KA 29: Uitbouw van de Europese overheersing, met name in de
vorm van plantagekoloniën en de daarmee verbonden
transatlantische slavenhandel, en de opkomst van het
abolitionisme (in tijdvak 7: 1700-1800)
KA 33: De moderne vorm van imperialisme die verband hield
met de industrialisatie (tijdvak 8: 1800-1900)
KA 36: De opkomst van de politiek-maatschappelijke
stromingen: liberalisme, nationalisme, socialisme,
confessionalisme en feminisme (tijdvak 8: 1800-1900)
18
ICLON, Interfacultair Centrum voor Lerarenopleiding, Onderwijsontwikkeling en Nascholing
Inhoudsvaliditeit van deze vraag (2)
Syllabus:
Na de Frans-Duitse oorlog 1870-1871 werd in Versailles het
Duitse keizerrijk uitgeroepen…
De troonsbestijging van Wilhelm II in 1888 luidde
een nieuw tijdperk in.
Duitsland was niet langer tevreden met de bestaande situatie
maar wilde een belangrijke plaats op het wereldtoneel.
Deze Duitse Weltpolitik was in eerste instantie gericht op
overzees imperialisme, waarbij het Groot-Brittannië als
koloniale macht tegenover zich vond.
19
ICLON, Interfacultair Centrum voor Lerarenopleiding, Onderwijsontwikkeling en Nascholing
Inhoudsvaliditeit van deze vraag (3)
Historisch denken in CSE (domein A)
Tijd
Interpretatie
- tijd en chronologie
- causaliteit
- continuïteit en verandering
- standplaatsgebondenheid
- bron en vraagstelling:
* betrouwbaarheid bruikbaar* representativiteit heid
Betekenis nu
- Betekenis geven en oordelen over
het verleden
ICLON, Interfacultair Centrum voor Lerarenopleiding, Onderwijsontwikkeling en Nascholing
Inhoudsvaliditeit van deze vraag (4)
In het CSE kan iets aan de orde komen ‘dat niet met
zoveel woorden in deze syllabus staat, maar naar het
algemeen gevoelen in het verlengde daarvan ligt’.
(p.5)
21
ICLON, Interfacultair Centrum voor Lerarenopleiding, Onderwijsontwikkeling en Nascholing
Toevoeging
• Het monument in Bremen dateert uit 1932 en is gebouwd
als Reichskolonialehrendenkmal (‘eremonument voor de
koloniën van het rijk’).
• De olifant was van meet af aan omstreden, omdat van het
monument de suggestie uitging dat de Weimarrepubliek zijn
koloniën terug zou willen.
• In 1989 werd het omgedoopt tot Antikolonialdenkmal. In
1996 onthulde de president van Namibië (voormalig DuitsZuidwest-Afrika), een plaquette ter herinnering aan ‘de
slachtoffers van de Duitse koloniale overheersing in
Namibië’.)
22
ICLON, Interfacultair Centrum voor Lerarenopleiding, Onderwijsontwikkeling en Nascholing
Voorbeeldvraagg
1932
1989
23
ICLON, Interfacultair Centrum voor Lerarenopleiding, Onderwijsontwikkeling en Nascholing
Stelling 2: conclusie
Toetsing gaat naar een WENDBAAR GEBRUIK van
kennis (historisch denken):
- ontwikkelingen door de tijd (diachroon)
- vergelijkingen in de tijd (synchroon)
- interpretatie van bronnen
- herkennen hoe mensen het verleden nu gebruiken of
er over oordelen
ICLON, Interfacultair Centrum voor Lerarenopleiding, Onderwijsontwikkeling en Nascholing
Stelling 3
Je moet eerst alle oriëntatiekennis behandelen en
daarna de Historische Contexten.
Dilemma
ICLON, Interfacultair Centrum voor Lerarenopleiding, Onderwijsontwikkeling en Nascholing
Stelling 3: dilemma
Ja, het is overzichtelijker als de bredere oriëntatiekennis in
zijn geheel voorafgaat aan de verdiepende Historische
Contexten.
Nadeel kan zijn: er zit tijd tussen moment van behandeling
oriëntatiekennis en van Historische Context.
Nee, je hoeft niet eerst alle oriëntatiekennis te doen voordat je
met een Historische Context begint.
Nadeel kan zijn: nog weinig zicht op later optredende gevolgen
en betekenis nu (domein A).
Herhaling en stapeltoetsen zijn aan te bevelen.
ICLON, Interfacultair Centrum voor Lerarenopleiding, Onderwijsontwikkeling en Nascholing
Stelling 4
Je moet de verplichte Voorbeelden
in de Historische Contexten uitgebreid behandelen.
Nee
ICLON, Interfacultair Centrum voor Lerarenopleiding, Onderwijsontwikkeling en Nascholing
Stelling 4: nee
Aantal gegeven voorbeelden in Historische Contexten:
Havo: 29
Vwo: 43
ICLON, Interfacultair Centrum voor Lerarenopleiding, Onderwijsontwikkeling en Nascholing
Stelling 4: nee
Vraag deelcontext: Wat betekende de vorming van het
Duitse keizerrijk voor het machtsevenwicht tussen de
Europese grootmachten, 1871-1918 ?
Slag bij de
Marne
(1914)
Passage uitlegtekst: De rivaliteit tussen de grote
mogendheden kwam in 1914 tot uitbarsting in de
Eerste Wereldoorlog. Deze totale oorlog had
ingrijpende gevolgen voor zowel soldaten als het
thuisfront.
Kenmerkend aspect 43: Verwoestingen op niet eerder
vertoonde schaal door massavernietigingswapens en de
betrokkenheid van de burgerbevolking bij oorlogvoering.
ICLON, Interfacultair Centrum voor Lerarenopleiding, Onderwijsontwikkeling en Nascholing
Brief ministerie OCW (23 mei 2011)
Door de grotere duidelijkheid over de voorbeelden bij een
aantal kenmerkende aspecten zullen docenten er minder toe
over gaan om maar alles te behandelen, uit angst iets over te
slaan.
ICLON, Interfacultair Centrum voor Lerarenopleiding, Onderwijsontwikkeling en Nascholing
www.atlantischeslavenhandel.nl
31
ICLON, Interfacultair Centrum voor Lerarenopleiding, Onderwijsontwikkeling en Nascholing
EINDE
Stephan Klein
[email protected]
ICLON, Interfacultair Centrum voor Lerarenopleiding, Onderwijsontwikkeling en Nascholing
Download