Verslag Expertmeeting De rechtspositie van Marokkaanse migrantenvrouwen in Nederland en de toepassing van het Marokkaanse en Nederlandse familierecht. Zaterdag 7 juni 2008 in Al Hoceima Marokko Stichting ABASE te Al Hoceima en Nederlandse Stichting Steun Remigranten Berkane بادس Association Bades Stichting Steun Remigranten Postadres : SSR Postbus 13073, 3507 LB Utrecht 1 Verslag naar aanleiding van de expertmeeting in Al Hoceima betreffende: De rechtspositie van Marokkaanse migrantenvrouwen in Nederland. De toepassing van het Marokkaanse en Nederlandse familierecht. Op zaterdag 7 juni 2008 organiseerden de Stichting ABASE te Al Hoceima en de Nederlandse Stichting Steun Remigranten een expertmeeting over de rechtspositie van Marokkaanse migrantenvrouwen in Nederland. De bijeenkomst is georganiseerd rond het thema: ‘De rechtspositie van Marokkaanse migrantenvrouwen in Nederland. De toepassing van het Marokkaanse en Nederlandse familierecht.’ De doelen van de expertmeeting kunnen als volgt worden weergegeven: Uitwisseling van ervaringen op het gebied van het Marokkaanse en Nederlandse familierecht Bevorderen van de uitwisseling van sociaaljuridische expertise aangaande de volgende onderwerpen: erkenning van wederzijdse rechterlijke uitspraken, erkenning van huwelijken en echtscheidingen, alimentatie, verdeling van bezittingen, voogdij, gedwongen achterlating van vrouwen en kinderen en verblijfsrecht Het ontwikkelen van strategieën en procedures en een gezamenlijke aanpak teneinde de sociaaljuridische dienstverlening aan de Marokkaanse migrantenvrouwen te verbeteren Het geven van een eerste aanzet tot netwerkvorming met het oog op toekomstige samenwerking De bijeenkomst werd voorgezeten door de advocate Zahra Zaoui die tevens voorzitster is van de vrouwenorganisatie Ain Ghazal 2000 in Oujda. Aan de bijeenkomst namen Nederlandse en Marokkaanse experts uit Noordoost Marokko deel, waaronder advocaten en vertegenwoordigers van vrouwenorganisaties. De lijst van 34 deelnemers is in de bijlage bijgevoegd. Na een welkomstwoord door de vicevoorzitter van de ontvangende organisatie ABASE in Al Hoceima en de officiële opening door de voorzitster zijn de volgende presentaties gehouden. 2 Presentaties: 1. De werkzaamheden van de Stichting Steun Remigranten en het steunpunt in Berkane zijn kort toegelicht door Cynthia Plette die 8 jaar als consulent werkzaam is geweest op het steunpunt in Berkane. Sinds 1989 is een bureau operationeel in Berkane die sociaaljuridische hulp biedt aan remigranten en hun familieleden. De stichting behandelt jaarlijks een toenemend aantal vragen op het gebied van de Nederlandse wetgeving zoals de sociale zekerheid, verblijfsrecht en familierecht. Onder de hulpvragers bevindt zich een aanzienlijk aantal vrouwen. Naast individuele hulpverlening speelt SSR ook een rol in de signalering van problemen bij de Nederlandse beleidsmakers. Meer details over de stichting zijn te vinden in de bijlage. 2. Eén van de resultaten van deze signalerende taak is toegelicht door Latifa Lazaar, bestuurslid van SSR, lid van de werkgroep Mudawwanah en werkzaam bij Palet, Adviseurs Diversiteit in Noord-Brabant. Vandaag wil ik in het kort de geschiedenis weergeven van de betrokkenheid in Nederland. Sinds meerdere jaren vraagt SSR, en sinds de oprichting ook de werkgroep Mudawwanah, aandacht voor de problematiek van onvrijwillig achtergelaten vrouwen en kinderen. Deze actie heeft geleid tot de realisering van een voorlichtingsproject betreffende de problematiek van achterlating en de nieuwe Marokkaanse familiewet. Om de bestaande expertise te bundelen en de signalerende taak voort te kunnen zetten is het initiatief genomen voor de vorming van een Nederlands netwerk van advocaten gespecialiseerd in familierecht. De integrale tekst van haar presentatie is bijgevoegd. 3. De Nederlandse advocate Samira Bouddount is een degelijk expert in familierecht en actief lid van het advocatennetwerk in oprichting. Overtuigd van het belang van uitwisseling van juridische expertise, heeft zij een presentatie gehouden over het internationale privaatrecht. Zij lichtte toe onder welke omstandigheden de Nederlandse rechter gehouden is Marokkaanse recht toe te passen en heeft een aantal gevallen geschetst. Niettemin vallen een aantal aspecten van het buitenlands recht buiten toepassing op grond van de Nederlandse openbare orde. De kernpunten van haar presentatie zijn opgenomen in de bijlage. 4. Vanuit Marokkaans perspectief heeft advocate Souad El Idrissi en tevens vicevoorzitter van de stichting ABASE de juridische situatie toegelicht van migrantenvrouwen in Marokko. Zij is ingegaan op de problemen waar deze vrouwen in hun juridische procedures tegenaan lopen. Zo beschreef zij de moeilijkheden in de toepassing van de Mudawwanah in erkenning van huwelijken en echtscheidingen, het probleem van achterlatingen, moeilijkheden in het effectueren van uitspraken inzake alimentatie en knelpunten in adoptieprocedures. Ondanks het bestaan van verschillende verdragen tussen Marokko en verschillende Europese landen, blijken de resultaten tegen te vallen. Zij sluit af door een aantal mogelijke oplossingen voor te stellen, zoals het trainen van het personeel van consulaten. 5. Eén van de problemen waar Marokkaanse migrantenvrouwen tegen aan kunnen lopen en die een gezamenlijke aanpak vereist, is het probleem van de onvrijwillige achterlating in Marokko van vrouwen en kinderen die legaal verblijf in Nederland hadden door hun echtgenoot of ouder. De Amsterdamse advocate Ellie van den Brom, die al bijna 20 jaar nauw samenwerkt met SSR, is ingegaan op het probleem van achterlating in relatie tot het Nederlandse verblijfsrecht. Een van de problemen is dat veel vrouwen een afhankelijke verblijfsvergunning hebben gedurende drie jaar. Ondanks kritiek vanuit verschillende hoek is men in Nederland niet bereid deze wetgeving aan te passen. Dergelijke zaken vereisen een goed onderbouwd dossier voorzien van bewijsstukken die de precaire situatie van deze vrouwen en kinderen in Marokko onderbouwen. Een andere moeilijkheid bevindt zich in de afgifte van een paspoort voor evt. kinderen doordat de vaders hun medewerking hieraan weigeren. De gehele toespraak is bijgevoegd. 3 De voordrachten gaven aanleiding tot een aantal pertinente vragen en opmerkingen vanuit de overige deelnemers. Een van de punten die genoemd werden betrof het aangepaste Marokkaanse familierecht. Ondanks de grote verbeteringen daarin, wijkt de toepassing in de praktijk af van de theorie. Ook werd benadrukt dat er grote verschillen bestaan in de wijze waarop rechters de wet toepassen. Verder is geconstateerd dat er in Marokko veel behoefte is aan informatie en voorlichting. Vertegenwoordigers van een vrouwenorganisatie in Nador wezen op het belang de dienstverlening aan vrouwen laagdrempelig en toegankelijk te maken, onder andere door hen in hun eigen taal (bijvoorbeeld het Riffijns) te informeren. In Nederland is dit al veel meer gebruikelijk. Daarnaast werd de suggestie geopperd om de Nederlandse echtscheidingen door Marokkaanse consulaten te laten erkennen en de mogelijkheid Marokkaanse rechters op de consulaten te stationeren. Tenslotte kondigden de bestuursleden van SSR aan dat het volgende samenkomen van de Nederlands-Marokkaanse commissie (vooralsnog) gepland staat voor oktober 2008. Tijdens de lunch die hierop volgde is volop gelegenheid geweest om nader kennis te maken en de discussies voort te zetten. Ateliers Op het middagprogramma stonden twee ateliers, beiden georganiseerd rond de volgende thema’s: Tussen het Nederlands en het Marokkaanse familierecht: De obstakels en strategieën in de juridische praktijk Ontwikkeling van een gezamenlijke aanpak en verbetering van de sociaaljuridische dienstverlening Versterking van de samenwerking en aanzet tot netwerkvorming (nationaal en bilateraal) De deelnemers zijn in twee groepen ingedeeld. Het eerste atelier werd voorgezeten door Fadma Bouchataoui van het COS te Rotterdam, terwijl Latifa Lazaar van de SSR het tweede atelier leidde. Verschillende disciplines waren vertegenwoordigd in de ateliers hetgeen leidde tot een uiteenlopend abstractieniveau in de discussies tussen advocaten en vertegenwoordigers van vrouwenorganisaties. Niettemin zijn de ateliers gekomen tot een gezamenlijke formulering van obstakels en aanbevelingen. 