1 Tibetaanse Thangka’s Thangka zijn afbeeldingen afkomstig uit het Tibetaanse boeddhisme. Op Thanka’s worden de Boeddha , bodisattva's en ander belangrijke leraren afgebeeld op een traditionele manier. Thangka's communiceren een bericht naar de boeddhistische beoefenaar, en dienen als hulp bij onderricht en bij meditatie door het visualiseren van bijvoorbeeld de afgebeelde Boeddha's. Omdat Tibetanen nomaden waren zijn ze op doek geschilderd en konden daardoor gemakkelijk opgerold en meegenomen worden. Thangka's worden ook gebruikt bij grote openbare ceremonies. Tot op de dag van vandaag worden bij sommige kloosters eens per jaar reusachtige thangka's afgerold bij bepaalde festiviteiten. Thanka’s zijn de visuele uitdrukking van de volledige staat van verlichting, het ultieme doel van het Boeddhistische pad en ze schetsen het pad daarnaar toe. Een bijzondere voorstelling die vaak als thangka wordt afgebeeld is het levenswiel. Zie verder 2 Het Levenswiel Een bijzondere voorstelling die vaak als thangka wordt afgebeeld is het levenswiel. Elk Tibetaans huishouden heeft een dergelijke afbeelding hangen bij de ingang. Het levenswiel is een spiegel die ons door Yama, de god van de dood, vastgehouden wordt. In deze spiegel is het lijden te zien waarin alle levende wezens rondcirkelen (Samsara) . De voorstelling bestaat uit vier cirkels, A: De cirkel in het centrum (de as) laat zien hoe het lijden in stand wordt gehouden door de drie mentale vergiften: onwetendheid, agressie en begeerte, uitgebeeld door het varken, de haan en de slang. De drie dieren houden elkaar vast door in elkaar staart te bijten wat 'onderlinge afhankelijkheid' symboliseert. B: De tweede cirkel staat voor acties. Deze kunnen deugdzaam of minder deugdzaam zijn. Door deugdzame daden kunnen we uit de keten van onderling afhankelijk ontstaan te ontsnappen. Dit wordt weergegeven in het witte gedeelte links waar de figuren naar boven bewegen. Het verrichten van minder deugdzame daden wordt weergegeven in het donkere gedeelte rechts, waar de (lijdende) figuren naar beneden bewegen. C: In de derde cirkel zijn de zes werelden afgebeeld: het rijk van de dieren, de hongerige geesten, de koude en hete hellen, de goden de halfgoden en het rijk van de mensen. In een van deze rijken worden levende wezens steeds opnieuw herboren onder invloed van hun acties (karma). Deze werelden worden omsloten door een ring van 12 schakels , de keten van de onderling afhankelijkheid. ( zie verder) D De Keten van de onderlinge Afhankelijkheid De buitenste cirkel van het Levenswiel staat voor de keten van onderlinge afhankelijkheid, waarin de stappen van karma, de wetten van oorzaak en gevolg, worden uitgebeeld door middel van twaalf illustraties. De buitenste cirkel gaat dus vooral over het in stand houden van lijden en laat zien we hoe we van de ene situatie in de andere komen en daarmee verstrikt raken en blijven in de cyclus van oorzaak en gevolg, van geboorte en dood. De uitleg van de illustraties begint rechtsboven en gaat met de wijzers van de klok mee. Schakel 1. De blinde man met stok. Hij staat voor onwetendheid of verkeerd inzicht. De blindheid is niet passief, maar bestaat ook uit de neiging dingen te ontkennen of te negeren. Schakel 2. De pottenbakker. De pottenbakker vormt de klei tot een pot. Vanuit onwetendheid creëren we steeds opnieuw, zijn we rusteloos en mechanisch bezig en proberen we resultaten te bereiken. Zo creëren we een bepaalde staat van bewustzijn, gedachten, gevoelens en waarnemingen, die weer volgende handelingen oproepen en bepalen. Schakel 3. De