Accessibility Monitor 2010 van Gemeenten Vierde onderzoek naar de kwaliteit en toegankelijkheid van gemeentelijke websites In opdracht van: Viziris CG-Raad Bartiméus Stichting Accessibility Onderzoeksrapport Accessibility Monitor 2010 Utrecht, maart 2010 www.accessibility.nl © 2010 Stichting Accessibility, Utrecht Colofon Copyrights De richtlijnen en ijkpunten in dit rapport zijn overgenomen van de Web Content Accessibility Guidelines 1.0 (WC AG 1.0), http://www.w3.org/TR/WCAG10/, W3C Recommendation Wendy Chisholm, Gregg Vanderheiden, Ian Jacobs, EDS. Copyright © 1999 W3C MIT, INRIA, Keio, All rights reserved. W3C liability, trademark, document use and software licensing rules apply. http://www.w3.org/Consortium/Legal/2002/copyright-documents-20021231 Auteurs: Ron Beenen Eric Velleman Mildred Theunisz Dewika Alakhramsing Jan Sjoerd Poorta Tim van Schie SiteManagement Best (Rabobank Nederland) heeft belangeloos meegewerkt aan de totstandkoming van dit rapport. Copyright Niets van dit rapport mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door kopieën, opnamen of op enige andere manier zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de gerechtigde. Disclaimer Wij spannen ons redelijkerwijs in om accurate en up-to-date informatie te geven, echter wij geven geen garanties voor de inhoud, de compleetheid of de correctheid van de informatie. Wij zijn niet aansprakelijk voor enige schade die voortkomt uit het gebruik van de informatie in dit rapport. Hoewel Stichting Accessibility geaccrediteerde webinspecties uitvoert, valt dit onderzoek vanwege de gebruikte methodologie niet onder de verleende accreditatie. © 2010 Stichting Accessibility, Utrecht Onderzoeksrapport Accessibility Monitor 2010 Stichting Accessibility Oudenoord 325 3513 EP Utrecht T: 030 – 239 8270 F: 030 – 239 8238 E: [email protected] W: www.accessibility.nl Inhoudsopgave 1 Inleiding ..................................................................................................................... 7 1.1 Wat is webtoegankelijkheid ............................................................................... 7 1.2 Webtoegankelijkheid en de overheid ................................................................. 7 1.2.1 Stimulering webtoegankelijkheid ......................................................................... 7 1.2.2 Richtlijnen ........................................................................................................... 8 1.2.3 Webrichtlijnen .................................................................................................... 9 1.3 De Monitor 2010 ...............................................................................................10 1.4 Leeswijzer ........................................................................................................11 2 Toegankelijkheid en kwaliteit ..................................................................................13 2.1 Webstandaarden ..............................................................................................13 2.2 Internetters met een functiebeperking ..............................................................14 2.3 Gebruiksvriendelijkheid ....................................................................................15 2.4 Vindbaarheid voor zoekmachines.....................................................................15 2.5 Financieel voordeel ..........................................................................................16 3 Het onderzoek ..........................................................................................................17 3.1 Indicatieve scan naar de Webrichtlijnen van de Overheid.................................17 3.2 Extra onderzoeksvragen...................................................................................18 4 Resultaten ................................................................................................................19 4.1 Toegankelijkheid prioriteit 1: de eerste 6 ijkpunten ...........................................19 4.2 Gebruikersvriendelijkheid .................................................................................20 4.3 Vindbaarheid ....................................................................................................20 4.4 Kostenvoordelen ..............................................................................................21 4.5 Standaarden.....................................................................................................21 4.6 Extra eisen volgens Webrichtlijnen ...................................................................22 4.7 Extra onderzoeksvragen...................................................................................23 4.8 Eindresultaat ....................................................................................................23 5 Vergelijking Accessibility Monitor en Webrichtlijnen ............................................25 5.1 Toegankelijkheid en de Webrichtlijnen .............................................................25 5.2 Toegankelijkheid en vernieuwde gemeente websites .......................................27 6 Conclusies ................................................................................................................31 6.1 Conclusies Accessibility Monitor.......................................................................31 6.2 Vergelijking met de Quickscan van de overheid ...............................................32 7 Aanbevelingen .........................................................................................................35 Bijlage I: Overzicht van getoetste gemeente websites................................................37 Bijlage II: Beschrijving ijkpunten ..................................................................................39 Bijlage III: Over de opdrachtgevers ..............................................................................45 Bijlage IV: Over stichting Accessibility ........................................................................47 Samenvatting Eind 2010 moeten alle overheidswebsites, inclusief die van gemeenten, voldoen aan de door de overheid opgestelde Webrichtlijnen, zo staat in het Nationale Uitvoeringsprogramma Dienstverlening en E-overheid (NUP), dat wordt uitgevoerd onder auspiciën van de staatsecretaris van Binnenlandse Zaken. Belangrijk onderdeel van de Webrichtlijnen zijn de toegankelijkheidseisen. In opdracht van Viziris, de Chronisch zieken- en Gehandicaptenraad en Bartimeus heeft de Stichting Accessibility voor de vierde maal de Accessibility Monitor uitgevoerd. In 2004, 2005 en 2008 werden verschillende overheidswebsites op toegankelijkheid getoetst. In de Accessibility Monitor 2010 zijn 60 gemeentelijke websites getoetst. In 2005 en 2008 voldeden 98% van de gemeentelijke websites niet aan de minimale toegankelijkheidseisen. Uitgangspunt voor de Accessibility Monitor van 2010 zijn de Webrichtlijnen van de Overheid. Er is in deze monitor onderzoek gedaan naar een aantal van de prioriteit 1 ijkpunten, aangevuld met een aantal andere richtlijnen voor kwaliteit en toegankelijkheid. Op basis van een indicatieve scan is binnen een beperkt tijdsbestek onderzoek gedaan naar mogelijke toegankelijkheidsproblemen op websites van gemeenten. Deze scan geeft een eerste indicatie van toegankelijkheidsproblemen. Het kan zijn dat bij uitgebreider onderzoek meer problemen worden gevonden of dat een aantal problemen bij meer websites wordt aangetroffen. Uit de resultaten van de Accessibility Monitor 2010 blijkt dat de toegankelijkheid van de 60 getoetste gemeente op onderdelen verbeterd is. Echter lijkt voor sommige toegankelijkheidseisen een verschuiving in de problemen op te treden. Bijvoorbeeld in de opmaak van datatabellen op websites. Deze tabellen zijn vaak moeilijk toegankelijk voor mensen met een visuele handicap. Uit het onderzoek blijkt dat de gemeente websites minder gebruik maken van datatabellen op de website. In plaats daarvan wordt deze informatie regelmatig via te downloaden PDF-documenten aangeboden. PDF-documenten met tabellen zijn zeker niet vanzelfsprekend toegankelijk voor gebruikers met een handicap. Hoewel er op onderdeel verbetering is te zien, is er maar één website van de 60 getoetste gemeenten, waar op de vijf geteste webpagina's geen probleem met de ijkpunten van prioriteit 1 is gevonden. Bijna alle gemeente websites scoren op minstens één van de zestien minimale toegankelijkheidseisen onvoldoende. Gemiddeld genomen heeft een website van een gemeente te maken met problemen op 2-3 ijkpunten. Dat betekent dat -net als in 2005 en 2008 - in 2010 98% van de gemeente websites niet voldoen aan de minimale toegankelijkheidseisen. Om de voortgang in de implementatie van de Webrichtlijnen te volgen is er zogenaamde Quickscan door de overheid ontwikkeld. Deze Quickscan wordt een website getoetst op correct gebruik van 47 van de 125 Webrichtlijnen. Aangezien toegankelijkheidseisen onderdeel uitmaken van de Webrichtlijnen mag verwacht worden dat gemeenten die hoog scoren met de implementatie van de Webrichtlijnen ook goed scoren in de Accessibility Monitor 2010. Dat blijkt echter niet het geval te zijn, zo blijkt uit de Monitor. De scores met de Quickscan lijken geen enkele relatie te hebben met de scores van de Monitor. Gemeente websites met een hoge Quickscanscore hebben meerdere problemen met de toegankelijkheid. Er zijn ook websites die laag scoren met de Quickscan waar nauwelijks problemen zijn te vinden in de uitvoering van de toegankelijkheidseisen. De score in de implementatie van de Webrichtlijnen zegt dus veel te weinig of een website daadwerkelijk toegankelijk is. Toename in de score in de implementatie van de Webrichtlijnen leidt niet automatisch tot toename in de verbetering van de toegankelijkheid. Dat wil zeggen dat de resultaten van de Quickscan van de overheid geen verband houden met de toegankelijkheid van de website. Tien gemeenten (uit de sample van 60 van de Monitor) hebben recentelijk hun websites vernieuwd en laten een stijging zien in het aantal correct geïmplementeerde Webrichtlijnen. Zij hebben echter allen nog steeds problemen op het gebied van toegankelijkheid; gemiddeld hebben deze 10 sites te maken met 3-4 toegankelijkheidseisen waar niet aan voldaan wordt. Conclusies Uit de Accessibility Monitor blijkt dat net als in 2005 en 2008 ook in 2010 98% van de gemeente websites niet voldoen aan de minimale toegankelijkheidseisen. Dit betekent dat mensen met een functiebeperking nog steeds niet (goed) met de website van hun gemeente kunnen omgaan en daar diensten en informatie kunnen verkrijgen. De Quickscan van de overheid wordt gebruikt om de implementatie van de Webrichtlijnen te monitoren. De Accessibility Monitor 2010 laat zien dat de richtlijnen met betrekking tot toegankelijkheid hier niet afdoende mee getoetst wordt. De Quickscan geeft dus geen betrouwbare indicatie van de toegankelijkheidsstatus van een website. Er is te weinig vooruitgang in de toegankelijkheid van de websites van gemeenten. Ook gemeenten die recentelijk de website hebben vernieuwd, hebben toegankelijkheidsproblemen. De huidige aanpak om de toegankelijkheid van alle overheidswebsites in 2010 te realiseren levert op gemeentelijk niveau onvoldoende resultaat en doet vrezen dat de NUP doelstellingen voor wat betreft de Webrichtlijnen door gemeenten bij lange na niet gehaald zullen worden. In de aanbevelingen van dit rapport wordt o.a. aangedrongen op meer regie van de Staatsecretaris om de toegankelijkheid van gemeente websites te garanderen. Van de gemeenten wordt meer aandacht en inspanning verwacht in het (laten) bouwen van toegankelijke websites 1 Inleiding Internet is niet meer weg te denken uit onze samenleving; het is steeds vaker het belangrijkste communicatiemiddel van overheidsinstanties, bedrijven en andere instellingen om informatie en diensten aan te bieden. In een aantal gevallen is het zelfs niet meer mogelijk om zonder Internet diensten af te nemen. Dat betekent dat de samenleving als geheel afhankelijk is van het kunnen omgaan met allerlei diensten op Internet. Dit kan bestaan uit het online bestellen van boodschappen en het doen van bankzaken, maar ook uit bijvoorbeeld het aanvragen van een vergunning op een gemeentelijke website. Het is daarom van het grootste belang dat Internet voor iedereen bruikbaar is. Voor de bruikbaarheid van het internet spreken we dan van webtoegankelijkheid. 