1 VI.Covalente verbindingen: Orbitalen •microscopische eigenschappen: bindingslengten en -hoeken, bindingsorde (BO), elektronendistributie, polariteit •gelokaliseerd e-model: molecule = som discrete bindingen •verdeling valentie-e en BO: Lewistheorie + resonantie •ruimtelijke structuur (bindingshoeken): VSEPR-theorie •orbitalen gebruikt voor binding: valentiebindingstheorie (VB) •MOT: molecule is geheel van kernen en elektronen •ruimtelijke structuur + e-configuratie + polariteit •VB+MOT: molecule = som discrete bindingen (VB) + gedelokaliseerde elektronen (MOT) 2 GELOKALISEERD ELEKTRONENMODEL valentie-e: gelokaliseerd op atomen of tussen twee atomen vrije e-paren bindingse-paren AANTAL valentie-e in MOLECULE 1 vrije e-paren bindingse-paren Lewistheorie 2 + resonantie VERDELING valentie-e in MOLECULE VB theorie hybridisatie VSEPR 3 5 4 positie ladingswolken ≡ oriëntatie AO rond atoom in molecule rond atoom in molecule 4’ bindingshoeken AO waarin valentie-e plaatsnemen 3 Valentiebindingstheorie (VB) Valentiebindingstheorie (VB) 4 •overlap atoomorbitalen (AO): vorming VB-orbitaal •orbitaaloverlap: interferentie tussen golffuncties ψ •voorwaarden voor constructieve orbitaaloverlap •types constructieve orbitaaloverlap: types binding (σ, π) •overlap van valentie-AO: binding = delen valentie-e •hybridisatie: lineaire combinatie van AO op één atoom • vorming ruimtelijk gerichte valentie-AO •lineair: sp = één s AO + één p AO •trigonaal: sp2 = één s AO + twee p AO •tetrahedrisch: sp3 = één s AO + drie p AO •TBP: sp3d = één s AO + drie p AO + één d AO •octahedrisch: sp3d2 = één s AO + drie p AO + één d AO 5 Overlap atoomorbitalen Orbitaaloverlap: interferentie tussen golffuncties ψ constructieve AO-overlap destructieve AO-overlap toename e-densiteit verdwijning e-densiteit 6 7 Voorwaarden constructieve AO-overlap • geschikte ruimtelijke oriëntatie • geschikte symmetrie (fase; teken ψ) s +. sferisch symmetrisch: geen voorkeursrichting voor overlap voorkeursrichting voor overlap 8 σ-binding π-binding Overlap valentie-AO: binding = delen valentie-e 9 •overlappende AO bevatten elk 1 e met tegengestelde spin •overlap AO ⇒ vorming VB-orbitaal met 1 gedeeld e-paar σ-binding: directe orbitaaloverlap AO •verhoging e-densiteit langs verbindingslijn atoomkernen s ↓ .↓ s + .↑↓ . . sterkte σ-binding↓ met nAO↑ geen voorkeursrichting voor overlap s AO s + ↓ .↓ px . x . . ↑↓ x voorkeursrichting voor overlap px AO ⇒ directioneel karakter binding ⇒ binding ge-oriënteerd langs x-as px ↓ x + ↓ . px . x . ↑↓ . x voorkeursrichting voor overlap px AO ⇒ directioneel karakter binding ⇒ binding ge-oriënteerd langs x-as π-binding: zijdelingse orbitaaloverlap AO 10 verhoging e-densiteit aan weerszijden verbindingslijn atoomkernen relatieve sterkte bindingen: •σ>π •π 2p-2p > π 2p-3p π 3p-3p: zeer zwak 11 vorming van σ-binding door directe overlap van één p en één d atoomorbitaal y y x + dx2-y2 . + px − x . − + . + . + − . . − y − + x − vorming van π-binding door zijdelingse overlap van één p en één d atoomorbitaal y y y + py dxy − + . x − − . . . x − + + x − − + + vorming van π-binding door zijdelingse overlap van één d en één d atoomorbitaal dxy dxy − + − − + + − x − − . . x − − + . . − y y y + + − x 12 Hybridisatie Hybridisatie 13 •het type atoomorbitalen dat door atoom gebruikt wordt voor overlap en dus voor vormen van bindingen in de beschouwde MOLECULE wordt beschreven door hybridisatie •hybridisatie is lineaire combinatie van AO op één atoom. De ruimtelijke oriëntatie van de gevormde hybridorbitalen correspondeert met ruimtelijke schikking van ladingswolken rond het atoom in de beschouwde MOLECULE ⇒ de ruimtelijke schikking van de ladingswolken rond het atoom in de beschouwde MOLECULE (VSEPR) bepaalt welk type hybridorbitalen nodig zijn voor het beschrijven van binding 14 •voorbeeld: AO gebruikt voor binding in methaan CH4 methaan: 8 valentie-elektronen (C: 1 × 4; H: 4 × 1) H H C H VSEPR 1s2 2s2 2px1 2py1 H Lewisstructuur tetrahedrische schikking ladingswolken rond C in methaan De loben van de AO in het vrije C-atoom zijn NIET gericht naar de hoekpunten van een tetraheder