Onderzoek Karen Steel naar genetische

advertisement
slechthorendheid
Onderzoek Karen Steel
naar genetische aspecten
van gehoorverlies geëerd
Prof. Karen Steel van het King’s College in London ontving op 1 september 2014 de Guyotprijs. Dit is een prestigieuze Nederlandse wetenschapsprijs voor gehooronderzoek en
tevens de oudste prijs van de Rijksuniversiteit Groningen. Karen Steel ontvangt de prijs
voor haar onderzoek naar de genetische aspecten van gehoorverlies. Ze ontdekte, in
samenwerking met Steve Brown, onder andere als eerste het gen dat bij muizen betrokken
is bij gehoorverlies; Myo7a. In de loop der jaren heeft ze meer van deze genen bij muizen
in kaart gebracht. Een groot deel daarvan blijkt ook bij mensen ten grondslag te liggen aan
gehoorverlies. Ze hoopt hiermee uiteindelijk medicijnen te kunnen ontwikkelen die progressief gehoorverlies afremmen, stopzetten of zelfs terugdraaien.
tekst: Amarins Heeringa | beeld: Elmer Spaargaren, Shutterstock
Hoe bent u geïnteresseerd geraakt in
gehoorverlies als onderzoeksonderwerp?
Eigenlijk gebeurde dat toevallig. De professor die mij begeleidde in mijn promotieonderzoek was erg geïnteresseerd in
de werking en de genetica van gehoorverlies. Toen ik me destijds ging verdiepen in het onderwerp, kwam ik erachter dat
er nauwelijks onderzoek gedaan werd naar de genetica van
gehoorverlies. Een van de aspecten die ik erg leuk vond aan
deze academische studie, was de vele benaderingen waarmee
je het gehoor kan bestuderen. Bijvoorbeeld vanuit de natuurkundige benadering, vanuit de embryonale ontwikkeling
en ook vanuit de genetica. Maar pas nadat ik veel over het
onderwerp had gelezen, realiseerde ik me dat gehoorverlies
ook een belangrijk probleem is in de maatschappij.
U werkt veel met muizen. In hoeverre bent u
tijdens uw onderzoeken ook daadwerkelijk
bezig met mensen met gehoorverlies?
Het grootste gedeelte van mijn dagelijks werk besteed ik aan
20
onderzoek naar het gehoor van de muis. In de muis kun je
namelijk veel grondiger het effect bestuderen van bepaalde
genen en bepaalde veranderingen daarin (mutaties) op de
werking van het gehoor en het ontstaan van gehoorverlies.
Ik vind genetica een erg mooie en nette manier om de biologische functie te achterhalen. Je kunt specifieke genen
manipuleren of zelfs uitschakelen om de exacte functie
ervan te achterhalen. Tegenwoordig weten we dat veel van
deze genen en mutaties in de muis hetzelfde zijn in de
mens. Ook lijkt het gehoororgaan erg op dat van de mens,
het is alleen een beetje kleiner. Dit betekent dat veel van de
kennis die ik in de muis vergaar, direct toegepast kan worden op het begrijpen van gehoorverlies in de mens.
De laatste jaren heb ik veel samengewerkt met onderzoekers
die genetica in mensen bestuderen. Bijvoorbeeld, als ik in de
muis een gen vind dat slechthorendheid veroorzaakt, gaan
die onderzoekers kijken of ditzelfde gen ook gemuteerd is in
mensen met gehoorverlies. En als deze onderzoekers in een
HOREN oktober / november 2014
Guyot-prijs
De Guyot-prijs is genoemd naar
Henri Daniël Guyot, geboren in
1753. Guyot studeerde theologie in Franeker en was eredoctor
en buitengewoon hoogleraar
aan de toenmalige Groningse
Hogeschool. Hij richtte in 1790
in Groningen het eerste instituut voor doven in Nederland op
(sinds 2002 de Koninklijke Effatha
Guyot Groep, inmiddels Kentalis).
Guyot's kleinzoon, mr. H.D. Guyot,
stelde een legaat beschikbaar aan
de Rijksuniversiteit Groningen
‘teneinde van de rente daarvan om
de vijf jaar een premie toe te kennen aan den in- of buitenlander,
die op oorheelkundig gebied de
belangrijkste ontdekking zal hebben gedaan’.