1.1 Wat is webtoegankelijkheid Internet kan alleen dan het belangrijkste communicatie- en contactmiddel zijn als de informatie en diensten gebruikt kunnen worden door de bezoekers. Dat betekent dat webtoegankelijkheid een essentieel onderdeel is van Internet. Informatie dient voor iedereen beschikbaar te zijn en op een toegankelijke, betrouwbare en eenvoudig vindbare manier aangeboden te worden. Vaak denkt men dat webtoegankelijkheid vooral bedoeld is om Internet bruikbaar te maken voor mensen met een visuele handicap. Het gaat echter om een veel breder perspectief. Iemand zonder handicap die in de trein zit kan bijvoorbeeld beperkt zijn door niet de beschikking te hebben over een muis. Of het kan een werknemer betreffen van een bedrijf waar de beveiligingsinstellingen hoog zijn, waardoor, bijvoorbeeld een navigatiemenu wegvalt op de pagina. Op dit moment maakt ook het overgrote deel van de Nederlandse internetters gebruik van de zoekmachine Google. Google ziet een website eigenlijk als een gehandicapte gebruiker. Google is namelijk blind, kan dus geen plaatjes zien, kan geen muis bedienen, ziet geen kleur en begrijpt PDF’s en onderdelen van code niet. Ook Google is dus gebaat bij toegankelijke internetpagina’s om mensen betrouwbare en relevante zoekresultaten te kunnen leveren. Daarnaast heeft webtoegankelijkheid ook bedrijfsmatige, financiële voordelen. 1.2 Webtoegankelijkheid en de overheid 1.2.1 Stimulering webtoegankelijkheid De overheid speelt sinds 2001 een belangrijke rol in het stimuleren van webtoegankelijkheid op tweeërlei manieren: vanuit haar rol als grote aanbieder van diensten en informatie die van belang zijn voor het functioneren van burgers in de samenleving. En tevens om de samenleving te stimuleren Internetdiensten toegankelijk te maken voor haar inwoners. In maart 2001 lanceert Staatssecretaris Vliegenthart van het Ministerie Volksgezondheid, Welzijn en Sport het initiatief Drempels Vrij. Doel van dit initiatief is om de drempels voor het gebruik van Internet door mensen met een handicap weg te nemen. 7 In november van 2001 bevestigt de ministerraad de intentieverklaring, getekend door Minister Van Boxtel (Grote Steden- en Integratiebeleid), waarin gesteld wordt dat de websites van de ministeries binnen een jaar toegankelijk moeten zijn. In 2002 stimuleert het Ministerie van Binnenlandse Zaken met het verstrekken van subsidies het bouwen van toegankelijke gemeentelijke websites. In de troonrede van 2003 wordt expliciet aandacht gevraagd voor de verbetering van de toegankelijkheid van de informatie van de overheid op Internet.1 Sinds 1 januari 2006 is de wetgeving met betrekking tot het verbod op discriminatie op grond van ras, godsdienst en geslacht uitgebreid tot mensen met een handicap. Specifiek komt in deze wet de toegankelijkheid van bedrijven of diensten aan bod. “Bedrijven of diensten die – zonder dat daarvoor een goede reden bestaat – niet toegankelijk zijn voor mensen met een handicap kunnen strafrechtelijke vervolgd worden”.2 Als gevolg van de motie op 26 april 2006 van Aasted-Madsen en Fierens3 besluit de ministerraad op 30 juni van dat zelfde jaar met het Besluit Kwaliteit Rijksoverheidwebsites dat alle rijksoverheidswebsites uiterlijk in 2010 voor iedereen toegankelijk moeten zijn. Sindsdien is de aandacht voor toegankelijkheid bij de rijksoverheid verder toegenomen en wordt er hard aan de eigen toegankelijkheid gewerkt. In december 2008 gaat het Nationaal Uitvoeringsprogramma Dienstverlening en Eoverheid van start (NUP). In dit programma maken Rijk, Provincies, Gemeenten en Waterschappen afspraken om de dienstverlening van de e-overheid naar de burgers eenvoudiger te maken. Er zijn in het NUP 19 basisvoorzieningen voor de kerninfrastructuur aangewezen waarmee de dienstverlening in het algemeen en naar de burgers kan worden verbeterd. De Webrichtlijnen staan bovenaan in deze lijst van basisvoorzieningen. De overheid maakt in het NUP nadere werkafspraken om de bestaande voornemens om te zetten in concrete acties in de tijd. 4 In het voorjaar van 2009 komt staatssecretaris Bijleveld met een Versnellingsagenda om resultaten op de 10 belangrijkste knelpunten voor burgers in de dienstverlening van de e-overheid sneller te kunnen realiseren. Onderdeel van de Versnellingsagenda is ondersteuning van gemeenten bij de implementatie van de Webrichtlijnen van de overheid. 1.2.2 Richtlijnen Voor het bouwen van toegankelijke websites wordt gebruik gemaakt van internationale richtlijnen opgesteld door het World Wide Web Consortium (W3C5). Hierbij zijn ijkpunten geformuleerd om te kunnen meten of websites daadwerkelijk toegankelijk zijn voor mensen met een functiebeperking. Deze ijkpunten zijn opgesplitst in drie categorieën waarbij de eerste groep ijkpunten, prioriteit 1, staat voor de minimale toegankelijkheidseisen, en prioriteit 2 en 3 elk een stuk verder gaan. 1 Volledige tekst van de troonrede van 2003: http://www.minaz.nl/Onderwerpen/Regeringsbeleid/Troonrede/Troonredes_2000_2007/Troonrede_2003 2 http://www.justitie.nl/onderwerpen/criminaliteit/Discriminatie/Handicap/index.aspx 3 http://parlando.sdu.nl/cgi/showdoc/session=anonymous@3A308202887 4 Meer inform over NUP: http://www.e-overheid.nl/sites/nup/nup.html 5 Website: http://www.w3.org 8 In Nederland wordt in samenwerking met de overheid en alle belanghebbenden het Waarmerk Drempelvrij opgesteld6. De norm van het Waarmerk drempelvrij.nl is gebaseerd op een vertaling van de prioriteit 1 ijkpunten van het W3C7 en is opgesteld om onafhankelijk, objectief en transparant de toegankelijkheid van websites vast te kunnen stellen. Hiermee wordt aangesloten bij internationale ontwikkelingen op het internet en wet- en regelgeving in en buiten de EU. Het Nederlandse model is op Europees niveau maatgevend. 1.2.3 Webrichtlijnen Tegelijk met het Waarmerk drempelvrij.nl zijn door Advies Overheid.nl de Webrichtlijnen opgesteld. De Nederlandse overheid heeft de internationale standaarden voor toegankelijkheid, doorzoekbaarheid en kwaliteit samengebracht in een eigen set richtlijnen, de Webrichtlijnen. Deze bevatten de internationaal erkende prioriteit 1 en 2 ijkpunten van het W3C aangevuld met eisen op het gebied van kwaliteit, doorzoekbaarheid en vindbaarheid. Met deze Webrichtlijnen zijn eisen gesteld aan overheidswebsites die strenger zijn dan het Waarmerk drempelvrij.nl. De richtlijnen zijn bedoeld om de kwaliteit van websites en online diensten van de overheid in de breedte, waaronder de toegankelijkheid, te verbeteren. Departementale overheidswebsites moeten op 1 januari 2006 voldoen aan deze richtlijnen8. Om tot implementatie van de Webrichtlijnen te komen en de resultaten te toetsen en monitoren, worden er verschillende instrumenten door de overheid ontwikkeld: Stijlgids: In 2006 komt er een stijlgids voor corporate websites van de ministeries die bijdraagt aan een herkenbare en toegankelijke overheid; Overheid.nl Monitor maakt het mogelijk om gratis on line de webtoegankelijkheid volgens de Webrichtlijnen van de overheid te laten toetsen9; De WebrichtlijnenScore van ‘Overheid geeft Antwoord’ biedt inzicht in de voortgang bij de uitvoering van het Besluit Kwaliteit Rijksoverheidwebsites.10 Het Stappenplan Webrichtlijnen biedt opdrachtgevers van het (door)ontwikkelen van overheidswebsites instrumenten om de toegankelijkheid te borgen en te checken tijdens de bouw van websites. Om de toegankelijkheid van de gehele e-overheid te vergroten presenteert Staatssecretaris mevrouw Bijleveld-Schouten in 2008 een actieplan11 aan de Tweede Kamer. Daarvoor wordt een aanpak langs twee sporen beschreven: Het verbeteren van de e-vaardigheden van mensen. Het vergroten van de toegankelijkheid en begrijpelijkheid van overheidswebsites. Spoor 2 is een impuls en een positieve ontwikkeling voor de toegankelijkheid van de e-overheid gezien als aanbieder van informatie en diensten. Uitvloeisel van dit actieplan is het document ‘Visie en actieprogramma betere publieke dienstverlening’12 dat in juni 2008 wordt gepresenteerd. Hierin worden concrete verbeteracties voorgesteld voor provincies, gemeenten en 6 Bron: http://www.drempelvrij.nl/Waarmerk Bron: http://www.w3c.nl/Vertalingen/2000/WAI-WEBCONTENT/WAI-WEBCONTENT-NL.html 8 Bron: Advies Overheid.nl 9 De quickscan: http://www.webrichtlijnen.nl/toetsen 10 http://www.webrichtlijnen.nl/webrichtlijnenscore/ 11 Bron: Brief van staatssecretaris Bijleveld-Schouten d.d. 26 juni 2008 over een actieprogramma toegankelijkheid e-overheid. 12 Bron: http://www.minbzk.nl/organisatie/staatssecretaris/113006/betere 7 9 uitvoeringsorganisaties met als doel om voor mensen ‘merkbare en zichtbare verbeteringen van de overheidsdienstverlening’ te realiseren. 