SSR expertmeeting Al Hoceima 7 juni 2008

advertisement
Verslag Expertmeeting
De rechtspositie van Marokkaanse migrantenvrouwen
in Nederland en de toepassing van het
Marokkaanse en Nederlandse familierecht.
Zaterdag 7 juni 2008 in Al Hoceima Marokko
Stichting ABASE te Al Hoceima en
Nederlandse Stichting Steun Remigranten Berkane
‫بادس‬
Association Bades
Stichting Steun Remigranten
Postadres : SSR
Postbus 13073, 3507 LB Utrecht
1
Verslag naar aanleiding van de expertmeeting in Al Hoceima betreffende:
De rechtspositie van Marokkaanse migrantenvrouwen in Nederland.
De toepassing van het Marokkaanse en Nederlandse familierecht.
Op zaterdag 7 juni 2008 organiseerden de Stichting ABASE te Al Hoceima en de
Nederlandse Stichting Steun Remigranten een expertmeeting over de rechtspositie van
Marokkaanse migrantenvrouwen in Nederland.
De bijeenkomst is georganiseerd rond het thema:
‘De rechtspositie van Marokkaanse migrantenvrouwen in Nederland. De toepassing van
het Marokkaanse en Nederlandse familierecht.’
De doelen van de expertmeeting kunnen als volgt worden weergegeven:
 Uitwisseling van ervaringen op het gebied van het Marokkaanse en Nederlandse
familierecht
 Bevorderen van de uitwisseling van sociaaljuridische expertise aangaande de volgende
onderwerpen: erkenning van wederzijdse rechterlijke uitspraken, erkenning van
huwelijken en echtscheidingen, alimentatie, verdeling van bezittingen, voogdij,
gedwongen achterlating van vrouwen en kinderen en verblijfsrecht
 Het ontwikkelen van strategieën en procedures en een gezamenlijke aanpak teneinde
de sociaaljuridische dienstverlening aan de Marokkaanse migrantenvrouwen te
verbeteren
 Het geven van een eerste aanzet tot netwerkvorming met het oog op toekomstige
samenwerking
De bijeenkomst werd voorgezeten door de advocate Zahra Zaoui die tevens voorzitster is van
de vrouwenorganisatie Ain Ghazal 2000 in Oujda. Aan de bijeenkomst namen Nederlandse en
Marokkaanse experts uit Noordoost Marokko deel, waaronder advocaten en vertegenwoordigers van vrouwenorganisaties. De lijst van 34 deelnemers is in de bijlage bijgevoegd.
Na een welkomstwoord door de vicevoorzitter van de ontvangende organisatie ABASE in
Al Hoceima en de officiële opening door de voorzitster zijn de volgende presentaties gehouden.
2
Presentaties:
1. De werkzaamheden van de Stichting Steun Remigranten en het steunpunt in Berkane zijn
kort toegelicht door Cynthia Plette die 8 jaar als consulent werkzaam is geweest op het
steunpunt in Berkane. Sinds 1989 is een bureau operationeel in Berkane die sociaaljuridische
hulp biedt aan remigranten en hun familieleden. De stichting behandelt jaarlijks een toenemend
aantal vragen op het gebied van de Nederlandse wetgeving zoals de sociale zekerheid,
verblijfsrecht en familierecht. Onder de hulpvragers bevindt zich een aanzienlijk aantal vrouwen.
Naast individuele hulpverlening speelt SSR ook een rol in de signalering van problemen bij de
Nederlandse beleidsmakers. Meer details over de stichting zijn te vinden in de bijlage.
2. Eén van de resultaten van deze signalerende taak is toegelicht door Latifa Lazaar,
bestuurslid van SSR, lid van de werkgroep Mudawwanah en werkzaam bij Palet, Adviseurs
Diversiteit in Noord-Brabant. Vandaag wil ik in het kort de geschiedenis weergeven van de
betrokkenheid in Nederland. Sinds meerdere jaren vraagt SSR, en sinds de oprichting ook de
werkgroep Mudawwanah, aandacht voor de problematiek van onvrijwillig achtergelaten
vrouwen en kinderen. Deze actie heeft geleid tot de realisering van een voorlichtingsproject
betreffende de problematiek van achterlating en de nieuwe Marokkaanse familiewet. Om de
bestaande expertise te bundelen en de signalerende taak voort te kunnen zetten is het initiatief
genomen voor de vorming van een Nederlands netwerk van advocaten gespecialiseerd in
familierecht. De integrale tekst van haar presentatie is bijgevoegd.
3. De Nederlandse advocate Samira Bouddount is een degelijk expert in familierecht en actief
lid van het advocatennetwerk in oprichting. Overtuigd van het belang van uitwisseling van
juridische expertise, heeft zij een presentatie gehouden over het internationale privaatrecht. Zij
lichtte toe onder welke omstandigheden de Nederlandse rechter gehouden is Marokkaanse
recht toe te passen en heeft een aantal gevallen geschetst. Niettemin vallen een aantal
aspecten van het buitenlands recht buiten toepassing op grond van de Nederlandse openbare
orde. De kernpunten van haar presentatie zijn opgenomen in de bijlage.
4. Vanuit Marokkaans perspectief heeft advocate Souad El Idrissi en tevens vicevoorzitter van
de stichting ABASE de juridische situatie toegelicht van migrantenvrouwen in Marokko. Zij is
ingegaan op de problemen waar deze vrouwen in hun juridische procedures tegenaan lopen.
Zo beschreef zij de moeilijkheden in de toepassing van de Mudawwanah in erkenning van
huwelijken en echtscheidingen, het probleem van achterlatingen, moeilijkheden in het
effectueren van uitspraken inzake alimentatie en knelpunten in adoptieprocedures. Ondanks het
bestaan van verschillende verdragen tussen Marokko en verschillende Europese landen, blijken
de resultaten tegen te vallen. Zij sluit af door een aantal mogelijke oplossingen voor te stellen,
zoals het trainen van het personeel van consulaten.
5. Eén van de problemen waar Marokkaanse migrantenvrouwen tegen aan kunnen lopen en die
een gezamenlijke aanpak vereist, is het probleem van de onvrijwillige achterlating in Marokko
van vrouwen en kinderen die legaal verblijf in Nederland hadden door hun echtgenoot of ouder.
De Amsterdamse advocate Ellie van den Brom, die al bijna 20 jaar nauw samenwerkt met SSR,
is ingegaan op het probleem van achterlating in relatie tot het Nederlandse verblijfsrecht. Een
van de problemen is dat veel vrouwen een afhankelijke verblijfsvergunning hebben gedurende
drie jaar. Ondanks kritiek vanuit verschillende hoek is men in Nederland niet bereid deze
wetgeving aan te passen. Dergelijke zaken vereisen een goed onderbouwd dossier voorzien
van bewijsstukken die de precaire situatie van deze vrouwen en kinderen in Marokko
onderbouwen. Een andere moeilijkheid bevindt zich in de afgifte van een paspoort voor evt.
kinderen doordat de vaders hun medewerking hieraan weigeren. De gehele toespraak is
bijgevoegd.
3
De voordrachten gaven aanleiding tot een aantal pertinente vragen en opmerkingen vanuit de
overige deelnemers. Een van de punten die genoemd werden betrof het aangepaste
Marokkaanse familierecht. Ondanks de grote verbeteringen daarin, wijkt de toepassing in de
praktijk af van de theorie. Ook werd benadrukt dat er grote verschillen bestaan in de wijze
waarop rechters de wet toepassen. Verder is geconstateerd dat er in Marokko veel behoefte is
aan informatie en voorlichting. Vertegenwoordigers van een vrouwenorganisatie in Nador
wezen op het belang de dienstverlening aan vrouwen laagdrempelig en toegankelijk te maken,
onder andere door hen in hun eigen taal (bijvoorbeeld het Riffijns) te informeren. In Nederland
is dit al veel meer gebruikelijk. Daarnaast werd de suggestie geopperd om de Nederlandse
echtscheidingen door Marokkaanse consulaten te laten erkennen en de mogelijkheid
Marokkaanse rechters op de consulaten te stationeren.
Tenslotte kondigden de bestuursleden van SSR aan dat het volgende samenkomen van de
Nederlands-Marokkaanse commissie (vooralsnog) gepland staat voor oktober 2008.
Tijdens de lunch die hierop volgde is volop gelegenheid geweest om nader kennis te maken en
de discussies voort te zetten.
