doc, 145 kB - Waterschap Zuiderzeeland

advertisement
VERGADERDATUM
SE CTO R/A FDEL ING
30 oktober 2012
SWK/BWK
ST UKDATUM
NAAM STELLER
4 oktober 2012
L. van Efferen/L. Rietman
ALGEMENE VERG ADERING
AGENDAPUNT
6.d
ONDERWERP
strategische keuze
Maatschappelijk
Verantwoord
Ondernemen
PROGRAMMA
schoon water
PORTEFEUILLEHOUDER
mw. L. Schelwald
PARAAF HOOFD AFDELING CCBO
Voorstel
1. Instemmen met de voorliggende uitwerking van de strategische keuze
Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen uit de Voorjaarsnota 2013 –
2016.
2. Instemmen met de personele consequenties (1 fte) voor 2013 en 2014
zodat in de organisatie het beoogde beleid adequaat kan worden
uitgevoerd.
Samenvatting
Vorig jaar mei heeft de AV besloten € 100.000,-- ter beschikking te stellen voor
de realisatie van MVO-projecten. In mei 2012 heeft de AV aangegeven een
kader te verwachten waaraan projecten getoetst kunnen worden en voorts een
overzicht te willen hebben van mogelijke projecten.
Voor het verder uitwerken van deze uitgangspunten en het in gang zetten van
de projecten wordt voorgesteld voor de jaren 2013 en 2014 één formatieplaats
adviseur MVO en € 100.000 beschikbaar te stellen.
drs. E. Borsboom
Lelystad 4 oktober 2012,
het college van Dijkgraaf en Heemraden,
de secretaris-directeur,
de dijkgraaf,
ir. J.B. van der Veen.
mr. ir. H.L. Tiesinga.
REGISTRATIENUMMER
158561
1/6
Toelichting
Op 29 mei 2012 heeft de Algemene Vergadering de Voorjaarsnota 2013 – 2016
(VJN) behandeld. De AV besloot alle strategische keuzes verder te laten
uitwerken. Deze notitie geeft de uitwerking aan van de strategische keuze
zoals verwoord in de VJN ten aanzien van Maatschappelijk Verantwoord
Ondernemen.
Doel Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen
Waterschap Zuiderzeeland wil bewust omgaan met Maatschappelijk
Verantwoord Ondernemen (MVO). De AV heeft in mei 2011 het MVO-beleid
voor de organisatie vastgesteld en als speerpunten voor de komende jaren
gekozen voor energie, grondstoffen en innovatie. Het is noodzakelijk een visie
en strategie hiervoor vast te stellen om als kader te gebruiken bij de
beoordeling van verschillende initiatieven en activiteiten op dit vlak.
Achtergrond:
De AV heeft aangegeven dat:

MVO breder moet zijn dan programma Schoon, MVO heeft ook betrekking
op overige kerntaken en bedrijfsvoering;

de eigen mogelijkheden en sturingsparameters moeten in kaart gebracht
worden.

er een kader wordt opgezet ten aanzien van de strategie en het maken van
keuzes: Wat willen we met MVO/duurzaamheid bereiken? Waarop willen we
sturen? Waar leggen we het accent?
Stand van zaken
In de voortgangsrapportage aan de AV van 24 april 2012 zijn de volgende
items benoemd:
Energie
Aanpassing en uitbreiding AWZI Dronten en opwekking energie uit een
waterinlaat in de Noordoostpolder, vermindering van de energiebehoefte
voor de AWZI Almere.
Met de gemeente Almere wordt al geruime tijd gesproken over
verduurzaming van de afvalwaterketen.
Het waterschap is aangesloten op de door de provincie geïnitieerde optie
in gezamenlijkheid na te denken over het verduurzamen van de
energiehuishouding in Flevoland met de 6 gemeenten en het waterschap
door het oprichten van een duurzaam energiebedrijf (DE-on);
Het waterschap zal geen aandeelhouder worden van een eventueel
regionaal duurzaam energiebedrijf, wel kan onder voorwaarden op
projectbasis worden samengewerkt.
De slibeindverwerking in Nederland is goed geregeld: het slib wordt
zonder problemen verwerkt. De energieopbrengst kan verbeterd worden.
Dit vergt dat tussen waterschappen en eindverwerkers nagedacht dient te
worden over een kapitaalintensieve taak waarin veel wordt samengewerkt
met het doel de slibketen voor te bereiden op de transitie naar energie- en
grondstofproducerend.
De bemalingstaak is doorgelicht in termen van energiebesparingsmogelijkheden. Duidelijk is dat de besparingsmogelijkheden in ordegrootte
van procenten van het totaalverbruik liggen.