binding = overlap van valentie-AO ⇒ de valentie-AO van C nodig om de binding van C met H door overlap van AO te beschrijven moeten ge-oriënteerd zijn naar de hoekpunten van een tetraheder 15 hybridisatie = vorming van ruimtelijk gerichte valentie-AO door lineaire combinatie van valentie-AOs op één atoom 1 s AO combineren met 1 p AO ⇒ 2 sp-hybridorbitalen ψ1,sp = ψ s + ψp ψs + ψp ψ 2,sp = ψ s − ψp ψs − ψ p 16 aantal hybridorbitalen = aantal gecombineerde AO naam hybridorbitalen: naam + aantal gecombineerde AO SUPERscript: aantal AO gegeven type betrokken in hybridisatie SUPERscript = 1: wordt niet geschreven aantal ladingswolken positie ladingswolken hybridisatie: gecombineerde AO bindingshoek 2 lineair sp: 1 s + 1 p 180° 3 trigonaal sp2: 1 s + 2 p 120° 4 tetrahedrisch sp3: 1 s + 3 p 109.5° trigonaal bipyramidaal sp3d: 1 s + 3 p + 1 d e-a: 90° e-e: 120° a-a: 180° octahedrisch sp3d2: 90° 180° 5 6 1s+3p+2d 17 sp hybridisatie: lineaire combinatie van 1 s en 1 p AOs ⇒ 2 p AO ⊥ sp hybridorbitalen sp hybridisatie ≡ lineaire schikking van de ladingswolken SUPERscript 2: 2 p-orbitalen betrokken in hybridisatie 18 sp2 hybridisatie: lineaire combinatie van 1 s en 2 p AOs ⇒ 1 p AO ⊥ sp2 hybridorbitalen sp2 hybridisatie ≡ trigonale schikking van de ladingswolken SUPERscript 3: 3 p-orbitalen betrokken in hybridisatie 19 sp3 hybridisatie: lineaire combinatie van 1 s en 3 p AOs sp3 hybridisatie ≡ tetrahedrische schikking van de ladingswolken 20 sp3d hybridisatie: lineaire combinatie van 1 s en 3 p en 1 d AOs sp3d hybridisatie ≡ trigonaal bipyramidale schikking van ladingswolken 21 sp3d2 hybridisatie: lineaire combinatie van 1 s en 3 p en 2 d AOs sp3d2 hybridisatie ≡ octahedrische schikking van de ladingswolken 22 Beschrijving vorming gelokaliseerde binding enkel indien GEEN resonantie indien resonantie: binding beschrijven met combinatie VB + MOT 23 beschrijven vorming gelokaliseerde binding in: •di-atomaire verbindingen (2 atomen gebonden) •enkelvoudige binding: σ-binding •dubbele binding: σ-binding + π-binding •drievoudige binding: σ-binding + 2 π-bindingen •poly-atomaire verbindingen (> 2 atomen gebonden) Diatomaire verbindingen 24 σ-binding gevormd langs as overlappende p-orbitaal enkelvoudige binding: σ-binding door directe orbitaaloverlap AO 25 bepaling e-configuratie van atomen in een verbinding e-configuratie van een atoom in een verbinding bepalen uit de Lewisstructuur; de vrije e-paren op een atoom worden toegekend aan het atoom en elke bindingspartner krijgt 1 bindingselektron toegekend : : H Cl : x vorming binding tussen H en Cl is beschouwd langs x-as e-configuratie van Cl in HCl: [Ne] 3s2 3px1 3py2 3pz2 e-configuratie van H in HCl: 1s1 : : : : :F F: x vorming binding tussen F en F is beschouwd langs x-as e-configuratie van beide F in F2: [He] 2s2 2px1 2py2 2pz2 sterkte σ-binding hangt af van n van overlappende AO 150 150 125 125 F-F Cl-Cl Br-Br 3p 3p : 175 ↑↓ :I I: : 175 : 200 Cl: : 200 : 225 :Cl : 225 F: : 250 :F : 250 : 275 : 275 : 300 : 300 Bindingslengte (pm) BDE (kJ/mol) 26 ↑↓ 5p 5p I-I •BDE Cl–C l > BDE Br–Br > BDE I–I grootte 3p < 4p < 5p; aantrekking kernen – bindingse kleinst in I2 •BDE F–F < BDE Cl–Cl F heeft heel grote Zeff ⇒ 2p AO’s van F zijn heel klein vrije e-paren op F veel dichter bij elkaar in de ruimte dan vrije e-paren op Cl afstoting tussen vrije e-paren is energetisch ongunstiger in F-F dan in Cl-Cl :O . + . O: :O O : : :: : : . : . dubbele binding: 1 σ-binding + 1 π-binding 27 π-binding ⊥ σ-binding e-configuratie van beide O in O2: [He] 2s2 2px1 2py1 2pz2 N + N π-binding σ-binding π-binding ::: . . : . . ..: drievoudige binding: 1 σ-binding + 2 π-bindingen :N N : π-binding ⊥ σ-binding π-binding ⊥ σ-binding π-binding ⊥ π-binding e-configuratie van beide N in N2: [He] 2s2 2px1 2py1 2pz1 Poly-atomaire verbindingen 28 voorbeeld: vorming CH bindingen in methaan CH4 H H C H VSEPR H 8 valentie-elektronen sp3 hybridisatie BO CH = 1 overlap AO e-configuratie C in methaan: C: 1s2 (2sp3)1 (2sp3)1 (2sp3)1 (2sp3)1 tetrahedrische schikking ladingswolken rond C 4 × directe overlap C (2sp3)1 met H 1s1 29 Energetische aspecten hybridisatie ⎛ ⎞ 1 ⎜ ∑ E AO ⎟ E a b = i⎟ sp d 1 + a + b ⎜⎝ i ⎠ ( 1 E2s + 3E2p E = Csp3 1+ 3 ) 1 E = [( −19.43 eV + 3 (− 10.66 eV )] = − 12.86 eV 3 Csp 4 30 C(g): (2sp3)4 + 4 H(g) C(g): 2s1 2p3 + 4 H(g) hybridisatie excitatie 4 × σ-overlap C-H C(g): 2s2 2p2 + 4 H(g) - molec. stab. = ∑ BDEi i 1652 kJ = 4 × BDEC −H CH4(g) 31 •de elektronenconfiguratie van C in methaan is C sp3: 1s2 (2sp3)1 (2sp3)1 (2sp3)1 (2sp3)1 •vorming CH-bindingen: 4× directe overlap met 1s AO van H ⇒ 4 equivalente VB-orbitalen met gedeeld e-paar ⇒ 4 equivalente σ CH-bindingen >< ⇒ 4 bindingse-paren in CH-bindingen hebben zelfde E experimenteel: 1 bindingse-paar heeft ≠ E ⇒ VB geeft niet altijd de correcte energie van de elektronen in een molecule 32 Praktisch gebruik gelokaliseerd e-model Voorbeeld: acethyleen 10 valentie-elektronen (C: 2 × 4; H: 2 × 1) •BO CC = 3; BO CH = 1 •rond elk C atoom ⇒ 2 ladingswolken (LW) ⇒ lineaire schikking LW ⇒ H-C-C: 180° ⇒ sp-hybridisatie 33 34 π 2 × σ CH binding: 2× overlap C(2sp)1 met H(1s1): 2 × 2 bindingse 1 × σ CC binding: 1× overlap C1(2sp)1 met C2(2sp)1: 2 bindingse 2 × π C-Cbinding: 1× zijdelingse overlap C1(2py1) met C2(2py1): 2 bindingse 1× zijdelingse overlap C1(2pz1) met C2(2pz1): 2 bindingse e-configuratie: elke C: 1s2 (2sp)1 (2sp)1 (2py)1 (2pz)1 elke H: 1s1 Voorbeeld: formaldehyde H2CO 12 valentie-elektronen (C: 1 × 4; O: 1 × 6; H: 2 × 1) H C H : : •BO CO = 2; BO CH = 1 O •bindingsdipool: EN C = 2.5; EN O = 3.5 ΔEN = 2 ⇒ Cδ+=Oδ− •schikking LW: •rond C ⇒ 3 LW ⇒ trigonale schikking LW ⇒ H-C-O: 120° ⇒ H-C-H: 120° ⇒ sp2-hybridisatie •rond O ⇒ 3 LW ⇒ trigonale schikking LW ⇒ sp2-hybridisatie •C en O sp2 ⇒ alle atomen in 1 vlak ⇒ planaire molecule •polariteit: som bindingsdipolen ≠ 0 ⇒ polair 35 36 O C 2(sp2)1 2(sp2)1 2(sp2)1 2pz1 H−C−H = 120° δ+ 2(sp2)1 2(sp2)2 δ− 2(sp2)2 2pz 1 ↓↑ 120° H−C−O = 120° ↑↓ planair: alle atomen liggen in één vlak 12 valentie-elektronen (H: 2 × 1; C: 1 × 4; O: 1 × 6): 2 × σ C−H: 2 × directe overlap C 2(sp2)1 met H 1s1 ⇒ 2 × 2 bindingselektronen 1 × σ C−O: 1 × directe overlap C 2(sp2)1 met O 2(sp2)1 ⇒ 2 bindingselektronen 1 × π C−O: 1 × laterale overlap C 2pz1 met O 2pz1 ⇒ 2 bindingselektronen π C−O staat loodrecht op vlak van σ-bindingen 2 × 1 elektronenpaar in O 2(sp2) ⇒ 2 × 1 vrij elektronenpaar op O Voorbeeld: ethyleen 12 valentie-elektronen (C: 2 × 4; H: 4 × 1) •BO CC = 3; BO CH = 1 •rond elk C atoom ⇒ 3 LW ⇒ trigonale schikking LW ⇒ H-C-C: 120°; H-C-H: 120° ⇒ sp2-hybridisatie 37 π σ π 38 • 8 bindingse: 4 × σ C-H binding: 4 × overlap C (sp2)1 met H 1s1 •dubbele binding C=C: 1 σ-binding + 1 π binding 2 bindinsge: 1 σCC; directe overlap C1 (2sp2)1 met C2 (2sp2)1 2 bindingse: 1 πCC; zijdelingse overlap C1 2py1met C2 2py1 •planair: alle atomen liggen in 1 vlak e-configuratie: elke C: 1s2 (2sp2)1 (2sp2)1 (2sp2)1 (2pz)1 elke H: 1s1 Voorbeeld: alleen CH2=C=CH2 39 16 valentie-elektronen (C: 3 × 4; H: 4 × 1) H H C“ C’ •BO CC = 2; BO CH = 1 •rond C’ ⇒ 2 LW C H ⇒ lineaire schikking LW H ⇒ H-C-C’: 180 e-configuratie C’: C’: [He] (2sp)1 (2sp)1 1 2py 2pz 1 e-configuratie C”: C”: [He] (2sp2)1 (2sp2)1 (2sp2)1 pz1 e-configuratie C: C: [He] (2sp2)1 (2sp2)1 (2sp2)1 py1 ⇒ sp-hybridisatie •rond C” en C ⇒ 3 LW ⇒ trigonale schikking LW ⇒ H-C”-C’: 120°; H-C”-H: 120°; C’-C-H: 120°; H-C-H: 120° ⇒ sp2-hybridisatie C” 2(sp2)1 2(sp2)1 2(sp2)1 2pz1 40 C’ 2(sp)1 2(sp)1 2py1 2pz1 y’ z” C 2(sp2)1 2(sp2)1 2(sp2)1 2py1 H−C”−H = 120° H−C”−C’ = 120° H−C−H = 120° C’−C−H = 120° x z’ C”−C’−C = 180° 16 valentie-elektronen (H: 4 × 1; C: 3 × 4): y 2 × σ C”−H: 2 × directe overlap C” 2(sp2)1 met H 1s1 ⇒ 2 × 2 bindingselektronen 1 × σ C”−C’: 1 × directe overlap C” 2(sp2)1 met C’ 2(sp)1 ⇒ 1 × 2 bindingselektronen 1 × π C”−C’: 1 × laterale overlap C” 2pz1 met C’ 2pz1 ⇒ 1 × 2 bindingselektronen 1 × σ C’−C: 1 × directe overlap C’ 2(sp)1 met C 2(sp2)1 ⇒ 1 × 2 bindingselektronen 1 × π C’−C: 1 × laterale overlap C’ 2py1 met C 2py1 ⇒ 1 × 2 bindingselektronen 2 × σ C−H: 2 × directe overlap C 2(sp2)1 met H 1s1 ⇒ 2 × 2 bindingselektronen π-bindingen staan loodrecht op elkaar vlak H−C”−C’ staat loodrecht op vlak C’−C−H O=O : : : : :N≡N: : : : : Gelokaliseerd e-model: elektronische