4 Atelier 1 Constateringen Bij aanvang van het atelier is vastgesteld dat alle aanwezigen op verschillende niveaus betrokken zijn bij ondersteuning of behartiging van de rechtspositie van vrouwen in algemene zin en van migrantenvrouwen in het bijzonder. Eén van de punten die door meerdere deelnemers naar voren is gebracht is dat er geen vrouwen aanwezig waren die vanuit hun eigen praktische ervaringen konden vertellen over de problemen waar zij tegenaan zijn gelopen. Niettemin zijn de obstakels en problemen waar vrouwen tegenaan lopen vastgesteld op grond van de ervaringen van de aanwezige advocaten en die van vrouwenorganisaties. Na een meer algemene discussie over de toepassing van het Nederlandse en Marokkaanse familierecht is teruggekeerd naar het thema van de bijeenkomst, namelijk het vaststellen van obstakels en strategieën in de Marokkaanse en Nederlandse juridische praktijk. Per toerbeurt heeft de voorzitster alle deelnemers verzocht de knelpunten te benoemen waar migrantenvrouwen tegenaan lopen. Knelpunten: Rechterlijke uitspraken worden in Marokko nog steeds met de hand opgesteld hetgeen vertaling erg bemoeilijkt. De toepassing en erkenning van rechterlijke uitspraken: echtscheiding, huwelijk, alimentatie. De toepassing van uitspraken in alimentatiezaken. De resultaten behaald via de diplomatieke route zijn teleurstellend. De rol van rechters op Marokkaanse consulaten bij de toepassing van rechterlijke uitspraken zoals de erkenning van Nederlandse echtscheiding door een Marokkaanse rechter gestationeerd op het Marokkaanse consulaat. Nederlandse rechtbanken zijn te snel in het uitspreken van echtscheidingen, pogingen tot verzoening hebben in Nederland geen prioriteit, in Marokko wel. Bij ambassades en consulaten is een gebrek aan deskundige sociale en juridische ondersteuning aan Marokkaanse vrouwen die zich in juridische complexe situaties bevinden. Veel vrouwen beschikken over onvoldoende middelen om een procedure bij de rechtbank te starten. Dit geldt in het bijzonder voor achtergelaten vrouwen en kinderen. Veel vrouwen hebben onvoldoende kennis van het nieuwe Marokkaanse familierecht Ten gevolge van de moeilijkheden bij het verkrijgen van visa hebben gescheiden mannen woonachtig in Marokko grote moeite het omgangsrecht met hun kinderen in het buitenland te effectueren. Een Marokkaanse man die in Nederland woont en gehuwd is met een vrouw die in Marokko woont, kan moeiteloos van haar scheiden zonder dat zij hiervan op de hoogte is. De deelnemers stellen voor dat de Nederlandse rechter het Marokkaanse consulaat bericht die vervolgens de vrouw in kwestie op de hoogte stelt. De afwezigheid van een bilateraal verdrag op het gebied van het familierecht. Na de vaststelling van de belemmeringen zijn de deelnemers nader ingegaan op de strategieën en de aanpak die ontwikkeld kunnen worden om dergelijke knelpunten en complexe situatie het hoofd te kunnen bieden. De werkgroep stelt gezamenlijk de volgende punten voor: Oprichting van een werkgroep die de voortgang bewaakt en werk maakt van de aanbevelingen en conclusies van de bijeenkomst De oprichting van een werkgroep die de samenwerking tussen de advocaten en organisaties bevordert en versterkt De instelling van verschillende werkgroepen op basis van hun discipline: rechters, advocaten, organisaties 5 Capaciteitsbevordering door het opzetten van een database die mensen voorlicht over familierecht in beide landen en sociaaljuridische dienstverlening en praktische zaken als procedures De oprichting van een website waarop zowel specifieke informatie vermeld staat als de leden van het netwerk van experts Advocate Samira Bouddount merkt hierbij op dat verschillende knelpunten die in het atelier ter sprake zijn gekomen (zoals de erkenning van echtscheidingen) geslecht kunnen worden met de juiste kennis en met betrouwbare expertpartners. Atelier 2 Introductie Latifa Lazaar, de voorzitster van de werkgroep, benoemd als doelstelling het inventariseren van de obstakels in ons beroep als juristen en sociale actoren. Zij onderstreept dat tot op heden er geen bijeenkomsten zijn geweest tussen Marokkaanse en Nederlandse juristen met als doel de problematiek op politiek niveau aan te kaarten. Waar in de Nederlandse situatie verschillende actoren een sterke politieke lobby hebben kunnen vormen, zoals de werkgroep Mudawwanah, is dit in Marokko een stuk moeilijker te realiseren. Tenslotte legt zij de vraag voor hoe we kunnen samenwerken om de problemen in beide landen effectief aan te pakken. Constateringen Om een te theoretische en abstracte discussie te voorkomen over de positie van de vrouw in algemene zin, is aan alle deelnemers gevraagd hun ervaringen te delen. Het zijn voornamelijk de ‘centres d’ecoutes’ die de vrouwen in eerste instantie ontvangen. Hieruit blijkt dat de problematiek van onvrijwillige achterlatingen alom bekend is. Op grond van de inbreng vanuit Spaanse zijde kan worden geconstateerd dat de juridische situatie van migranten-vrouwen uit Spanje die met achterlating wordt geconfronteerd nog slechter is dan in het Nederlandse geval. Dit is te wijten aan het ontbreken van enige vorm van regelgeving waardoor vaak geen oplossing gevonden kan worden en door het gebrek aan medewerking vanuit het Spaanse consulaat. In antwoord op een aantal vragen van de deelnemers lichtte advocate Ellie van den Brom de Nederlandse situatie toe, waarin aan vrouwen een verblijfsvergunning wordt verstrekt die gedurende drie jaar afhankelijk is van het verblijf bij partner. Verder geeft zij aan dat de vaststelling verblijfsrecht van de vrouwen in de praktijk geen problemen oplevert omdat deze gegevens geregistreerd staan bij de Immigratie en Naturalisatiedienst. 