Spotlight | Recht en belastingen Bedrijfsopvolgingsregelingen voor het familiebedrijf onder druk Renate de Lange - Family Business/Private Wealth, Tax & Human Resource Services Jan Nieuwenhuizen - Family Business/Private Wealth, Tax & Human Resource Services Om de continuïteit van het familiebedrijf te stimuleren, zijn in de belastingwetgeving regelingen opgenomen voor bedrijfsopvolging. Deze regelingen staan onder politieke druk. Versobering van de regelingen brengt de solvabiliteit en daarmee de werkgelegenheid binnen het familiebedrijf in gevaar. 1. Succesvolle overdracht familiebedrijven belangrijk voor economische groei 2. Bedrijfsopvolgingsregelingen stimuleren bedrijfsoverdracht Van alle bedrijven in Nederland is zo’n 70 procent een familiebedrijf. Deze bedrijven zorgen voor ongeveer de helft van de Nederlandse werkgelegenheid en het Bruto Nationaal Product. Familiebedrijven zijn dan ook een belangrijke motor voor onze Nederlandse economie. Het kenmerk van familiebedrijven is dat de ondernemers een groot persoonlijk belang hebben bij het succes van het bedrijf. De directeuren van familiebedrijven staan over het algemeen ook veel langer aan het roer van hun bedrijf dan andere directeuren (22 jaar tegenover 7 jaar). Nu meer dan 70.000 directeuren van familie­ bedrijven ouder zijn dan 55 jaar en ruim 41.000 ouder dan 60 jaar, is er de komende jaren een golf van bedrijfsoverdrachten te verwachten. Het is van wezenlijk belang dat de bedrijfsoverdrachten goed verlopen omdat succesvolle bedrijfsoverdrachten zorgen voor economische groei en werkgelegenheid. Om de overdracht van actieve bedrijven te stimuleren, kennen we in Nederland verschillende bedrijfsopvolgingsregelingen. Deze bedrijfsopvolgingsregelingen moeten voorkomen dat de economisch gewenste overdracht van een familiebedrijf wordt belemmerd door belastingheffing. De regelingen gelden zowel voor ondernemingen die gedreven worden als een zogenoemde ib-onderneming, als voor ondernemingen die gedreven worden door middel van een vennootschap. In dit artikel wordt uitsluitend ingegaan op deze laatste situatie. Samenvatting De continuïteit van familiebedrijven is belangrijk voor de Nederlandse economie. Juist daarom is het van wezenlijk belang dat bedrijfsoverdrachten goed verlopen en niet worden belemmerd door belastingheffing op het moment van overdracht. De huidige bedrijfs­ opvolgingsregelingen zijn onderwerp van een politiek debat en staan onder druk. Een versobering van de regelingen zou echter leiden tot een verslechtering van de solvabiliteit van het familiebedrijf en daarmee een negatieve impact hebben op de werkgelegenheid in Nederland. Daarnaast zou ingrijpen in de regelingen leiden tot een verstoring van de verhoudingen binnen West-Europa. Nederland loopt met haar huidige financiële regeling in de pas met de andere WestEuropese landen. Doorschuifregeling mogelijk voor inkomstenbelasting Indien de aandelen in een vennootschap worden overgedragen, is 25 procent inkomstenbelasting verschuldigd over het verschil tussen de waarde in het economische verkeer en de oorspronkelijke verkrijgingsprijs. Maar dragen aanmerkelijkbelanghouders hun aandelen in de vennootschap over door middel van schenking of vererving, dan wordt de claim op de inkomstenbelasting doorgeschoven naar de verkrijger (vaak de volgende generatie). We noemen dit de doorschuifregeling. De doorschuifregeling is alleen van toepassing indien en voor zover de waarde van de aandelen kan worden toegerekend aan het ondernemingsvermogen. Indien een deel van de waarde van de aandelen toegerekend moet worden aan beleggingsvermogen (bijvoorbeeld overtollige liquiditeiten), is over dat deel van de waarde van de aandelen 25 procent inkomstenbelasting verschuldigd