Ateliers
Op het middagprogramma stonden twee ateliers, beiden georganiseerd rond de volgende
thema’s:
 Tussen het Nederlands en het Marokkaanse familierecht: De obstakels en strategieën
in de juridische praktijk
 Ontwikkeling van een gezamenlijke aanpak en verbetering van de sociaaljuridische
dienstverlening
 Versterking van de samenwerking en aanzet tot netwerkvorming (nationaal en
bilateraal)
De deelnemers zijn in twee groepen ingedeeld. Het eerste atelier werd voorgezeten door
Fadma Bouchataoui van het COS te Rotterdam, terwijl Latifa Lazaar van de SSR het tweede
atelier leidde.
Verschillende disciplines waren vertegenwoordigd in de ateliers hetgeen leidde tot een
uiteenlopend abstractieniveau in de discussies tussen advocaten en vertegenwoordigers van
vrouwenorganisaties. Niettemin zijn de ateliers gekomen tot een gezamenlijke formulering van
obstakels en aanbevelingen.
4
Atelier 1
Constateringen
Bij aanvang van het atelier is vastgesteld dat alle aanwezigen op verschillende niveaus
betrokken zijn bij ondersteuning of behartiging van de rechtspositie van vrouwen in algemene
zin en van migrantenvrouwen in het bijzonder. Eén van de punten die door meerdere
deelnemers naar voren is gebracht is dat er geen vrouwen aanwezig waren die vanuit hun
eigen praktische ervaringen konden vertellen over de problemen waar zij tegenaan zijn
gelopen. Niettemin zijn de obstakels en problemen waar vrouwen tegenaan lopen vastgesteld
op grond van de ervaringen van de aanwezige advocaten en die van vrouwenorganisaties.
Na een meer algemene discussie over de toepassing van het Nederlandse en Marokkaanse
familierecht is teruggekeerd naar het thema van de bijeenkomst, namelijk het vaststellen van
obstakels en strategieën in de Marokkaanse en Nederlandse juridische praktijk. Per toerbeurt
heeft de voorzitster alle deelnemers verzocht de knelpunten te benoemen waar
migrantenvrouwen tegenaan lopen.
Knelpunten:
 Rechterlijke uitspraken worden in Marokko nog steeds met de hand opgesteld hetgeen
vertaling erg bemoeilijkt.
 De toepassing en erkenning van rechterlijke uitspraken: echtscheiding, huwelijk,
alimentatie.
 De toepassing van uitspraken in alimentatiezaken. De resultaten behaald via de
diplomatieke route zijn teleurstellend.
 De rol van rechters op Marokkaanse consulaten bij de toepassing van rechterlijke
uitspraken zoals de erkenning van Nederlandse echtscheiding door een Marokkaanse
rechter gestationeerd op het Marokkaanse consulaat.
 Nederlandse rechtbanken zijn te snel in het uitspreken van echtscheidingen, pogingen
tot verzoening hebben in Nederland geen prioriteit, in Marokko wel.
 Bij ambassades en consulaten is een gebrek aan deskundige sociale en juridische
ondersteuning aan Marokkaanse vrouwen die zich in juridische complexe situaties
bevinden.
 Veel vrouwen beschikken over onvoldoende middelen om een procedure bij de
rechtbank te starten. Dit geldt in het bijzonder voor achtergelaten vrouwen en kinderen.
 Veel vrouwen hebben onvoldoende kennis van het nieuwe Marokkaanse familierecht
 Ten gevolge van de moeilijkheden bij het verkrijgen van visa hebben gescheiden
mannen woonachtig in Marokko grote moeite het omgangsrecht met hun kinderen in
het buitenland te effectueren.
 Een Marokkaanse man die in Nederland woont en gehuwd is met een vrouw die in
Marokko woont, kan moeiteloos van haar scheiden zonder dat zij hiervan op de hoogte
is. De deelnemers stellen voor dat de Nederlandse rechter het Marokkaanse consulaat
bericht die vervolgens de vrouw in kwestie op de hoogte stelt.
 De afwezigheid van een bilateraal verdrag op het gebied van het familierecht.
Na de vaststelling van de belemmeringen zijn de deelnemers nader ingegaan op de strategieën
en de aanpak die ontwikkeld kunnen worden om dergelijke knelpunten en complexe situatie het
hoofd te kunnen bieden.
De werkgroep stelt gezamenlijk de volgende punten voor:
 Oprichting van een werkgroep die de voortgang bewaakt en werk maakt van de
aanbevelingen en conclusies van de bijeenkomst
 De oprichting van een werkgroep die de samenwerking tussen de advocaten en
organisaties bevordert en versterkt
 De instelling van verschillende werkgroepen op basis van hun discipline: rechters,
advocaten, organisaties
5

Capaciteitsbevordering door het opzetten van een database die mensen voorlicht over
familierecht in beide landen en sociaaljuridische dienstverlening en praktische zaken als
procedures
 De oprichting van een website waarop zowel specifieke informatie vermeld staat als de
leden van het netwerk van experts
Advocate Samira Bouddount merkt hierbij op dat verschillende knelpunten die in het atelier ter
sprake zijn gekomen (zoals de erkenning van echtscheidingen) geslecht kunnen worden met de
juiste kennis en met betrouwbare expertpartners.
Atelier 2
Introductie
Latifa Lazaar, de voorzitster van de werkgroep, benoemd als doelstelling het inventariseren van
de obstakels in ons beroep als juristen en sociale actoren. Zij onderstreept dat tot op heden er
geen bijeenkomsten zijn geweest tussen Marokkaanse en Nederlandse juristen met als doel de
problematiek op politiek niveau aan te kaarten. Waar in de Nederlandse situatie verschillende
actoren een sterke politieke lobby hebben kunnen vormen, zoals de werkgroep Mudawwanah,
is dit in Marokko een stuk moeilijker te realiseren. Tenslotte legt zij de vraag voor hoe we
kunnen samenwerken om de problemen in beide landen effectief aan te pakken.
Constateringen
Om een te theoretische en abstracte discussie te voorkomen over de positie van de vrouw in
algemene zin, is aan alle deelnemers gevraagd hun ervaringen te delen. Het zijn voornamelijk
de ‘centres d’ecoutes’ die de vrouwen in eerste instantie ontvangen.
Hieruit blijkt dat de problematiek van onvrijwillige achterlatingen alom bekend is. Op grond van
de inbreng vanuit Spaanse zijde kan worden geconstateerd dat de juridische situatie van
migranten-vrouwen uit Spanje die met achterlating wordt geconfronteerd nog slechter is dan in
het Nederlandse geval. Dit is te wijten aan het ontbreken van enige vorm van regelgeving
waardoor vaak geen oplossing gevonden kan worden en door het gebrek aan medewerking
vanuit het Spaanse consulaat.
In antwoord op een aantal vragen van de deelnemers lichtte advocate Ellie van den Brom de
Nederlandse situatie toe, waarin aan vrouwen een verblijfsvergunning wordt verstrekt die
gedurende drie jaar afhankelijk is van het verblijf bij partner. Verder geeft zij aan dat de
vaststelling verblijfsrecht van de vrouwen in de praktijk geen problemen oplevert omdat deze
gegevens geregistreerd staan bij de Immigratie en Naturalisatiedienst.
6
Knelpunten
 In het geval van achterlating vragen de Marokkaanse autoriteiten om bewijzen van
verblijfsrecht. Hoe kunnen dergelijke bewijzen geleverd worden?
 Hoe kunnen bewijzen rond huiselijk geweld worden geleverd?
 Marokkaanse rechters bevinden zich in een geïsoleerd milieu en zouden moeten
worden uitgenodigd actiever deel te nemen aan het sociale debat.
 De problemen die zich voordoen zijn van een dergelijk grote omvang dat kleine
organisaties die niet kunnen behandelen. Samenwerking is dan ook vereist.
 De medewerking van consulaten, zoals in het geval van Spanje, laat te wensen over
 Het ontbreken van voldoende beëdigde Nederlands-Arabische vertalers en problemen
met het vertalen van handgeschreven uitspraken.
Netwerkdiscussie
Er is uitgebreid gediscussieerd over de definitie van ‘netwerk’. De vraag die vooral vanuit de
hoek van NGO’s gesteld werd is welke vorm van ‘netwerk’ beoogd wordt: een relationeel
netwerk van contacten of een gestructureerd en beroepsgeoriënteerde netwerk. De deelnemers
hebben afgesproken zich te beperken tot een relationeel netwerk van contacten. De organisatie
van en deelname aan de bijeenkomst vormen hierin een eerste stap.