6 Knelpunten In het geval van achterlating vragen de Marokkaanse autoriteiten om bewijzen van verblijfsrecht. Hoe kunnen dergelijke bewijzen geleverd worden? Hoe kunnen bewijzen rond huiselijk geweld worden geleverd? Marokkaanse rechters bevinden zich in een geïsoleerd milieu en zouden moeten worden uitgenodigd actiever deel te nemen aan het sociale debat. De problemen die zich voordoen zijn van een dergelijk grote omvang dat kleine organisaties die niet kunnen behandelen. Samenwerking is dan ook vereist. De medewerking van consulaten, zoals in het geval van Spanje, laat te wensen over Het ontbreken van voldoende beëdigde Nederlands-Arabische vertalers en problemen met het vertalen van handgeschreven uitspraken. Netwerkdiscussie Er is uitgebreid gediscussieerd over de definitie van ‘netwerk’. De vraag die vooral vanuit de hoek van NGO’s gesteld werd is welke vorm van ‘netwerk’ beoogd wordt: een relationeel netwerk van contacten of een gestructureerd en beroepsgeoriënteerde netwerk. De deelnemers hebben afgesproken zich te beperken tot een relationeel netwerk van contacten. De organisatie van en deelname aan de bijeenkomst vormen hierin een eerste stap. Aanbevelingen Uitbreiding van het landelijke en internationale netwerk en beroep doen op externe expertise Organiseren van debatten en utwisselingen tussen Nederlandse en Marokkaanse juristen en rechters Organisaties en hun ‘centres d’ecoutes’ hebben behoefte aan versterking door bijvoorbeeld deskundigheidsbevordering van de maatschappelijk werksters. Verwijzen van vrouwen met vragen ronde Nederlandse wetgeving naar het bureau van SSR in Berkane Ontwikkelen van mogelijkheden voor het verkrijgen van beëdigde vertalingen Trainen van mediators Het oprichten van een studiegroep die zich toelegt op het beschrijven van de maatschappelijke en juridische situatie van vrouwen in het Noordoosten van Marokko Achtergelaten vrouwen adviseren aangifte te doen van verlies en niet van diefstal 7 Conclusies De voornaamste doelstelling van de bijeenkomst was om aan de deelnemers ruimte te bieden hun netwerk te verbreden en expertise uit te wisselen. De bijeenkomst heeft onderstreept dat er aan beide zijden behoefte is aan meer informatie en expertise op het gebied van beide wetgevingen en procedures op het gebied van het familierecht. De presentaties en aanbevelingen geformuleerd naar aanleiding van de twee ateliers vertoonden veel overeenstemming. De discussies hebben enerzijds geleid tot de formulering van een aantal zeer concrete voorstellen en anderzijds tot de gedeelde wens een vervolg te geven op deze bijeenkomst. De deelnemers onderstreepten allen het belang van een gezamenlijke aanpak en de wil de samenwerking voort te zetten. Vervolg De bevindingen van de conferentie zullen worden gepresenteerd aan de leden van het netwerk van advocaten in Nederland. Verder zullen de knelpunten en aanbevelingen gesignaleerd worden bij de leden van de Nederlands-Marokkaanse commissie die bijeen zal komen in oktober 2008. De stichting SSR heeft het voornemen om twee soortgelijke bijeenkomsten te organiseren rond hetzelfde thema. Begin 2009 zal een expertmeeting worden georganiseerd in de regio van Ouarzazate, gevolgd door een bijeenkomst in Rabat in het voorjaar van 2009. De bevindingen en de aanbevelingen van de expertmeeting in Al Hoceima zullen dienen als uitgangspunt voor de toekomstige bijeenkomsten. De debatten gevoerd kunnen worden aan de hand van de huidige conclusies teneinde het debat meer diepgang te verlenen en te komen tot scherpere aanbevelingen. Stichting Steun Remigranten Latifa Lazaar Cynthia Plette Joke Verkuijlen Stichting ABASE A. Omar Moussa Faissal Aoussar Mohamed Laouini en Najima Aouttah Voor meer informatie in kunt u terecht in Nederland: Joke Verkuijlen - Bestuur SSR tel: 0418-512656 e-mail: [email protected] In Marokko: Steunpunt in Berkane, tel: 00212(0)36 612456 [email protected] Bijlagen: 1. Presentatie Cynthia Plette 3. Presentatie Samira Bouddount 5. Presentatie Ellie van den Brom 2. Presentatie Latifa Lazaar 4. Presentatie Souad El Idrissi 6. Lijst deelnemers Voor belangstellenden is ook een Franse versie op te vragen bij SSR. De organisatoren danken u voor uw aandacht. 8 Bijlagen 1. SSR Expertmeeting Al Hoceima 7 juni 2008 - Presentatie Cynthia Plette Expertmeeting over de rechtspositie van Marokkaanse migrantenvrouwen in Nederland. Activiteiten en ervaringen van Stichting Steun Remigranten in Berkane 1. SSR Maroc Stichting Steun Remigranten Non-gouvernementele organisatie Steunpunt in Berkane, Noordoost Marokko Bestuur in Utrecht Opgericht in 1989 2. Doelstellingen SSR Sociaaljuridische hulpverlening bieden aan remigranten en hun familieleden Brugfunctie tussen Nederland en Marokko Collectieve belangenbehartiging en beleidsbeïnvloeding 3. Juridische dienstverlening Sociale Zekerheid Verblijfsrecht en de wet op de Nederlandse nationaliteit Familierecht 4. Aan paar cijfers In 2007 6542 bezoekers waarvan 1702 vrouwen Sociale zekerheid 75% Achtergelaten vrouwen en kinderen 10% Nationaliteit kinderen 7% Familierecht 8% 5. Hoe werkt SSR ? Wekelijkse spreekuren op het bureau in Berkane 2-Maandelijkse spreekuren in Al Hoceima in samenwerking met stichting ABASE Nauwe samenwerking met instanties en advocaten in Nederland en Marokko 6. Contactgegevens Stichting Steun Remigranten, SSR Maroc 36, Route Oujda Berkane Tél.036612456 Fax 036616856 [email protected] 9 2. SSR Expertmeeting Al Hoceima 7 juni 2008 - Presentatie Latifa Lazaar Expertmeeting over de rechtspositie van Marokkaanse migrantenvrouwen in Nederland. Beste aanwezigen, Ik ben Latifa Lazaar, bestuurslid van de SSR en werkzaam bij Palet, Adviseurs Diversiteit in Noord-Brabant. Vandaag wil ik in het kort de geschiedenis weergeven van de betrokkenheid van de SSR in het project “Achtergelaten Marokkaanse vrouwen”. Ook wil ik een korte vooruitblik geven voor de periode 2008-2009. In 2000 kwamen er bij het SSR in Nederland steeds meer geluiden binnen over achtergelaten vrouwen. Samen met een aantal vrouwenorganisaties besloot het SSR iets te gaan doen aan dit probleem. Er ontstond een actief overleg over dit fenomeen. Natuurlijk was overleg al snel niet meer genoeg en besloot de groep actie te ondernemen. Doel was de verbetering van de positie van achtergelaten en gescheiden Marokkaanse vrouwen. Door de frictie tussen het woonlandbeginsel in Nederland en het nationaliteitsbeginsel in Marokko raakten deze vrouwen vaak in een deplorabele situatie. De actie van de samenwerkende organisaties richtte zich op het ontwikkelen van een effectief netwerk, dat door beleidsbeïnvloeding en lobby een positieve rol kon spelen bij de verbetering van de positie van deze vrouwen. In de eerste plaats richtte de actie zich op het ontwikkelen van een netwerk van advocaten om de juridische belangen te behartigen; daarnaast een netwerk van maatschappelijke organisaties die zorg konden dragen voor diverse vormen van hulpverlening. Tot slot was het van belang zorg te dragen voor een goede opvang van deze vrouwen met hun kinderen. De maatschappelijk opvang beschikte nog over onvoldoende kennis om deze doelgroep optimaal van dienst te kunnen zijn. In Brabant werd in 2001 een werkgroep opgericht op basis van de signalen vanuit het Nederlands steunpunt remigranten in Marokko. Signalen kwamen ook uit het netwerk in Brabant, van CBV’s, hulpverleners en individuele vrouwen. Er werd geprobeerd de problematiek onder de aandacht te brengen van de politiek, maar het onderwerp sloeg niet aan. Daarom werd er samenwerking gezocht met andere organisaties in het land die met deze problematiek bezig waren. De krachten zijn vervolgens in 2002 formeel gebundeld door de oprichting van de landelijke werkgroep Mudawwanah. Deze werkgroep maakte plannen voor voorlichting, omdat er weinig toegankelijk voorlichtingsmateriaal voorhanden was, zowel voor de vrouwen als de hulpverleners. Begin 2003 werd aangekondigd, dat er een wetsvoorstel in Marokko zou worden ingediend met belangrijke wijzigingen in het familierecht. Daarop is direct contact gelegd met allerlei deskundigen in Marokko en Nederland om informatie hierover te verzamelen. Er werd een expertmeeting georganiseerd om de wijzigingen en de gevolgen voor de vrouwen te bespreken. Begin 2004 zijn de