structuur soms NIET correct :F-F: •Lewistheorie: enkel e-paren in deze drie moleculen >< elektronische structuur O2 wordt fout voorspeld •Experimenteel: O2 moet ongepaarde elektronen bezitten want O2 is paramagnetisch. N2 en F2 zijn diamagnetisch. paramagnetisch diamagnetisch 41 42 Voordelen gelokaliseerd e-model: 1. Eenvoud 2. Gemakkelijk te visualizeren 3. Voldoende accuraat voor een groot aantal moleculen Nadelen gelokaliseerd e-model: 1. Meerdere correcte Lewis structuren voor eenzelfde molecule zijn mogelijk (resonantie) 2. Elektronische structuur wordt soms verkeerd voorspeld vb. O2 3. Energie elektronen in molecule wordt niet altijd goed voorspeld 4. Moleculen met oneven aantal elektronen zijn problematisch 5. Moleculen met atoom met meer dan 8 e rond zich zijn problematisch (vb. S-O, P-O en Cl-O verbindingen) 43 Molecuulorbitaaltheorie 44 •microscopische eigenschappen: bindingslengten en -hoeken, bindingsorde (BO), elektronendistributie, polariteit •gelokaliseerd e-model: molecule = som discrete bindingen •verdeling valentie-e en BO: Lewistheorie + resonantie •ruimtelijke structuur (bindingshoeken): VSEPR-theorie •orbitalen gebruikt voor binding: valentiebindingstheorie (VB) •MOT: molecule is geheel van kernen en elektronen •ruimtelijke structuur + e-configuratie + polariteit •VB+MOT: molecule = som discrete bindingen (VB) + gedelokaliseerde elektronen (MOT) MolecuulOrbitaalTheorie (MOT) 45 beschrijving gedrag elektronen in molecule gebaseerd op staande golfkarakter elektronen •AO’s ⇔ quantummechanische beschrijving van atoom •specifieke energie •vorm, grootte ⇔ elektronenprobaliteitsdistributie •elektronenconfiguratie atoom = verdeling e over de AO’s ⇒ aufbau-principe •MO’s ⇔ quantummechanische beschrijving van molecule •specifieke energie •vorm, grootte ⇔ elektronenprobaliteitsdistributie •elektronenconfiguratie molecule = verdeling e over de MO’s ⇒ regels analoog als voor AO’s 46 •Basisideeën MOT •Binding in diatomaire moleculen •HOMOnucleaire diatomaire moleculen: A2 •A: element uit 1ste periode •A: element uit 2de periode •A: element uit 3de periode en hoger •HETEROnucleaire diatomaire moleculen: A-B •H-A: H + element A •A-B: element A + element B 47 Basisideeën MOT 48 1. MO worden gevormd door combinatie van de AO van alle atomen aantal MO gevormd = aantal AO gecombineerd 2. MO strekken zich uit over de ganse molecule en hebben een specifieke grootte, vorm en energie 3. MO die lager in energie zijn dan de gecombineerde AO zijn bindend MO die hoger in energie zijn dan de gecombineerde AO zijn antibindend MO met dezelfde energie als de gecombineerde AO zijn niet-bindend 4. verdeling elektronen over de beschikbare MO in de molecule: analoge regels als voor verdeling e over de AO 5. BO = (e in bindende MO - e in anti-bindende MO)/ 2 6. MO-diagramma = schematische voorstelling relatieve E van MO t.o.v. elkaar en t.o.v. de combinerende AO 49 Beschrijving binding in HOMOnucleaire diatomaire moleculen: A2 50 •HOMOnucleaire diatomaire moleculen: A2 elementen hebben dezelfde Zeff (ENA= ENA) ⇒ de combinerende AO hebben dezelfde E •A: element uit 1ste periode •A: element uit 2de periode: • enkel 1s en 2s AO bezet (Li, Be) • MO-vorming door combinatie van p AO (B, C, N, O, F) •A: element uit 3de periode en hoger A2: elementen uit 1ste periode •Voorbeeld: H2 H: 1s1 MO van H2: combinatie van 1s AO van twee H atomen HA + HB → HA-HB LCAO = Lineaire Combinatie van AtoomOrbitalen ψMO1 = ψ1s,A + ψ1s,B ψMO2 = ψ1s,A − ψ1s,B MO-vorming: lineaire combinatie AO op meerdere atomen hybridisatie: lineaire combinatie AO op één atoom 51 52 ψMO1 = ψ1s,A + ψ1s,B ψ2MO1: hoge e-densiteit tussen kernen ψMO2 = ψ1s,A − ψ1s,B ψ2MO2: lage e-densiteit tussen kernen •e-densiteit cilindrische symmetrie ⇒ σ MO •e-densiteit hoog tussen kernen ⇒ σ bindende-MO ⇒ σ1s •e-densiteit laag tussen kernen ⇒ σ* anti-bindende-MO ⇒ σ*1s •naam MO: symmetrie+bindend/anti-bindend+combinerende AO •belangrijke eigenschappen MO: vorm en energie 53 E σ*1s > E 1s H E σ1s < E 1s H • H2: twee elektronen bezetten σ1s MO ⇒ H2 is stabieler dan twee aparte H atomen: ΔE = 2ΔEstab ⇒ e-configuratie