Aanbevelingen
 Uitbreiding van het landelijke en internationale netwerk en beroep doen op externe
expertise
 Organiseren van debatten en utwisselingen tussen Nederlandse en Marokkaanse
juristen en rechters
 Organisaties en hun ‘centres d’ecoutes’ hebben behoefte aan versterking door
bijvoorbeeld deskundigheidsbevordering van de maatschappelijk werksters.
 Verwijzen van vrouwen met vragen ronde Nederlandse wetgeving naar het bureau van
SSR in Berkane
 Ontwikkelen van mogelijkheden voor het verkrijgen van beëdigde vertalingen
 Trainen van mediators
 Het oprichten van een studiegroep die zich toelegt op het beschrijven van de
maatschappelijke en juridische situatie van vrouwen in het Noordoosten van Marokko
 Achtergelaten vrouwen adviseren aangifte te doen van verlies en niet van diefstal
7
Conclusies
De voornaamste doelstelling van de bijeenkomst was om aan de deelnemers ruimte te bieden
hun netwerk te verbreden en expertise uit te wisselen. De bijeenkomst heeft onderstreept dat er
aan beide zijden behoefte is aan meer informatie en expertise op het gebied van beide wetgevingen en procedures op het gebied van het familierecht. De presentaties en aanbevelingen
geformuleerd naar aanleiding van de twee ateliers vertoonden veel overeenstemming. De
discussies hebben enerzijds geleid tot de formulering van een aantal zeer concrete voorstellen
en anderzijds tot de gedeelde wens een vervolg te geven op deze bijeenkomst. De deelnemers
onderstreepten allen het belang van een gezamenlijke aanpak en de wil de samenwerking voort
te zetten.
Vervolg
De bevindingen van de conferentie zullen worden gepresenteerd aan de leden van het netwerk
van advocaten in Nederland. Verder zullen de knelpunten en aanbevelingen gesignaleerd
worden bij de leden van de Nederlands-Marokkaanse commissie die bijeen zal komen in
oktober 2008. De stichting SSR heeft het voornemen om twee soortgelijke bijeenkomsten te
organiseren rond hetzelfde thema. Begin 2009 zal een expertmeeting worden georganiseerd
in de regio van Ouarzazate, gevolgd door een bijeenkomst in Rabat in het voorjaar van 2009.
De bevindingen en de aanbevelingen van de expertmeeting in Al Hoceima zullen dienen als
uitgangspunt voor de toekomstige bijeenkomsten. De debatten gevoerd kunnen worden aan de
hand van de huidige conclusies teneinde het debat meer diepgang te verlenen en te komen tot
scherpere aanbevelingen.
Stichting Steun Remigranten
Latifa Lazaar
Cynthia Plette
Joke Verkuijlen
Stichting ABASE
A. Omar Moussa
Faissal Aoussar
Mohamed Laouini en Najima Aouttah
Voor meer informatie in kunt u terecht in Nederland:
Joke Verkuijlen - Bestuur SSR
tel: 0418-512656 e-mail: [email protected]
In Marokko: Steunpunt in Berkane, tel: 00212(0)36 612456 [email protected]
Bijlagen:
1. Presentatie Cynthia Plette
3. Presentatie Samira Bouddount
5. Presentatie Ellie van den Brom
2. Presentatie Latifa Lazaar
4. Presentatie Souad El Idrissi
6. Lijst deelnemers
Voor belangstellenden is ook een Franse versie op te vragen bij SSR.
De organisatoren danken u voor uw aandacht.
8
Bijlagen
1. SSR Expertmeeting Al Hoceima 7 juni 2008 - Presentatie Cynthia Plette
Expertmeeting over de rechtspositie van Marokkaanse migrantenvrouwen in Nederland.
Activiteiten en ervaringen van Stichting Steun Remigranten in Berkane
1. SSR Maroc
 Stichting Steun Remigranten
 Non-gouvernementele organisatie
 Steunpunt in Berkane, Noordoost Marokko
 Bestuur in Utrecht
 Opgericht in 1989
2. Doelstellingen SSR
 Sociaaljuridische hulpverlening bieden aan remigranten en hun familieleden
 Brugfunctie tussen Nederland en Marokko
 Collectieve belangenbehartiging en beleidsbeïnvloeding
3. Juridische dienstverlening
 Sociale Zekerheid
 Verblijfsrecht en de wet op de Nederlandse nationaliteit
 Familierecht
4. Aan paar cijfers
 In 2007 6542 bezoekers waarvan 1702 vrouwen
 Sociale zekerheid 75%
 Achtergelaten vrouwen en kinderen 10%
 Nationaliteit kinderen 7%
 Familierecht 8%
5. Hoe werkt SSR ?
 Wekelijkse spreekuren op het bureau in Berkane
 2-Maandelijkse spreekuren in Al Hoceima in samenwerking met stichting ABASE
 Nauwe samenwerking met instanties en advocaten in Nederland en Marokko
6. Contactgegevens
Stichting Steun Remigranten, SSR Maroc
36, Route Oujda Berkane
Tél.036612456
Fax 036616856
[email protected]
9
2. SSR Expertmeeting Al Hoceima 7 juni 2008 - Presentatie Latifa Lazaar
Expertmeeting over de rechtspositie van Marokkaanse migrantenvrouwen in Nederland.
Beste aanwezigen,
Ik ben Latifa Lazaar, bestuurslid van de SSR en werkzaam bij Palet, Adviseurs Diversiteit in
Noord-Brabant. Vandaag wil ik in het kort de geschiedenis weergeven van de betrokkenheid
van de SSR in het project “Achtergelaten Marokkaanse vrouwen”. Ook wil ik een korte
vooruitblik geven voor de periode 2008-2009.
In 2000 kwamen er bij het SSR in Nederland steeds meer geluiden binnen over achtergelaten
vrouwen. Samen met een aantal vrouwenorganisaties besloot het SSR iets te gaan doen aan
dit probleem. Er ontstond een actief overleg over dit fenomeen. Natuurlijk was overleg al snel
niet meer genoeg en besloot de groep actie te ondernemen. Doel was de verbetering van de
positie van achtergelaten en gescheiden Marokkaanse vrouwen. Door de frictie tussen het
woonlandbeginsel in Nederland en het nationaliteitsbeginsel in Marokko raakten deze vrouwen
vaak in een deplorabele situatie. De actie van de samenwerkende organisaties richtte zich op
het ontwikkelen van een effectief netwerk, dat door beleidsbeïnvloeding en lobby een positieve
rol kon spelen bij de verbetering van de positie van deze vrouwen. In de eerste plaats richtte de
actie zich op het ontwikkelen van een netwerk van advocaten om de juridische belangen te
behartigen; daarnaast een netwerk van maatschappelijke organisaties die zorg konden dragen
voor diverse vormen van hulpverlening. Tot slot was het van belang zorg te dragen voor een
goede opvang van deze vrouwen met hun kinderen. De maatschappelijk opvang beschikte nog
over onvoldoende kennis om deze doelgroep optimaal van dienst te kunnen zijn.
In Brabant werd in 2001 een werkgroep opgericht op basis van de signalen vanuit het
Nederlands steunpunt remigranten in Marokko. Signalen kwamen ook uit het netwerk in
Brabant, van CBV’s, hulpverleners en individuele vrouwen. Er werd geprobeerd de
problematiek onder de aandacht te brengen van de politiek, maar het onderwerp sloeg niet aan.
Daarom werd er samenwerking gezocht met andere organisaties in het land die met deze
problematiek bezig waren. De krachten zijn vervolgens in 2002 formeel gebundeld door de
oprichting van de landelijke werkgroep Mudawwanah. Deze werkgroep maakte plannen voor
voorlichting, omdat er weinig toegankelijk voorlichtingsmateriaal voorhanden was, zowel voor
de vrouwen als de hulpverleners.
Begin 2003 werd aangekondigd, dat er een wetsvoorstel in Marokko zou worden ingediend met
belangrijke wijzigingen in het familierecht.
Daarop is direct contact gelegd met allerlei deskundigen in Marokko en Nederland om
informatie hierover te verzamelen. Er werd een expertmeeting georganiseerd om de wijzigingen
en de gevolgen voor de vrouwen te bespreken. Begin 2004 zijn de wijzigingen vastgelegd in de
Mudawwanah. Met die informatie zijn voorlichtingsbijeenkomsten georganiseerd voor vrouwen
om te kijken wat zij vinden van de wijzigingen en of er behoefte is aan meer informatie.