wijzigingen vastgelegd in de Mudawwanah. Met die informatie zijn voorlichtingsbijeenkomsten georganiseerd voor vrouwen om te kijken wat zij vinden van de wijzigingen en of er behoefte is aan meer informatie. Natuurlijk was die behoefte er. Om adequaat in te spelen op de informatiebehoefte zowel in Nederland als in Marokko werden er in 2005, met steun van het ministerie van Justitie, twee brochures gemaakt: één tweetalige (Arabisch/Nederlands) voor vrouwen en een voor hulpverleners, advocaten, etc. De informatie over de Mudawwanah is in beide brochures gerelateerd aan de Nederlandse wet- en regelgeving en welke gevolgen het voor de vrouwen heeft. In 2006 werd ter ondersteuning en illustratie van de beide brochures de film “Onzichtbare veranderingen” uitgebracht. Op dit moment wordt gewerkt aan een Berber-versie naast de oorspronkelijke Arabische versie. De belangstelling voor de voorlichting was overweldigend. De werkgroep kon het zelf niet langer aan. In 2006 zijn daarom 18 Nederlands-Marokkaanse vrouwen opgeleid als 10 voorlichtster. In de periode april 2006-maart 2007 hebben zij, gewapend met film en brochures, totaal 62 voorlichtingsbijeenkomsten door het hele land gehouden. Naast genoemde voorlichtingsbijeenkomsten is er ook steeds recente informatie te vinden op de website van de SSR. Ook andere partnerorganisaties vanuit de werkgroep namen informatie op in hun websites. Deze informatie werd veelvuldig geraadpleegd. In de periode 2005-2008 werden ruim 1400 vragen gesteld aan de verschillende werkgroepleden en hun organisaties. Na de eerste informatiegolf is de noodzaak voor preventie activiteiten gegroeid. Zowel in Nederland als Marokko werd het accent verlegd naar de doelgroep jongeren, zoals aanstaande gezinsvormers, die in het kader van de wet Inburgering in Marokko Nederlandse taallessen volgden. Het is opvallend dat in deze periode ook de belangstelling van mannen voor de brochures en voorlichting sterk groeide. Om op een adequate manier te kunnen antwoorden op al die vragen, werd er hard gewerkt aan het realiseren van een sociale kaart. Er is inmiddels een brede database ontstaan van meldpunten, deskundige hulpverleners, instellingen en organisaties. Op dit moment lijkt het probleem nog toe te nemen. De effecten van de publiciteit en informatie zullen zich pas na enige jaren doen voelen. In 2006 werden er bij de SSR nog 38 achterlatingen gemeld. Er is inmiddels veel gedaan, maar we zijn er nog niet. Voor de komende periode pleit de SSR voor een verlenging van de projectperiode met twee jaren, 2008 en 2009, waarin verder gewerkt kan worden aan netwerkversterking, kennisoverdracht en implementatie. De SSR onderscheidt in het werk ten behoeve van de achtergelaten Marokkaanse vrouwen vier taakvelden, die in de praktijk elkaar versterken: 1. Meldpunten in Marokko en Nederland; Naast het meldpunt in Berkane en de ambassade wil de SSR haar netwerk versterken zodat ook andere (vrouwen) organisaties als meldpunt kunnen fungeren. Hierdoor kan de bereikbaarheid sterk worden verbeterd. Het is ook nodig deze meldpunten te voorzien van extra deskundigheid. In Nederland zou een landelijk centraal meld- en steunpunt moet worden gevestigd, waar zowel vrouwen als hulpverleners terecht kunnen voor advies en ondersteuning bij vragen over zaken die de rechtspositie van vrouwen en kinderen bedreigen. Een meldpunt waar achterlating of dreiging daarmee gemeld kan worden, maar ook problemen op het gebied van wet- en regelgeving, familierecht en verblijfsrechtelijke zaken. Een adviespunt waar expertise op het gebied van hulpverlening en preventie gebundeld wordt. Hiervoor moet echter eerst een haalbaarheidsonderzoek worden gedaan. 2. Directe hulpverlening; Hierbij staat voorop om de verschillende vormen van hulpverlening en preventie nog beter op elkaar af te stemmen en verder te implementeren. Ook is het nodig de juridische kant verder uit te bouwen door de samenwerking met de IND en de ambassades te formaliseren. De procedures inzake consulaire bijstand en juridische ondersteuning in Marokko en Nederland moeten verder worden afgestemd en gestructualiseerd om doeltreffender te kunnen werken. Het is van belang om de vrouwen en kinderen snel terug te laten keren naar Nederland. De procedures en regelingen van de ambassade, IND, advocaten en betrokken hulpverleningsorganisaties vragen om een nog betere afstemming, versnelde behandeling en een duidelijk protocol waardoor hulptrajecten beter en sneller verlopen. Dit geldt trouwens ook voor signalering en verwijzing. De eerste opvang van vrouwen en kinderen in Nederland is een lastige zaak. Ten eerste is er niet veel plaats en daarnaast ontbreekt het aan specifieke kennis bij de instellingen. Met het oog op efficiënt werken en deskundigheidsbevordering zou het een goede zaak zijn als één of twee opvangcentra in Nederland zich specialiseren in deze opvang. Om in Marokko de hulpverlening te stroomlijnen is het streven om dit op te nemen in het reguliere sociaal juridisch werk van het steunpunt in Berkane. 11 3. Netwerkversterking en netwerkopbouw; Om de voorgaande twee punten te realiseren is een breed en stevig netwerk nodig. Dat netwerk moet tevens worden voorzien van de nodige kennis. Dit geldt zowel voor Marokko als voor Nederland. Vooral in West- en Zuid Marokko moet het netwerk van meldpunten uitgebreid worden, zodat ook vrouwen uit deze regio’s toegang hebben tot informatie, doorverwijzing en hulp. Voor vrouwen die niet terug kunnen naar Nederland is een adequaat netwerk nodig om hen weer te kunnen herintegreren in Marokko. 2008 en 2009 moeten worden gebruikt om de samenwerking met de organisaties die fungeren als meldpunt, te formaliseren. Natuurlijk geldt dat ook voor nieuwe samenwerkingsverbanden. Het verder ontwikkelen van het netwerk van deskundige advocaten is zowel in Marokko als in Nederland urgent. Ook daar zullen we op in gaan zetten. Tenslotte, en dat heb ik al eerder gezegd, is de formele samenwerking met ambassades en IND erg belangrijk om de procedures in te korten. Ik hoop dan ook dat we in de komende periode kunnen komen tot harde afspraken en het opstellen van protocollen. 4. Preventie en voorlichting. In het voorgaande heb ik hier over ook al een paar dingen gezegd. Samen met de werkgroep Mudawwanah is in Nederland al veel voorlichting gegeven. Dit blijft nog steeds nodig. Ook informatie over inburgering is daarbij belangrijk. In samenwerking met het ministerie en de betrokken instellingen zal dit worden voortgezet, waarbij extra zal worden ingezet zal worden op deskundigheidsbevordering van hulpverleners en advocaten. In Marokko ligt de nadruk op voorlichting en deskundigheidsbevordering ten behoeve van de implementatie van de meldpunten en hulpverlening in alle regio’s. Bij voorlichting hoort een actief PR beleid. Immers door de pers kan informatie snel en op grote schaal worden verspreid. DE SSR zal zich inspannen om de contacten met de pers optimaal te houden en via verschillende kanalen aandacht te blijven vragen voor deze problematiek. Van de informatiebrochures zullen nieuwe oplagen worden gedrukt en actief worden ingezet. De website van de SSR vormt een steeds belangrijker informatiekanaal. Er wordt specifieke informatie over de Mudawwanah en gedwongen achterlating gegeven. Een groot adressenbestand is op de site te vinden. Dit medium is met name geschikt voor jongeren. Ook andere samenwerkingspartners hebben inmiddels informatie op hun