van H2: σ1s2 •Bindingsorde in H2: BO = # bindende e − # antibind. e 2 − 0 = =1 2 2 elektron op afstand ∞ I.E. H H+ H H2+: σ1s1 1− 0 B.O. = = 0 .5 2 E.A. H2 I.E. H2 H H 54 I.E. H2 H H H2: σ1s2 H2- : σ1s2 σ*1s1 2−0 B.O. = =1 2 2 −1 B.O. = = 0 .5 2 IEmolecule = E nodig om e uit hoogst bezette MO (HOMO) te verwijderen IEatoom = E nodig om e uit hoogst bezette AO te verwijderen EAmolecule = E die vrijkomt bij toevoegen e in laagste onbezette MO (LUMO) HH-: E 1s AO voor H en H- wordt gelijk getekend want zelfde element HH+: E 1s AO voor H en H+ wordt gelijk getekend want zelfde element 55 H2+ H H H H σ*1s H H rHH 1.04 Å B.O. = 1− 0 = 0 .5 2 H σ*1s H σ1s1 totale e-densiteit H2− H2 H σ1s2 totale e-densiteit 0.73 Å B.O. = 2−0 =1 2 H σ*1s1 H H σ1s2 totale e-densiteit 1.54 Å B.O. = 2 −1 = 0 .5 2 56 He2+ : σ1s2 σ*1s1 B.O. = 2 −1 = 0 .5 2 He2+: stabiel He2 : σ1s2 σ*1s2 2−2 B.O. = =0 2 He2: ONstabiel 57 A2: elementen uit 2de periode: 1s en 2s AO bezet •Voorbeeld: Li2 Li: 1s2 2s1 MO Li2: combinatie van de AO van de twee Li atomen •geen combinatie van 1s AO met 2s AO: enkel AO met een gelijkaardige energie worden met elkaar gecombineerd E1s << E2s: Li E1s: −3450 kJ/mol Li E2s: −480 kJ/mol •combinaties AO: 1s LiA ± 1s LiB en 2s LiA ± 2s LiB ⇒ 4 MO van Li2: σ1s , σ*1s, σ2s , σ*2s •energievolgorde MO: E1s < E2s⇒ σ1s < σ*1s < σ2s < σ*2s *zie ook slide nr. 21 58 •Li2: 6 elektronen te verdelen over 4 MO ⇒ σ1s2, σ*1s2, σ2s2 BO = # bindende e − # antibind. e 4 − 2 = =1 2 2 Li2: stabieler dan twee aparte Li atomen elektronen in σ1s en σ*1s hebben geen netto-bijdrage in binding ⇒ MO-diagram: dikwijls enkel combinatie van valentie AO getekend Zie ook slide nr. 21 59 MO-vorming door combinatie van p AO E-volgorde MO: σ2p < π2p < π*2p < σ*2p ⇒ B: 1s2 2s2 2p1 60 sp-menging 2s 2px ↑↓ ↑ 2py 2pz 0 Li Be B C N O F ⇒ C: 1s2 2s2 2p2 ↑↓ ↑ ↑ ⇒ N: 1s2 2s2 2p3 ↑↓ ↑ ↑ ↑ ⇒ O: 1s2 2s2 2p4 ↑↓ ↑↓ ↑ ↑ ⇒ F: 1s2 2s2 2p5 ↑↓ ↑↓ ↑↓ ↑ Energie AO (kJ/mol) -500 -1000 -1500 -2000 -2500 -3000 -3500 ⇒ Ne: 1s2 2s2 2p6 ↑↓ ↑↓ ↑↓ ↑↓ E2s E2p •2p-orbitalen halfbezet ⇒ geen e-e repulsie wegens paring e in zelfde orbitaal E2p- E2s is klein ⇒ 2s en 2p AO kunnen combineren ⇒ s-p menging ⇒ σ2s < σ*2s < π2p < σ2p < π*2p < σ*2p •paring e in 2p-orbitaal ⇒ wegens e-e repulsie stijgt E2p in energie E2p- E2s is groot ⇒ 2s en 2p AO combineren NIET ⇒ geen s-p menging ⇒ σ2s < σ*2s < σ2p < π 2p < π*2p < σ*2p 61 MO-diagramma A2 voor elementen uit 2de periode N2 s-p menging O2 GEEN s-p menging σ*2p σ*2p π*2p π*2p σ2p π2p π2p σ2p σ*2s σ*2s σ2s σ2s 62 63 s-p menging GEEN s-p menging σ*2p π*2p σ2p σ*2p π2p π2p σ2p π*2p σ*2s σ2s σ*2s σ2s ! = paramagnetisch = diamagnetisch Li, Be: men gebruikt soms ook LCAO van 2s en 2p (geeft ≡ resultaten als LCAO van enkel 2s) O=O : : : : :N≡N: : : : : 64 :F-F: •Lewistheorie: enkel e-paren in deze drie moleculen >< elektronische structuur O2 wordt fout voorspeld •Experimenteel: O2 moet ongepaarde elektronen bezitten want O2 is paramagnetisch. N2 en F2 zijn diamagnetisch. •MOT: O2 is paramagnetisch; N2 en F2 zijn diamagnetisch. MOT beschrijft op natuurlijke manier de correcte elektronische structuur en de magnetische eigenschappen van moleculen A2: elementen uit 3de periode en hoger MO-diagramma: analoog als voor 2de periode Be2 65 66 Beschrijving binding in HETEROnucleaire diatomaire moleculen 67 •HETEROnucleaire diatomaire moleculen: A-B elementen hebben ≠ Zeff (ENA ≠ ENB) ⇒ de combinerende AO’s hebben ≠ E •H-A: H + element A •A-B: element A + element B 68 H-A: binding tussen atomen met verschillende EN •Voorbeeld: HF Zeff F > Zeff H ⇒ E alle gevulde orbitalen F < E1s H • E1s H – E1s F en E1s H – E2s F té groot: geen interactie • enkel interactie H 1s met F 2p z z ⇒ F 2pz: σ overlap ⇒ 1 σ MO en 1 σ* MO z ⇒ F 2px en F 2py geeft niet-bindende overlap ⇒ 2 niet-bindende MO’s σ-overlap F 2pz met H1s ⇒ H-F binding is georiënteerd langs de z-as 69 knoop F F 2px, 2py F H FF HH F δ− F δ+ H totale e-densiteit σ*sp H H H σsp 2s # bindende e − # antibind. e 2 − 0 BO = = =1 2 2 70 •E σsp MO dichter bij E F2p ⇒ F 2p AO draagt meer bij tot binding dan H 1s AO • geen symmetrische verdeling van e-densiteit