1.3 De Monitor 2010 In deze vierde Accessibility Monitor13, uitgevoerd door Stichting Accessibility, wordt specifiek de toegankelijkheid van gemeente websites onderzocht. Uit de voorlaatste Accessibility Monitor uitgevoerd in 2008 blijkt dat een groot deel (88%) van de overheidswebsites niet aan de minimale eisen voor de toegankelijkheid voldoen. Ten opzichte van het onderzoek uit 2005 is er een verbetering opgetreden met 8%. Deze vooruitgang is geheel toe te schrijven aan de websites van de Rijksoverheid waarvan een groot deel in 2008 voldoet aan de Webrichtlijnen voor de Overheid. De meeste websites van provincies en gemeenten zijn in 2008 niet verbeterd ten opzichte van de meting in 2005. Het Besluit Kwaliteit Rijksoverheidswebsites stelt dat alle overheidswebsites uiterlijk in 2010 voor iedereen toegankelijk moeten zijn. Aangezien in 2008 98% van de gemeente websites nog niet voldeden aan de Webrichtlijnen en vooral in de toegankelijkheid zich de grootste problemen voordoen, is het van groot belang voor alle belanghebbenden om aan het begin van 2010 te meten in hoeverre de websites van gemeenten toegankelijk zijn. Uitgangspunt voor de Accessibility Monitor van 2010 zijn de Webrichtlijnen van de Overheid. Er is in deze monitor onderzoek gedaan naar een aantal van de prioriteit 1 ijkpunten, aangevuld met een aantal andere richtlijnen voor kwaliteit en toegankelijkheid. Er is voor deze aanpak gekozen, vooral om het effect van het Besluit Kwaliteit Rijksoverheidswebsites na 2006 te meten. Op basis van een indicatieve scan is binnen een beperkt tijdsbestek onderzoek gedaan naar mogelijke toegankelijkheidsproblemen op websites van gemeenten. Deze scan geeft een eerste indicatie van toegankelijkheidsproblemen. Het kan zijn dat bij uitgebreider onderzoek meer problemen worden gevonden of dat een aantal problemen bij meer websites wordt aangetroffen. Dit onderzoeksrapport geeft een overzicht van de resultaten van het onderzoek van gemeente websites van 2010 en vergelijkt de resultaten op gebied van toegankelijkheid met die van 2008. Er wordt aandacht geschonken aan de problemen die zich voordoen en waar ze aangetroffen zijn. Door de rapporten uit 2008 en 2010 naast elkaar te leggen kan nu ook gekeken worden of specifieke toegankelijkheidsproblemen vaker of minder vaak voorkomen. De overheid heeft een automatische toetstool ontwikkeld, de zogenaamde Quickscan14, om bij te houden in hoeverre websites voldoen aan de door de overheid opgestelde Webrichtlijnen. De Webrichtlijnen Quickscan toetst 47 van de 125 Webrichtlijnen van de overheid. Toegankelijkheidseisen maken onderdeel uit van de Webrichtlijnen. De bevindingen van de Accessibility Monitor 2010 zijn naast de 13 14 De Accessibility Monitor is in 2004, 2005 en 2008 uitgevoerd. http://www.webrichtlijnen.nl/toetsen 10 resultaten van de Quickscan gelegd.15 Verwacht mag worden dat de resultaten van beide metingen in overeenstemming met elkaar zijn. 1.4 Leeswijzer In hoofdstuk 2 leest u meer over toegankelijkheid en kwaliteit van het internet. Hier wordt beschreven wat voor rol standaarden, gebruiksvriendelijkheid en vindbaarheid spelen in de toegankelijkheid van een website. Ook wordt beschreven hoe mensen met verschillende (functie)beperkingen gebruik maken van internet, hoe groot deze groep is en worden enkele voorbeelden van knelpunten bij internetgebruik gegeven. Hoofdstuk 3 beschrijft de methode van onderzoek, de onderzoeksvragen en de onderzochte groepen websites. De resultaten worden besproken in hoofdstuk 4 en vergeleken met de scores van gemeente websites uit de Monitor van 2008. In hoofdstuk 5 worden de resultaten van de Accessibility Monitor 2010 vergeleken met de scores die websites van gemeenten halen in de Quickscan van overheid. In hoofdstuk 6 volgen de conclusies en in hoofdstuk 7 de aanbevelingen. 15 Rapportage webrichtlijnen gemeenten (met smileys). Bijlage bij Voortgang Dienstverlening, Regeldruk en Informatiebeleid (29362 157). Downloadbaar via http://parlando.sdu.nl/cgi/showdoc/session=anonymous@3A6429597590/action=doc/query=5/pos=0/KS T140263.pdf 11 12 2 Toegankelijkheid en kwaliteit In deze monitor wordt de toegankelijkheid en kwaliteit van gemeente websites besproken. In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de relatie tussen toegankelijkheid en de kwaliteit van het internet als kader voor het monitoronderzoek. Onderwerpen die aan bod komen zijn: internetters met een functiebeperking, gebruiksvriendelijkheid, vindbaarheid en kostenvoordelen. En altijd staan webstandaarden centraal. 2.1 Webstandaarden Bij het internetten worden browsers gebruikt, bijvoorbeeld Internet Explorer of Firefox. In een browser worden webpagina’s, die bij een server worden opgevraagd, omgezet in een voor de gebruiker leesbare vorm en gewenste lay-out. Dat is wat we kennen als websites of webapplicaties. Voor het bouwen van websites bestaan allerlei afspraken over het gebruik van technieken. Deze afspraken worden webstandaarden genoemd. Er kan een vergelijking getrokken worden tussen het gebruik van webstandaarden en de bouw van een huis. Voor het bouwen van een huis bestaan bijvoorbeeld afspraken over de afmetingen van deuropeningen. Deze afspraken zijn er vanwege brandvoorschriften of omdat er rolstoelen doorheen moeten passen of brancards in geval van nood. Dankzij deze afspraken hoeft een aannemer zich niet bezig hoeft te houden met specifiek gebruik van een doorgang door een bepaalde groep. Webstandaarden vervullen een vergelijkbare functie. Ze helpen de webbouwer om een technisch goede website te bouwen, zonder dat hij zich zorgen hoeft te maken over specifieke ‘user agents’. Wanneer volgens webstandaarden gebouwd wordt, mag een webbouwer er namelijk ook van uit gaan dat user agents zoals hulpapparatuur, mobiele apparatuur en verschillende soorten browsers met de website om kunnen gaan. Websites Standaarden Gebruikers browsers mobiele apparatuur hulpapparatuur zoekmachines Figuur 1: De rol van webstandaarden 13 2.2 Internetters met een functiebeperking Internetters met een functiebeperking hebben bijvoorbeeld een visuele, auditieve, motorische of verstandelijke beperking16. Ook senioren hebben statistisch een grotere kans op functionele beperkingen, waardoor ze meer problemen krijgen met het bezoeken en gebruiken van websites. Internetters kunnen één of meerdere functiebeperkingen in verschillende gradaties hebben. In deze paragraaf wordt besproken hoe deze groepen mensen Internet gebruiken17 en wordt een aantal voorbeelden van problemen genoemd. Blinde mensen gebruiken geen beeldscherm of muis en zijn bij het gebruik van Internet afhankelijk van speciale software op hun computer (screenreader) en een zogenaamde brailleleesregel die zij koppelen aan een laptop of desk top computer. De screenreader leest tekst van een website hardop voor, een brailleleesregel geeft de tekst in braille weer. Voor blinden is het belangrijk dat bijvoorbeeld afbeeldingen en andere visuele onderdelen een omschrijving hebben. En dat een website bruikbaar is, als alleen via het toetsenbord genavigeerd wordt, omdat zij geen muis kunnen bedienen. Ook mensen met dyslexie gebruiken wel screenreaders, om hen te ondersteunen in het lezen. Voor slechtzienden is het onder meer belangrijk dat ze zelf de tekstgrootte kunnen aanpassen. Wanneer die door de bouwer van de site is ‘vastgezet’ kunnen ze de tekst niet zelf groter of kleiner maken. Goed contrast is extra belangrijk voor deze groep mensen. Voor zowel blinden en slechtzienden is het ook belangrijk dat er een toegankelijk alternatief is wanneer informatie alleen in videobeelden wordt gegeven. Mensen die kleurenblind zijn hebben vaak problemen met de kleurcombinaties roodgroen en geel-blauw. Er moet voorkomen worden dat informatie alleen in kleur wordt aangegeven. Een voorbeeld is: ‘Druk op de groene knop om verder te gaan en op de rode knop om te stoppen’. Andere problemen zijn contrast, maar ook een legenda bij een kaart of bepaald kleurgebruik in diagrammen kan problemen opleveren. Voor doven en slechthorenden is het belangrijk dat er voor audio- en videobestanden een alternatief geboden wordt. Voor video is een snelle indicatieve test om eens met de oren dicht te kijken of alle informatie nog beschikbaar is. Bijvoorbeeld als er een vrouw in beeld is die vertwijfeld kijkt terwijl op de achtergrond schreeuwende kinderen te horen zijn (niet in beeld). Is dat dan zonder geluid duidelijk? De richtlijnen eisen bijvoorbeeld dat er dan een caption is waar dat beschreven staat ("geluid van schreeuwende kinderen"). Doe hetzelfde ook eens met de ogen dicht. Is dan ook nog alle visuele informatie beschikbaar? Is er bijvoorbeeld een stem die de belangrijke informatie uit het beeld vertelt?18 Voor mensen met een motorische beperking of bijvoorbeeld RSI is het, net als voor bijvoorbeeld blinden, van belang dat ook door een site genavigeerd kan worden zonder een muis te gebruiken. 16 Meer informatie over functiebeperkingen is te vinden op: http://www.accessibility.nl/internet/achtergronden/handicaps 17 Meer informatie over gebruik van hulpapparatuur door mensen met een functiebeperking is te vinden op: http://www.accessibility.nl/internet/achtergronden/hulpapparatuur 18 Voor meer informatie over het toegankelijk maken van audio- en videobestanden: http://www.accessibility.nl/internet/artikelen/audiovideo 14 Tot slot kunnen ook mensen die niet lichamelijk of verstandelijk beperkt zijn, toch beperkt zijn in het gebruik van internet. Wanneer bijvoorbeeld een website op een mobiele telefoon, PDA of iPhone wordt bekeken, wanneer geluid uitgeschakeld is of wanneer vanwege hoge beveiligingsinstellingen bepaalde functies uitgeschakeld staan is het belangrijk dat dezelfde informatie beschikbaar blijft. In al deze situaties helpen webstandaarden de webbouwer om rekening te houden met deze beperkingen, zonder dat hij zich hoeft te verdiepen in de beperkingen of hulpapparatuur zelf. 2.3 Gebruiksvriendelijkheid Gebruiksvriendelijkheid en webtoegankelijkheid zijn twee aspecten die hand in hand gaan. Kort gezegd gaat toegankelijkheid erover of informatie beschikbaar en eenvoudig vindbaar is voor iedereen. Gebruiksvriendelijkheid gaat erover of informatie op een manier aangeboden wordt, die voor de gebruiker onder andere logisch, consequent, eenvoudig te begrijpen, vinden en gebruiken is. Gebruiksvriendelijkheid kan dus gezien worden als een laag bovenop webtoegankelijkheid. Als een website toegankelijk gemaakt wordt betekend het in de regel dat deze ook automatisch gebruiksvriendelijker wordt. Duidelijke linkteksten en consistentie in de webpagina’s zijn een onderdeel van webtoegankelijkheid, maar helpen ook de gebruiksvriendelijkheid vergroten. 