websites opgenomen. In april 2005 heeft de SSR bij de voorbereidingen van de adviesnota “Tegen de wil achtergebleven” van de adviescommissie Vreemdelingenzaken aan het Algemeen Overleg van de Kamercommissie Integratiebeleid en Justitie haar bijdrage geleverd. Bij de afronding van het project in de periode 2008-2009 wil de SSR dit rapport betrekken om te kunnen evalueren wat er van de aanbevelingen is terechtgekomen en waar nog extra inspanning geleverd moet worden. Tot slot zal de SSR ter afsluiting van het project in 2009 een expertmeeting in Nederland houden voor hulpverleners, juristen, beleidsmakers en politici uit Nederland en Marokko, gericht op samenwerking, deskundigheidsbevordering en uitwisseling. Hierbij zal ook aandacht worden geschonken aan de achterlating van vrouwen in andere landen dan Marokko. Zo, dat was in vogelvlucht de periode 2000 tot volgend jaar 2009. Vooral het toekomstdeel heeft één voorwaarde. Namelijk dat de SSR blijft bestaan ! In deze roerige tijden is het ieder jaar maar weer afwachten of er ook inderdaad weer subsidie komt ! Ik wens u allemaal veel kracht en enthousiasme toe om deze weg verder te vervolgen en te zorgen voor een goed vangnet voor achtergelaten vrouwen. En dat we vooral ook veel voldoening en plezier zullen vinden in het werken met elkaar. Het gaat u allen goed!! 12 3.Presentatie Mr Samira Bouddount 7 juni 2008 Al Hoceima Maroc. Expertmeeting over de rechtspositie van Marokkaanse migrantenvrouwen in Nederland. Rechtsmacht en toepasselijk recht in echtscheidingen met een internationaal karakter - Nederland - Sheet 2 Internationaal karakter Partijen hebben de Marokkaanse nationaliteit Partijen hebben de Marokkaanse nationaliteit, de man of de vrouw heeft daarnaast ook de Nederlandse nationaliteit Partijen hebben een dubbele gemeenschappelijke nationaliteit: de Marokkaanse en de Nederlandse Sheet 3 Het geschil met een internationaal karakter Twee vragen: Rechtsmacht Toepasselijk recht Sheet 4 Rechtsmacht De Nederlandse rechter heeft rechtsmacht indien: de gewone verblijfplaats van één van de partijen zich tenminste 12 maanden voorafgaande aan het verzoekschrift in Nederland bevindt; de gewone verblijfplaats van de verzoeker van Nederlandse nationaliteit zich tenminste 6 maanden voorafgaande aan het verzoekschrift in Nederland bevindt op het moment van de indiening van het verzoekschrift de minderjarige gewone verblijfplaats in Nederland heeft. Sheet 5 Toepasselijk recht Echtscheiding Gezag Alimentatie Huwelijksgoederenregime Sheet 6 Echtscheiding Artikel 1 Wet conflictenrecht echtscheiding: Indien partijen een gemeenschappelijk nationaal recht hebben: het recht van het land van hun gemeenschappelijke nationaliteit is het op de echtscheiding toepasselijke recht Sheet 7 Echtscheiding Indien een gemeenschappelijk nationaal recht ontbreekt: het recht van het land waarin partijen hun gewone verblijfplaats hebben is het op de echtscheiding toepasselijke recht. Sheet 8 Echtscheiding Indien door partijen een gezamenlijke keuze is gedaan voor een bepaald recht, is dit het op de echtscheiding toepasselijke recht Een keuze die door één der partijen is gedaan voor een bepaald recht en niet door de ander is weersproken, is het op de echtscheiding toepasselijke recht Sheet 9 Echtscheiding Indien voor één van de partijen een werkelijke maatschappelijke band met het land van de gemeenschappelijke nationaliteit kennelijk ontbreekt, ontbreekt daarmee een gemeenschappelijk nationaal recht van partijen 13 Sheet 10 Echtscheiding Dubbele nationaliteit: het nationale recht is het recht van dat land waarvan hij/ zij de nationaliteit bezit, waarmee hij/ zij, alle omstandigheden in aanmerking genomen, de sterkste band heeft. Sheet 11 Gezag Verzoekschriften betreffende het ouderlijk gezag, zijn onderworpen aan Nederlands recht als eenmaal is vastgesteld dat de gewone verblijfplaats van de minderjarige zich in Nederland bevindt. Sheet 12 Alimentatie Het op het verzoek tot echtscheiding toepasselijke recht is eveneens van toepassing op het verzoek tot alimentatie. Sheet 13 Huwelijksgoederenregime Partijen zijn gehuwd op of na 1 september 1992 (Verdrag inzake het recht dat van toepassing is op het Huwelijksvermogensregime, ‘s Gravenhage, 1978): Het huwelijksvermogensregime wordt beheerst door het interne recht dat de echtgenoten hebben aangewezen (nationaliteit, woonplaats). Sheet 14 Huwelijksgoederenregime De echtgenoten hebben voor het huwelijk niet het toepasselijke recht aangewezen. Indien partijen méér dan één gemeenschappelijke nationaliteit hebben: het huwelijksgoederenregime wordt beheerst door het interne recht van de staat op wiens grondgebied zij hun eerste gewone verblijfplaats na het huwelijk vestigen. Sheet 15 Huwelijksgoederenregime Nederland en Marokko zijn beide nationaliteitslanden: hun IPR schrijft de toepasselijkheid van het nationaal recht voor. Voor Marokkanen met als gemeenschappelijke nationaliteit enkel de Marokkaanse nationaliteit, die na 1992 getrouwd en geen rechtskeuze hebben gemaakt, geldt derhalve het Marokkaanse recht. Sheet 16 Huwelijksgoederenregime Onderworpen aan Nederlands recht: uitgangspunt gemeenschap van goederen; Onderworpen aan Marokkaans recht: uitgangspunt uitsluiting van iedere gemeenschap van goederen Sheet 17 Mr S. (Samira) Bouddount Canales Advocaten Fizeaustraat 19 1097 SC Amsterdam Tel.: 06-46616586 [email protected] 14 4.Presentatie Mr Souad El Idrissi 7 juni 2008 Al Hoceima Maroc. Expertmeeting over de rechtspositie van Marokkaanse migrantenvrouwen in Nederland. Samenvatting van de Arabische versie. De invloed van de ‘Mudawwanah’* op Marokkanen in het buitenland via Marokkaanse familierechtbanken. Het proces van de Marokkaanse immigratie in Europa heeft een stadium bereikt waarin de kwestie van burgerschap relevant is geworden. Burgerschap komt echter niet neer op de volledige assimilatie in het nieuwe land, de ontworteling en het verlies van eigen identiteit. Het behoud van de eigen cultuur, de aanpassing aan de normen en de waarden van dit land en het acceptatiegevoel blijven de efficiëntste manieren voor een succesvol integratieproces van de individuen en gemeenschappen. Het internationaal recht regelt deze kwestie en verdedigt de belangen van individuen en gezinnen en staat voor het oprichten van eigen organisaties, met als doel het wegnemen van het gevoel van de vervreemding en ontworteling van de immigranten. De Marokkaanse overheid belast zich ook met het integratieproces van de Marokkanen in de landen waarin ze zich vestigen. De aanpak van de Marokkaanse consulaten richt zich helaas alleen op de veiligheidsdimensie en negeert de andere aspecten en facetten van de integratie van de Marokkaanse gemeenschap. Het feit dat onder de naturalisatiewet men toch verbonden blijft met de wetgeving van het land van herkomst, veroorzaakt diverse problemen voor de Marokkaanse burgers in Nederland. Met name wat betreft het regelen van zaken die betrekking hebben op het civiel recht in Marokko, onder andere huwelijk en echtscheiding. Ondanks enkele positieve veranderingen in de Marokkaanse wetgeving is dit nog steeds problematisch. Mudawwanah*: Familiewetboek belast met het regelen van familieciviele zaken zoals het huwelijk, de ontbinding van het huwelijk, de familierechtelijke betrekkingen, de bekwaamheid en wettelijke vertegenwoordiging, het testament en de erfopvolging. Ons symposium zal de nadruk leggen op de volgende punten: 