Voorbeeld doelenboom zelfregie Inwoners voeren zoveel mogelijk regie over hun zorg en ondersteuning Hebben de vaardigheden % cliënten van professionals die minimaal voldoende vaardigheden heeft om keuzes te maken Kunnen keuzes maken Willen keuzes maken Mogen keuzes maken (eigen effectiviteit) (attitude/motivatie) (sociale omgeving) Hebben een financiële basis % inwoners met minimaal 110% van het sociaal minimum Hebben zelfvertrouwen Score op de Zelfredzaamheidsmatrix Hebben toegang tot informatie % clienten dat de informatie begrijpelijk vindt en % dat de informatie vindbaar vindt. % informatie dat hoogstens taalniveau B2 heeft Aantal bezoekers van websites met info over zorg en ondersteuning Hebben er voldoende belang bij (afweging tijd en moeite/opbrengsten) De mate waarin cliënten het belangrijk vinden om zelf te kunnen kiezen Hebben keuzemogelijkheden (bv PGB) Ontvangen erkenning en steun Krijgen de gelegenheid om te kiezen % inwoners dat vindt dat er voldoende keuze is % Cliënten dat zelf ervaart dat zij erkenning en steun krijgen in de keuzes die ze maken Cliënten en professionals zien dat er mogelijkheid tot kiezen is in het keukentafelgesprek Aantal aanbieders voor (hetzelfde type) zorg en ondersteuning Aantal professionals dat ziet dat hun cli:enten voldoende ondersteuning krijgen voor hun keuzes. % Cliënten dat ervaart dat zij een andere keuze kunnen maken als zij al ondersteuning krijgen. Doelenboom Vul deze doelenboom in a.d.h.v. stap 1 t/m 4 Subdoel 1 (STAP 2) Hoofddoel (STAP 1) Subdoel 2 (STAP 2) Subdoel 3 (STAP 2) Indicator 1 (STAP 3) Indicator 2 (STAP 3) Indicator 3 (STAP 3) Meetbare indicator (STAP 4) Meetbare indicator (STAP 4) Meetbare indicator (STAP 4) 4 Stappen om in co-creatie tot meetbare outcome-indicatoren te komen 1. Bepaal gezamenlijk het hoofddoel binnen het thema eenzaamheid en bespreek wat dit volgens jou betekent. Wat moet er precies bereikt worden? Vul het hoofddoel in in de doelenboom. Bijvoorbeeld: Doel: zelfregie Wat betekent het volgens jou als inwoners zelfregie hebben? Wat wil je dat er dan bereikt wordt? Het hoofddoel wordt: ‘Inwoners voeren zoveel mogelijk regie over hun zorg en ondersteuning’ 2. Stel vast welke de factoren bepalend zijn voor het bereiken van het hoofddoel. Waaraan merk je dat het hoofddoel behaald wordt? Schrijf per persoon zoveel mogelijk van deze factoren op : 1 post-it per factor Schuif je post-its door naar je buurman. Kies daaruit de twee meest aansprekende post-its en leg die ondersteboven in het midden Pak p.p. 1 post-it en beargumenteer aan de groep waarom dit een belangrijk element is. Kies samen de 3 beste. Noteer deze 3 in de vorm van een subdoel in de doelenboom Bijvoorbeeld: Mensen hebben regie over hun zorg en ondersteuning als ze zelf in staat zijn hun eigen keuzes maken over welke zorg of ondersteuning het beste voor hen werkt. Het moet geaccepteerd worden door de omgeving (naasten, professionals) dat zij zelf de regie hebben en ze moeten de keuzes zelf wíllen maken. De subdoelen worden dan: Inwoners kunnen keuzes maken (eigen effectiviteit) Inwoners willen keuzes maken (attitude/motivatie) Inwoners mogen keuzes maken (sociale omgeving) (Een randvoorwaarde hierbij zou kunnen zijn de beschikbaarheid/capaciteit van voldoende zorg en ondersteuning. Dit zegt op zichzelf niets over de mate van zelfregie en is daarom geen subdoel maar een randvoorwaarde). 