2.4 Vindbaarheid voor zoekmachines Zoekmachine optimalisatie (in jargon Search Engine Optimization, SEO) is een actueel onderwerp. Organisaties geven vaak veel geld uit om hoger in de Google zoekresultaten te komen en dus beter vindbaar te worden. Zoals eerder genoemd benaderen zoekmachines zoals Google internetpagina’s als een gehandicapte gebruiker. Zoekmachines zijn gebaat bij een toegankelijk internet en zijn sterk afhankelijk van de manier waarop een site is opgebouwd en van de manier waarop de code is opgemaakt. Zoekmachines als Google zijn bijvoorbeeld blind, omdat ze geen afbeeldingen kunnen zien. Om deze reden is het belangrijk voor zoekmachines dat informatie, die in afbeeldingen wordt overgebracht, ook in tekst beschikbaar is. Ook dient een website meerdere invoerapparaten, bijvoorbeeld muis en toetsenbord, te ondersteunen. Hierdoor kan ook Google, die geen gebruik kan maken van een muis, door een site navigeren. Omdat Google geen kleur ziet, dient informatie niet alleen in kleur overgebracht te worden. Bepaalde geavanceerde webtechnieken zijn niet begrijpelijk voor zoekmachines. Ook daarom is het belangrijk dat de functionaliteit van een website niet van deze technieken afhangt, maar dat deze technieken slechts een aanvulling zijn op de basisfunctionaliteit. Zo kunnen zoekmachines, maar ook blinde en slechtziende gebruikers PDF-documenten niet begrijpen als bij het maken van een PDF de leesvolgorde van tekstkolommen of tabellen niet wordt meegegeven. Wanneer bij de bouw rekening wordt gehouden met deze ‘eigenschappen’ van een zoekmachine, wordt voor Google de structuur en inhoud van de website duidelijker en wordt het mogelijk om meer betrouwbare en relevante zoekresultaten te geven. Toegankelijkheid is hiermee een belangrijke basis. Wanneer een website toegankelijk opgemaakt wordt, zal deze dan ook hoger scoren in de zoekresultaten van een 15 zoekmachine zoals Google. De voorwaarde voor vindbaarheid door zoekmachines en toegankelijkheid gaan hiermee hand in hand. 2.5 Financieel voordeel Een belangrijk gevolg van een toegankelijke website is dat er groot financieel voordeel gehaald kan worden door extra opbrengsten en kostenbesparingen. Een drempel voor veel organisaties is vaak het vooroordeel dat webtoegankelijkheid duur is of veel tijd kost. Wanneer toegankelijk gebouwd wordt, bedragen de extra kosten voor de gemiddelde website 3-5%. Het positieve effect is echter groot, waardoor de deze investering snel terug verdiend wordt. Een toegankelijke website kan namelijk enorme besparingen en voordelen opleveren: Besparing op onderhoudskosten (inhoud en opmaak gescheiden); Besparing op aanpassingen voor nieuwe browserversies; Besparing op bandbreedte en serverbelasting tot 60% Meer potentiële bezoekers. Zoals gezegd zijn toegankelijkheid en gebruiksvriendelijkheid zijn nauw verbonden. Een vergroting van toegankelijkheid en daarmee gebruiksvriendelijkheid kan verkoop en conversion rate verhogen met 100%19. 19 http://www.accessibility.nl/internet/achtergronden/voordelen/economischefactoren 16 3 Het onderzoek Bij 60 gemeenten is de website onderzocht op toegankelijkheid en kwaliteit 20. Op vijf websites na is de lijst onderzochte gemeente websites gelijk aan die van de vorige Monitor uit 2008: De gemeenten Liemeer, Winschoten, Zeist, NoordKoggenland en Zwolle konden niet meegenomen in het onderzoek wegens onbereikbaarheid en/of gemeentelijke herindeling. Hiervoor in de plaats zijn de websites van de gemeente Son en Breugel, Leek, Vlissingen en Vlaardingen getest. De gemeente Noord-Koggenland is gemeente Enkhuizen geworden. 3.1 Indicatieve scan naar de Webrichtlijnen van de Overheid De onderzochte websites zijn allemaal onderworpen aan een korte indicatieve scan waarbij zowel met een automatische tool als handmatig is gekeken naar verschillende richtlijnen uit de Webrichtlijnen van de Overheid. De Webrichtlijnen van de Overheid zijn opgesteld om de kwaliteit en toegankelijkheid van overheidswebsites te vergroten. Het kan voorkomen dat een website die technisch ontoegankelijk wordt bevonden op basis van de richtlijnen, door sommige mensen wel bruikbaar wordt ervaren. De richtlijnen houden echter rekening met veel verschillende aspecten van toegankelijkheid, bruikbaarheid en kwaliteit om een website toegankelijk te laten zijn voor iedereen. In deze indicatieve scan zijn 5 pagina’s op elke gemeente website onderzocht: de homepagina de contactpagina een zoekresultatenpagina een pagina waarin tabellen voorkomen (indien beschikbaar) een pagina waarop video voorkomt (indien beschikbaar) Een indicatieve scan geeft een goede eerste indruk van de omvang van de toegankelijkheidsproblemen. Het is zeer goed mogelijk dat bij uitgebreider onderzoek meer problemen worden aangetroffen. Binnen deze indicatieve scan is niet uitgebreid onderzocht aan welke toegankelijkheidseisen wel volledig voldaan is. Hiervoor is uitgebreider onderzoek nodig en zijn de in samenwerking met alle belanghebbenden opgezette Waarmerk drempelvrij.nl inspecties21 beschikbaar. De websites zijn onderzocht op ijkpunten die te maken hebben met: toegankelijkheid gebruikersvriendelijkheid vindbaarheid kosten voordelen Omdat de meeste onderzochte toegankelijkheidseisen niet automatisch te toetsen zijn is voor dit onderzoek vrijwel geen gebruik gemaakt van de online Webrichtlijnen tool. Deze is enkel gebruikt voor het controleren van de scheiding tussen (X)HTML en 20 21 Voor een volledig overzicht van alle onderzochte websites zie bijlage I Meer informatie over de Waarmerkregeling: www.accessibility.nl/toetsing 17 CSS. De overige punten zijn handmatig onderzocht. Verder is er gebruik gemaakt van de Webdeveloper Toolbar voor Firefox22 en de Web Accessibility Toolbar23 voor Internet Explorer. In het onderzoek zijn alleen standaard (X)HTML output en functionaliteit van de websites onderzocht. PDF-bestanden zijn buiten beschouwing gelaten. Op veel pagina’s worden echter wel PDF-bestanden aangeboden. Belangrijk is om te vermelden dat informatie aangeboden dient te worden via open standaarden. De enige toegankelijke PDF-versie die gebruikt mag worden is PDF/A-1a24. In de regel voldoen de meeste PDF-documenten op websites niet aan deze standaard. 3.2 Extra onderzoeksvragen Behalve onderzoek naar een aantal elementen uit de Webrichtlijnen van de Overheid zijn er twee aanvullende onderzoeksvragen geformuleerd, die een indruk geven van het effect van de aandacht die besteed is aan de toegankelijkheid en kwaliteit bij het bouwen van een website. Het betreft de volgende onderzoeksvragen: Toetsenbordtoegankelijkheid: hier wordt onderzocht of de site volledig toegankelijk is zonder het gebruik van een muis. Dit is van belang voor mensen die geen gebruik kunnen maken van een muis. Denk daarbij aan mensen met een visuele of motorische handicap of RSI, maar ook mensen die sites bekijken met mobiele telefoons, PDA’s of andere apparaten25. Google zoekopdracht. Onderzocht is hoe eenvoudig het is om informatie over het aanvragen van een paspoort bij een specifieke gemeente te vinden via een zoekopdracht bij Google.nl . Zoals in de inleiding al werd aangehaald maken de meeste mensen tegenwoordig gebruik van algemene zoekmachines, om informatie op het internet te vinden. Door een kwalitatief goede en toegankelijke website te bouwen zullen zoekmachines zoals Google betere en betrouwbare resultaten kunnen geven, waardoor informatie op een website beter vindbaar wordt. 22 Web Developer Toolbar: https://addons.mozilla.org/en-US/firefox/addon/60 Web Accessibility Toolbar: http://www.accessibility.nl/internet/tools/toolbar 24 Meer informatie over open standaarden bij de overheid: http://www.webrichtlijnen.nl/handleiding/ontwikkeling/productie/open-standaarden/ 25 Voor meer informatie zie het uitgebreide artikel Toetsenbordtoegankelijkheid op www.accessibility.nl/internet/artikelen/toetsenbord 23 18 4 Resultaten Dit is de vierde maal dat door de Stichting Accessibility in een monitor overheidswebsites zijn onderzocht op toegankelijkheid. De resultaten daarvan zijn opgenomen in de Accessibility Monitor van 2004, 2005 en die van 2008. In de voorgaande testen was er nauwelijks vooruitgang te meten in de toegankelijkheid van gemeente websites. In dit hoofdstuk worden de resultaten van de Accessibility Monitor 2010 vergeleken met de resultaten van 2008. In de Accessibility Monitor 2008 wordt per ijkpunt een beschrijving gegeven van de betekenis en het belang er van voor toegankelijkheid, gebruikersvriendelijkheid, vindbaarheid en het kosten voordeel. Deze zijn in dit rapport terug te vinden in Bijlage II. 4.1 Toegankelijkheid prioriteit 1: de eerste 6 ijkpunten Prioriteit 1 van de W3C toegankelijkheidseisen is het minimale niveau van toegankelijkheid en bestaat uit 16 ijkpunten. Prioriteit 1 maakt onderdeel uit van de Webrichtlijnen van de Overheid. Zes van de zestien ijkpunten zijn getoetst in 2005, 2008 en 2010. Uit onderstaande tabel blijkt dat er vooruitgang is geboekt op deze zes ijkpunten van prioriteit 1 ten opzichte van metingen in 2005 en 2008. Toegankelijkheidsprobleem Percentage websites van gemeenten met dit probleem in 2005 Percentage websites van gemeenten met dit probleem in 2008 Percentage websites van gemeenten met dit probleem in 2010 Tekstequivalenten (1.1) 88% 90% 73% Scripts en applets (6.3) 73% 75% 64% Taalwisselingen (4.1) 53% 52% 20% Datatabellen (5.2 en 5.2) 67% 78% 57% Leesbaar zonder style sheets (6.1) 58% 53% 23% 38% 35% 25% Frametitels (12.1) Tabel 1: Toegankelijkheidsproblemen op prioriteit 1 niveau bij websites van gemeenten. 19 Op de websites van gemeenten is bij 20% een probleem aangetroffen met taalwisselingen. Veel (echter zeker niet alle) gemeente websites hebben een anderstalige webpagina. Dit is vaak een heel aparte pagina op de site. In de sample van 5 geteste pagina’s van de Accessibility Monitor 2010 kwamen taalwisselingen weinig voor. Dit kan verklaren waarom het aantal aangetroffen problemen laag is. Op 57% van de websites van gemeenten is een probleem met de opmaak van datatabellen waardoor ze niet goed toegankelijk zijn voor gebruikers. Dat is een daling ten opzichte van 2008. Het blijkt dat het frequent voorkomt dat gemeenten datatabellen uit hun website pagina’s halen en in aparte – te downloaden - PDFdocumenten aanbieden. PDF-documenten met tabellen zijn zeker niet vanzelfsprekend toegankelijk voor screenreaders. Hoewel dit niet is getest in deze monitor lijkt de daling in het gebruik van tabellen niet opgelost maar een verschuiving van het probleem. 4.2 Gebruikersvriendelijkheid Om de gebruikersvriendelijkheid te toetsen zijn de websites van gemeenten onderzocht op toetsenbordtoegankelijkheid en schaalbaarheid van de grootte van letters. Op beide onderdelen is verbetering opgetreden in het percentage websites waar problemen voorkomen. Toegankelijkheidsprobleem Toetsenbordtoegankelijkheid Schaalbaarheid van lettergrootte Percentage websites van gemeenten met dit probleem in 2008 Percentage websites van gemeenten met dit probleem in 2010 22% 9% 50% 38% Tabel 2: Problemen op het gebied van gebruikersvriendelijkheid en het percentage websites van gemeenten waar dit voorkomt 4.3 Vindbaarheid Ook voor overheidswebsites is het belangrijk dat informatie vindbaar is voor zoekmachines, aangezien veel mensen hier gebruik van maken bij het zoeken van informatie. Hier zijn twee punten onderzocht, die een belangrijke bijdrage leveren aan de vindbaarheid van informatie: goed gebruik van kopregels en het tonen van leesbare, herkenbare en reproduceerbare URL’s. 20 Toegankelijkheidsprobleem Percentage websites van gemeenten met dit probleem in 2008 Percentage website van gemeenten met dit probleem in 2010 92% Correct gebruik kopregels Leesbare, herkenbare en reproduceerbare URL’s 70% 81% 95% Tabel 3: Problemen op het gebied van vindbaarheid en het percentage websites waar dit probleem voorkomt Hoewel het percentage websites van gemeenten die problemen op beide onderdelen hebben is gedaald, komt het nog steeds op zeer veel sites voor. 4.4 Kostenvoordelen Een belangrijk gevolg van het bouwen volgens de Webrichtlijnen van de Overheid is dat het forse kostenvoordelen op kan leveren. Er zijn een aantal aspecten onderzocht, die direct kostenvoordelen tot gevolg hebben: scheiding van (X)HTML en CSS en het vermijden van tabellen voor lay-out. Toegankelijkheidsprobleem Percentage websites van gemeenten met dit probleem in 2008 92% Scheiding (X)HTML en CSS Lay-out tabellen 88% Percentage websites van gemeenten met dit probleem in 2010 98% 27% Tabel 4: Problemen op het gebied van opmaak van pagina’s en het percentage websites waar problemen op dit gebied voorkomen. Het gebruik van lay-out tabellen is een verouderde techniek om websites in te richten. De Accessibility Monitor laat een grote daling van het gebruik van lay-out tabellen zien. Het scheiden van informatie en functionaliteit van de opmaak is verslechterd; op bijna alle websites van gemeenten zijn problemen met dit ijkpunt. 