op het moment van overdracht van de aandelen. Ondernemingsvermogen is het vermogen van het familiebedrijf dat wordt ingezet voor de bedrijfsuitoefening. Voorbeelden hiervan zijn machines, voorraden, bedrijfsgebouwen en bijvoorbeeld een overnamekas. Recht en belastingen 37 38 Spotlight Jaargang 22 - 2015 uitgave 2 De doorschuifregeling is alleen van toepassing indien en voor zover de waarde van de aandelen kan worden toegerekend aan het ondernemings-vermogen. Indien een deel van de waarde van de aandelen toegerekend moet worden aan beleggingsvermogen (bijvoorbeeld overtollige liquiditeiten), is over dat deel van de waarde van de aandelen 25 procent inkomstenbelasting verschuldigd op het moment van overdracht van de aandelen. Ondernemingsvermogen is het vermogen van het familiebedrijf dat wordt ingezet voor de bedrijfs­uitoefening. Voorbeelden hiervan zijn machines, voorraden, bedrijfsgebouwen en bijvoorbeeld een overnamekas. Minder erf- en schenkbelasting bij erving De Successiewet 1956 bevat een regeling die de heffing van schenk- en erfbelasting verlaagt als de verkrijger aandelen in een vennootschap erft. Er geldt een vrijstelling van 100 procent voor de eerste 1.055.022 euro van het ondernemingsvermogen en een vrijstelling van 83 procent voor alles daarboven. Voor de schenk- en erfbelasting die is verschuldigd over het niet-vrijgestelde deel van het ondernemingsvermogen (17 procent) wordt gedurende een periode van 10 jaar uitstel van betaling verleend. bedrijfsopvolgingsregelingen onderwerp zijn van het politieke debat. 4. Versobering bedrijfsopvolgingsregelingen kan leiden tot verslechtering solvabiliteit familiebedrijven Familiebedrijven kenmerken zich door hun sterke financiële basis. Hiermee kunnen zij tegenvallers beter opvangen. Denk hierbij aan de moeilijke periode tijdens een economische crisis. Daarnaast hebben ze een investeringscapaciteit, zodat ze ook in zware tijden in staat zijn om groei te realiseren. Dit betekent ook dat de meeste familiebedrijven over genoeg middelen beschikken om de belasting bij overdracht van de onderneming te betalen. Hoewel de belasting bij overdracht van de aandelen is verschuldigd door de aandeelhouders, beschikken die in privé vaak over onvoldoende middelen om de belasting ook daadwerkelijk te voldoen. Dit betekent dat de benodigde financiële middelen aan de onderneming moeten worden onttrokken. Daarom is het belangrijk om vast te stellen wat het langetermijneffect van de betaling van de belasting is op de continuïteit van het familiebedrijf. Om deze vraag te beantwoorden hebben wij een empirisch onderzoek uitgevoerd onder vijftig familiebedrijven. Figuur 1 Familiebedrijven met een zwakke financiële basis Voorwaarden bedrijfsopvolgings­regelingen Om gebruik te kunnen maken van de bedrijfsopvolgingsregelingen geldt onder meer: • De vennootschap heeft een echte onderneming. • De overdrager heeft aandelen minimaal één jaar gehouden in geval van overlijden en vijf jaar in geval van schenking. • Er geldt een voortzettingseis voor de verkrijger. 100% Solvabiliteit <30% 50% 24% 32% 38% 46% 68% 0% Huidige situatie (voor overdracht) Toepassing huidige bedrijfsopvolgingsregelingen 3. De bedrijfsopvolgingsregelingen staan onder druk Versobering vrijstellingspercentage naar 50% Vooral de bedrijfsopvolgingsregeling in de schenk- en erfbelasting staat onder druk. In de fiscale literatuur wordt de regeling ‘te begunstigend’ genoemd. De regeling zou kunnen worden versoberd en vervangen door een betalingsregeling. Hoewel de Hoge Raad inmiddels heeft beslist dat de regeling niet discriminerend is, in de zin dat ondernemingsvermogen gunstiger wordt behandeld dan ander vermogen, blijft er in de literatuur twijfel bestaan over de juridische houdbaarheid