1. Civiel recht: huwelijk, echtscheiding, bevoegdheid etc. De Marokkaanse wet omtrent civiel recht kent recent positieve veranderingen, met name de hervorming van de Mudawwanah, waarin de Marokkaanse jurisprudentie wel rekening houdt met de Marokkaanse migranten: In artikel 15 van de Mudawwanah is er bepaald dat een huwelijk voltrokken kan worden in het land waarin de Marokkaanse immigrant zich heeft gevestigd. Hierbij dienen de echtgenoten een kopie van hun huwelijksakte te deponeren bij het Marokkaanse consulaat dat valt onder hun regio, als er geen consulaat is dienen zij dat te sturen naar het ministerie van buitenlandse zaken. Als zij niet in Marokko geboren zijn, dienen ze het afschrift te sturen naar de procureur van de koning naar de familierechtbank van eerste aanleg van hun district in Marokko. Als de echtgenoten niet kunnen verschijnen bij de familierechtbank in Marokko om hun huwelijk te laten voltrekken mogen ze iemand machtigen om dat voor ze te regelen en hun huwelijksakte op te stellen. De Marokkaanse familierechtbanken erkennen nu de uitspraken van de buitenlandse rechtbank over echtscheiding. Erkenning van de burgerlijke huwelijken in Europa door de Marokkaanse wet, waarbij de echtgenoten hun burgerlijk huwelijk mogen laten registreren bij het Marokkaanse consulaat. Voor deze hervorming van de Mudawwanah in 2004, hadden de gezinnen en met name de gescheiden vrouwen te kampen met complexe problemen. 15 2. Zaken die problemen geven m.b.t. Marokkaanse wet. We maken onderscheid tussen twee soorten ingediende zaken bij het openbare ministerie in Marokko: Klachten inzake verlaten kinderen van gezinnen met verblijf in het buitenland. De man weigert hier meestal kinderalimentatie te betalen voor de onderhoudsverplichtingen. Klachten inzake de diefstal van de paspoorten en verblijfsdocumenten tijdens vakantieperiodes van de gezinnen in Marokko. Dit gebeurt meestal door de man wegens conflicten, de vrouw en haar kinderen worden in Marokko achtergelaten. Dit heeft negatieve consequenties voor de kinderen. Hier is er sprake van een opvallend gebrek aan juridische procedures in Marokko om de zaak op een effectieve manier op te lossen. Dat komt door de ontkenning van de echtgenoot, het gebrek aan bewijzen en door het gebrek aan speciale procedures omtrent het verrichten van onderzoek. 3. Problemen m.b.t. de uitvoering van de wet in Marokko De uitvoering van de wet in Marokko door de familierechtbanken is nog steeds een lange, trage en complexe procedure. De meest voorkomende zaken van de Marokkaanse gezinnen uit Europa en Nederland in het bijzonder, zijn de uitvoering van kinderalimentatie, partneralimentatie, omgangsregeling en het gezag over de minderjarige kinderen. De vrouw en de kinderen blijven hier de grote slachtoffers. 4. Onderhouden van de verlaten kinderen De Marokkaanse gezinnen die zich vestigen in Europa en met name in Nederland, die een verlaten kind of een kind van arme gezinnen willen onderhouden uit Marokko botsen tegen allerlei barrières en ingewikkelde procedures op die het onderhoud van een kind uit Marokko bijna onmogelijk maken. De Marokkaanse jurisprudentie vraagt hier om een vergunning van de Nederlandse autoriteiten voor het echtpaar dat in Nederland is gevestigd en een kind uit Marokko wil onderhouden. Ook is de procedure in Nederland heel ingewikkeld, lang en traag en meestal wordt de aanvraag om een kind te onderhouden door een Marokkaans gezin uit Marokko niet goedgekeurd. De oorzaak daarvan is dat Marokko het verdrag van ’s-Gravenhage inzake het onderhoud of de adoptie van verlaten kinderen niet ondertekend heeft. Ook behoort Marokko volgens de Nederlandse autoriteiten niet bij de landen waar sprake is van onveiligheid, bedreiging, levensgevaar of een burgeroorlog. Bilaterale verdragen Marokko heeft allerlei verdragen met Europese landen inzake het regelen van familiezaken en het uitvoeren van de rechtelijke uitspraken ondertekend. In 1983 heeft het land zo’n soort verdrag over kinderrechten, omgangsregeling en oudergezag met Nederland ondertekend en later ook met Spanje. Maar de activering van de wetgeving en de effectiviteit van deze verdragen tijdens de uitvoering van de procedures door de familierechtbanken komen niet op het vereiste niveau. Het resultaat daarvan is het verlies van eigen rechten en de versnippering van allerlei Marokkaanse familieleden. Opgeschorte problemen Familiezaken van de Marokkaanse burgers in Nederland zoals: achtergelaten vrouwen en kinderen in Marokko, alimentatie, omgangsregeling, echtscheiding, ontvoering van kinderen door hun vaders, huiselijk geweld, ouderlijke macht, kinderen onderhouden, blijven nog steeds de meeste opgeschorte problemen. Dit ondanks het ondertekenen door Marokko van verdragen omtrent deze zaken. Maar deze opgeschorte problemen worden ook veroorzaakt door de niet doeltreffende en de ingewikkelde juridische procedures van de familierechtbanken in Marokko. 16 Tenslotte Nederland telt meer dan 315.000 Marokkaanse Nederlandse burgers, de meeste van hen (ongeveer 80%) komen oorspronkelijk uit het noorden van Marokko (Rif- gebied). Deze burgers leven in deze samenleving tussen twee culturen. Dat is wel een verrijking, maar een streven naar volledig burgerschap met reële loyaliteit aan de nieuwe samenleving dient gepaard te gaan met erkenning van de eigen identiteit. De nieuwe burger dient zich geaccepteerd te voelen door de anderen. Het proces van integratie, participatie en aanpassing aan de normen en de waarden van de Nederlandse samenleving vraagt een soort harmonie in de identiteit van de immigrant. Zonder deze harmonie blijft men worstelen tussen twee identiteiten, twee culturen. Dat leidt tot een identiteitscrisis en tot verschillende problemen zowel binnen het gezin als in de leefomgeving (radicalisering van Marokkaanse jongeren is hier een voorbeeld van). Om tot een oplossing te komen van de problemen met de eerder genoemde Marokkaanse familiezaken in Nederland, dient ten eerste de Marokkaanse overheid meer bevoegdheid te geven aan de Marokkaanse consulaten in Nederland (ook in de rest van Europa) door: bekwame ambtenaren te benoemen, te zorgen voor goede en continue opleidingen en het benoemen van ambtenaren die wel kunnen communiceren in de taal van de Marokkaanse burgers in Nederland. Ten tweede dient de Marokkaanse overheid haar goede wil te tonen door het Marokkaanse jurisprudentieapparaat en de familierechtbanken te moderniseren. 