aap. Deze staat voor bewustzijn. Er zijn twee soorten bewustzijn – oorzaak-bewustzijn en gevolg-bewustzijn: de eerste legt zaden voor de toekomst, en de tweede is een potentiele vorm, die vanuit vorige handelingen is ontstaan. Het beeld is dat van een aap, die van tak naar tak springt. Schakel 4. Naam en vorm. Deze schakel bevestigt de identiteit door er naam en vorm aan toe te voegen. Het beeld is dat van een boot met passagier. De passagier staat voor het mentale bewustzijn en mentale factoren. De boot is het lichaam, de vorm die eraan gegeven is. Schakel 5. Een huis met ramen. De ramen staan voor de zes zintuigen: horen, zien, ruiken, proeven, voelen en het mentale aspect. Deze openen de weg voor de zes zintuigs-bewustzijns vormen. Het betreft zowel innerlijke als uiterlijke zintuigen. Het mentale behoort daar ook toe. Schakel 6. Twee mensen die toenadering zoeken tot elkaar. Dit staat voor contact. Object, zintuig en bewustzijn komen hier samen, komen in contact. Schakel 7. Een man met een pijl in zijn oog. Dit staat voor gevoel. Er ontstaat een gevoel: iets is aantrekkelijk, onaantrekkelijk of neutraal. Hieruit komen gevoelens van plezier, pijn en onverschilligheid voort. Schakel 8. Een groepje mensen dat feest viert. Dit staat voor onze neiging om ons vast te klampen aan plezier en genot en ons af te wenden van pijn en verdriet. Het beschrijft de neiging impulsief te reageren op het gevoel, dat ontstaan is in de vorige schakel. Schakel 9. Een man die vruchten plukt. Dit staat voor grijpen en vastklampen aan alle aangename zintuiglijke objecten en aan (slecht) gedrag, dat ermee verbonden is. Schakel 10. Man en vrouw, die gemeenschap hebben. Dit staat voor wording; voor ons karma dat nu volop geactiveerd is. Dit betekent dat onze gehechtheid en neiging tot vastgrijpen klaar is om een nieuw leven, een nieuwe fase in te gaan. Schakel 11. Een barende vrouw. Dit staat voor geboorte. De vrucht van wat zich heeft ontwikkeld manifesteert zich nu in de wereld. Er is een geboorte. Die geboorte kan van alles zijn: een leven, of iets dat wordt gemaakt, een project dat wordt gestart, een boek dat wordt geschreven, of een ruzie, boosheid, verlangen, jaloezie die zich manifesteert. Schakel 12. Een man die een lijk op z’n rug draagt. Dit staat voor ziekte, ouderdom en dood. Alle opgebouwde emoties en handelingen geven geboorte aan nieuwe situaties die tot rijping komen en weer eindigen/doodgaan. Lijden ontstaat omdat we weten dat wat we gecreëerd hebben ook weer eindigt; we gaan ons realiseren dat we ons lichaam en ons solide ego, ons gevoel van bestaan, ook gaan verliezen. Met het doodgaan eindigt de bestaanscyclus en begint een nieuwe cyclus. Zolang we de realiteit niet accepteren en niet zien hoe het leven werkelijk in elkaar steekt, draaien we verder in het Levenswiel en beginnen we vanuit onwetendheid een nieuwe cyclus. De schakels hebben zowel betrekking op ons fysieke bestaan als op de wereld van onze geest. De keten beschrijft alle stappen, waarmee een handeling en bijbehorend ego bewustzijn zich ontwikkelt, tot manifestatie komt en ons bestaan in de cirkel van geboorte en dood laat voortduren. Het is belangrijk op welke manier je met deze cyclus in het Levenswiel werkt: je kunt deze lezen van voren naar achteren en van achteren naar voren; maar men kan ook in het midden beginnen. De cyclus kan betrekking hebben op een dag, een maand, een jaar of een heel leven en zelfs grotere lijnen van meerdere levens aangeven. Maar de cyclus kan ook gezien worden als het leven van een project of een bepaalde geschiedenis.