in MO ⇒ e-densiteit op F is groter dan op H ⇒ F: partieel negatieve lading ⇒ H: partieel positieve lading ⇒ BDE H-F = 2ΔEstab + bijdrage δ+ δ- interactie δ− F δ+ H totale e-densiteit 71 MOT verklaart toename ionair karakter met toename EN-verschil covalente binding covalente binding met ionair karakter ΔEstab A ↓↑ A-B B A ↓↑ Aδ+ -Bδ- ionaire binding ΔEstab ≅ 0 ΔEstab B A ↓↑ A+ B- B EN A = EN B EN A < EN B EN A << EN B EAO A = EAO B EAO A > EAO B EAO A >> EAO B A-B: element A + element B 72 EN B > ENA ! GEEN s-p menging indien A én B behoren tot groep 6 en/of groep 7 WEL s-p menging in alle andere gevallen CO: MO-diagramma 73 74 •Voorbeeld: NO 11 valentie e •twee correcte Lewis structuren: – 1 N=O dubbele binding in beide; B.O. = 2 – 1 ongepaard e in beide resonantiestructuren – formele ladingen ⇒ ongepaard e op N – ΔEN: 0.5 ⇒ Nδ+-Oδ•experimenteel – B.O. = 2.5 75 ↑ ↑ ↑ ↑ • Zeff O > Zeff N ↑↓ ↑ ↑↓ ↑↓ ↑↓ ⇒ E orbitalen O < E orbitalen N ⇒ 11 valentie e verdelen over 8 MO ⇒ ongepaard e in π*2p ↑↓ ⇒ E π*2p dichter bij N E2p ↑↓ ↑↓ ↑↓ N ↑ NO ⇒ π*2p grotere bijdrage van N 2p ⇒ geen symmetrische ladingsverdeling O ⇒ e-densiteit op O is groter dan op N ⇒ O: partieel negatieve lading ⇒ N: partieel positieve lading # bindende e − # antibind. e 8 − 3 B.O. = = = 2.5 2 2 76 σ*2p N O ↑ π*2p N ↑ ↑ ↑ O N ↑↓ ↑ O ↑↓ ↑↓ ↑↓ σ2p ↑↓ N O ↑↓ π2p N O ↑↓ N O ↑↓ N σ*2s N O NO δ+ N σ2s δ− O N O totale e-densiteit O ↑ 77 Voordelen: 1. Accurate voorspelling van elektronische en magnetische eigenschappen van moleculen 2. Begrip resonantie is overbodig; MOT verklaart op natuurlijke wijze de waargenomen bindingslengten Nadelen: 1. Ingewikkeld voor grotere moleculen 2. Moeilijk te visualiseren 78 Combinatie VB + MOT 79 •microscopische eigenschappen: bindingslengten en -hoeken, bindingsorde (BO), elektronendistributie, polariteit •gelokaliseerd e-model: molecule = som discrete bindingen •verdeling valentie-e en BO: Lewistheorie + resonantie •ruimtelijke structuur (bindingshoeken): VSEPR-theorie •orbitalen gebruikt voor binding: valentiebindingstheorie (VB) •MOT: molecule is geheel van kernen en elektronen •ruimtelijke structuur + e-configuratie + polariteit •VB+MOT: molecule = som discrete bindingen (VB) + gedelokaliseerde elektronen (MOT) 80 •resonantiestabilisatie-energie ΔEres •herkennen wanneer resonantie mogelijk is • geconjugeerd systeem: X=Y-Z=W • atoom Z met vrij e-paar rechtstreeks gebonden aan meervoudige binding: X=Y-Z: •beschrijven binding met combinatie VB+MOT 81 Resonantiestabilisatieenergie Resonantiestabilisatie-energie ΔEres Gelokaliseerd e-model 0 3O gasfase Experimenteel 3O gasfase Pot. Energie Emod el = −(BDEO =O + BDEO −O ) Eexp = −( ∑ BDEi ) + ΔEres i ΔEres O3,gasfase ΔEres = Eexp − Emod el = Eexp + ∑ BDEi i 82 83 Herkennen wanneer resonantie mogelijk 84 Wanneer MOET je resonantie beschouwen? •geconjugeerd systeem: X=Y-Z=W meervoudige bindingen van elkaar gescheiden door 1 enkele binding voorbeelden: benzeen, butadieen, pyridine, 2-propenal (acroleïne) •atoom Z met vrij e-paar rechtstreeks gebonden aan meervoudige binding: X=Y-Z: voorbeelden: ozon, vinylamine, allylalcohol, pyrol, thiofeen, furaan 85 Geconjugeerd systeem: X=Y-Z=W Voorbeeld: 1,3-butadieen (4 × 4) + (6 × 1) = 22 valentie-elektronen −1 C 0C 0 C H +1 H C H H H H 0C 0C C H 0 H C0 H 1+ 2 + 1 4 C1C2 : B.O. = = = 1.33 3 3 1+ 2 + 1 4 C3C4 : B.O. = = = 1.33 3 3 C2C3 : B.O. = CH: B.O. = 1 2 + 1+ 2 5 = = 1.66 3 3 H H H +1C 0C : H : H H carbanion C −1 C H H 0 6 e rond C carbenium ion C1C2 en C3C4: 1.33 < BO < 2 C2C3: 1 < BO < 1.66 H 86 Atoom Z met vrij e-paar rechtstreeks gebonden aan meervoudige binding: X=Y-Z: Voorbeeld: ozon O3 (3 × 6 = 18 valentie-elektronen) 0 +1 -1 -1 +1 0 2 +1 3 O1O2 : B.O. = = = 1 .5 2 2 2 equivalente OO-bindingen 1+ 2 3 = = 1 .5 O2O3 : B.O. = met BO = 1.5 2 2 87 X=Y-Z : : geconjugeerde dubbele bindingen X=Y-Z • pyridine: resonantiestructuur met C=N=C ⇒ zou bindingshoek van 180° vereisen ⇒ fysisch ONmogelijk in vlakke 6-ring; 6-ring met 3 dubbele bindingen is vlak • furaan: resonantiestructuur met C=O=C ⇒ zou bindingshoek van 180° vereisen ⇒ fysisch ONmogelijk in vlakke 5-ring; 