Natuurlijk was die behoefte er.
Om adequaat in te spelen op de informatiebehoefte zowel in Nederland als in Marokko werden
er in 2005, met steun van het ministerie van Justitie, twee brochures gemaakt: één tweetalige
(Arabisch/Nederlands) voor vrouwen en een voor hulpverleners, advocaten, etc. De informatie
over de Mudawwanah is in beide brochures gerelateerd aan de Nederlandse wet- en
regelgeving en welke gevolgen het voor de vrouwen heeft.
In 2006 werd ter ondersteuning en illustratie van de beide brochures de film “Onzichtbare
veranderingen” uitgebracht. Op dit moment wordt gewerkt aan een Berber-versie naast de
oorspronkelijke Arabische versie.
De belangstelling voor de voorlichting was overweldigend. De werkgroep kon het zelf niet
langer aan. In 2006 zijn daarom 18 Nederlands-Marokkaanse vrouwen opgeleid als
10
voorlichtster. In de periode april 2006-maart 2007 hebben zij, gewapend met film en brochures,
totaal 62 voorlichtingsbijeenkomsten door het hele land gehouden.
Naast genoemde voorlichtingsbijeenkomsten is er ook steeds recente informatie te vinden op
de website van de SSR. Ook andere partnerorganisaties vanuit de werkgroep namen informatie
op in hun websites. Deze informatie werd veelvuldig geraadpleegd. In de periode 2005-2008
werden ruim 1400 vragen gesteld aan de verschillende werkgroepleden en hun organisaties.
Na de eerste informatiegolf is de noodzaak voor preventie activiteiten gegroeid. Zowel in
Nederland als Marokko werd het accent verlegd naar de doelgroep jongeren, zoals aanstaande
gezinsvormers, die in het kader van de wet Inburgering in Marokko Nederlandse taallessen
volgden. Het is opvallend dat in deze periode ook de belangstelling van mannen voor de
brochures en voorlichting sterk groeide.
Om op een adequate manier te kunnen antwoorden op al die vragen, werd er hard gewerkt aan
het realiseren van een sociale kaart. Er is inmiddels een brede database ontstaan van
meldpunten, deskundige hulpverleners, instellingen en organisaties. Op dit moment lijkt het
probleem nog toe te nemen. De effecten van de publiciteit en informatie zullen zich pas na
enige jaren doen voelen. In 2006 werden er bij de SSR nog 38 achterlatingen gemeld.
Er is inmiddels veel gedaan, maar we zijn er nog niet. Voor de komende periode pleit de SSR
voor een verlenging van de projectperiode met twee jaren, 2008 en 2009, waarin verder
gewerkt kan worden aan netwerkversterking, kennisoverdracht en implementatie.
De SSR onderscheidt in het werk ten behoeve van de achtergelaten Marokkaanse vrouwen vier
taakvelden, die in de praktijk elkaar versterken:
1. Meldpunten in Marokko en Nederland;
Naast het meldpunt in Berkane en de ambassade wil de SSR haar netwerk versterken
zodat ook andere (vrouwen) organisaties als meldpunt kunnen fungeren. Hierdoor kan
de bereikbaarheid sterk worden verbeterd. Het is ook nodig deze meldpunten te
voorzien van extra deskundigheid. In Nederland zou een landelijk centraal meld- en
steunpunt moet worden gevestigd, waar zowel vrouwen als hulpverleners terecht
kunnen voor advies en ondersteuning bij vragen over zaken die de rechtspositie van
vrouwen en kinderen bedreigen. Een meldpunt waar achterlating of dreiging daarmee
gemeld kan worden, maar ook problemen op het gebied van wet- en regelgeving,
familierecht en verblijfsrechtelijke zaken. Een adviespunt waar expertise op het gebied
van hulpverlening en preventie gebundeld wordt. Hiervoor moet echter eerst een
haalbaarheidsonderzoek worden gedaan.
2. Directe hulpverlening;
Hierbij staat voorop om de verschillende vormen van hulpverlening en preventie nog
beter op elkaar af te stemmen en verder te implementeren. Ook is het nodig de
juridische kant verder uit te bouwen door de samenwerking met de IND en de
ambassades te formaliseren. De procedures inzake consulaire bijstand en juridische
ondersteuning in Marokko en Nederland moeten verder worden afgestemd en
gestructualiseerd om doeltreffender te kunnen werken. Het is van belang om de
vrouwen en kinderen snel terug te laten keren naar Nederland. De procedures en
regelingen van de ambassade, IND, advocaten en betrokken
hulpverleningsorganisaties vragen om een nog betere afstemming, versnelde
behandeling en een duidelijk protocol waardoor hulptrajecten beter en sneller verlopen.
Dit geldt trouwens ook voor signalering en verwijzing. De eerste opvang van vrouwen
en kinderen in Nederland is een lastige zaak. Ten eerste is er niet veel plaats en
daarnaast ontbreekt het aan specifieke kennis bij de instellingen. Met het oog op
efficiënt werken en deskundigheidsbevordering zou het een goede zaak zijn als één of
twee opvangcentra in Nederland zich specialiseren in deze opvang. Om in Marokko de
hulpverlening te stroomlijnen is het streven om dit op te nemen in het reguliere sociaal
juridisch werk van het steunpunt in Berkane.
11
3. Netwerkversterking en netwerkopbouw;
Om de voorgaande twee punten te realiseren is een breed en stevig netwerk nodig. Dat
netwerk moet tevens worden voorzien van de nodige kennis. Dit geldt zowel voor
Marokko als voor Nederland. Vooral in West- en Zuid Marokko moet het netwerk van
meldpunten uitgebreid worden, zodat ook vrouwen uit deze regio’s toegang hebben tot
informatie, doorverwijzing en hulp. Voor vrouwen die niet terug kunnen naar Nederland
is een adequaat netwerk nodig om hen weer te kunnen herintegreren in Marokko.
2008 en 2009 moeten worden gebruikt om de samenwerking met de organisaties die
fungeren als meldpunt, te formaliseren. Natuurlijk geldt dat ook voor nieuwe
samenwerkingsverbanden.
Het verder ontwikkelen van het netwerk van deskundige advocaten is zowel in Marokko
als in Nederland urgent. Ook daar zullen we op in gaan zetten.
Tenslotte, en dat heb ik al eerder gezegd, is de formele samenwerking met
ambassades en IND erg belangrijk om de procedures in te korten. Ik hoop dan ook dat
we in de komende periode kunnen komen tot harde afspraken en het opstellen van
protocollen.
4. Preventie en voorlichting.
In het voorgaande heb ik hier over ook al een paar dingen gezegd. Samen met de
werkgroep Mudawwanah is in Nederland al veel voorlichting gegeven. Dit blijft nog
steeds nodig. Ook informatie over inburgering is daarbij belangrijk. In samenwerking
met het ministerie en de betrokken instellingen zal dit worden voortgezet, waarbij extra
zal worden ingezet zal worden op deskundigheidsbevordering van hulpverleners en
advocaten. In Marokko ligt de nadruk op voorlichting en deskundigheidsbevordering ten
behoeve van de implementatie van de meldpunten en hulpverlening in alle regio’s.
Bij voorlichting hoort een actief PR beleid. Immers door de pers kan informatie snel en
op grote schaal worden verspreid. DE SSR zal zich inspannen om de contacten met de
pers optimaal te houden en via verschillende kanalen aandacht te blijven vragen voor
deze problematiek. Van de informatiebrochures zullen nieuwe oplagen worden gedrukt
en actief worden ingezet. De website van de SSR vormt een steeds belangrijker
informatiekanaal. Er wordt specifieke informatie over de Mudawwanah en gedwongen
achterlating gegeven. Een groot adressenbestand is op de site te vinden. Dit medium is
met name geschikt voor jongeren. Ook andere samenwerkingspartners hebben
inmiddels informatie op hun websites opgenomen.
In april 2005 heeft de SSR bij de voorbereidingen van de adviesnota “Tegen de wil
achtergebleven” van de adviescommissie Vreemdelingenzaken aan het Algemeen Overleg van
de Kamercommissie Integratiebeleid en Justitie haar bijdrage geleverd. Bij de afronding van het
project in de periode 2008-2009 wil de SSR dit rapport betrekken om te kunnen evalueren wat
er van de aanbevelingen is terechtgekomen en waar nog extra inspanning geleverd moet
worden.