Onderzoek naar energiemanagement voor het kantoorgebouw.
Grondstoffen
Focus in de afvalwaterketen ligt op het terugwinnen van fosfaat. Vooral
het terugwinnen van fosfor uit verbrandingsgassen van zuiveringsslib
wordt gezien als dé stap met impact. Terugwinnen op AWZI-niveau leidt
meestal tot een substantieel lagere opbrengst aan fosfor.
Verder onderzoek in samenwerking met de CAH Dronten naar rietmaaisel
en hergebruik hier van.
Is baggerspecie en andere grond die vrijkomt bij onderhoud in
watersystemen mogelijk her te gebruiken?
Studie uitgevoerd naar de fosforbalans in het beheergebied door een
studente van de LUW. Dit onderzoeken biedt inzicht in de grote,
REGISTRATIENUMMER
158561
2/6
-
beïnvloedbare stromen fosfaat die effect hebben op de waterkwaliteit en
die kansen bieden om fosfaat te terug te brengen in de kringloop.
Op de agenda zetten van het onderwerp grondstoffen met
grootingelanden, landschap- en stedelijk water beheerders.
Uitwerken welke rol het waterschap kan en mag spelen als het gaat om
samenwerkingsverbanden met de markt, onderzoeksinstellingen en andere
overheden.
Innovatie
Intern en extern kennisnetwerk opbouwen als het gaat om MVOrelevantie.
Plaats- en tijdsonafhankelijk werken.
Draagvlak voor MVO binnen en buiten het waterschap vergroten.
Een aantal van deze projecten is door de tijd ingehaald. Het opzetten van een
gezamenlijke Energie en ontwikkelingsmaatschappij in Flevoland (DE-on) lijkt
bijvoorbeeld een andere wending te krijgen dan de initiatiefnemers hebben
voorzien. Duidelijk is inmiddels wel dat het waterschap vanuit zijn rol in de
functionele democratie, geen deelnemer kan zijn in DE-on. Ook het inzetten
van waterkracht als mogelijkheid om energie op te wekken in dit beheergebied
is minder (financieel) haalbaar dan oorspronkelijk gedacht.
Een aantal andere projecten heeft een verdere impuls gekregen, bijvoorbeeld
de samenwerking met de CAH op het gebied van vergisten; deze
samenwerking wordt nu ook formeel vastgelegd.
Uitwerking sturingskader
De uitwerking van een sturingskader voor MVO en Innovatie kan op een aantal
manieren benaderd worden. De AV geeft regelmatig aan dat
bedrijfseconomische uitgangspunten als kader voor MVO-projecten een
belangrijke rol spelen. Hierbij wordt onder andere de terugverdientijd, de mate
van effectiviteit en de kosten–batenverhouding als kaderstellend aangegeven.
Bij het aspect baten wordt de bandbreedte vanaf financiële baten voor het
waterschap tot aan maatschappelijke baten voor de samenleving genoemd als
mogelijk kader.
Een ander element in het sturingskader zijn de overeenkomsten waar het
waterschap zich aan verbonden heeft, hetzij op regionaal gebied, hetzij via de
Unie van Waterschappen ook op landelijk niveau. Drie van deze
overeenkomsten zijn op voorhand al van belang: Het convenant Duurzaam
inkopen waarin de overheden zich op regionaal en op landelijk niveau hebben
gebonden om toe te groeien naar een 100% duurzame inkoop in het jaar 2015.
De MJA-3 afspraken waarin de waterschappen zich hebben verplicht om in
2020 een energie efficiëntie van 30% te hebben gehaald in de zuiveringstaak.
En tot slot het Klimaatakkoord, waarin de beide bovengenoemde
overeenkomsten ook weer genoemd worden en verder voor de waterschappen
uitgebreid is naar het streven naar een eigen energieopwekking van 40% voor
de gehele waterschapstaak in 2020.
Duidelijk is dat een kader voor MVO en Innovatie een verbinding heeft naar
concepten als Cradle to Cradle en de drie P´s: People, Planet and Prosperity.
Voor de verdere uitwerking wordt aanvullend één formatieplaats voorzien die
naast een meer beleidsvoorbereidende rol ook een extern en intern
verbindende rol heeft op dit dossier.