17 5.Presentatie Mr Ellie van den Brom 7 juni 2008 Al Hoceima Maroc. Expertmeeting over de rechtspositie van Marokkaanse migrantenvrouwen in Nederland. De positie van tegen hun wil achtergelaten vrouwen en kinderen in het Nederlandse Vreemdelingenrecht. Een Marokkaanse vrouw, die zich in het kader van gezinsvorming in Nederland wil vestigen is sinds maart 2006 verplicht om zich eerst te verdiepen in de Nederlandse taal en Nederlandse samenleving en daar met positief gevolg examen over af te leggen op de Nederlandse Ambassade te Rabat. Aangekomen in Nederland krijgt de vrouw een verblijfsvergunning met als beperking “verblijf bij echtgenoot”. Na drie jaar legaal verblijf in Nederland komt de vrouw voor een zelfstandige vergunning in aanmerking. De eerste drie jaar van haar verblijf in Nederland is de vrouw afhankelijk van de man. Als het huwelijksleven hem tegen valt en de man besluit in de eerste 3 jaar te scheiden, dan wordt de verblijfsvergunning van de vrouw ingetrokken door de Minister en moet de vrouw terug naar Marokko, uitzonderingen daargelaten, maar daar kom ik later op. De SSR wordt al jaren in situaties als deze geconfronteerd met een rare vorm van eigenrichting van de man. Hij brengt de vrouw naar Marokko onder een vals voorwendsel, vakantie of familiebezoek, pakt in Marokko het paspoort en de verblijfsvergunning van de vrouw af en keert alleen terug naar Nederland. Effectief en simpel. Het tegen de wil achterlaten beperkt zich echter niet tot deze situaties, waarin sprake is van huwelijksproblemen. Ook wanneer de vrouw al langer in Nederland verblijft en dus wat haar verblijfsrechten betreft niet meer afhankelijk is van de man vindt achterlating plaats. Er kan sprake zijn van opvoedingsproblemen, waarbij de man vindt dat de kinderen te westers worden, zich te vrij gedragen en Marokko dan een veilige plek lijkt voor vrouw en kinderen. Soms vindt de man dat de kinderen een Marokkaanse opvoeding moeten krijgen en stuurt hij vrouw en kinderen terug om in Marokko naar school te gaan. Soms ook vindt hij dat de vrouw een straf verdient, omdat ze zich te vrij gedraagt. In Nederland moeten vrouwen naar school om Nederlands te leren. Ze zitten dan in de schoolbanken met andere vrouwen en mannen. Dat kan tot wrijvingen leiden. Er kunnen veel reden zijn. Ze hebben allemaal hetzelfde gemeen, de man vindt dat vrouw en kinderen terug moeten en besluit alleen- zonder overleg met de vrouwhaar achter te laten. In Nederland wordt dit beschouwd als een vorm van geweld tegen de vrouw en kinderen. Man en vrouw beschikken in Nederland samen over de zaken hun huwelijk betreffend. In september 2004 heeft een meerderheid van de Tweede Kamer zich tegen deze praktijken van de man uitgesproken en de Minister gevraagd daar iets aan te doen. De toenmalige Minister Verdonk heeft in 2005 een aantal maatregelen genomen om het de “achtergelaten “vrouwen gemakkelijker te maken naar Nederland terug te keren: - de mannen mogen de vrouwen niet uitschrijven van hun adres in Nederland de verblijfsvergunning van de vrouwen wordt niet ingetrokken, terwijl zij nog in Marokko zijn de Nederlandse Ambassade verleent de vrouwen- zodra zij de beschikking hebben over een nieuw paspoort- een visum om Nederland in te reizen. In Nederland kunnen de vrouwen na terugkeer worden opgenomen in een opvanghuis en kunnen in Nederland naar de rechter stappen om te scheiden, alimentatie te vorderen. Tot zover zijn de maatregelen van de Minister een verbetering. Echter na terugkeer in Nederland dient de vrouw wijziging van haar verblijfsvergunning te vragen en als ze niet 3 jaar in Nederland met haar echtgenoot heeft samengewoond, wordt het verzoek om wijziging van de verblijfsvergunning afgewezen en moet de vrouw alsnog terug naar Marokko uitzonderingen daargelaten, daar kom ik straks op. Een extra complicerende factor kan zijn, wanneer er kinderen zijn. Als de man de Nederlandse nationaliteit heeft, krijgen de kinderen ook automatische de Nederlandse nationaliteit, naast de Marokkaanse nationaliteit. Is de man alleen Marokkaan dan hebben de kinderen – ook al zijn zij 18 geboren in Nederland- alleen de Marokkaanse nationaliteit. Als de man bij huwelijksproblemen fatsoenlijk in Nederland van de vrouw scheidt en een bezoekregeling met zijn kinderen afspreekt, ondervindt de vrouw geen enkel probleem met haar verblijfsvergunning, ook al is ze nog geen 3 jaar in Nederland. Dan speelt art. 8 EVRM, het recht op gezinsleven van de man met zijn kinderen. De praktijk is helaas anders. Als man van de vrouw afwil en haar dus geen eigen verblijfsvergunning gunt, dan laat hij niet alleen de vrouw achter in Marokko, maar ook de kinderen. Hij pakt dan ook de paspoorten van de kinderen af. Hebben de kinderen de Nederlandse nationaliteit, dan levert het feit dat de vader hun paspoort heeft afgepakt, geen enkel probleem op. In Nederland hebben man en vrouw samen gezag over een kind. Als de man niet mee wil werken aan terugbrengen van het kind, stap je als advocaat namens de vrouw naar de kinderrechter in Nederland en vraagt toestemming aan de rechter om een nieuw paspoort voor het kind aan te vragen. De kinderrechter geeft deze toestemming bijna altijd. Met deze toestemming van de kinderrechter stapt de vrouw dan naar de Nederlandse ambassade in Rabat en vraagt daar een paspoort aan en reist met het kind terug naar Nederland. Heeft het kind alleen de Marokkaanse nationaliteit, dan kan ik kort zijn. Als de man niet meewerkt, is er geen eenvoudige oplossing. In Marokko heeft de man gezag en als hij wil dat zijn kind in Marokko opgroeit, dan is dat naar Marokkaans recht mogelijk. Eventuele oplossingen: - in kort geding in Nederland de rechter vragen de man op straffe van verbeurte van een dwangsom en of gijzeling tot afgifte van het Marokkaanse paspoort van het kind te dwingen cq wel de man een toestemmingsverklaring te laten tekenen op het Marokkaanse consulaat in Nederland. - een echtscheiding in Nederland te beginnen en de rechter te vragen het kind aan de moeder toe te vertrouwen cq alleen het gezag te geven en dan aangifte in Nederland van ontvoering. Als de vrouw dan, al dan niet met kind, terug is in Nederland en wijziging moet vragen van haar verblijfsvergunning, wordt dit afgewezen als ze niet 3 jaar legaal in Nederland heeft gewoond met de man. Op deze regel is een uitzondering, namelijk het beleid klemmende reden humanitaire aard. Klemmende redenen van humanitaire aard kunnen zijn gelegen in: 1. de situatie van alleenstaande vrouwen in het land van herkomst; 2. de maatschappelijke positie van vrouwen in het land van herkomst; 3. de vraag of in het land van herkomst een naar maatstaven van dat land aanvaardbaar te achten opvang aanwezig is; 4. de zorg die de vrouw/ouder heeft voor kinderen die in Nederland zijn geboren of een opleiding volgen; en 5. aantoonbaar ondervonden (seksueel) geweld binnen de familie. Ben je als vrouw tijdens het huwelijk slachtoffer geweest van geweld door de man, slaan of verkrachting, dan kan je aangifte bij de politie doen van mishandeling. Met het proces-verbaal van aangifte en een medische verklaring van een vertrouwensarts kom je dan in aanmerking voor een eigen verblijfsvergunning. Deze regel is door de Minister ingevoerd, omdat in de praktijk vrouwen zich vaak drie jaar lang lieten mishandelen uit angst hun verblijfsvergunning te verliezen. Is er niet sprake van mishandeling geweest, dan wordt het moeilijk. Tot op heden heeft de Minister het tegen de wil achterlaten niet als zodanige vorm van geweld geaccepteerd, dat dit tot verlening van een verblijfsvergunniung leidt. Je moet dan als vrouw voldoen aan twee van de andere factoren, dus bijvoorbeeld de zorg hebben voor een kind in combinatie met een van de andere factoren. In de praktijk blijkt dit moeilijk. Het hebben van de zorg voor een kind met de Nederlandse nationaliteit is niet voldoende om een verblijfsvergunning te krijgen. Kinderen hebben in de meeste gevallen een 19 dubbele nationlaiteit en kunnen dus ook in Marokko wonen samen met hun moeder. Er moet ook sprake zijn van onvoldoende opvangmogelijkheden in Marokko. De positie van een gescheiden vrouw in Marokko wordt in het algemeen niet als schrijnend en of bijzonder gevonden in Nederland. De vraag of er onvoldoende opvangmogelijkheden zijn moet naar de huidige regelgeving beoordeeld worden naar de maatstaven in Marokko. Als je familie hebt in Marokko, word je geacht opvangmogelijkheden