Tot slot zal de SSR ter afsluiting van het project in 2009 een expertmeeting in Nederland
houden voor hulpverleners, juristen, beleidsmakers en politici uit Nederland en Marokko, gericht
op samenwerking, deskundigheidsbevordering en uitwisseling. Hierbij zal ook aandacht worden
geschonken aan de achterlating van vrouwen in andere landen dan Marokko.
Zo, dat was in vogelvlucht de periode 2000 tot volgend jaar 2009. Vooral het toekomstdeel heeft
één voorwaarde. Namelijk dat de SSR blijft bestaan ! In deze roerige tijden is het ieder jaar
maar weer afwachten of er ook inderdaad weer subsidie komt !
Ik wens u allemaal veel kracht en enthousiasme toe om deze weg verder te vervolgen en te
zorgen voor een goed vangnet voor achtergelaten vrouwen. En dat we vooral ook veel
voldoening en plezier zullen vinden in het werken met elkaar. Het gaat u allen goed!!
12
3.Presentatie Mr Samira Bouddount
7 juni 2008 Al Hoceima Maroc.
Expertmeeting over de rechtspositie van Marokkaanse migrantenvrouwen in Nederland.
Rechtsmacht
en toepasselijk recht in echtscheidingen met een internationaal karakter - Nederland -
Sheet 2 Internationaal karakter
 Partijen hebben de Marokkaanse nationaliteit
 Partijen hebben de Marokkaanse nationaliteit, de man of de vrouw heeft daarnaast ook
de Nederlandse nationaliteit
 Partijen hebben een dubbele gemeenschappelijke nationaliteit: de Marokkaanse en de
Nederlandse
Sheet 3 Het geschil met een internationaal karakter
Twee vragen:
 Rechtsmacht
 Toepasselijk recht
Sheet 4 Rechtsmacht
De Nederlandse rechter heeft rechtsmacht indien:
 de gewone verblijfplaats van één van de partijen zich tenminste 12 maanden
voorafgaande aan het verzoekschrift in Nederland bevindt;
 de gewone verblijfplaats van de verzoeker van Nederlandse nationaliteit zich tenminste
6 maanden voorafgaande aan het verzoekschrift in Nederland bevindt
 op het moment van de indiening van het verzoekschrift de minderjarige gewone
verblijfplaats in Nederland heeft.
Sheet 5 Toepasselijk recht
 Echtscheiding
 Gezag
 Alimentatie
 Huwelijksgoederenregime
Sheet 6 Echtscheiding
Artikel 1 Wet conflictenrecht echtscheiding:
 Indien partijen een gemeenschappelijk nationaal recht hebben: het recht van het land
van hun gemeenschappelijke nationaliteit is het op de echtscheiding toepasselijke recht
Sheet 7 Echtscheiding
 Indien een gemeenschappelijk nationaal recht ontbreekt: het recht van het land waarin
partijen hun gewone verblijfplaats hebben is het op de echtscheiding toepasselijke
recht.
Sheet 8 Echtscheiding
 Indien door partijen een gezamenlijke keuze is gedaan voor een bepaald recht, is dit
het op de echtscheiding toepasselijke recht
 Een keuze die door één der partijen is gedaan voor een bepaald recht en niet door de
ander is weersproken, is het op de echtscheiding toepasselijke recht
Sheet 9 Echtscheiding
 Indien voor één van de partijen een werkelijke maatschappelijke band met het land van
de gemeenschappelijke nationaliteit kennelijk ontbreekt, ontbreekt daarmee een
gemeenschappelijk nationaal recht van partijen
13
Sheet 10 Echtscheiding
 Dubbele nationaliteit: het nationale recht is het recht van dat land waarvan hij/ zij de
nationaliteit bezit, waarmee hij/ zij, alle omstandigheden in aanmerking genomen, de
sterkste band heeft.
Sheet 11 Gezag
 Verzoekschriften betreffende het ouderlijk gezag, zijn onderworpen aan Nederlands
recht als eenmaal is vastgesteld dat de gewone verblijfplaats van de minderjarige zich
in Nederland bevindt.
Sheet 12 Alimentatie
 Het op het verzoek tot echtscheiding toepasselijke recht is eveneens van toepassing op
het verzoek tot alimentatie.
Sheet 13 Huwelijksgoederenregime
 Partijen zijn gehuwd op of na 1 september 1992 (Verdrag inzake het recht dat van
toepassing is op het Huwelijksvermogensregime, ‘s Gravenhage, 1978):
 Het huwelijksvermogensregime wordt beheerst door het interne recht dat de
echtgenoten hebben aangewezen (nationaliteit, woonplaats).
Sheet 14 Huwelijksgoederenregime
 De echtgenoten hebben voor het huwelijk niet het toepasselijke recht aangewezen.
Indien partijen méér dan één gemeenschappelijke nationaliteit hebben: het
huwelijksgoederenregime wordt beheerst door het interne recht van de staat op wiens
grondgebied zij hun eerste gewone verblijfplaats na het huwelijk vestigen.
Sheet 15 Huwelijksgoederenregime
 Nederland en Marokko zijn beide nationaliteitslanden: hun IPR schrijft de
toepasselijkheid van het nationaal recht voor. Voor Marokkanen met als
gemeenschappelijke nationaliteit enkel de Marokkaanse nationaliteit, die na 1992
getrouwd en geen rechtskeuze hebben gemaakt, geldt derhalve het Marokkaanse
recht.
Sheet 16 Huwelijksgoederenregime
 Onderworpen aan Nederlands recht: uitgangspunt gemeenschap van goederen;
Onderworpen aan Marokkaans recht: uitgangspunt uitsluiting van iedere gemeenschap
van goederen
Sheet 17
Mr S. (Samira) Bouddount
Canales Advocaten
Fizeaustraat 19
1097 SC Amsterdam
Tel.: 06-46616586
[email protected]
14
4.Presentatie Mr Souad El Idrissi
7 juni 2008 Al Hoceima Maroc.
Expertmeeting over de rechtspositie van Marokkaanse migrantenvrouwen in Nederland.
Samenvatting van de Arabische versie.
De invloed van de ‘Mudawwanah’* op Marokkanen in het buitenland via Marokkaanse
familierechtbanken.
Het proces van de Marokkaanse immigratie in Europa heeft een stadium bereikt waarin de
kwestie van burgerschap relevant is geworden. Burgerschap komt echter niet neer op de
volledige assimilatie in het nieuwe land, de ontworteling en het verlies van eigen identiteit. Het
behoud van de eigen cultuur, de aanpassing aan de normen en de waarden van dit land en het
acceptatiegevoel blijven de efficiëntste manieren voor een succesvol integratieproces van de
individuen en gemeenschappen.
Het internationaal recht regelt deze kwestie en verdedigt de belangen van individuen en
gezinnen en staat voor het oprichten van eigen organisaties, met als doel het wegnemen
van het gevoel van de vervreemding en ontworteling van de immigranten.
De Marokkaanse overheid belast zich ook met het integratieproces van de Marokkanen in de
landen waarin ze zich vestigen. De aanpak van de Marokkaanse consulaten richt zich helaas
alleen op de veiligheidsdimensie en negeert de andere aspecten en facetten van de integratie
van de Marokkaanse gemeenschap. Het feit dat onder de naturalisatiewet men toch verbonden
blijft met de wetgeving van het land van herkomst, veroorzaakt diverse problemen voor de
Marokkaanse burgers in Nederland. Met name wat betreft het regelen van zaken die betrekking
hebben op het civiel recht in Marokko, onder andere huwelijk en echtscheiding. Ondanks enkele
positieve veranderingen in de Marokkaanse wetgeving is dit nog steeds problematisch.
Mudawwanah*: Familiewetboek belast met het regelen van familieciviele zaken zoals het
huwelijk, de ontbinding van het huwelijk, de familierechtelijke betrekkingen, de bekwaamheid
en wettelijke vertegenwoordiging, het testament en de erfopvolging.