4.5 Standaarden Standaarden staan centraal in het toegankelijk bouwen (zie Hoofdstuk 2.1). Standaarden zijn afspraken die gevolgd kunnen worden om een technisch goede website te bouwen, zonder dat de bouwer zonder dat hij zich zorgen hoeft te maken 21 over specifieke ‘user agents’ die de site gebruiken. Bovendien geldt dat, wanneer standaarden gevolgd worden, een website klaar is voor de toekomst en eventuele aanpassingen minder tijd kosten. Daarnaast worden standaarden ook gebruikt als uitgangspunt voor veel apparatuur en programmatuur. Toegankelijkheidsprobleem Percentage websites van gemeenten met dit probleem in 2008 Valide (X)HTML code 98% 85% Percentage website van gemeenten met dit probleem in 2010 100% 77% Valide CSS code Tabel 5: Problemen op het gebied van standaarden en het percentage websites van gemeenten waar problemen op dit gebied voorkomen In tabel 5 is te zien dat alle websites van gemeenten problemen hebben met de juiste toepassing van de (X)HTML code. Het niet aan deze standaard en structuur houden heeft tot gevolg dat bijvoorbeeld apparatuur, software en zoekmachines lastig met de code kunnen omgaan. Het aantal problemen met de toepassing van een valide CSS code is gedaald met 8% en komt nog op 77% van de getoetste gemeente websites voor. 4.6 Extra eisen volgens Webrichtlijnen Aan een aantal eisen, die in de prioriteit 1 richtlijnen worden gesteld, wordt in de Webrichtlijnen strengere eisen gesteld. Twee van deze verdiepingseisen zijn hier onderzocht: frames en taalwisselingen. Toegankelijkheidsprobleem Percentage websites van gemeenten met dit probleem in 2008 Percentage website van gemeenten met dit probleem in 2010 Taal 70% 2% Frames 29% 18% Tabel 6: Problemen met extra eisen Webrichtlijnen op het gebied van toegankelijkheid en het percentage websites waar dit probleem voorkomt In de strengere eisen van de Webrichtlijnen wordt gesteld dat niet alleen moet worden aangegeven als er een taalwisseling plaatsvindt, maar ook wat de natuurlijke taal van de site is. De juiste toepassing van taalwisselingen is volgens de 22 Accessibility Monitor enorm gedaald. Met deze eis zijn op de sites van de gemeente weinig problemen meer gevonden. Een andere eis van de Webrichtlijnen is dat er geen frames meer worden gebruikt. Hoewel het percentage gemeente websites met problemen op het gebied van frames is gedaald, komt het nog in 18% voor. 4.7 Extra onderzoeksvragen Naast de onderzochte eisen uit de Webrichtlijnen van de Overheid is er in 2008 ook nog een aanvullende onderzoeksvraag gedefinieerd. In de Monitor van 2010 is deze extra vraag herhaald. Omdat veel mensen gebruik maken van een zoekmachine als Google is er onderzocht of specifieke informatie ook daadwerkelijk gevonden kan worden met behulp van deze zoekmachine. Er is gekeken of er informatie gevonden kan worden over het aanvragen van een paspoort op de sites van de verschillende gemeenten. Via de zoekopdracht “paspoort aanvragen gemeente <naam gemeente>” is onderzocht hoe de betreffende gemeentelijke website door Google werd geïndexeerd. In 2008 kwam bij 30% van de gemeenten een relevante link naar deze informatie niet naar boven in de eerste tien zoekresultaten en kon de informatie dan ook niet gevonden worden met een redelijke inspanning. In 2010 gold dit voor 17% van de gemeenten. Multimedia – video en geluid – wordt steeds belangrijker op websites om informatie over te brengen. In de Monitor van 2010 is daarom besloten te onderzoeken of de websites van gemeenten voldoen aan de ijkpunten van prioriteit 1 betreffende het gebruik van video (ijkpunt 1.3 en 1.4). Om deze toegankelijk te maken is het nodig om (voor doven en slechthorenden) aan het beeldmateriaal alle relevante informatie uit het geluidsspoor via ondertiteling toe te voegen die niet in beeld zichtbaar is - zogenaamde captions. Om video e.d. toegankelijk te maken (voor mensen met een visuele handicap) is het nodig om een audiobeschrijving toe te voegen aan het geluidsspoor voor alle relevantie informatie die niet hoorbaar is – zogenaamde audio description. In het algemeen komt uit de resultaten naar voren dat, waar gebruik is gemaakt van video, de captions en/of auditieve beschrijvingen ontbreken. Van de 60 getoetste websites van gemeenten maakten 28% gebruik van video in 82% van die sites ontbraken de benodigde omschrijvingen. 4.8 Eindresultaat De gemeentelijke websites laten op veel van de zestien ijkpunten van prioriteit 1 van de toegankelijkheidseisen enige vooruitgang zien. Echter, bij het gebruik van standaarden is een verslechtering op getreden ten opzichte van 2008. En juist in het correcte gebruik van standaarden ligt de basis van toegankelijk bouwen. Onder de 60 getoetste gemeentelijke websites is maar één gemeente waar op de vijf geteste webpagina's geen probleem met de ijkpunten van prioriteit 1 is gevonden. Bijna alle gemeente websites scoren op minstens één van de zestien minimale toegankelijkheidseisen onvoldoende. Gemiddeld genomen heeft een website van een gemeente te maken met problemen op 2-3 ijkpunten. 23 Percentage 100 80 60 40 Gemeente websites 20 0 0 1 2 3 4 5 6 Aantal prioriteit 1 ijkpunten waar een probleem is Figuur 2 De Accessibility Monitor van 2005 en 2008 liet zien dat het percentage van websites van gemeenten die ontoegankelijk is, onveranderd bleef op 98%. De resultaten van de Accessibility Monitor van 2010 laten zien dat dit percentage nog steeds niet gewijzigd is en op 98% staat. 24 5 Vergelijking Accessibility Monitor en Webrichtlijnen 5.1 Toegankelijkheid en de Webrichtlijnen De toegankelijkheid van alle overheidswebsites waaronder die van de gemeenten dient in 2010 te zijn gerealiseerd. In haar brief aan de Tweede Kamer van 19 december 2009 geeft Staatssecretaris Bijlveld overzicht van de voortgang in Dienstverlening, Regeldruk en Informatiebeleid26. In de bijlage bij deze brief wordt de stand van zaken beschreven rond de implementatie van de Webrichtlijnen bij gemeenten. Hiervoor wordt de Quickscan van de overheid gebruikt die een website toetst op correct gebruik van 47 van de 125 Webrichtlijnen. Uit deze rapportage blijkt dat: 17% van de gemeente websites verbetering tonen in de toepassing van de Webrichtlijnen; 72% van de gemeente websites gelijk zijn gebleven 11% van de gemeente websites verslechterd zijn Er zijn 4 gemeenten die 47 van de 125 Webrichtlijnen op de juiste wijze hebben geïmplementeerd op de website. Twaalf gemeenten hebben 44-46 van de Webrichtlijnen geïmplementeerd; 65 gemeenten scoren 38-43. De overige 360 gemeenten halen een score van 0-37 – met als laagste score 22. De volgende indeling wordt gebruikt: Score 47 van de 47 Webrichtlijnen: Goed Score 44-46: Redelijk Score 38-43: Matig Score 0-37: Slecht Het is de verwachting dat de 60 websites uit de Accessibility Monitor 2010 die veel problemen hebben met de toegankelijkheid ook slecht of matig scoren in de implementatie van de Webrichtlijnen. Toegankelijkheidseisen maken immers onderdeel uit van de Webrichtlijnen van de overheid. En vice versa zou dat ook moeten gelden: weinig/geen toegankelijkheidsproblemen volgens de Monitor zou positief effect moeten hebben op score in de implementatie Webrichtlijnen. Grafiek 1 maakt duidelijk dat dit verband er niet is. In deze grafiek is het aantal prioriteit 1 ijkpunten waar een problemen mee is, afgezet tegen de score met de Quickscan. 26 Modernisering van de overheid nr 29362 25 Grafiek 1: Verwacht zou mogen worden dat in grafiek 1 er een cluster is van zwarte blokjes van links boven de zwarte doorlopende lijn aflopend naar rechts onder deze lijn. Anders gezegd: de combinatie hoge score Webrichtlijnen en weinig toegankelijkheidsproblemen naar lage score Webrichtlijnen meer toegankelijkheidsproblemen. Te zien is dat ook al worden websites, die getoetst met de Quickscan, bestempeld als matig t/m redelijk (tussen de zwarte lijn bij 37 en de gestreepte lijn bij 43) deze veel problemen hebben met toegankelijkheidseisen prioriteit 1 volgens de Accessibility Monitor. Bij een score tussen de 37 en 46 op de Webrichtlijnen komt het viermaal voor dat er 4 problemen zijn met prioriteit 1 van de toegankelijkheidseisen. Eenmaal zijn er zelfs 6 fouten geconstateerd. Bij de enige, volgens de Quickscan “goede” website uit de sample van 60 gemeente websites zijn met betrekking tot prioriteit 1 ijkpunt 1.1 problemen aangetroffen. Dat wil zeggen dat er problemen zijn met betrekking tot de tekstequivalenten en dat kan betekenen dat deze site helemaal niet te gebruiken is door mensen met een visuele handicap. Opvallend is verder dat de er een site is die matig scoort in de implementatie van de Webrichtlijnen (35) geen enkel prioriteit 1 toegankelijkheidprobleem heeft. De score in de implementatie van de Webrichtlijnen zegt dus veel te weinig of een website daadwerkelijk toegankelijk is. Toename in de score in de implementatie van 26 de Webrichtlijnen leidt niet automatisch tot toename in de verbetering van de toegankelijkheid. Dat wil zeggen dat de resultaten van de Quickscan van de overheid geen verband houden met de toegankelijkheid van de website. De 17% verbeteringen in de implementatie van de Webrichtlijn bij gemeentewebsites gemeten door de Quickscan van de overheid zijn voor het merendeel toe te schrijven aan andere aspecten dan verbetering van de toegankelijkheid. 5.2 Toegankelijkheid en vernieuwde gemeente websites Met de inwerkingstelling van het Nationaal Uitvoeringsprogramma Dienstverlening en E-overheid (NUP) in december 2008 is ook de implementatie van de Webrichtlijnen geregeld. Tien van de 60 onderzochte gemeentes hebben ruim na de start van NUP hun websites vernieuwd27. Men zou mogen verwachten dat de sites van deze gemeente goed scoren op de implementatie van de Webrichtlijnen en tevens daarmee goed toegankelijk zijn. In deze Accessibility Monitor is voor deze tien gemeenten bekeken of er op de websites zich problemen voordoen op de volgende W3C ijkpunten: - Aanwezigheid van tekstequivalent W3C1.1 - Auditieve beschrijving van multimedia zodat user agents automatisch de tekst van een beeldspoor hardop kunnen voorlezen. W3C1.3 - Captions synchroon; dit dient ook om multimedia toepassingen op een website toegankelijk te maken met onderschriften of auditieve beschrijvingen. W3C 1.4 - Schaalbaarheid W3C 3.4 - Correct gebruik kopregels W3C 3.5 - Taalwisseling W3C 4.1 - Datatabellen W3C 5.1 - Scripts en applets W3C 6.3 Op alle 10 de vernieuwde gemeente websites komen problemen voor met deze ijkpunten en wordt er niet voldaan aan de toegankelijkheidseisen. Er is één gemeente website waar 1 probleem is gevonden en één gemeente heeft 6 problemen op de getoetste ijkpunten. 