§ 2.1c Vervanging van spelers § 2.1c Vervanging van spelers De tekst vervalt volledig. Daarvoor komt in de plaats: Tijdens een wedstrijd is voor de eerste vier spelersvervangingen in een ploeg niet de goedkeuring van de scheidsrechter nodig. Een wedstrijdreglement kan bepalen dat het aantal spelers, dat mag worden vervangen zonder de goedkeuring van de scheidsrechter, anders is dan vier. Een speler, wie de scheidsrechter de verdere deelname aan het spel heeft ontzegd, mag worden vervangen. Wanneer één van de hierboven genoemde spelersvervangingen nog niet heeft plaatsgevonden, moet de vervanging van een weggezonden speler als één van deze vervangingen worden beschouwd. Een wedstrijdreglement bepaalt hoeveel spelersvervangingen (zie ook hieronder) zijn toegestaan zonder goedkeuring van de scheidsrechter; verder bepaalt dit wedstrijdreglement of een vervangen speler weer aan het spel mag deelnemen. Er zijn twee scenario’s: een vervangen speler mag weer aan het spel deelnemen (scenario A); een vervangen speler mag niet meer aan het spel deelnemen (scenario B). A. Indien een wedstrijdreglement bepaalt dat een vervangen speler weer aan het spel mag deelnemen is voor de eerste acht spelersvervangingen de goedkeuring van de scheidrechter niet nodig. Wordt de weggezonden speler niet vervangen, dan wordt de ploeg geacht één van de vier bovengenoemde spelersvervangingen te hebben gebruikt; bovendien mag de betrokken ploeg geen spelers meer vervangen van hetzelfde geslacht als de weggezonden speler. Als het maximum aantal vervangingen heeft plaatsgevonden mag een speler, die is weggezonden of mag een geblesseerde speler, die niet meer tot verder spelen in staat is, na goedkeuring van de scheidsrechter, nog steeds worden vervangen. Een vervangen speler mag in dezelfde wedstrijd niet meer aan het spel deelnemen. Een wedstrijdreglement bepaalt dat een vervangen speler weer aan het spel mag deelnemen. B. Een wedstrijdreglement bepaalt dat een vervangen speler niet meer aan het spel mag deelnemen. Indien een wedstrijdreglement bepaalt dat een vervangen speler niet meer aan het spel mag deelnemen is voor de eerste vier spelersvervangingen de goedkeuring van de scheidsrechter niet nodig. Een wedstrijdreglement kan bepalen dat het aantal spelers, dat mag worden vervangen zonder de goedkeuring van de scheidsrechter, anders is dan vier. Een vervangen speler mag in dezelfde wedstrijd nimmer meer aan het spel deelnemen, dus ook niet bij een blessure of na wegzending van een andere speler. Vervanging is alleen mogelijk tijdens een spelonderbreking. Vervangen is alleen mogelijk tijdens een spelonderbreking. Een door de scheidsrechter weggezonden speler mag worden vervangen. De vervanging wordt beschouwd als één van de toegestane vervangingen. Wordt de weggezonden speler niet onmiddellijk vervangen, dan wordt de ploeg geacht één van de toegestane vervangingen te hebben gebruikt; bovendien mag de betrokken ploeg geen spelers meer vervangen van hetzelfde geslacht als van de weggezonden speler. Indien een speler geblesseerd raakt mag hij gedurende enige tijd worden onderzocht/behandeld op het speelveld; een wedstrijdreglement bepaalt de duur van deze periode; deze duur vangt aan op het moment dat de verzorger bij de geblesseerde speler arriveert. Het wedstrijdreglement bepaalt tevens wat er moet gebeuren na voltooiing van het onderzoek van de geblesseerde speler. Als het maximum aantal vervangingen heeft plaatsgevonden mag een speler, die is weggezonden of mag een geblesseerde speler, die niet meer tot verder spelen in staat is, na goedkeuring van de scheidsrechter worden vervangen. Een wedstrijdreglement kan voorschrijven dat een vervangen speler terug mag komen in de wedstrijd; in dat geval worden de randvoorwaarden daarin nader bepaald. De coach………§ 3.6g beschouwen. De coach …….§ 3.6g beschouwen. De vervangende speler mag het speelveld pas betreden nadat de vervangen speler het speelveld heeft verlaten. Wanneer …….weer ingenomen. Wanneer ……..weer ingenomen. Een wedstrijdreglement………(§ 2.4b). Een wedstrijdreglement ……..(§ 2.4b). 18.6.15;