3. Stel van één subdoel samen vast welke factoren daarvoor bepalend zijn. Waaraan zie je dat de subdoelen behaald worden? Wat zorgt er in essentie voor dat het subdoel behaald wordt? Noteer max. 3 van deze indicatoren in de doelenboom. Check: zeggen deze indicatoren nog iets over het hoofddoel? Bijvoorbeeld: Subdoel: Mogen keuzes maken (sociale omgeving) Je ziet dat mensen keuzes mogen maken doordat ze binnen de regels en wetten daarvoor de ruimte krijgen zodat er iets te kiezen valt, er binnen de zorg en ondersteuning een moment voor wordt ingebouwd en als de keuzes van cliënten erkend worden door hun omgeving. De subsubdoelen worden dan: 1. Inwoners hebben keuzemogelijkheden (bv. PGB); 2. Inwoners ontvangen erkenning en steun; 3. Inwoners krijgen de gelegenheid 4. Maak bij max. drie subsubdoelen een meetbare indicator. Check: zeggen de indicatoren samen nog iets over het hoofddoel? Bijvoorbeeld: Indicator: Inwoners hebben keuzemogelijkheden. Mogelijke meetbare indicatoren hiervoor zijn: 1. % inwoners dat vindt dat er voldoende keuze is in het aanbod. 2. Aantal aanbieders voor (hetzelfde type) zorg en ondersteuning Samen met de meetbare indicatoren bij de andere subdoelen en indicatoren zegt dit iets over het hoofddoel Toelichting begrippen Hoofddoel = een algemene omschrijving van een maatschappelijk effect dat beoogd wordt Bijvoorbeeld: inwoners van gemeente X zijn zelfredzaam. In het hoofddoel beschrijf je de beoogde eindsituatie, niet een situatie van verbetering (dus niet: inwoners van gemeente X zijn zelfredzamer of: worden ondersteund bij...). Het betreft één doel, niet een combinatie van doelen (dus niet: zelfredzaamheid en participatie). Het hoofddoel wordt vooraf niet gekoppeld aan een voorziening of instrument (dus niet: het effect van een sociaal wijkteam op de zelfredzaamheid van inwoners). Subdoelen = doelen die bereikt moeten worden om het hoofddoel te bereiken. Het subdoel is een element of onderdeel van het hoofddoel. Bijv. inwoners van gemeente X zijn zelfredzaam -> subdoel 1. inwoners hebben voldoende financiële middelen om in hun levensonderhoud te voorzien – subdoel 2. inwoners zijn in staat om structuur aan te brengen in hun eigen dagindeling, etc. een subdoel kan zelf ook weer uiteenvallen in (sub)subdoelen. Subdoelen splits je uit tot het niveau dat ze eenduidig kunnen worden omgezet in meetbare indicatoren. Indicatoren Een indicator geeft het een aanwijzing over de mate waarin een (sub)doel gerealiseerd wordt. Bijv. het subdoel inwoners hebben voldoende financiële middelen om in hun levensonderhoud te voor zien -> indicator: het aantal inwoners met een besteedbaar inkomen boven het sociaal minimum. Om de outcome-indicatoren zo concreet en meetbaar mogelijk te maken, formuleer je deze op het niveau van subdoelen. Ga daarbij altijd na of de geformuleerde indicatoren (gezamenlijk) nog iets zeggen over het hoofddoel (beoogde maatschappelijk effect). Meetbare indicator = een meetbare grootheid die een signalerende functie heeft en een aanwijzing geeft over de mate waarin het doel wordt behaald. Uiteindelijk kunnen de betrokken partijen normen koppelen aan de indicatoren. Bijv. het percentage mensen dat een besteedbaar inkomen heeft boven het sociaal minimum moet in 2016 10% hoger moet liggen dan in 2015.