Naast de bovengenoemde elementen is ook de formeel juridische positie van
het waterschap een punt dat nader beschouwd moet worden. Zowel
duurzaamheidsontwikkelingen als innovatietrajecten en de verdere uitwerking
van MVO vragen inzicht in en duidelijkheid over de positie van het waterschap
als maatschappelijke partner in de diverse samenwerkingsverbanden. Dat kan
zowel samenwerking zijn met één marktpartij of meerdere marktpartijen, dan
wel verdergaande samenwerking met andere overheidsorganisaties zoals dat
ook in de recent opgestelde Samenwerkingsstrategie verwoord is. De Unie van
Waterschappen heeft in samenwerking met de STOWA naar deze positie
onderzoek laten doen door de Universiteit van Utrecht. De resultaten daarvan
komen binnen afzienbare tijd beschikbaar.
REGISTRATIENUMMER
158561
3/6
In het verlengde van een nadere duiding van de positie van de waterschappen
moet ook in ogenschouw genomen worden op welke momenten en onder welke
omstandigheden het waterschap ongeoorloofde staatssteun geeft of de
Europese aanbestedingsregels overtreedt als het waterschap in enig
samenwerkingsverband treedt.
Uitwerking projecten
De AV heeft gevraagd om een concretisering van de groslijst projecten die in
de komende tijd uitgewerkt kunnen worden via het vorig jaar opgezette
MVO/Innovatiefonds. Vooropgesteld moet worden dat de meeste projecten
deels of geheel kunnen voorbereid worden uit het fonds maar dat een
daadwerkelijk implementatie vaak gepaard gaat met grotere investeringen
waar separate besluitvorming voor wenselijk en nodig is.
Energie
Het de komende jaren tot uitvoering brengen van een energiestrategie vraagt
om antwoorden op de volgende vragen.
Hoe ontwikkelt de energiebehoefte zich de komende tien jaar?
Waar kunnen we met verbeteringen gericht op zuiniger gebruik het
energieverbruik verminderen?
Welke energieproductie is haalbaar op grond van eigen bedrijfsprocessen en
inzetbaar voor de eigen bedrijfsprocessen?
Welke energie die wij niet kunnen benutten is beschikbaar voor derden?
Hoe gaan we om met de dan resterende energiebehoefte: kopen we in op de
energiemarkt of kunnen we onze verduurzamingdoelen beter of goedkoper
bereiken door ons te verbinden met anderen?
De link met het Klimaatakkoord wordt meegenomen onder de kop
broeikasgassen als gevolg van energiebehoefte, maatregelen en
taakuitoefening. Er is een scan gaande naar de zuiveringstaak aan emissie van
methaan en lachgas (twee relevante broeikasgassen met een vele malen groter
effect dan CO2). Als de strategie voor energie duidelijk is geworden en de
maatregelen voldoende geborgd zijn, kan het als speerpunt vervallen en
inhoudelijk onderdeel worden van de normale exploitatie.
Riothermie: Het lijkt erop dat er zich de nodige kansen zullen voordoen. Twee
sporen: een kansenkaart wordt nu voor drie gemeenten gemaakt, in 2013
volgen de andere drie. Met het onderzoek is € 10.000,-- gemoeid (exclusief
inspanning gemeenten om gegevens op gewenst aggregatieniveau aan te
leveren). Het andere spoor is om de kansen in een geschikte bedrijfsmatige
opzet te gieten. Doel: het waterschap houdt de regie over zijn installaties en
het gewenste temperatuurniveau op de AWZI staat toe dat warmte wordt
toegevoegd/ onttrokken. Kortom: geschikte partner(s) en structuur, juridische
hobbels uit de weg. Voorts dienen ook de niet-financiële credits binnengehaald
te worden. Hiermee wordt bedoeld dat dergelijke projecten dienen bij te
dragen aan de doelstelling waaraan het waterschap zich landelijk
geconformeerd heeft.
Slibvergisting: In de regio wordt een studie gedaan naar de financiële
haalbaarheid om het zuiveringslib naar elders te transporteren en daar te
verwerken. Het uitwerken van dit project vraagt circa € 10.000,-- en eventueel
meer als zich een goede kans voordoet. Verder dient uitgezocht te worden of
aanhaken bij eventuele vergassingsinitiatieven zinvol is. De verwachting is dat
dergelijke innovatieve initiatieven zich na 2014 zullen voordoen. Ook hier geldt
weer dat de klimaatdoelstellingen sturend zijn.
Windenergie en hernieuwbare energie: Een voorproefje uit de
waterschapsklimaatmonitor wijst uit dat de helft van waterschappen
concludeert dat zonder wind geen verduurzaming op het niveau van het
Klimaatakkoord mogelijk is. Er moet onderzocht worden of Zuiderzeeland in
nieuwe capaciteit kan investeren en uitgewerkt moeten worden hoe dat dan
vorm kan krijgen. Samenwerking zoeken in de regio en in Unieverband. Een
dergelijk project vraagt circa € 10.000,-- voor beantwoording van specifieke
vragen. Mocht deze weg niet realistisch blijken te zijn, dan zal verdere
vergroening van de inkoop als optie verder uitgewerkt moeten worden.
