PROGRAMMA VERSTERKING JURIDISCHE FUNCTIE RIJK STELLINGEN Themagroepen 1 en 2 Samenwerking en bundeling 1. Juristen belemmeren de creativiteit door met name vroeg in het proces te willen weten hoe het allemaal precies zit en door te wijzen op de juridische consequenties. 2. Beleidsmakers gaan regelmatig te nonchalant met het recht om. Beleidsmakers moeten meer begrip hebben voor juridische logica en het recht meer zien als waarde op zich. Themagroep 3 Kwaliteit 1. Kwaliteit kun je niet meten. 2. We hebben het te druk om een kwaliteitssysteem toe te passen. Themagroep 4 Werving, selectie, opleiding en kennisontwikkeling 1. Een professionele overheidsjurist heeft geen behoefte aan een permanent opleidingsstelsel (incl. bijscholingspunten) zoals de advocatuur, het notariaat en (gedeeltelijk) ook de rechterlijke macht dat kent. 2. De kwaliteit van de juridische dienstverlening neemt toe door voor juristen uit te gaan van een veertigjarig dienstverband bij hetzelfde ministerie. 3. Het is hard nodig dat overheidsjuristen jaarlijks een cursus communicatievaardigheden volgen, zelfs als zij werken in een omgeving waarin de juridische sensitiviteit hoog is ontwikkeld. 4. Er zou een brede Academie voor overheidsjuristen in plaats van een Academie voor wetgeving moeten komen. Themagroep 5 Structuur en rijksbrede kaders van de juridische functie 1. Een keuze voor de inzet van het instrument regelgeving wordt niet gemaakt dan nadat de centrale juridische eenheid van een departement heeft vastgesteld dat geen ander toereikend instrumentarium voorhanden is 2. De juridische kwaliteit van het handelen van een departement wordt tenminste jaarlijks beoordeeld. 3. Rijksambtenaren vallend in de ABD-doelgroep moeten (indien zij geen jurist zijn) worden verplicht een basiscursus recht te volgen. 1