Kweekvlees: investeren of de boot missen kennislink.nl, maart 2010 Wie goed luistert hoort het overal: de bio-industrie draagt voor een belangrijk deel bij aan de verspreiding van dierziektes als Q-koorts, wereldwijd land-, water- en energieverbruik en de opwarming van de aarde. Onlangs verscheen er een studie naar een wetenschappelijk alternatief: kweekvlees. Kennislink wist de hand te leggen op deze studie. Maar is kweekvlees wel een reëel alternatief? Science center NEMO is zondag 31 januari 2010 dé plek waar iedereen discussieert over het fenomeen kweekvlees. De opzet van deze discussiedag is om politici, beleidsmakers, wetenschappers, ondernemers, financiers en andere beslissers te inspireren om Puur Vlees te ontwikkelen en marktrijp te maken. Iedereen is welkom om hierover mee te praten. Er is ruimte voor 100 mensen. Hier kan je je aanmelden.. Op 20 januari zei minister Verburg van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) in een Algemeen Overleg over de Nota Duurzaam voedsel dat emissie van broeikas-gassen en waterverbruik in de voedselproductie fors naar beneden moeten. Hiervoor moeten we volgens haar al ons onderzoek, onze kennis en know-how inzetten. Volgens deskundigen van de universiteiten van Amsterdam, Utrecht en Eindhoven is kweekvlees één manier om dat voor elkaar te krijgen: geen stallen meer met koeien en varkens, maar bioreactoren waarin consumptievlees met duizenden kilo’s tegelijk wordt gekweekt. Dit baseren de deskundigen op een haalbaarheidsstudie, uitgevoerd door onderzoeksbureau SenterNovem, waar Kennislink ook de hand op wist te leggen. De conclusie van de studie is duidelijk: de overheid moet nú investeren in het opvullen van de ontbrekende kennis. Alleen dan kan Nederland aan het hoofd blijven van één van de grootste nieuwe industrieën van morgen. Broeikasgassen Volgens de studie zijn de beloften van kweekvlees namelijk enorm. De huidige bio-industrie gebruikt wereldwijd een kwart van al het begraasbare land en vraagt nog eens een derde van alle landbouwgrond voor het maken van diervoeder. Ook draagt deze industrie voor 40% méér bij aan het broeikaseffect dan de hele transportsector samen. Koeien boeren en scheten wat af. Nederlandse koeien alleen produceren al 70 miljard kilo poep per jaar. Al die mest bevat broeikasgassen. Tel daarbij de mest op die nodig is voor het maken van diervoeder, dan is het niet verrassend dat veeteelt meer broeikasgas uitstoot dan transport. Afbeelding: © caese, Flickr Maak je dezelfde hoeveelheid varkens- of rundvlees in een laboratorium, dan dalen deze getallen dramatisch. Schattingen in de studie geven aan dat het energieverbruik met meer dan de helft omlaag gaat, de uitstoot van broeikasgassen met zo’n 90% daalt en land- en waterverbruik afneemt met maar liefst 98%. Maar dan moet de technologie erachter natuurlijk wel werken. En die horde is nog lang niet genomen. Volgens de studie vallen de wetenschappelijke uitdagingen kort gezegd in drie categorieën: geschikte stamcellen vinden en kweken, goed en goedkoop ‘voedsel’ vinden voor de cellen en het trainen van de losse cellen tot lekker vlees. Rhesusapen Stamcellen zijn de basis voor kweekvlees. Onder de juiste omstandigheden kunnen deze cellen oneindig lang door delen. Tien cellen vermenigvuldigen zich in twee maanden tot 12 triljoen cellen, oftewel 50 miljoen kilo vlees. De stamcellen van koeien en varkens moeten vervolgens specialiseren (differentiëren) tot spiercellen. Dat is het vlees dat wij eten. Tenminste, dat is de bedoeling. Want in tegenstelling tot wat veel mensen denken, hebben wetenschappers nog geen stamcellen uit de embryo’s van koeien en varkens verkregen die dit goed kunnen. De enige embryonale stamcellen waarbij de techniek wel werkt zijn die van muizen, ratten, resusapen en mensen. Maar of we in de toekomst nou allemaal aap willen gaan eten… Vlees van resusaapjes is voor weinig mensen een alternatief voor koeien- of varkensvlees. Ondanks dat de aapjes geen haar gekrenkt wordt bij het maken van kweekvlees. Afbeelding: © Ginger Me, Flickr Het alternatief is de volwassen stamcel. Deze cel, waarvan een varkensvariant is gevonden en bestudeerd in Utrechts onderzoek, kan slechts enkele maanden blijven delen. Het lukte onderzoekster Karlijn Wilschut daarentegen wél om de stamcellen te laten differentiëren tot spiercellen. Maar volgens de studie gaat het proces nog te traag om er een industrie omheen te bouwen. Suiker De stamcellen moeten ook te eten hebben. In dit eten, beter bekend als medium, zitten ook groeifactoren die afkomstig zijn uit het bloedserum van kalveren. Maar een vleesindustrie zonder koeien betekent niks als er alsnog duizenden kalveren nodig zijn voor de productie van medium. Daarom zoeken wetenschappers naar een diervriendelijke variant. Aan de Universiteit van Amsterdam werken onderzoekers al aan medium met fotosynthetische algen die voedingsstoffen zoals suiker en aminozuren maken voor de cellen. Daarnaast is het plan om micro-organismen de groeifactoren te laten maken. Helaas staan deze technieken nog in de kinderschoenen, en is het vele malen duurder dan de productie van klassiek medium. Schokjes Als de stamcellen eenmaal in spiercellen zijn veranderd, is het nog geen eetbaar vlees. Losse spiercellen in een petrischaaltje zijn een kleurloos, smaakloos drabje. Ze moeten namelijk nog worden getraind tot echte spieren. Een stukje kweekvlees in een petrischaaltje. Dit is ongeveer het beste wat wetenschappers er nu van kunnen maken. Afbeelding: © Carlijn Bouten Hiervoor zijn gelukkig ideeën te over. Zo veranderen de spiercellen sneller in echte spieren als ze groeien in het bijzijn van fibroblasten, cellen die andere cellen een frame geven om op te groeien. Ook doen wetenschappers in Eindhoven onderzoek naar het trainen van spieren door ze uit te rekken en elektrische schokjes te geven. Helaas wordt dit onderzoek nog gehinderd door een grof tekort aan geschikte stamcellen om mee te testen. Geldinjectie En daar legt de studie meteen de vinger op de zere plek: hoe veelbelovend kweekvlees ook is, geen enkel bedrijf zal erin investeren als de kennis ontbreekt om het te maken. Daarom moet de overheid met een flinke geldinjectie komen. Deskundigen schatten dat er tien tot honderd miljoen euro nodig is om het onderzoek op te starten. Om investeerders hiervan bewust te maken vindt er op 31 januari in Science Center NEMO een discussiedag plaats onder de naam Puur Vlees. Ook het publiek is welkom om op deze dag mee te praten over de kwesties rondom kweekvlees. Aan het einde van de dag krijgt een afgevaardigde van het ministerie van LNV een ondertekende intentieverklaring uit handen van wetenschappers en het bedrijfsleven. Dan zal het ministerie uit naam van de minister een definitief standpunt innemen over kweekvlees als manier om echt duurzaam vlees te produceren.