inhoud 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. Inleiding De farao De dood van de farao Bewaard als mummie Het graf Groter en groter De vorm De bouw van de piramide Beroemde piramides Filmpje Bronnen en foto’s Colofon en voorwaarden blz. 3 4 5 6 7 8 9 10 13 16 17 18 Inleiding Bij het woord piramide denk je gelijk aan Egypte. Egypte is het land van de farao’s. Een piramide is de grafplaats van een farao. In dit e-boek krijg je antwoord op de volgende vragen: Wat is een farao? Waarom kregen farao’s zulke enorme graven? Waarom had hun graf zo’n bijzondere vorm? Hoe werden de piramides gebouwd? Tot slot lees je iets meer over enkele beroemde piramides. 1. De farao In het oude Egypte was een farao niet zo maar een koning. Hij was veel meer dan een koning. Een farao was de zoon van een god. De farao kreeg de naam Horus. Horus was een hemelgod. Horus was de beschermer van de zon. Horus was een valkgod met ogen die alles zagen. de farao als god Veel later wordt de farao vereerd als de zoon van de zonnegod Ra. Als zoon van een god had de farao heel veel macht. Zijn volk geloofde in hem. De farao werd gezien als de beschermer van het volk. De farao was iemand die in contact stond met de hemel. Hij kon spreken met de goden. Horus Ra 2. De dood van de farao Een farao was dan wel een god, maar hij ging wel gewoon dood. Dan veranderde er veel in het land. De zoon van de farao werd de nieuwe farao en ook de nieuwe god. En de dode farao? Die was nog steeds erg belangrijk. De dode farao werd de nieuwe koning van het dodenrijk. Zijn naam werd Osiris. De Nijl is nog steeds een belangrijke rivier de farao op zijn troon in het dodenrijk Eigenlijk was een farao na zijn dood nog belangrijker dan tijdens zijn leven. Osiris was de brenger van nieuw leven en vruchtbaarheid. Hij was de god van de Nijl. De Nijl was de belangrijkste rivier in Egypte. De Nijl was ook de brenger van water en vruchtbaarheid. 3. Bewaard als mummie Men geloofde in Egypte dat men het dode lichaam van de farao heel goed moest verzorgen. Eigenlijk moest het lichaam bewaard blijven. Zo kon alleen de ziel van de farao in het lichaam blijven. En alleen zo kon de farao in het dodenrijk regeren. Het lichaam werd uitgedroogd. De farao veranderde zo langzaam in een mummie. De mummie werd in linnen doeken gewikkeld. het gouden dodenmasker de sarcofaag Daarna kreeg de mummie een masker met het gezicht van de farao op. Vaak was dat gezicht in goud nagemaakt. Tot slot verdween de mummie in één of meer sarcofagen. Een sarcofaag was een mooi versierde kist. Nu kon de farao zijn lichaam meenemen naar het dodenrijk.