5-ring in furaan (en in pyrol) is vlak 88 ! Beschrijving binding combinatie VB+MOT enkel indien resonantie indien geen resonantie: binding beschrijven met VB indien diatomaire molecule A2, AB en HA: binding beschrijven met MOT tenzij expliciet anders vermeld wordt in de opgave 89 Verbinding met ENKEL atomen uit perioden 1 en 2 Twee gevallen mogelijk: 1.1: alle resonantiestructuren zijn gelijkwaardig 1.2: de resonantiestructuren zijn NIET gelijkwaardig 1. verbinding bevat ENKEL atomen uit perioden 1 en 2 omringing met meer dan 8 e is ONMOGELIJK geval resonantiestructuren te beschouwen resonantiestructuren* voor bepalen BO en beschrijving van binding 1.1 gelijkwaardig alle met gelijke weegfactor 1.2 niet gelijkwaardig alle met weegfactor bepalen op basis van FL *LET OP: bekijk steeds punt 4 op slide 33 hoofdstuk 4_deel 2 90 Geval 1.1 ozon O3 (3 × 6 = 18 valentie-elektronen) 2 gelijkwaardige resonantiestructuren met FL = 2 0 +1 -1 -1 +1 0 14 e gelokaliseerd: 2 OO σ-bindingen + 5 vrije e-p op O-atomen 4 e betrokken in resonantie: 1 OO π-binding + 1 vrij e-paar op O 2 +1 3 O1O2 : B.O. = = = 1 .5 2 2 2 equivalente OO-bindingen 1+ 2 3 = = 1 .5 O2O3 : B.O. = met BO = 1.5 2 2 91 GELOKALISEERDE elektronen: 14 valentie-elektronen VB-frame 3 LW rond elke O ⇒ trigonale schikking LW rond O ⇒ sp2 hybridisatie O-O-O: 120° 2 × σ O−O: 2 × directe overlap O (2sp2)1 met O (2sp2)1 ⇒ 2 × 2 bindingse 5 × vrij e-paar in O(2sp2)2 ⇒ 5 vrije e-paren 92 . . O O O : : O . . GEDELOKALISEERDE elektronen: 4 valentie-elektronen O O elk O-atoom heeft p AO ⊥ vlak sp2 hybridorbitalen MOT: combinatie van deze drie 2p AO 93 π-MO-systeem π*3 π2 π1 0 +1 -1 -1 +1 0 94 sp2 sp2 sp2 ⇒ 2 equivalente OO bindingen in O3 •e-configuratie van O-atomen in ozon ⇒ op basis van linker resonantiestructuur of van rechter resonantiestructuur O: FL = 0 O1: (2sp2)1 (2sp2)2 (2sp2)2 2pz1 O1: (2sp2)1 (2sp2)2 (2sp2)2 2pz2 O: FL = +1 O2: (2sp2)1 (2sp2)1 (2sp2)2 2pz1 O2: (2sp2)1 (2sp2)1 (2sp2)2 2pz1 O: FL = -1 O3: (2sp2)1 (2sp2)2 (2sp2)2 2pz2 O3: (2sp2)1 (2sp2)2 (2sp2)2 2pz1 algemeen: e-configuratie op basis van DOMINANTE resonantiestructuur 95 Geval 1.2 1,3-butadieen (4 × 4) + (6 × 1) = 22 valentie-elektr. 3 niet-gelijkwaardige resonantiestructuren H −1 C 0C : H H 0 C H +1 H C H H H H 0C 0C C H 0 H C0 H 1+ 2 + 1 4 C1C2 : B.O. = = = 1.33 3 3 1+ 2 + 1 4 C3C4 : B.O. = = = 1.33 3 3 C2C3 : B.O. = CH: B.O. = 1 2 + 1+ 2 5 = = 1.66 3 3 H H H +1C 0C : carbanion C −1 C H H 0 6 e rond C carbenium ion C1C2 en C3C4: 1.33 < BO < 2 C2C3: 1 < BO < 1.66 H 96 GELOKALISEERDE elektronen: 18 valentie-elektronen VB-frame H H sp2 C H sp2 C sp2 C C H H 3 CC σ-bindingen H 6 CH σ-bindingen sp2 3 LW rond C ⇒ trigonale schikking LW rond C ⇒ C: sp2 hybridisatie H H : : : C : : H C H H-C-C: 120° : : C C : : H H H-C-H: 120° 6 × σ C−H: 6 × directe overlap C (2sp2)1 met H 1s1 ⇒ 6 × 2 bindingse 3 × σ C−C: 3 × directe overlap C (2sp2)1 met C (2sp2)1 ⇒ 3 × 2 bindingse 97 GEDELOKALISEERDE elektronen: 4 valentie-elektronen H C C H H H p AO ⊥ vlak C C C H H sp2 H C H C : . H . C . H H . . C . . . : C H H H H C C H H H hybridorbitalen π-MO systeem butadieen: π*4 combinatie van 4 2p AO bevat 4 valentie-elektronen π*3 •e-configuratie van C-atomen: C1: 2(sp2)1 2(sp2)1 2(sp2)1 2pz1 π2 C2: 2(sp2)1 2(sp2)1 2(sp2)1 2pz1 C3: 2(sp2)1 2(sp2)1 2(sp2)1 2pz1 π1 C4: 2(sp2)1 2(sp2)1 2(sp2)1 2pz1 Verbinding bevat OOK atomen uit periode ≥ 3 98 2. verbinding bevat OOK atomen uit periode 3 of hoger waar nodig omringing met meer dan 8 e beschouwen; dominante resonantiestuctuur bepalen op basis van FL geval 2.1 # resonantiestructuren met meest gunstige FL te beschouwen resonantiestructuren* voor bepalen BO en beschrijving van binding ENKEL resonantiestructuren met meest gunstige FL; BO: gelijke weegfactor meerdere 1; 2de is energetisch OK 2.2a (−FL op EN atoom) OOK 2de meest gunstige resonantiestructuren; BO: weegfactor bepalen via FL ENKEL resonantiestructuur met meest 1; 2de is energetisch 2.2b ONGUNSTIG (+FL op EN gunstige FL (verwaarlozen resonantie); atoom: F, O, Cl, N) BO: aflezen uit deze resonantiestructuur *LET OP: bekijk steeds punt 4 op slide 33 hoofdstuk 