27 Van de 60 gemeenten zijn sites gekozen die na maart 2009 zijn vernieuwd 27 Toegankelijkheidsprobleem Aantal websites van gemeenten met dit probleem in 2010 Tekstequivalenten (1.1) 6 Multimedia beschrijving (1.3) 4 Multimedia beschrijving (1.4) 4 Schaalbaarheid van de lettergrootte (3.4) Correct gebruik kopregels 3 8 Taalwisselingen (4.1) 2 Datatabellen (5.2 en 5.2) 4 Scripts en applets (6.3) 7 Tabel 7: Prioriteit 1 ijkpunten en aantal vernieuwde websites van gemeenten waar problemen voorkomen N=10. Uit de sample van 60 gemeente websites het aantal sites die na maart 2009 zijn vernieuwd Het meest voorkomende probleem is het juiste gebruik van kopregels: 8 van de tien websites heeft hier problemen mee. Hoewel dit een ijkpunt van prioriteit 2 is, mag verwacht worden dat op recent vernieuwde sites dit juist wordt toegepast. Op 7 websites wordt het gebruik van scripts en applets niet goed toegepast en bij 6 sites zijn er problemen gesignaleerd met de aanwezigheid van tekstequivalenten. Gemiddeld genomen heeft een vernieuwde website van een gemeente te maken met drie tot vier problemen uit bovengenoemd lijst. Van de 10 gemeenten die het afgelopen jaar hun website hebben vernieuwd scoorden 9 van hen volgens de monitor van Webrichtlijnen van oktober 2009 28 (bijlage bij de voortgangsbrief Modernisering Overheid van de staatssecretaris van 29 januari jl. 29)slecht en één scoorde matig. De scores variëren van 25 tot 42. 28http://parlando.sdu.nl/cgi/showdoc/session=anonymous@3A6429597590/action=doc/query=4/pos=2/B LG22440.pdf 29http://parlando.sdu.nl/cgi/showdoc/session=anonymous@3A6429597590/action=doc/query=5/pos=0/K ST140263.pdf 28 Nader onderzoek van de 10 gemeente websites leert dat meeste van hen hun website hebben vernieuwd ná oktober 2009. Voor een actuele score op de implementatie van de 47 Webrichtlijnen van de overheid, is voor deze 10 gemeenten door Accessibility deze toets in beperkte omvang herhaald. Daarmee is vast te stellen of na de vernieuwing de scores van de Webrichtlijnen zijn gewijzigd. Tabel 8 geeft een overzicht van de resultaten van die toetsing met daarbij de vergelijking met het aantal en soort problemen in de ijkpunten. Score Quickscan oktober 2009 10 vernieuwde websites Score Quickscan maart 2010 Niveau Quicksc anscore maart 2010 Aantal P1 ijkpunte n met een problee m 42 40 Matig 1 37 33 Slecht 6 35 34 Slecht 4 34 41 Matig 3 34 40 Matig 4 34 32 Slecht 2 31 47 Goed 4 28 45 Redelijk 4 26 44 Redelijk 5 25 25 Slecht 5 Tabel 8: Score resultaten Webrichtlijnen van de 10 vernieuwde gemeente websites en het aantal toegankelijkheidsproblemen die voorkomen op die sites De tabel laat zien dat bij 5 gemeente website de vernieuwing leidt tot een aanzienlijk hogere score op de Quickscan van de overheid. Er zijn twee websites die van niveau ‘slecht’ tijdens de meting in oktober 2009 naar ‘redelijk’ gaan. Uit de Accessibility Monitor blijkt echter dat er 4-5 problemen met de toegankelijkheid zijn geconstateerd op de site. Er is één website die van ‘slecht’ naar niveau ‘goed’ gaat; op deze site zijn ook 4 problemen met toegankelijkheid gevonden. De toetsing van Accessibility heeft plaatsgevonden op een beperkt aantal pagina’s van de vernieuwde sites. Toch laat deze beperkte exercitie zien dat gemeenten die hun site vernieuwen vooral verbeteringen laten zien op andere onderdelen van de overheidswebrichtlijnen dan toegankelijkheid. De oorzaak hiervoor zou kunnen liggen in de deskundigheid van de webbouwers op het gebied van toegankelijkheid en/of het belang die gemeenten besteden aan de toegankelijkheidseisen binnen de Webrichtlijnen. Daarnaast wordt ook hier weer duidelijk dat een hogere score met de Quickscan van de overheid geen verband houdt met de toegankelijkheid van de website. 29 30 6 Conclusies De Accessibility Monitor, waarin websites van de overheid op toegankelijkheid worden getest, is voor de vierde maal uitgevoerd. In het Nationaal Uitvoeringsprogramma Dienstverelening en E-overheid wordt gesteld dat in 2010 alle overheidswebsites toegankelijk dienen te zijn en te voldoen aan de Webrichtlijnen. In 2004, 2005 en 2008 zijn overheidswebsites op alle niveaus getoetst op toegankelijkheid. Verbeteringen in de toegankelijkheid in 2008 van de overheid waren in zijn geheel toe te schrijven aan de verbeterde toegankelijkheid van websites van ministeries. In 2005 en 2008 voldeden 98% van de gemeente websites niet aan de prioriteit 1 toegankelijkheidseisen van W3C. In de Accessibility Monitor van 2010 zijn alleen de websites van gemeenten getoetst, omdat daar nog het meest werk te verzetten is. Net als in 2005 en 2008, zijn er in 2010 de websites van 60 gemeenten getoetst. Per gemeente website zijn 5 pagina’s beoordeeld: - Homepagina - Contactpagina - Een zoekresultatenpagina - Een pagina met tabellen - Een pagina met video In de Accessibility Monitor wordt er onderzocht of er problemen zijn ten aanzien van de toegankelijkheidseisen. De resultaten verwijzen naar de gevonden problemen. Er is niet onderzocht wat er wel goed was. Met deze vijf pagina’s is er een indicatie van de omvang van toegankelijkheidsproblemen. Bij uitgebreider onderzoek kunnen meer problemen worden aangetroffen. 6.1 Conclusies Accessibility Monitor Toegankelijkheid prioriteit 1 Er is enige verbetering waar te nemen in het aantal problemen die gevonden zijn in de uitvoering van de ijkpunten van prioriteit 1 – de minimale toegankelijkheidseisen – op de websites van gemeenten. Echter op elk van de ijkpunten deden zich problemen voor en dat betekent dat nog steeds 98% van de gemeente websites niet voldoen aan de 16 minimale toegankelijkheidseisen. Let wel dit is op basis van 5 pagina’s van een website. 73% van de gemeente websites hebben problemen met de tekstequivalenten en 64% met het correcte gebruik van scripts en applets, 57% van de sites heeft problemen met datatabellen. Gemiddeld heeft een website van een gemeente op 2-3 ijkpunten problemen. Het gebruik van multimedia (bijvoorbeeld video) op een website komt steeds meer voor. In de Monitor van 2010 zijn de sites daarom getest op ijkpunten 1.3 en 1.4 uit prioriteit 1 betreffende de toegankelijkheid hiervan. Op 28% van de geteste websites kwam multimedia voor en op het overgrote deel (82%) waren er problemen met de toegankelijkheid en voldeed men niet aan de ijkpunten. 31 De Webrichtlijnen stellen op een aantal onderdelen strengere eisen in de toegankelijkheid. In deze Monitor zijn taal en frames onderzocht. Op beide punten is een daling in het aantal problemen op websites van gemeenten te constateren. Op het vlak van gebruikersvriendelijkheid is getoetst op toetsenbordtoegankelijkheid en schaalbaarheid van de lettergrootte. Ook hier is vooruitgang geboekt bij de websites van gemeenten. Het aantal problemen met de vindbaarheid van gemeente websites – correct kopregelgebruik en herkenbare URL’s – is gedaald maar het percentage is nog steeds hoog (70% en 81%). Het bouwen van een website volgens de Webrichtlijnen van de overheid kan een kostenvoordeel opleveren. Dat kan door de scheiding van (X)HTML en CSS en het vermijden van tabellen voor lay-out. In de scheiding van inhoud en opmaak is een toename in het aantal problemen te zien met 6%: 98% van de gemeente websites hebben problemen met het juist scheiden van deze twee componenten. Standaarden staan centraal in het toegankelijk bouwen van een website. Op één van de toepassingen in het gebruik van standaarden – valide (X)HTML-code- hebben alle websites van gemeenten problemen. Een verslechtering ten opzichte van 2008 met 2%. Hoe gemakkelijk kan een internetter succesvol via Google een zoekopdracht plaatsen om een paspoort aan te vragen bij de eigen gemeente. In 2008 leverde dat in 30% van de gemeente geen relevante link op. In 2010 was die 17% Conclusie 1 Het aantal problemen op het gebied van toegankelijkheid op de websites van gemeenten is op onderdelen gedaald. Echter op bijna alle 60 websites was een probleem met de toegankelijkheid in de 5 onderzochte website pagina’s. In 2010 is – net als in 2008 - nog steeds 98% van de gemeente websites niet toegankelijk en voldeed men niet aan de minimale eisen van prioriteit 1. Dit betekent dat mensen met een functiebeperking nog steeds niet (goed) met de website van hun gemeente kunnen omgaan en daar diensten en informatie kunnen verkrijgen. 6.2 Vergelijking met de Quickscan van de overheid De resultaten van de Accessibility Monitor 2010 zijn vergeleken met de scores die de 60 gemeenten hebben volgens de Quickscan van de overheid. In deze Quickscan van de overheid wordt automatisch op 47 Webrichtlijnen (van de in totaal 125) gemeten of deze correct zijn geïmplementeerd. Het blijkt dat gemeenten die hoog scoren met de implementatie van de Webrichtlijnen toch problemen hebben in de toegankelijkheid. Gemeenten die minder hoog scoren met de implementatie kunnen weinig problemen hebben met de toegankelijkheid. De Quickscan van de overheid meet automatisch meetbare richtlijnen. De toegankelijkheidsrichtlijnen zijn (meestal) niet met een automatische tool te meten. Dit rapport laat zien dat er geen verband is tussen de score van de Quickscan en het aantal gevonden problemen op het gebied van toegankelijkheid. 32 Tien gemeenten hebben recentelijk hun websites vernieuwd en laten een stijging zien in het aantal correct geïmplementeerde Webrichtlijnen. Zij hebben echter allen nog steeds problemen op het gebied van toegankelijkheid. Conclusie 2 De Quickscan van de overheid wordt gebruikt om de implementatie van de Webrichtlijnen te monitoren. De Accessibility Monitor 2010 laat zien dat de richtlijnen met betrekking tot de toegankelijkheid hier niet afdoende mee getoetst worden. De Quickscan geeft dus geen betrouwbare indicatie van de toegankelijkheidsstatus van een website. Het is teleurstellend om te zien dat gemeenten die recentelijk (sinds maart 2009) hun website hebben vernieuwd problemen hebben met de toegankelijkheidseisen. Met de uitvoering van NUP en de ondersteuning van de overheid zou men andere uitkomsten mogen verwachten. Conclusie 3 Er is te weinig vooruitgang in de toegankelijkheid van de websites van gemeenten. Ook gemeenten die recentelijk de website hebben vernieuwd, hebben toegankelijkheidsproblemen. De huidige aanpak om de toegankelijkheid van alle overheidswebsites in 2010 te realiseren levert op gemeentelijk niveau onvoldoende resultaat en doet vrezen dat de NUP doelstellingen voor wat betreft de Webrichtlijnen door gemeenten bij lange na niet gehaald zullen worden. 