Ons symposium zal de nadruk leggen op de volgende punten:
1. Civiel recht: huwelijk, echtscheiding, bevoegdheid etc.
De Marokkaanse wet omtrent civiel recht kent recent positieve veranderingen, met name de
hervorming van de Mudawwanah, waarin de Marokkaanse jurisprudentie wel rekening houdt
met de Marokkaanse migranten:
 In artikel 15 van de Mudawwanah is er bepaald dat een huwelijk voltrokken kan worden
in het land waarin de Marokkaanse immigrant zich heeft gevestigd. Hierbij dienen de
echtgenoten een kopie van hun huwelijksakte te deponeren bij het Marokkaanse
consulaat dat valt onder hun regio, als er geen consulaat is dienen zij dat te sturen naar
het ministerie van buitenlandse zaken. Als zij niet in Marokko geboren zijn, dienen ze
het afschrift te sturen naar de procureur van de koning naar de familierechtbank van
eerste aanleg van hun district in Marokko.
 Als de echtgenoten niet kunnen verschijnen bij de familierechtbank in Marokko om hun
huwelijk te laten voltrekken mogen ze iemand machtigen om dat voor ze te regelen en
hun huwelijksakte op te stellen.
 De Marokkaanse familierechtbanken erkennen nu de uitspraken van de buitenlandse
rechtbank over echtscheiding.
 Erkenning van de burgerlijke huwelijken in Europa door de Marokkaanse wet, waarbij
de echtgenoten hun burgerlijk huwelijk mogen laten registreren bij het Marokkaanse
consulaat.
Voor deze hervorming van de Mudawwanah in 2004, hadden de gezinnen en met name de
gescheiden vrouwen te kampen met complexe problemen.
15
2. Zaken die problemen geven m.b.t. Marokkaanse wet.
We maken onderscheid tussen twee soorten ingediende zaken bij het openbare ministerie in
Marokko:
 Klachten inzake verlaten kinderen van gezinnen met verblijf in het buitenland. De man
weigert hier meestal kinderalimentatie te betalen voor de onderhoudsverplichtingen.
 Klachten inzake de diefstal van de paspoorten en verblijfsdocumenten tijdens
vakantieperiodes van de gezinnen in Marokko. Dit gebeurt meestal door de man
wegens conflicten, de vrouw en haar kinderen worden in Marokko achtergelaten. Dit
heeft negatieve consequenties voor de kinderen.
Hier is er sprake van een opvallend gebrek aan juridische procedures in Marokko om de zaak
op een effectieve manier op te lossen. Dat komt door de ontkenning van de echtgenoot, het
gebrek aan bewijzen en door het gebrek aan speciale procedures omtrent het verrichten van
onderzoek.
3. Problemen m.b.t. de uitvoering van de wet in Marokko
De uitvoering van de wet in Marokko door de familierechtbanken is nog steeds een lange, trage
en complexe procedure. De meest voorkomende zaken van de Marokkaanse gezinnen uit
Europa en Nederland in het bijzonder, zijn de uitvoering van kinderalimentatie, partneralimentatie, omgangsregeling en het gezag over de minderjarige kinderen. De vrouw en de
kinderen blijven hier de grote slachtoffers.
4. Onderhouden van de verlaten kinderen
De Marokkaanse gezinnen die zich vestigen in Europa en met name in Nederland, die een
verlaten kind of een kind van arme gezinnen willen onderhouden uit Marokko botsen tegen
allerlei barrières en ingewikkelde procedures op die het onderhoud van een kind uit Marokko
bijna onmogelijk maken. De Marokkaanse jurisprudentie vraagt hier om een vergunning van de
Nederlandse autoriteiten voor het echtpaar dat in Nederland is gevestigd en een kind uit
Marokko wil onderhouden. Ook is de procedure in Nederland heel ingewikkeld, lang en traag en
meestal wordt de aanvraag om een kind te onderhouden door een Marokkaans gezin uit
Marokko niet goedgekeurd. De oorzaak daarvan is dat Marokko het verdrag van ’s-Gravenhage
inzake het onderhoud of de adoptie van verlaten kinderen niet ondertekend heeft. Ook behoort
Marokko volgens de Nederlandse autoriteiten niet bij de landen waar sprake is van onveiligheid,
bedreiging, levensgevaar of een burgeroorlog.
Bilaterale verdragen
Marokko heeft allerlei verdragen met Europese landen inzake het regelen van familiezaken en
het uitvoeren van de rechtelijke uitspraken ondertekend. In 1983 heeft het land zo’n soort
verdrag over kinderrechten, omgangsregeling en oudergezag met Nederland ondertekend en
later ook met Spanje. Maar de activering van de wetgeving en de effectiviteit van deze
verdragen tijdens de uitvoering van de procedures door de familierechtbanken komen niet op
het vereiste niveau. Het resultaat daarvan is het verlies van eigen rechten en de
versnippering van allerlei Marokkaanse familieleden.
Opgeschorte problemen
Familiezaken van de Marokkaanse burgers in Nederland zoals:
 achtergelaten vrouwen en kinderen in Marokko,
 alimentatie,
 omgangsregeling,
 echtscheiding,
 ontvoering van kinderen door hun vaders,
 huiselijk geweld,
 ouderlijke macht,
 kinderen onderhouden,
blijven nog steeds de meeste opgeschorte problemen. Dit ondanks het ondertekenen door
Marokko van verdragen omtrent deze zaken. Maar deze opgeschorte problemen worden ook
veroorzaakt door de niet doeltreffende en de ingewikkelde juridische procedures van de
familierechtbanken in Marokko.
16
Tenslotte
Nederland telt meer dan 315.000 Marokkaanse Nederlandse burgers, de meeste van hen
(ongeveer 80%) komen oorspronkelijk uit het noorden van Marokko (Rif- gebied). Deze burgers
leven in deze samenleving tussen twee culturen. Dat is wel een verrijking, maar een streven
naar volledig burgerschap met reële loyaliteit aan de nieuwe samenleving dient gepaard te
gaan met erkenning van de eigen identiteit. De nieuwe burger dient zich geaccepteerd te voelen
door de anderen. Het proces van integratie, participatie en aanpassing aan de normen en de
waarden van de Nederlandse samenleving vraagt een soort harmonie in de identiteit van de
immigrant. Zonder deze harmonie blijft men worstelen tussen twee identiteiten, twee culturen.
Dat leidt tot een identiteitscrisis en tot verschillende problemen zowel binnen het gezin als in de
leefomgeving (radicalisering van Marokkaanse jongeren is hier een voorbeeld van).
Om tot een oplossing te komen van de problemen met de eerder genoemde Marokkaanse
familiezaken in Nederland, dient ten eerste de Marokkaanse overheid meer bevoegdheid te
geven aan de Marokkaanse consulaten in Nederland (ook in de rest van Europa) door:
 bekwame ambtenaren te benoemen,
 te zorgen voor goede en continue opleidingen
 en het benoemen van ambtenaren die wel kunnen communiceren in de taal
van de Marokkaanse burgers in Nederland.
Ten tweede dient de Marokkaanse overheid haar goede wil te tonen door het Marokkaanse
jurisprudentieapparaat en de familierechtbanken te moderniseren.
17
5.Presentatie Mr Ellie van den Brom
7 juni 2008 Al Hoceima Maroc.
Expertmeeting over de rechtspositie van Marokkaanse migrantenvrouwen in Nederland.
De positie van tegen hun wil achtergelaten vrouwen en kinderen in het Nederlandse
Vreemdelingenrecht.
Een Marokkaanse vrouw, die zich in het kader van gezinsvorming in Nederland wil vestigen is
sinds maart 2006 verplicht om zich eerst te verdiepen in de Nederlandse taal en Nederlandse
samenleving en daar met positief gevolg examen over af te leggen op de Nederlandse
Ambassade te Rabat.
Aangekomen in Nederland krijgt de vrouw een verblijfsvergunning met als beperking “verblijf bij
echtgenoot”. Na drie jaar legaal verblijf in Nederland komt de vrouw voor een zelfstandige
vergunning in aanmerking. De eerste drie jaar van haar verblijf in Nederland is de vrouw
afhankelijk van de man. Als het huwelijksleven hem tegen valt en de man besluit in de eerste 3
jaar te scheiden, dan wordt de verblijfsvergunning van de vrouw ingetrokken door de Minister
en moet de vrouw terug naar Marokko, uitzonderingen daargelaten, maar daar kom ik later op.
De SSR wordt al jaren in situaties als deze geconfronteerd met een rare vorm van eigenrichting
van de man. Hij brengt de vrouw naar Marokko onder een vals voorwendsel, vakantie of
familiebezoek, pakt in Marokko het paspoort en de verblijfsvergunning van de vrouw af en keert
alleen terug naar Nederland. Effectief en simpel.