van de begunstigende regeling. Ook de staatssecretaris van Financiën stelde in zijn brief van 25 april 2014 aan de Eerste Kamer dat de regeling in de schenk- en erfbelasting zou kunnen worden versoberd door een lager vrijstellingspercentage of de invoering van een betalingsregeling. De staatssecretaris heeft zijn uitspraken - na onrust bij belangenorganisaties en politieke partijen - genuanceerd door te stellen dat er in ieder geval in deze kabinetsperiode niets verandert aan de regeling. Zijn uitspraken geven wel aan dat de Afschaffing alle regelingen Afschaffing regeling in schenk- en erfbelasting Zwakkere financiële basis en ongewenste spanningen In de situatie dat alleen de regeling in de schenk- en erfbelasting wordt afgeschaft, neemt het aantal bedrijven met een zwakke financiële basis toe van 24 procent naar 46 procent. Indien ook de regeling in de inkomstenbelasting wordt afgeschaft, neemt het aantal bedrijven met een zwakke financiële basis toe tot zelfs 68 procent. Daarnaast zal afschaffing van de regeling het ongewenste effect hebben dat de daadwerkelijke bedrijfsoverdracht wordt uitgesteld tot het moment van overlijden. Dit staat een natuurlijke overdracht naar de volgende generatie in de weg en kan leiden tot ongewenste spanningen in het familiebedrijf. Recht en belastingen 39 Maar ook de aanwezigheid van een substantiële latente belastingclaim bij overlijden van de aandeelhouder zal de investeringscapaciteit van het familiebedrijf beperken. Bij iedere grote investering zal immers rekening moeten worden gehouden met het risico dat op korte termijn tevens een substantiële belastingschuld moet worden gefinancierd. 5. Bedrijfsopvolgingsregelingen in West-Europa Gezien het politieke debat in Nederland over de bedrijfsopvolgingsregeling, rijst de vraag wat het beeld op West-Europees niveau is. Wij hebben de bedrijfsopvolgingsregelingen in de schenk- en erfbelasting in negen West-Europese landen op een rij gezet. Hoofdregel In alle onderzochte landen - met uitzondering van Zweden dat de schenk- en erfbelasting tien jaar geleden afschafte - is een schenking of vererving van een familiebedrijf belast. De reguliere tarieven in de verschillende landen variëren tussen de 0 en 50 procent. Dit zijn de tarieven voor een overdracht aan de kinderen en/of partner. Zodra er sprake is van een verkrijging buiten die kring, geldt in de meeste landen een hoger tarief. Voor de verkrijging door een kind of partner is het gemiddelde minimale tarief van alle landen circa 5 procent en het gemiddelde maximale tarief ongeveer 30 procent. Specifieke regelingen In zeven van de negen landen bestaat voor de overdracht van een familiebedrijf een uitzondering op het reguliere belastingsysteem. In Zweden is een bijzonder regime overbodig omdat daar de schenk- en erfbelasting is afgeschaft. Zwitserland kent momenteel geen nationale faciliteit, maar in de meeste kantons bestaat een (gedeeltelijke) vrijstelling voor de partner en (klein) kinderen en ook een vermindering voor andere familieleden, zoals ouders en stiefkinderen. In zes van de zeven landen met een bedrijfsopvolgingsregeling bestaat deze faciliteit uit een vrijstelling voor de overdracht. Het vrijstellingspercentage van die landen varieert tussen de 60 en 100 procent. Het gemiddelde vrijstellingspercentage is 80 procent. • Finland Finland heeft het laagste percentage (60). Daar wordt voor de heffing echter aangesloten bij de commerciële boekwaarde van het familiebedrijf. Dit in tegenstelling tot de andere landen, die de marktwaarde hanteren. Normaliter zal de marktwaarde hoger zijn dan de commerciële boekwaarde waardoor de effectieve belastingdruk van Finland gemiddeld genomen niet substantieel hoger is dan in de andere landen. Figuur 