33 34 7 Aanbevelingen Het gebruik van Internet is enorm belangrijk voor deelname aan de maatschappijen wordt door Rijk en Europese Unie gepropageerd. Steeds meer worden diensten, producten en informatie via Internet aangeboden. En iedereen moet daar gebruik van kunnen maken. De overheid wil met het Nationaal Uitvoeringsprogramma Dienstverlening en E-overheid de dienstverlening van de e-overheid eenvoudiger maken en toegankelijkheid is daar een belangrijk onderdeel in. Eind 2010 moeten alle websites van de overheid toegankelijk zijn. Uit de Accessibility Monitor 2010 blijkt dat de websites van gemeenten nog lang niet toegankelijk zijn: 98% van de onderzochte gemeente websites hebben problemen met de minimale internationale toegankelijkheidseisen van prioriteit 1. Aanbeveling 1 De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken moet meer de regie naar zich toe trekken om de toegankelijkheid van gemeente websites te garanderen. Aanbeveling 2 Alle gemeenten dienen op hun website een controleerbare verantwoording af te leggen over de toegankelijkheid van hun website. Aanbeveling 3 Gemeenten moeten in de aanbesteding, bouw en onderhoud van hun website veel meer aandacht besteden aan de eisen betreffende toegankelijkheid. Aanbeveling 4 Gemeenten moeten veel meer inspanning leveren om er voor te zorgen dat eind 2010 hun website toegankelijk is voor iedereen. Aanbeveling 5 Er dient een uitgebreide voorlichtingscampagne te komen om vooral bestuurders over de plicht, het nut, de noodzaak en de meerwaarde van toegankelijk bouwen te informeren. 35 36 Bijlage I: Overzicht van getoetste gemeente websites Alkmaar Almere Amersfoort Amsterdam Apeldoorn Arnhem Assen Baarle-Nassau Bellingwedde Bergen op Zoom Bronckhorst Coevorden Den Bosch Den Haag Dordrecht Dronten Eindhoven Elburg Enkhuizen (voorheen Noord-Koggenland) Enschede Groningen Grootegast Haarlem Heerenveen Hellendoorn Hoogeveen Kapelle Leek Leeuwarden Lelystad Loenen Loppersum Maasdriel Maastricht Middelburg Middendrenthe Mook en Middelaar Noordoostpolder Noordwijkerhout Ommen Onderbanken 37 Renswoude Rotterdam Schouwen-Duiveland Sneek Son en Breugel Staphorst Terneuzen Tholen Urk Utrecht Veghel Venlo Vlaardingen Vlieland Vlissingen Weert Westerveld Wunseradiel Zijpe 38 Bijlage II: Beschrijving ijkpunten 1. Tekstequivalenten W3C ijkpunt 1.130 Met ijkpunt 1.1 wordt gekeken of er tekstequivalenten aanwezig zijn voor niet-tekstuele elementen. Hierbij moet bijvoorbeeld worden gedacht aan een alt-attribuut voor een afbeelding. Dit is een korte omschrijving van de afbeelding zodat mensen die de afbeelding niet kunnen zien ook op de hoogte zijn van de inhoud of functie ervan. Naast afbeeldingen zoals foto’s gaat het onder meer om animaties en grafische representaties van tekst (bijvoorbeeld een plaatje van tekst). Het komt bijvoorbeeld voor dat de woorden in een menu om over een website te navigeren niet uit tekst bestaan, maar uit afbeeldingen van woorden. Zonder alt-attribuut is een dergelijk menu dus onbegrijpelijk voor mensen die de afbeeldingen niet kunnen zien. Aan een audiobestand kan een tekstequivalent toegevoegd worden, zogenaamde captions. Het toekennen van tekstequivalenten aan niet-tekstuele elementen is van groot belang voor de bruikbaarheid van de site voor mensen met een visuele of cognitieve handicap. Ook heeft dit grote voordelen voor de vindbaarheid door zoekmachines. In geval van audiobestanden is een tekstequivalent van groot belang voor mensen met een auditieve beperking. 2. Scripts en applets W3C ijkpunt 6.331 Een applet is een programmaatje, doorgaans geschreven in de programmeertaal Java, dat kan worden opgenomen in een webpagina. Scripts zijn stukjes programmacode die in webpagina's kunnen worden opgenomen. Een voorbeeld is JavaScript. Met scripts en applets kan een webdesigner een pagina mooier of dynamischer maken. Het is belangrijk dat de informatie op zo´n pagina ook nog bereikbaar is voor mensen die, om wat voor reden dan ook, niet de mogelijkheid hebben om deze scripts uit te voeren. Sommige mensen kunnen bijvoorbeeld de plug-ins niet downloaden of gebruiken browsers of hulpapparatuur die geen scripts ondersteunen. Er zijn ook organisaties waar de werknemers vanwege veiligheidsredenen geen scriptondersteuning hebben32. 3. Taalwisselingen W3C ijkpunt 4.133 30 Een artikel over het gebruik van het alt-attribuut: http://www.accessibility.nl/internet/uitleg/ijkpunten/ijkpunt11 31 Een artikel over het gebruik van applets en scripts: http://www.accessibility.nl/internet/uitleg/ijkpunten/ijkpunt63 32 Beveiligingsexperts raden steeds vaker aan om bepaalde functies uit te zetten. In juni 2004 bijvoorbeeld geeft Microsoft het advies om de veiligheidsstand van Internet Explorer op maximaal te zetten en ook JavaScript uit te zetten. Dit vanwege een lek waar nog geen patch voor is. Zie het nieuwsartikel ‘Browsergat in Internet Explorer kans voor concurrenten’ op ZD Net www.zdnet.nl/news.cfm?id=37414 en ‘Web browser flaw prompts warning’ op BBC News World edition, 26 juni 2004: news.bbc.co.uk/2/hi/technology/3840101.stm 33 Een artikel over taalwisselingen: http://www.accessibility.nl/internet/uitleg/ijkpunten/ijkpunt41 39 Het kan voorkomen dat binnen een pagina meerdere talen gebruikt worden, bijvoorbeeld Engels en Nederlands. Wanneer van de ene taal op de andere taal wordt overgegaan noemen we dat een taalwisseling. Screenreaders die o.a. worden gebruikt door mensen met een visuele handicap en mensen met dyslexie – kunnen mits goed aangegeven overgaan op een andere taal inclusief de juiste uitspraak34. 4. Opmaak van datatabellen W3C ijkpunt 5.135 Datatabellen zijn tabellen met gegevens in cellen. De cellen staan in verband met de rij- en/of kolomkoppen. We onderscheiden drie soorten tabellen. Layout tabellen, eenvoudige datatabellen en complexe datatabellen. Het gaat hier alleen over de eenvoudige datatabel. Bij een datatabel bestaan er relaties tussen de kolommen, de rijen en de inhoud van de cellen. Een complexe datatabel (IJkpunt 5.236) heeft voor de kolom- en/of rijkoppen nog een extra niveau: een verdere detaillering van de kopinformatie. Bijvoorbeeld een tabel over financiën waarbij de kop inkomsten weer gesplitst wordt in 2003 en 2004. Veel eenvoudige datatabellen bevatten meer rijen en/of kolommen waardoor ze al minder overzichtelijk zijn. Iemand die blind is kan de tabel niet in één keer overzien. Wanneer datatabellen goed opgemaakt zijn kunnen blinden, slechtzienden en mensen met een cognitieve handicap de tabellen toch goed begrijpen. De relatie van een datacel met een rij- of kolomkop kan dan bijvoorbeeld met spraakuitvoer of braille gepresenteerd worden. 5. Style sheets W3C ijkpunt 6.137 Style sheets (ook wel Cascading Style Sheets of CSS) zijn aparte bestanden of stukken code waarin de opmaak van een pagina of website wordt vastgelegd. Style sheets kunnen gebruikt worden om de lay-out en vormgeving (kleurgebruik, lettergrootte, lettertype etc.) van een pagina te bepalen. Ook kunnen blokken (tekst, afbeeldingen etc.) gepositioneerd worden. De opmaak wordt meestal in een apart (CSS-)bestand opgeslagen en kan voor elke pagina op een website worden gebruikt. Het gebruik van style sheets vergroot de toegankelijkheid doordat opmaak en inhoud van elkaar gescheiden zijn. Er moet echter wel gekeken worden of de pagina’s nog bruikbaar zijn wanneer de bijbehorende style sheets niet gebruikt worden. Door de scheiding van inhoud en presentatie is het makkelijker voor een bezoeker van een website om de inhoud van een website gepresenteerd te krijgen zoals hij of zij dat wil. De inhoud van de pagina kan beter getransformeerd worden naar alternatieve in- en uitvoerapparatuur zoals een brailleleesregel, spraaksynthesizer of een speciale browser. Ondanks de voordelen van het gebruik van style sheets (ook voor toegankelijkheid) dient men er rekening mee te houden dat bepaalde browsers en hulpapparatuur geen 34 Voor meer informatie over taalwisselingen, zie het artikel Taalwisselingen: Veranderingen in de natuurlijke taal op www.accessibility.nl/internet/artikelen/taalwisselingen 35 Een artikel over het opmaken van eenvoudige datatabellen: http://www.accessibility.nl/internet/uitleg/ijkpunten/ijkpunt51 36 Een artikel over het opmaken van complexe datatabellen: http://www.accessibility.nl/internet/uitleg/ijkpunten/ijkpunt52 37 Een artikel over het gebruik van CSS: http://www.accessibility.nl/internet/uitleg/ijkpunten/ijkpunt61 40 style sheets ondersteunen. Bovendien willen sommige gebruikers hun eigen style sheets gebruiken om bijvoorbeeld tekst beter te kunnen lezen. Er moet dus op gelet worden dat de website ook goed leesbaar is wanneer de style sheets van de site niet gebruikt of ondersteund worden. 6. Frametitels W3C ijkpunt 12.138 Soms is een webpagina opgebouwd uit meerdere pagina’s die in een frame worden getoond. Deze lay-out wordt beschreven in de zogenaamde frameset-pagina. In de frameset moeten aan de verschillende frames titels worden gegeven. Blinden en slechtzienden kunnen door middel van hulpapparatuur dan een overzicht opvragen van de frames op een website. Hiermee kunnen ze beter navigeren naar de informatie waarin ze geïnteresseerd zijn. Wanneer de frames geen titels hebben, navigeren gebruikers vaak vergeefs naar frames die leeg zijn (gebruikt voor lay-out) of naar andere pagina’s waarin ze geen belang hebben. 7. Toetsenbordtoegankelijkheid Toetsenbordtoegankelijkheid heeft te maken met apparaatonafhankelijke toegang tot de informatie en functionaliteit van een webpagina39. Dit houdt in dat een website niet alleen met de muis te "bedienen" moet zijn, maar ook met alternatieve vormen van invoer- of aanwijsapparaten. Naast het toetsenbord valt dan te denken aan een joystick of de stem. 8. Schaalbaarheid van lettergrootte Wanneer geen absolute eenheden zijn gebruikt voor het opmaken van de lettergrootte, maar relatieve eenheden is de lettergrootte schaalbaar40. Dit betekent dat de gebruiker, naar behoefte, de tekst op een website kan vergroten of verkleinen, zodat deze voor hem of haar leesbaar is. 9. Correct gebruik kopregels Een belangrijk onderdeel van een webpagina is het gebruik van kopregels. Kopregels op het internet lijken erg veel op de kopjes die in een boek voor hoofdstukken worden gebruikt. Om te beginnen wordt er gebruik gemaakt van een kop om het belangrijkste onderwerp van de pagina aan te geven (H1). Een tweede laag van kopjes wordt gebruikt om de kopjes aan te geven die onder dit onderwerp vallen (H2). Onder deze laag kopjes vallen weer kopjes die subonderwerpen bevatten (H3) etc. Op deze manier ontstaat er een hiërarchie zoals in de kleine afbeelding naast deze paragraaf te zien is. Zoekmachines maken gebruik van kopregels om de relevantie en belangrijkheid van een bepaald onderwerp af te leiden. De kopregels worden direct gebruikt voor het bepalen van zoekresultaten. Wanneer kopregels niet op een correcte manier worden gebruikt zal de structuur van de pagina niet goed duidelijk worden. 