Het tegen de wil achterlaten beperkt zich echter niet tot deze situaties, waarin sprake is van
huwelijksproblemen. Ook wanneer de vrouw al langer in Nederland verblijft en dus wat haar
verblijfsrechten betreft niet meer afhankelijk is van de man vindt achterlating plaats. Er kan
sprake zijn van opvoedingsproblemen, waarbij de man vindt dat de kinderen te westers worden,
zich te vrij gedragen en Marokko dan een veilige plek lijkt voor vrouw en kinderen. Soms vindt
de man dat de kinderen een Marokkaanse opvoeding moeten krijgen en stuurt hij vrouw en
kinderen terug om in Marokko naar school te gaan. Soms ook vindt hij dat de vrouw een straf
verdient, omdat ze zich te vrij gedraagt. In Nederland moeten vrouwen naar school om
Nederlands te leren. Ze zitten dan in de schoolbanken met andere vrouwen en mannen. Dat
kan tot wrijvingen leiden. Er kunnen veel reden zijn. Ze hebben allemaal hetzelfde gemeen, de
man vindt dat vrouw en kinderen terug moeten en besluit alleen- zonder overleg met de vrouwhaar achter te laten. In Nederland wordt dit beschouwd als een vorm van geweld tegen de
vrouw en kinderen. Man en vrouw beschikken in Nederland samen over de zaken hun huwelijk
betreffend.
In september 2004 heeft een meerderheid van de Tweede Kamer zich tegen deze praktijken
van de man uitgesproken en de Minister gevraagd daar iets aan te doen. De toenmalige
Minister Verdonk heeft in 2005 een aantal maatregelen genomen om het de “achtergelaten
“vrouwen gemakkelijker te maken naar Nederland terug te keren:
-
de mannen mogen de vrouwen niet uitschrijven van hun adres in Nederland
de verblijfsvergunning van de vrouwen wordt niet ingetrokken, terwijl zij nog in Marokko
zijn
de Nederlandse Ambassade verleent de vrouwen- zodra zij de beschikking hebben
over een nieuw paspoort- een visum om Nederland in te reizen.
In Nederland kunnen de vrouwen na terugkeer worden opgenomen in een opvanghuis en
kunnen in Nederland naar de rechter stappen om te scheiden, alimentatie te vorderen. Tot
zover zijn de maatregelen van de Minister een verbetering.
Echter na terugkeer in Nederland dient de vrouw wijziging van haar verblijfsvergunning te
vragen en als ze niet 3 jaar in Nederland met haar echtgenoot heeft samengewoond, wordt het
verzoek om wijziging van de verblijfsvergunning afgewezen en moet de vrouw alsnog terug
naar Marokko uitzonderingen daargelaten, daar kom ik straks op.
Een extra complicerende factor kan zijn, wanneer er kinderen zijn. Als de man de Nederlandse
nationaliteit heeft, krijgen de kinderen ook automatische de Nederlandse nationaliteit, naast de
Marokkaanse nationaliteit. Is de man alleen Marokkaan dan hebben de kinderen – ook al zijn zij
18
geboren in Nederland- alleen de Marokkaanse nationaliteit. Als de man bij huwelijksproblemen
fatsoenlijk in Nederland van de vrouw scheidt en een bezoekregeling met zijn kinderen
afspreekt, ondervindt de vrouw geen enkel probleem met haar verblijfsvergunning, ook al is ze
nog geen 3 jaar in Nederland. Dan speelt art. 8 EVRM, het recht op gezinsleven van de man
met zijn kinderen.
De praktijk is helaas anders. Als man van de vrouw afwil en haar dus geen eigen
verblijfsvergunning gunt, dan laat hij niet alleen de vrouw achter in Marokko, maar ook de
kinderen. Hij pakt dan ook de paspoorten van de kinderen af. Hebben de kinderen de
Nederlandse nationaliteit, dan levert het feit dat de vader hun paspoort heeft afgepakt, geen
enkel probleem op. In Nederland hebben man en vrouw samen gezag over een kind. Als de
man niet mee wil werken aan terugbrengen van het kind, stap je als advocaat namens de vrouw
naar de kinderrechter in Nederland en vraagt toestemming aan de rechter om een nieuw
paspoort voor het kind aan te vragen. De kinderrechter geeft deze toestemming bijna altijd. Met
deze toestemming van de kinderrechter stapt de vrouw dan naar de Nederlandse ambassade in
Rabat en vraagt daar een paspoort aan en reist met het kind terug naar Nederland.
Heeft het kind alleen de Marokkaanse nationaliteit, dan kan ik kort zijn. Als de man niet
meewerkt, is er geen eenvoudige oplossing. In Marokko heeft de man gezag en als hij wil dat
zijn kind in Marokko opgroeit, dan is dat naar Marokkaans recht mogelijk.
Eventuele oplossingen:
- in kort geding in Nederland de rechter vragen de man op straffe van verbeurte van een
dwangsom en of gijzeling tot afgifte van het Marokkaanse paspoort van het kind te dwingen cq
wel de man een toestemmingsverklaring te laten tekenen op het Marokkaanse consulaat in
Nederland.
- een echtscheiding in Nederland te beginnen en de rechter te vragen het kind aan de moeder
toe te vertrouwen cq alleen het gezag te geven en dan aangifte in Nederland van ontvoering.
Als de vrouw dan, al dan niet met kind, terug is in Nederland en wijziging moet vragen van haar
verblijfsvergunning, wordt dit afgewezen als ze niet 3 jaar legaal in Nederland heeft gewoond
met de man.
Op deze regel is een uitzondering, namelijk het beleid klemmende reden humanitaire aard.
Klemmende redenen van humanitaire aard kunnen zijn gelegen in:
1. de situatie van alleenstaande vrouwen in het land van herkomst;
2. de maatschappelijke positie van vrouwen in het land van herkomst;
3. de vraag of in het land van herkomst een naar maatstaven van dat land aanvaardbaar te
achten opvang aanwezig is;
4. de zorg die de vrouw/ouder heeft voor kinderen die in Nederland zijn geboren of een
opleiding volgen; en
5. aantoonbaar ondervonden (seksueel) geweld binnen de familie.
Ben je als vrouw tijdens het huwelijk slachtoffer geweest van geweld door de man, slaan of
verkrachting, dan kan je aangifte bij de politie doen van mishandeling. Met het proces-verbaal
van aangifte en een medische verklaring van een vertrouwensarts kom je dan in aanmerking
voor een eigen verblijfsvergunning. Deze regel is door de Minister ingevoerd, omdat in de
praktijk vrouwen zich vaak drie jaar lang lieten mishandelen uit angst hun verblijfsvergunning te
verliezen.
Is er niet sprake van mishandeling geweest, dan wordt het moeilijk. Tot op heden heeft de
Minister het tegen de wil achterlaten niet als zodanige vorm van geweld geaccepteerd, dat dit
tot verlening van een verblijfsvergunniung leidt.
Je moet dan als vrouw voldoen aan twee van de andere factoren, dus bijvoorbeeld de zorg
hebben voor een kind in combinatie met een van de andere factoren. In de praktijk blijkt dit
moeilijk. Het hebben van de zorg voor een kind met de Nederlandse nationaliteit is niet
voldoende om een verblijfsvergunning te krijgen. Kinderen hebben in de meeste gevallen een
19
dubbele nationlaiteit en kunnen dus ook in Marokko wonen samen met hun moeder. Er moet
ook sprake zijn van onvoldoende opvangmogelijkheden in Marokko. De positie van een
gescheiden vrouw in Marokko wordt in het algemeen niet als schrijnend en of bijzonder
gevonden in Nederland.
De vraag of er onvoldoende opvangmogelijkheden zijn moet naar de huidige regelgeving
beoordeeld worden naar de maatstaven in Marokko. Als je familie hebt in Marokko, word je
geacht opvangmogelijkheden te hebben voor jezelf en het – Nederlandse- kind.
De SSR strijdt al jaren voor een andere invulling van dit beleid klemmende reden humanitaire
aard. Wij vinden dat tegen hun wil achtergelaten vrouwen, die de zorg hebben voor kinderen
met de Nederlandse nationaliteit onder alle omstandigheden een eigen verblijfsvergunning
moeten krijgen, zodat zij hun kinderen in Nederland kunnen laten opgroeien. De praktijk is nu
zo, dat de vrouwen geen verblijfsvergunning krijgen. Zij moeten terugkeren naar Marokko en
kunnen 2 dingen doen, hun kinderen achterlaten, de Nederlandse Staat zoekt dan een
pleeggezin, of de kinderen meenemen naar Marokko, de kinderen groeien dan op in Marokko.
