Oefenopgaven natuurkunde klas 4: Kracht en Moment ANTWOORDEN: zie www.natuurkunde.nl, leerling, oefenen, op onderwerp, kracht en moment, de opgaven Moment 2, Moment 3, Eenvoudige hijskraan en Evenwicht. Het is toegestaan ook de andere opgaven te bekijken! Opgave 1 koord Een voorwerp van 20 kg hangt in het midden van een 4,0 m lang koord waarvan de uiteinden op gelijke hoogte worden gehouden. De afstand tussen de uiteinden van het koord is 3,0 m. • a Maak een tekening en bereken de spankracht in het koord. Opgave 2 Spin Een spin van 75 mg hangt aan een draad; α = 110 º. Zie de tekening. • a Bereken de spankrachten. De draad knapt bij 9.10-4 N. • b Hoe groot mag α zijn? Opgave 3 Eenvoudige hijskraan De kracht die ervoor zorgt dat een zwaar voorwerp door een hijskraan wordt opgetild of wordt neergelaten kan eenvoudig in beeld worden gebracht. Deze opgave hanteert eenvoudige getallen en gaat uit van een eenvoudige situatieschets. Er zijn echter vele toepassingen te vinden in de techniek waar sprake is van krachten en een helling. De hijskraan wordt voorgesteld door twee massa's. De linkermassa stelt de last voor en de rechter vertegenwoordigd de motor die de last laat dalen of stijgen. Verder doen we net alsof de vaste katrol vrijwel wrijvingsloos ronddraait. Beide massa's hebben in dit model een massa van 1,0 kg. Q=30°. Bereken de verplaatsing van de rechter massa na 2 seconden. Opgave 4 Evenwicht De getekende horizontale homogene balk heeft een massa van 15,0 kg. De balk is scharnierend bevestigd aan de verticale staven 1 en 2 bij de scharnierpunten S. De tekening is op schaal. • a Bereken de kracht van elk van de staven op de balk en teken elke kracht op de balk in de tekening. Bron: www.natuurkunde.nl 317566783