4_deel 2 99 Geval 2.1 sulfaatanion (SO4)2−: (6 + 4×6 + 2) = 32 val.el. 6 resonantiestructuren met #FL = 2 (12 e rond S) 0 :O : 1 :O 4 0 S 0 : : : : -1 S gebruikt twee 3d AO voor binding O2 : -1 : O : 3 4 equivalente SObindingen met B.O. = 1.5 2 + 2 + 2 + 1+ 1+ 1 9 SO(1) : B.O. = = = 1 .5 6 6 1+ 1+ 2 + 2 + 1+ 2 9 SO( 2) : B.O. = = = 1 .5 6 6 SO(3 ) : B.O. = 1+ 2 + 1+ 1+ 2 + 2 9 = = 1 .5 6 6 SO( 4) : B.O. = 2 + 1+ 1+ 2 + 2 + 1 9 = = 1 .5 6 6 100 VB-frame: bevat 24 GELOKALISEERDE valentie-elektronen :O sp2 sp3 O S : O : sp : : 2 sp O : : O-S-O: 109°5 2 sp : 2 4 LW rond S ⇒ tetrahedrische schikking LW rond S ⇒ S: sp3 hybridisatie 4 × σ S−O: 4 × directe overlap S 3(sp3)1 met O 2(sp2)1 ⇒ 4 × 2 bindingse 4 × 2 vrije e-paren in O 2(sp2) ⇒ 4 × 2 vrije e-paren op O 101 π MO-systeem: bevat 8 GEDELOKALISEERDE valentie-elektronen combinatie van 4 2p AO (1/O-atoom) + 2 3d AO (dxz en dyz) van S z z dyz dxz bindende combinatie anti-bindende combinatie z − + + + dxy + − . x . . − − − - + . y x z x + •e-configuratie: S: FL = 0 S: 3(sp3)1 3(sp3)1 3(sp3)1 3(sp3)1 3dxz1 3dyz1 O: FL = 0 O1: 2(sp2)1 2(sp2)2 2(sp2)2 2pz1 O: FL = 0 O2: 2(sp2)1 2(sp2)2 2(sp2)2 2pz1 O: FL = -1 O3: 2(sp2)1 2(sp2)2 2(sp2)2 2pz2 O: FL = -1 O4: 2(sp2)1 2(sp2)2 2(sp2)2 2pz2 Geval II.2a 102 zwaveltrioxide SO3 : (6 + 3×6) = 24 valentie-e 1 resonantiestructuur met #FL = 0 (12 e rond S) 3 resonantiestructuren met #FL = 2 en –FL op O (10 e rond S) energetisch OK (2) 2 + 2 + 2 +1 7 = = 1.75 4 4 2 + 1+ 2 + 2 7 SO( 2) : B.O. = = = 1.75 4 4 2 + 2 + 1+ 2 7 = = 1.75 SO(3 ) : B.O. = 4 4 O (3) : -1 O: (2) : 0 S +1 -0 O (3) : 0 : : 0 O: S : dominant 0 :O : (1) 0 :O : (1) : 12 e rond S: S gebruikt twee 3d AO voor binding SO(1) : B.O. = 3 equivalente SO-bindingen met 1.75 <B.O.< 2 hybridisatie : O: 2 sp O : ⇒ S: sp2 : 103 VB-frame: bevat 18 GELOKALISEERDE valentie-e sp2 :O : 3 LW rond S O-S-O: 120° 2 ⇒ trigonale schikking LW S sp sp2 3 × σ S−O: 4 × directe overlap S 3(sp2)1 met O 2(sp2)1 ⇒ 3 × 2 bindingselek. 3 × 2 vrije e-paren in O 2(sp2) ⇒ 3 × 2 vrije e-paren op O π MO-systeem: bevat 6 GEDELOKALISEERDE valentie-e combinatie: 3 2p AO (1/O-atoom) + 1 3p en 2 3d AO (dxz en dyz) van S •e-configuratie: S: FL = 0 S: 3(sp2)1 3(sp2)1 3(sp2)1 3pz1 3dxz1 3dyz1 O: FL = 0 O1: 2(sp2)1 2(sp2)2 2(sp2)2 2pz1 O: FL = 0 O2: 2(sp2)1 2(sp2)2 2(sp2)2 2pz1 O: FL = 0 O3: 2(sp2)1 2(sp2)2 2(sp2)2 2pz1 104 Geval II.2b PCl5 : (5 + 5×7) = 40 valentie-e 1 resonantiestructuur met #FL = 0 (10 e rond P) 5 resonantiestructuren met #FL = 2 en +FL op Cl (12 e rond P) Cl: EN = 3 ⇒ energetisch ONGUNSTIG VB-theorie: : •e-configuratie: PCl: BO ≅ 1 P: 3(sp3d)1 3(sp3d)1 3(sp3d)1 3(sp3d)13(sp3d)1 Cl 0 Cl: : Cl : 0 : : sp3 :Cl0: 0sp3 +1 : : Cl: #F.L. = 0 Cl: 3(sp3)1 3(sp3)2 3(sp3)2 3(sp3)2 -1 0 :Cl P : : : : : : P sp3 Cl sp3 : : 0 0 : sp3d 0 :Cl 0 : Cl: : :Cl: : 5 × 3 vrije e-paren in Cl 3(sp3) ⇒ 5 × 3 vrije e-paren op Cl sp30 : 5 × σ P−Cl: 5 × directe overlap P 3(sp3d)1 met Cl 3(sp3)1 ⇒ 5 × 2 bindingselektronen #F.L. = 2 positieve F.L. op Cl NIET beschouwen; verwaarlozen resonantie Beschrijving binding: overzicht 105 1. teken Lewisstructuur/resonantiestructuren indien meer dan 8e: geef overzichtstabel en teken enkel te beschouwen resonantiestructuren 2. bindingsorden 3. bindingsdipolen: vermeld EN en geef aan δ+/δ4. VB-frame (gelokaliseede e) en pi-MO-systeem (geDElokaliseerde e) 5. op VB-frame: bepaal schikking LW ⇒ hybridisatie ⇒ geometrie ! ⇒ bindingshoeken ⇒ moleculair dipoolmoment vectorsom bindingsdipolen/bijdrage vrije ep verdeling valentie-e in VB-frame d.i. overlap + vrije e-paren (hybridorbitalen) 6. pi-MO: benoem en teken de combinerende AO (niet tekenen indien d AO) + aantal atomen waarover elektronen gedelokaliseerd worden 7. bepaal elektronenconfiguraties op dominante resonantiestructuur 106 belangrijke vaardigheden •bepalen van de hybridisatie van een atoom in een molecule •herkennen welke orbitaaloverlap aanleiding geeft tot σ/π-binding •identificeren/tekenen van AO gebruikt voor binding in een molecule •opstellen/tekenen/gebruik van MO-diagramma voor di-atomaire moleculen •gebruik combinatie VB+MOT voor beschrijven van resonantie