De Minister van Justitie heeft mei 2007 naar aanleiding van een nota met knelpunten aan de
Tweede Kamer toegezegd om dit beleid nog eens te evalueren. Wat wij nastreven, is beleid
waarbij de positie van het kind als uitgangspunt wordt genomen. Als een vrouw de zorg heeft
voor een kind met de Nederlandse nationaliteit en het belang van het kind brengt met zich mee,
dat het in Nederland opgroeit, in Nederland naar school gaat etc, dan dient de vrouw de
beschikking te krijgen over een verblijfsvergunning, zodat zij haar taak als verzorgster en
opvoedster van het kind ook in Nederland kan vervullen. Voorlopig is het nog niet zo ver en
zitten we midden in overleg met de Minister.
Belangrijk is dat de Minister in Nederland beter inzicht krijgt in de vaak moeilijke positie van
gescheiden vrouwen in Marokko en hun onmogelijkheid om de kinderen naar Nederlandse
maatstaven een fatsoenlijke verzorging en opvoeding te geven.
Voor de Marokkaanse hulpverleners is van belang bij achterlating de volgende stappen te
nemen:
1. Snel reageren. Niet wachten op verhaal van de man, ik kom je over een maand
ophalen. De vrouw moet aangifte van vermissing doen van haar paspoort en een nieuw
paspoort aanvragen.
2. Na afgifte van het nieuwe paspoort moet zij zich melden bij de Nederlandse
Ambassade en aangeven dat zij tegen haar wil is achtergelaten. De ambassade heeft
een aparte vertrouwenspersoon, die de vrouw te woord staat en een visum verleent om
terug te keren naar Nederland. NB als het nieuwe paspoort niet snel komt, moet men
zich zonder paspoort al vast melden bij de ambassade. Als de vrouw te lang wacht,
krijgt zij geen visum meer.
3. Een voordeel is, als de vrouw een kopie van haar paspoort en verblijfsvergunning heeft.
dan kan de ambassade sneller een visum verlenen.
20
6.SSR Expertmeeting 7 juni 2008 in Al Hoceima Marokko
Liste des participants
1. Ellie van den Brom, avocate à Amsterdam [email protected]
Tél. 003120-66 46 930.
2. Samira Bouddount, avocate à Amsterdam [email protected]
Tel: 0031206852983 GSM 0031646616586
3. Fadma Bouchataoui, COS Rotterdam Centre de Coopération en développement.
[email protected] Tél 0031104899500
4. Joke Verkuijlen, membre de bureau administratif de SSR en Hollande
[email protected] Tél. 0418-512656 GSM 0031644614237
5. Latifa Lazaar, membre de bureau administratif de SSR en Hollande [email protected]
Tél 003140 235 99 99
6. Cynthia Plette, Association SSR Maroc Berkane [email protected]
Tel. 070424321 SSR Berkane 036612456 [email protected]
7. Jamila Ajabbad, Association SSR Maroc, traductrice Tétouan [email protected]
GSM 073133337
8. Zahra Zaoui présidente de l’Association Ain Ghazal 2000 Oujda, avocate à Oujda
036701828 / 061102232 [email protected]
9. Faissal Aoussar, vice-président de l’Association Bades Al Hoceima.
Tél : 039840527
10. Souad El Idrissi, vice-présidente de l’Association Bades Al Hoceima, avocate à Al
Hoceima Tél. 039980538 / GSM 064928712 [email protected]
11. Najima Aouttah, Association BADES Tel. 039840527
12. A. Majid Azeryah, membre de bureau administratif de Association Bades Al Hoceima,
avocat à Al Hoceima Tél. 039840527 / GSM 061600449
13. Zohra Koubia présidente de l’Association Forum des Femmes Al Hoceima
[email protected] Tél. 039985179 / 061388685
14. Farouk Bentouhami, avocat à Al Hoceima GSM 064162868
15. Mohamed Laouini coordinateur association BADES Tél. 039980538
16. Bouchra El Khalfioui, présidente de Forum Numidiya Nador [email protected]
GSM 076419030
17. Selma Nidar Nador, secretaire generale de FORUM Numidiaya Nador
Tel. 068688407 [email protected] [email protected]
18. Mohamed Benttamimounte, vice-président Association Horizon Nador.
Tél. 036350812/ GSM 064620616 [email protected]
19. Nadia Azannoutti écoutante centre d’écoute Association Horizon
Tél. 036350812 [email protected]
21
20. Allal Zeroual, avocat à Nador GSM 062529448 [email protected]
21. Karima Ramdani écoutante de l’Association Al Hadaf Berkane [email protected]
[email protected] Tél. 0366124801 GSM 068261463
22. Soraya Mansour, Association Amis de Tafouralt lid van Anaruz ; centre d’écoute.
Tél. 036637347 [email protected]
23. El Arabi Azouz, avocat à Taza. Tél. 035280144 GSM 061359787
24. Samira Hourmatallah, secrétaire générale de l’Association Femmes de Gheznaya
Aknoul [email protected] Tél. 035277653 GSM 078838465
25. Mustapha Oulad Mansour avocat à Tétouan. Tél. 039966949
GSM 061069093
26. Mme F. Cherif UNFM Oujda [email protected] Tél. 061812628
27. Nadia Nair secrétaire général de UAF Tétouan à Martil [email protected]
Tél. 039688787 GSM 061437267
28. Sietske de Boer, journaliste indépendante à Ajdir GSM 065200034
29. Fatima Boubcher Avocate à Berkane Tél. 036614508 GSM 069609218
30. Tahar Elkadaoui Avocat à Nador. Tél. 036 60 70 79 GSM 061 36 26 23
31. Samira Moheya juriste organisation espagnol MPDL à Al Hoceima
Tél. 039980765 [email protected]
32. Khadra Mehdi écoutante Ain Ghazal [email protected]
Tél. 0367444712
33. Najat Guenfoudi écoutante Ain Ghazal [email protected]
Tél. 0367444712
34. Maria Esparcia Fundacion CEAR à Al Hoceima Tél. 039985459
GSM 071257786 [email protected]
22
Bijlage 7.
Programma Expertmeeting zaterdag 7 juni 2008
‘De rechtspositie van Marokkaanse migrantenvrouwen in Nederland.
De toepassing van het Marokkaanse en Nederlandse familierecht’.
9.00
Ontvangst
9.30
Woord van welkom, bestuur Stichting ABASE
Opening door de dagvoorzitter Mr. Zahra Zaoui, advocate en voorzitter van Ain Ghazal
2000 in Oujda.
10.00
‘Juridische problemen van Marokkaanse migrantenvrouwen in relatie tot de
Nederlandse wetgeving.’ De ervaringen bij Stichting Steun Remigranten in Berkane.
Cynthia Plette, medewerker SSR.
10.15
‘De activiteiten van SSR Nederland als lid van de Landelijke Werkgroep Mudawwanah
(LWM) en het landelijke netwerk van advocaten’. Latifa Lazaar, bestuurslid van SSR en
de LWM.
10.30
‘De toepassing van het Marokkaanse familierecht in de Nederlandse rechtspraak.
Mr. S.Bouddount, advocate in Amsterdam.
11.00
Pauze
11.15
‘De betekenis van het Marokkaanse familierecht voor Marokkaanse
migrantenvrouwen’. Mr. S.Idrissi, advocate in Al Hoceima.
11.45
‘De problematiek van onvrijwillig achtergelaten vrouwen en kinderen in relatie tot het
Nederlandse vreemdelingenrecht’.
Mr. E. M. van den Brom, advocate in Amsterdam en partner van SSR.
12.15
Vragen en debat
13.00
Afronding
13.00-14.15 Lunch
14.15 Ateliers: In twee ateliers worden de volgende thema’s besproken:
Tussen het Nederlandse en Marokkaanse familierecht: knelpunten en strategieën in de
juridische praktijk’
Afstemming en verbetering sociaaljuridische dienstverlening
Versterking samenwerking en netwerkopbouw op nationaal- en bilateraal niveau
16.00
Plenaire nabespreking ateliers
Conclusies en perspectieven
17.00
Afsluiting
23
Download