te hebben voor jezelf en het – Nederlandse- kind. De SSR strijdt al jaren voor een andere invulling van dit beleid klemmende reden humanitaire aard. Wij vinden dat tegen hun wil achtergelaten vrouwen, die de zorg hebben voor kinderen met de Nederlandse nationaliteit onder alle omstandigheden een eigen verblijfsvergunning moeten krijgen, zodat zij hun kinderen in Nederland kunnen laten opgroeien. De praktijk is nu zo, dat de vrouwen geen verblijfsvergunning krijgen. Zij moeten terugkeren naar Marokko en kunnen 2 dingen doen, hun kinderen achterlaten, de Nederlandse Staat zoekt dan een pleeggezin, of de kinderen meenemen naar Marokko, de kinderen groeien dan op in Marokko. De Minister van Justitie heeft mei 2007 naar aanleiding van een nota met knelpunten aan de Tweede Kamer toegezegd om dit beleid nog eens te evalueren. Wat wij nastreven, is beleid waarbij de positie van het kind als uitgangspunt wordt genomen. Als een vrouw de zorg heeft voor een kind met de Nederlandse nationaliteit en het belang van het kind brengt met zich mee, dat het in Nederland opgroeit, in Nederland naar school gaat etc, dan dient de vrouw de beschikking te krijgen over een verblijfsvergunning, zodat zij haar taak als verzorgster en opvoedster van het kind ook in Nederland kan vervullen. Voorlopig is het nog niet zo ver en zitten we midden in overleg met de Minister. Belangrijk is dat de Minister in Nederland beter inzicht krijgt in de vaak moeilijke positie van gescheiden vrouwen in Marokko en hun onmogelijkheid om de kinderen naar Nederlandse maatstaven een fatsoenlijke verzorging en opvoeding te geven. Voor de Marokkaanse hulpverleners is van belang bij achterlating de volgende stappen te nemen: 1. Snel reageren. Niet wachten op verhaal van de man, ik kom je over een maand ophalen. De vrouw moet aangifte van vermissing doen van haar paspoort en een nieuw paspoort aanvragen. 2. Na afgifte van het nieuwe paspoort moet zij zich melden bij de Nederlandse Ambassade en aangeven dat zij tegen haar wil is achtergelaten. De ambassade heeft een aparte vertrouwenspersoon, die de vrouw te woord staat en een visum verleent om terug te keren naar Nederland. NB als het nieuwe paspoort niet snel komt, moet men zich zonder paspoort al vast melden bij de ambassade. Als de vrouw te lang wacht, krijgt zij geen visum meer. 3. Een voordeel is, als de vrouw een kopie van haar paspoort en verblijfsvergunning heeft. dan kan de ambassade sneller een visum verlenen. 20 6.SSR Expertmeeting 7 juni 2008 in Al Hoceima Marokko Liste des participants 1. Ellie van den Brom, avocate à Amsterdam [email protected] Tél. 003120-66 46 930. 2. Samira Bouddount, avocate à Amsterdam [email protected] Tel: 0031206852983 GSM 0031646616586 3. Fadma Bouchataoui, COS Rotterdam Centre de Coopération en développement. [email protected] Tél 0031104899500 4. Joke Verkuijlen, membre de bureau administratif de SSR en Hollande [email protected] Tél. 0418-512656 GSM 0031644614237 5. Latifa Lazaar, membre de bureau administratif de SSR en Hollande [email protected] Tél 003140 235 99 99 6. Cynthia Plette, Association SSR Maroc Berkane [email protected] Tel. 070424321 SSR Berkane 036612456 [email protected] 7. Jamila Ajabbad, Association SSR Maroc, traductrice Tétouan [email protected] GSM 073133337 8. Zahra Zaoui présidente de l’Association Ain Ghazal 2000 Oujda, avocate à Oujda 036701828 / 061102232 [email protected] 9. Faissal Aoussar, vice-président de l’Association Bades Al Hoceima. Tél : 039840527 10. Souad El Idrissi, vice-présidente de l’Association Bades Al Hoceima, avocate à Al Hoceima Tél. 039980538 / GSM 064928712 [email protected] 11. Najima Aouttah, Association BADES Tel. 039840527 12. A. Majid Azeryah, membre de bureau administratif de Association Bades Al Hoceima, avocat à Al Hoceima Tél. 039840527 / GSM 061600449 13. Zohra Koubia présidente de l’Association Forum des Femmes Al Hoceima [email protected] Tél. 039985179 / 061388685 14. Farouk Bentouhami, avocat à Al Hoceima GSM 064162868 15. Mohamed Laouini coordinateur association BADES Tél. 039980538 16. Bouchra El Khalfioui, présidente de Forum Numidiya Nador [email protected] GSM 076419030 17. Selma Nidar Nador, secretaire generale de FORUM Numidiaya Nador Tel. 068688407 [email protected] [email protected] 18. Mohamed Benttamimounte, vice-président Association Horizon Nador. Tél. 036350812/ GSM 064620616 [email protected] 19. Nadia Azannoutti écoutante centre d’écoute Association Horizon Tél. 036350812 [email protected] 21 20. Allal Zeroual, avocat à Nador GSM 062529448 [email protected] 21. Karima Ramdani écoutante de l’Association Al Hadaf Berkane [email protected] [email protected] Tél. 0366124801 GSM 068261463 22. Soraya Mansour, Association Amis de Tafouralt lid van Anaruz ; centre d’écoute. Tél. 036637347 [email protected] 23. El Arabi Azouz, avocat à Taza. Tél. 035280144 GSM 061359787 24. Samira Hourmatallah, secrétaire générale de l’Association Femmes de Gheznaya Aknoul [email protected] Tél. 035277653 GSM 078838465 25. Mustapha Oulad Mansour avocat à Tétouan. Tél. 039966949 GSM 061069093 26. Mme F. Cherif UNFM Oujda [email protected] Tél. 061812628 27. Nadia Nair secrétaire général de UAF Tétouan à Martil [email protected] Tél. 039688787 GSM 061437267 28. Sietske de Boer, journaliste indépendante à Ajdir GSM 065200034 29. Fatima Boubcher Avocate à Berkane Tél. 036614508 GSM 069609218 30. Tahar Elkadaoui Avocat à Nador. Tél. 036 60 70 79 GSM 061 36 26 23 31. Samira Moheya juriste organisation espagnol MPDL à Al Hoceima Tél. 039980765 [email protected] 32. Khadra Mehdi écoutante Ain Ghazal [email protected] Tél. 0367444712 33. Najat Guenfoudi écoutante Ain Ghazal [email protected] Tél. 0367444712 34. Maria Esparcia Fundacion CEAR à Al Hoceima Tél. 039985459 GSM 071257786 [email protected] 22 Bijlage 7. Programma Expertmeeting zaterdag 7 juni 2008 ‘De rechtspositie van Marokkaanse migrantenvrouwen in Nederland. De toepassing van het Marokkaanse en Nederlandse familierecht’. 9.00 Ontvangst 9.30 Woord van welkom, bestuur Stichting ABASE Opening door de dagvoorzitter Mr. Zahra Zaoui, advocate en voorzitter van Ain Ghazal 2000 in Oujda. 10.00 ‘Juridische problemen van Marokkaanse migrantenvrouwen in relatie tot de Nederlandse wetgeving.’ De ervaringen bij Stichting Steun Remigranten in Berkane. Cynthia Plette, medewerker SSR. 10.15 ‘De activiteiten van SSR Nederland als lid van de Landelijke Werkgroep Mudawwanah (LWM) en het landelijke netwerk van advocaten’. Latifa Lazaar, bestuurslid van SSR en de LWM. 10.30 ‘De toepassing van het Marokkaanse familierecht in de Nederlandse rechtspraak. Mr. S.Bouddount, advocate in Amsterdam. 11.00 Pauze 11.15 ‘De betekenis van het Marokkaanse familierecht voor Marokkaanse migrantenvrouwen’. Mr. S.Idrissi, advocate in Al Hoceima. 11.45 ‘De problematiek van onvrijwillig achtergelaten vrouwen en kinderen in relatie tot het Nederlandse vreemdelingenrecht’. Mr. E. M. van den Brom, advocate in Amsterdam en partner van SSR. 12.15 Vragen en debat 13.00 Afronding 13.00-14.15 Lunch 14.15 Ateliers: In twee ateliers worden de volgende thema’s besproken: Tussen het Nederlandse en Marokkaanse familierecht: knelpunten en strategieën in de juridische praktijk’ Afstemming en verbetering sociaaljuridische dienstverlening Versterking samenwerking en netwerkopbouw op nationaal- en bilateraal niveau 16.00 Plenaire nabespreking ateliers Conclusies en perspectieven 17.00 Afsluiting 23