38 Een artikel over frametitels: http://www.accessibility.nl/internet/uitleg/ijkpunten/ijkpunt121 Artikel over toetsenbordtoegankelijkheid: http://www.accessibility.nl/internet/artikelen/toetsenbord 40 Artikel over schaalbaarheid van letters: http://www.accessibility.nl/internet/artikelen/schaalbaar 39 41 10. Duidelijke URL Een URL (Uniform Resource Locator) is een adres van een website. Het gebruik van duidelijke naamgeving voor een dergelijk adres is belangrijk om te zorgen dat het gemakkelijk te lezen, onthouden en herinneren is voor mensen. Ook zoekmachines maken gebruik van URL’s bij het waarderen van informatie. Er dienen om deze redenen niet te veel vreemde tekens of getallen in voor te komen. Wanneer een URL duidelijk is gevormd geeft deze ook het niveau weer, waar de gebruiker zich bevindt. Wanneer een gebruiker bij een boekwinkel op zoek is naar een specifiek boek, zou de URL er als volgt uit kunnen zien: http://www.boekwinkel.nl/boeken/avontuur/specifiekboek Hierin is duidelijk het product, het genre en het specifieke boek te herkennen, lezen en reproduceren. 11. Scheiding (X)HTML en CSS Het is belangrijk bij toegankelijk bouwen dat informatie en functionaliteit gescheiden wordt van de opmaak van een website41. Wanneer opmaak in een opmaak-bestand (CSS-bestand) geregeld wordt, kan de opmaak van een deel van website in één keer veranderd worden wanneer dit nodig is. Dit maakt het onderhoud en aanpassen van de website eenvoudig, waardoor kosten bespaard kunnen worden. Ook kan dit kostenvoordelen opleveren, omdat de code van een pagina enorm ingekort wordt. Nu hoeft immers de opmaak slechts één maal in een CSS-bestand gespecificeerd te worden, in plaats van voor iedere pagina. Hierdoor wordt bespaard op bandbreedte. 12. Lay-out tabellen Het gebruik maken van tabellen om een pagina vorm te geven (layout) is een verouderde techniek. Nu kan alle layout geregeld worden in CSSbestanden. Voor layout tabellen geldt dan ook dat deze ook niet het principe volgen van het scheiden van inhoud en opmaak. Tabellen zijn bedoeld om relationele weer te geven, vormgeving hoort thuis in een CSS-bestand. Wel gebruik maken van tabellen voor layout betekent een vergroting van het bandbreedte gebruik en het ingewikkeld maken van onderhoud, wat een verhoging van de kosten tot gevolg heeft. Ook is het gebruik maken van tabellen voor layout hinderlijk voor mensen die bijvoorbeeld gebruik maken van screenreaders of brailleapparatuur. Zij navigeren moeilijker door een pagina wanneer deze opgemaakt is met tabellen. 13. Valide (X)HTML code (X)HTML code vormt de basis van een webpagina. Hierin wordt alle informatie en functionaliteit vastgelegd. (X)HTML kan, net als onze natuurlijke taal, beschouwd worden als een taal. Ook voor (X)HTML geldt dat er een grammatica is, waaraan webbouwers zich dienen te houden. Het bouwen volgens deze grammatica is de basis voor het bouwen van websites en getuigt van vakmanschap. De grammatica bevat afspraken over hoe code opgemaakt moet worden. Door deze afspraken kan er voor bijvoorbeeld het ontwikkelen van hulpapparatuur of het ontwikkelen van andere apparaten uitgegaan worden van een bepaalde opmaak en structuur in de code. Het niet aan deze standaard en structuur houden heeft tot gevolg dat bijvoorbeeld apparatuur, software en zoekmachines en lastig met de code kunnen omgaan. 41 Artikel over het scheiden van structuur en presentatie: http://www.accessibility.nl/internet/artikelen/valideenwebstandaarden 42 14. Valide CSS-code Voor de code van CSS-bestanden, waarin de opmaak van een webpagina wordt geregeld, geldt vrijwel hetzelfde als voor (X)HTML code. Ook voor CSS dient de code te voldoen aan de standaard, zoals die beheerd wordt bij het W3C, omdat dit een uitgangspunt biedt voor apparatuur en software. 15. Extra eis webrichtlijn: natuurlijk taal In de prioriteit 1 richtlijnen wordt gesteld dat taalwisselingen aangegeven dienen te worden, zodat onder andere een screenreader weet in welke taal spraak aangeboden dient te worden. Voor een dergelijk programma is het echter ook noodzakelijk om te weten wat de basistaal van de pagina is. Daarom dient ook deze, naast de wisselingen in de natuurlijke taal, gespecificeerd te worden. 16. Extra eis webrichtlijn: geen gebruik van frames Ook voor frames zijn de eisen van de Webrichtlijnen strenger dan de prioriteit 1 eisen. Omdat frames bijvoorbeeld navigatie en indexering van een pagina lastiger maken, mogen deze niet meer gebruikt worden. Dit geldt voor frames, framesets en iframes. 43 44 Bijlage III: Over de opdrachtgevers Chronisch zieken en Gehandicapten Raad De Chronisch zieken en Gehandicapten Raad Nederland is de koepel van organisaties van mensen met een chronische ziekte of een handicap. Centraal in alle activiteiten staat het realiseren van een samenleving, waaraan mensen met een chronische aandoening of handicap als volwaardig burger deelnemen, op basis van gelijke rechten, gelijke kansen en gelijke plichten. Collectieve belangenbehartiging en het bieden van ondersteuning en service aan de lidorganisaties zijn de twee belangrijkste taken van de CG-Raad. De CG-Raad zet zich in op alle terreinen van het maatschappelijk leven, zoals werk, inkomen, onderwijs, zorg, wonen en gelijke rechten. Met deze ‘levensbrede’ aanpak richten wij ons op kwesties die een specifieke handicap of chronische ziekte overstijgen: de collectieve belangen van onze leden. Wij vertegenwoordigen ruim 160 organisaties. Dat maakt ons een sterke gesprekspartner voor overheid, politiek, zorgverleners, dienstverleners en bedrijfsleven. Naast het werk voor de collectieve belangen ondersteunen wij de afzonderlijke leden: de lokale en landelijke patiënten- en belangenorganisaties. Wij geven informatie, via publicaties, websites en studiebijeenkomsten, en bieden juridische hulp. Stichting Viziris Stichting Viziris is een netwerkorganisatie van mensen met een visuele beperking. Viziris werkt als belangenbehartiger, lobbyist, gesprekspartner en adviseur aan concrete oplossingen voor mensen met een visuele beperking. ‘Oog voor een toegankelijke wereld’ is voor Viziris meer dan slechts een slogan. Het geeft in één korte zin weer waar Viziris voor staat: het bijdragen aan het verbeteren van de gelijke rechten voor blinden en slechtzienden door een toonaangevende bijdrage te leveren aan een beter toegankelijke wereld. Bij Viziris zijn de onderstaande organisaties van blinden en slechtzienden aangesloten: - Maculadegeneratie Vereniging Nederland (MD Vereniging) - Nederlandse Vereniging van Blinden en Slechtzienden (NVBS) - Nederlandse Vereniging van Geleidehondgebruikers (NVG) - Nederlandse Vereniging van Glaucoompatiënten (Glaucoomvereniging) - Retina Nederland (RN) - Federatie Ouders van Visueel Gehandicapten (FOVIG) Stichting Viziris stelt zich tot doel een toonaangevende bijdrage te leveren aan de verbetering van de levensbrede situatie van blinden en slechtzienden in Nederland. Viziris doet dat op tal van manieren. Enkele voorbeelden zijn: het initiëren van (mede door haar doelgroep gedragen) projecten; het beïnvloeden van de politieke besluitvorming door middel van lobbyactiviteiten; het onderhouden van contacten met de pers en het zoeken van publiciteit. Als belangenbehartiger is Viziris een deskundig gesprekspartner voor lokale, regionale en landelijke overheden. Daarnaast zijn er voor tal van organisaties en bedrijven die van de deskundigheid van Viziris gebruik willen maken. 45 Bartiméus Ook voor slechtzienden en blinden is participeren in de samenleving van levensbelang. Ook mensen met een visuele beperking willen zelfstandig kunnen wonen, een goede opleiding volgen en een leuke baan vinden. In het dagelijks leven kan de visuele beperking echter vragen opleveren waarbij ondersteuning nodig is. Bartiméus, dé organisatie voor mensen met een visuele beperking, wil de kwaliteit van leven voor mensen die slechtziend of blind zijn verbeteren. Met persoonlijk advies, hulpmiddelen, ondersteuning en kennisoverdracht. Hoe dat gebeurt, bepaalt de cliënt zelf. Hij maakt zijn eigen keuzes. Maar als de cliënt een vraag stelt, gaat Bartiméus door tot ze het antwoord hebben. Bartiméus ontwikkelt continu nieuwe diensten op het gebied van leren, wonen, werken en vrije tijd voor mensen van alle leeftijden. Vanuit 17 vestigingen ondersteunen ze de cliënt op maat in zijn eigen omgeving. 46 Bijlage IV: Over stichting Accessibility Stichting Accessibility is het expertisecentrum voor toegankelijkheid en maatschappelijk verantwoord ondernemen op het gebied van internet, software en elektronische toepassingen in Nederland maar ook daarbuiten. Ons doel is het informeren, enthousiasmeren en voorlichten van instellingen, bedrijven en overheid ten aanzien van de manieren waarop zij het internet en internetbased multimedia toegankelijk kunnen maken voor iedereen, inclusief mensen met een functiebeperking. Accessibility doet onderzoek, o.a. naar de toegankelijkheid en kwaliteit van websites, digitale televisie en (online) games en applicaties en publiceren daarover. Verder toetsen wij voor het Waarmerk drempelvrij.nl, organiseren wij trainingen voor beleidsmakers, webbouwers en communicatiespecialisten, geven we voorlichting bij het opzetten van websites, colleges, voeren Expert Reviews uit en doen gebruikersonderzoek. Daarbij werken wij nauw samen met belangen- en cliëntenorganisaties. Accessibility is initiatiefnemer van het Waarmerk drempelvrij.nl en is als eerste sinds maart 2006 door de Raad van Accreditatie geaccrediteerd om drempelvrij.nl toetsingen uit te voeren voor drempelvrij.nl. Financiering Accessibility ontvangt geen structurele financiering of (overheids)subsidie. Onderzoek en voorlichting zijn noodzakelijk, maar kosten veel geld. Onze activiteiten worden mogelijk gemaakt door de steun van fondsen als het Revalidatiefonds, Oogfonds, NSGK, Johanna Kinderfonds, VSB Fonds, Vereniging Bartiméus. Verder leveren veel bedrijven een bijdrage door deelname aan onze trainingen en afname van onze websiteinspecties, of ondersteunen de stichting in natura of financieel. Daarnaast ontvangen wij facilitaire steun van stichting Bartiméus. Comité van Aanbeveling Het Comité van Aanbeveling van de Stichting Accessibility bestaat uit Wim Deetman (Raad van State), Jan Terlouw (o.a. oud-minister), Clemence Ross (directeur Nederlands Instituut voor Sport en Bewegen, NISB), Jan Willem Dreteler (directeur Marketing & Communicatie SNS Bank) en Wijnand Jongen (directeur van Thuiswinkel.org). Zij dragen de Stichting Accessibility een warm hart toe en steunen met hun lidmaatschap het onderzoeks- en voorlichtingswerk dat de Stichting Accessibility doet. Bestuur Het bestuur van Accessibility bestaat uit Aline Saers, Bernard de Vries-Robles, Frank Roos, Harry van Hoof en Michiel Leenaars. 47