REGISTRATIENUMMER
158561
4/6
AWZI Zeewolde en/of Almere: Toepassingsonderzoek naar influentzeven met
als doel energiereductie van het zuiveringsproces en het vergroten van de
zuiveringscapaciteit, hoofddoel is grondstofwinning op de middenlange duur.
De kosten van een dergelijk project bedragen ongeveer € 100.000,--.
Zonne-energie: De toepassing op gebouwen van het waterschap en/of klein
verbruikers: eerste doel is het Waterschapshuis en de regiokantoren te
voorzien van zonnepanelen, alsmede van oplaadpunten voor auto’s en fietsen.
Zichtbaarheid bij kantoren is belangrijk, bedrijfsvoering bij de kleinverbruikers.
In de eerste fase zal ongeveer 100-200.000 kWh per jaar opgewekt kunnen
worden, later kan dit verdubbelen. De geschatte investering bedraagt
€ 250.000,-- tot € 450.000,-- voor de eerste fase.
Grondstoffen
Fosfaat: Het verder uitwerken van het fosforstromenonderzoek in 2013, met
als doel het verbeteren van de fosforcyclus en mede daardoor het verbeteren
van de waterkwaliteit. Het uitwerkingsniveau moet zodanig zijn dat in 2013
haalbare mogelijkheden tot lokaal benutten van fosfor in beeld zijn en/of
verbeteren van de waterkwaliteit mogelijk zijn. Voorbereiding van een
demonstratieproject (2013), eventuele het vinden van een partner zal tijd
kosten: het is nog geen breed gedragen onderwerp.
Het terugwinnen van cellulose uit afvalwater: Motivatie voor de korte termijn
hiervoor is het vergroten van de zuiveringscapaciteit en het verminderen van
de energiebehoefte. Het langere termijn perspectief is het terugwinnen van
grondstoffen. De voorbereiding van het project vindt in 2013/14 plaats, een
full-scale uitwerking kan dan in 2014/15 plaatsvinden.
Het meest innovatieve concept is het winnen van grondstoffen uit zuiveringsslib
voor de productie van biopolymeren. Zuiderzeeland is aangesloten op de
ontwikkelingen in de “Grondstoffenfabriek”. Buiten de bijdrage in uren aan de
ontwikkeling van dit concept en een beperkte bijdrage, geen ontwikkelgelden
investeren. Zodra meer bekend is over toepasbaarheid en noodzakelijke
uitbreidingen in capaciteit van de AWZI’s aan de orde komt, dit heroverwegen.
Hergebruik berm en sloot maaisel: In dit project is het tempo mede afhankelijk
van partners als de CAH, aannemers van maaibestekken en kennisinstituten als
Deltares. Er is nog geen sprake van een doorbraak.
Innovatiethema
Van belang is zowel de externe als de interne afstemming. Op veel van de
bovengenoemde thema’s wordt de haalbaarheid vergroot als er samengewerkt
kan worden. Dit vraagt ook intern het een en ander van de afstemming en
onderlinge prioritering. De juiste juridische constructies om vernieuwing uit de
markt te halen of samen met de markt te doen, zijn een punt dat nadere
uitwerking behoeft. Maar ook de procesontwikkeling intern; hoe pakt het
waterschap dit als organisatie aan. Kan het in de bedrijfsvoering meegenomen
worden of is langdurig permanente aandacht nodig?
Het identificeren van methodes en werkwijzen zodat duurzaamheidsprojecten
goed gepositioneerd tot een uitwerking komen is voor een overheidsorganisatie
een uitdaging.
Personele consequenties
De bovengenoemde aanpak vraagt om een formatieve uitbreiding met 1 fte
Financiële consequenties
De financiële consequentie van de tijdelijke formatieve uitbreiding van 1 fte om
adequaat uitvoering te geven aan het MVO beleid is voor de jaren 2013 en
2014 € 75.000,-- per jaar (adviseur, schaal 10/11).
Tevens wordt voorgesteld de in de meerjarenbegroting opgenomen ruimte van
€ 100.000,-- voor de jaren 2013 en ook 2014 voor MVO/innovatie ter
beschikking te stellen.
REGISTRATIENUMMER
158561
5/6
Juridische consequenties
Geen.
Consequenties voor Communicatie
Geen.
REGISTRATIENUMMER
158561
6/6
Download