2 Inhoud van de faciliteit 20% 4% 0% 0% 40% 20% 14% 27% 50% 3% 20% 45% 0% 0% 4% 3,5% 3,5% 36,5% 40% Legenda Legenda 3,4% 7,5% Effectieve Effectieve belastingdruk belastingdruk zonder faciliteiten zonder faciliteiten (%) (%) Effectieve Effectieve belastingdruk met belastingdruk faciliteiten met faciliteiten(%) (%) 3,44% Geen erfbelasting/ schenkbelasting Grondslagverlaging 20% 14% 27% 50% 3,4% 3% 7,5% 45% 40 Spotlight Jaargang 22 - 2015 uitgave 2 3,5% 3,5% 1% Tariefsverlaging Geen faciliteit • D uitsland, Nederland, Spanje en het Verenigd Koninkrijk In Duitsland, Nederland, Spanje en het Verenigd Koninkrijk bedraagt deze vrijstelling nagenoeg 100 procent. In het Verenigd Koninkrijk geldt een generieke vrijstelling van 100 procent. Nederland kent een vrijstelling van 100 procent voor familiebedrijven met een waarde tot circa één miljoen euro. Als de waarde hoger is, dan is het meerdere voor 83 procent vrijgesteld. In Spanje is de reguliere vrijstelling 95 procent. In enkele Spaanse regio’s (waaronder Madrid) is deze vrijstelling zelfs 99 procent. Ook in Duitsland bestaan er diverse vrijstellingen. De algemene vrijstelling bedraagt 85 procent van de marktwaarde van een familiebedrijf. Maar als er niet meer dan 10 procent beleggingsvermogen (zoals overtollige liquide middelen en beleggingen) aanwezig is in het familie­ bedrijf, dan kan deze vrijstelling zelfs oplopen tot 100 procent. • België België heeft een afwijkende regeling. Daar bestaat de faciliteit namelijk niet uit een vrijstelling maar uit een verlaagd tarief. Het reguliere belastingpercentage voor een vererving is 27 procent (bij een waarde vanaf 250.000 euro) en voor een schenking drie procent. Voor een overdracht van een familiebedrijf geldt een verlaagd tarief van drie procent bij overlijden en nul procent bij schenking. Effectieve belastingdruk In de specifieke bedrijfsopvolgingsregelingen van de onderzochte landen bestaan dus geen grote verschillen. De meeste landen werken met een vrijstelling. Ook de effectieve belastingdruk vertoont relatief kleine verschillen, variërend tussen de nul en 7,5 procent. In België, het Verenigd Koninkrijk, Zwitserland en onder voorwaarden ook in Duitsland is bij een schenking van een onderneming helemaal geen belasting verschuldigd. Dat geldt in het Verenigd Koninkrijk, Zwitserland en onder voorwaarden in Duitsland ook bij vererving. In de landen die een schenk- en erfbelasting kennen, bedraagt de gemiddelde effectieve belastingdruk circa 3,2 procent. Daarbij gaan wij uit van de maximale effectieve belastingdruk per land. In bijna alle landen blijft de heffing ruimschoots onder de 5 procent. Enkel in Duitsland kan de belastingheffing oplopen tot 7,5 procent. 6. Conclusie: afschaffing leidt tot verslechtering financiële stabiliteit familiebedrijven Bedrijfsopvolgingsregelingen zijn noodzakelijk voor de continuïteit van familiebedrijven. De financiële stabiliteit van veel bedrijven verslechtert sterk bij afschaffing van de regeling in de schenk- en erfbelasting en verslechtert verder bij totale afschaffing van de bedrijfsopvolgingsregelingen. De bewering dat een grote meerderheid van de bedrijven in staat is om de belasting te betalen is op zichzelf niet onjuist, maar houdt geen rekening met het effect van die betaling op de financiële positie op de langere termijn van de betrokken bedrijven. De Nederlandse bedrijfsopvolgingsregelingen vertonen geen grote verschillen met de regelingen in de andere West-Europese landen. Hoewel de techniek in de landen verschilt, leiden de regelingen in alle landen tot een substantiële belastingverlaging bij de overdracht van het familiebedrijf. Nederland past met haar huidige regelingen prima binnen het West-Europese plaatje. Recht en belastingen 41