HOMEOSTASE Biologie Havo • HENRY N. HASSENKHAN SCHOLENGEMEENSCHAP LELYDORP [HHS-SGL] • Docent: A. Sewsahai DOELSTELLINGEN De student moet aan het einde van de les • de homeostase bij de mens kunnen beschrijven • de bouw en de functies van de lever en nieren kunnen aangeven • de delen van de huid, hun kenmerken en hun functies kunnen noemen • de vormen en processen van afweer tegen infecties kunnen beschrijven • de problemen kunnen beschrijven die kunnen ontstaan bij transplantaties en bloedtransfusies HOMEOSTASE • Het min of meer constant houden van de omstandigheden in een organisme d.m.v. regelmechanismen; vindt plaats door opslag, uitscheiding en opname • Een aantal van de levenskenmerken is erop gericht om alles binnen het lichaam zo stabiel mogelijk te houden. Elke verandering wordt weer bijgesteld. Levende wezens streven naar homeostase • Claude Bernard (1879): “La fixité du milieu intérieur est la condition de la vie libre” • homeostase vraagt een voortdurende bijstelling en regeling Regeling vraagt om: Sensoren = zintuigen om veranderingen te meten. Men noemt de zintuigcellen ook wel receptoren. Een norm Effectoren = spieren en klieren om het lichaam aan te passen. Ons lichaam beschikt over twee regelsystemen: Zenuwstelsel Hormoonstelsel Snel: werkt binnen milliseconden Langzaam: duurt seconden tot minuten of uren, voordat het werkt Via zenuwen, dus vaste route Via bloedvaten, dus overal komend Impulsen (fysisch-electrochemisch) Stoffen (chemisch) Werkend, zolang er impulsen blijven Werkt door tot hormoon afgebroken komen. Daarna meteen afgelopen of uitgescheiden is Impulsen ontstaan aan de membraan van neuronen Hormonen worden gemaakt in endocriene klieren, die het hormoon direct aan het bloed afgeven Homeostase wordt bereikt door: 1. fysiologische aanpassingen, bv. bloeddrukverhoging, meer traanvocht of minder urineproductie, of door 2. aanpassingen via gedrag, bv. wegduiken, balanceren, etc. LEVER Functies: Koolhydraat metabolisme Proteine metabolisme Lipide metabolisme Vorming / afbraak choleserol Afbraak rode bloedcellen Opslag Detoxificatie NIEREN De nieren: liggen boven, achter in de buikholte. Bouw: nierschors, niermerg en nierbekken Bovenop de nieren liggen de bijnieren deze produceren een hormoon. (corticosteroïde) In de nieren bevind zich een filtersysteem, die ons bloed zuivert, ongeveer 180 liter bloed per dag gaat er door de nieren. Functie: uitscheiding, constant houden osmotische waarde intern milieu en contant houden pH intern milieu De huid is eigenlijk een apart zintuig. De huid is 2 m2 in oppervlak en is ook in volume ons grootste orgaan. Overal in de huid liggen receptoren, apart voor • • • • • Druk Tast Pijn Warmte Koude De huid beschermt ons tegen: 1. 2. 3. 4. Schadelijke zonnestraling Bacteriën en andere indringers Beschadiging Uitdroging Bovendien bevat de huid temperatuur-effectoren. Beschrijf het verband tussen de temperatuur en aanpassing van de huid!!! Immuniteit / vaccinatie DVD “Mijlpalen in de natuurwetenschap” aflevering 8 Edwin Jenner (1749-1823) Immuniteit = Het niet (meer) vatbaar zijn voor een bepaalde ziekte Blijft aanwezig zolang het antistof-producerende systeem intact blijft Duur van immuniteit hangt af van type antigeen Resistentie = Bacterie is bestand/ongevoelig geworden voor een bepaalde stof (zoals antibiotica, bestrijdingsmiddel) Geen onnodig gebruik antibiotica Kuur altijd afmaken! Actieve immunisatie = lichaam maakt zelf antistoffen + geheugencellen 1) natuurlijk: Je loopt ziekte op maakt geheugencellen/antistoffen 2) kunstmatig: Vaccinatie = inspuiten van verzwakte ziektekiemen VACCINATIE Bacterie: Kinkhoest Difterie Tetanus (o.a. spierkrampen) Pneumokokken Meningokokken C (o.a. hersenvliesontsteking) Hib-bacterie Virus Rode hond Bof Mazelen Polio (kinderverlamming) Rode hond Mazelen Actieve immunisatie = lichaam maakt zelf antistoffen + geheugencellen 1) natuurlijk: Je loopt ziekte op maakt geheugencellen/antistoffen 2) kunstmatig: Vaccinatie = inspuiten van verzwakte ziektekiemen Passieve immunisatie = lichaam maakt zelf niet de antistoffen maar krijgt ze binnen worden daarna vrij snel afgebroken in lichaam 1) natuurlijk: Sommige antistoffen via placenta, via moedermelk 2) kunstmatig: Inspuiten van antistoffen (serum) bij ernstige ziekte of slangebeet Celfusie: maken antistoffen Kamelen leveren nuttige antistoffen tegen slangenbeten Kamelen blijken zeer nuttig te zijn bij het maken van antigif tegen slangenbeten. Hun bloed is beter bestand tegen temperatuurschommelingen en beduidend stabieler dan het bloed van paarden, de stof die tot dusver overwegend wordt gebruikt bij het fabriceren van antigif. Het bedrijf spuit kamelen in met een beetje slangengif. De woestijndieren maken dan antistof aan. Het bedrijf haalt de antistoffen dan uit het bloed, zodat mensen de beten van giftige slangen kunnen overleven. Het probleem van antistoffen uit paardenbloed is dat een mens die slechts eenmaal kan krijgen. Bij een tweede toediening kan een heftige allergie optreden. Dan moet het antiserum uit een ander dier komen. “We hebben serum uit kamelen ontwikkeld en aangetoond dat het minstens zo goed werkt als dat van paarden”, verklaart bedrijfsleider Herwig Reichl. TRANSPLANTATIES EN BLOEDTRANSFUSIES Wat houdt het HLA – systeem in? Hoe ontstaan afstotingsreacties? vragen ? bedankt!! Info: www.ecoisonline.org www.examenbundel.nl www.biologiepagina.nl www.asewsahai.com [email protected]