Prof. Karen Steel: “Deze prijs geeft mij een kans om te zeggen dat het mogelijk zal zijn een medicijn
tegen sommige soorten van progressief gehoorverlies te ontwikkelen.”
familie waar veel gehoorverlies voorkomt een gen vinden waarvan ze denken dat dat daarbij betrokken is, koppelen ze dat ook weer terug aan mij. Ik
kan dan het moleculaire mechanisme
van dit gen achterhalen in de muis. Dit
geeft veel informatie over waarom de
mensen in die familie slechthorend of
doof worden. Verder praat ik ook vaak
met patiëntengroepen en dat is erg
waardevol. Hierdoor kom ik erachter
welke aspecten aan het onderzoek
belangrijk voor hen zijn.
Wat wilde u voor aanvang
bereiken met deze
onderzoeken?
Toen ik begon was mijn doel vooral
om meer biologische kennis over
gehoorverlies te verkrijgen. Om echt
de mechanismen erachter te begrijpen. Dit was nog ver voordat het
mogelijk was om genen te identificeren. Toen dit mogelijk werd, heb ik
HOREN oktober / november 2014
me vooral daarop gericht. Het eerste
gen betrokken bij gehoorverlies dat
wij geïdentificeerd hebben, kostte
ongeveer acht jaar werk. Daarna ging
alles erg snel. Onderzoekers die genetica in mensen bestudeerden, haalden
hun DNA-materiaal van families met
gehoorverlies erbij en bevestigden
dat het gen dat wij gevonden hadden,
betrokken was bij het syndroom van
Usher en ook bij andere vormen van
gehoorverlies. Toen het genenbestand
van de muis, en later dat van de mens,
compleet in kaart was gebracht, ging
alles veel sneller. Dan weet je namelijk
hoe het DNA hoort te zijn in een goedhorende muis (of mens). Vervolgens
kun je makkelijk vergelijken wat er
anders is in de slechthorende situatie.
Wat is volgens u de
maatschappelijke relevantie
van de tot nu toe behaalde
resultaten? Bijvoorbeeld
voor families waarin erfelijke
slechthorendheid voorkomt?
Voor families waarin erfelijke slechthorendheid voorkomt geeft het
identificeren van de mutatie directe
informatie over wat het gehoorverlies
heeft veroorzaakt. Dit alleen is vaak al
erg belangrijk voor een familie om te
weten. Dat het dus iets is waar ze geen
controle over hebben en dat ze niks
verkeerd hebben gedaan, maar dat
het iets in het DNA is. Die informatie
kan een familie ook gebruiken als ze
nog een kind krijgen. In een vroeg
stadium kan dan al vastgesteld worden of het kindje ook slechthorend of
doof zal worden en hier kan rekening
mee gehouden worden. Bijvoorbeeld,
bij het syndroom van Usher, waarbij
patiënten vaak uiteindelijk ook blind
worden, helpt de informatie bij het
maken van de keuze voor een cochleair
implantaat of voor het leren van gebarentaal. Op de langere termijn zal dit
21
slechthorendheid
onderzoek leiden tot het ontwikkelen van medische behandelingen voor het afremmen, stoppen of terugdraaien van
progressief gehoorverlies.
Wat betekent deze Guyot-prijs voor u
persoonlijk en voor uw onderzoek?
[Karen begint te stralen] Het is een geweldige eer om deze
prijs te ontvangen. Hij wordt maar eens in de vijf jaar uitgereikt en de eerste keer was precies honderd jaar geleden. En
ik had ook begrepen dat ik de eerste vrouw ben die deze prijs
krijgt. Het is goed dat het niet meer alleen mannen zijn die
de prijs krijgen. Dus persoonlijk is het een grote eer. Niet
alleen voor mij, maar ook voor mijn onderzoeksgroep. Ze
weten dat het ook hun werk is dat hiertoe heeft geleid. Ik kijk
er erg naar uit om de Guyot-medaille aan hen te laten zien.
Wat het ook speciaal maakt, is dat onderzoek een erg moeilijke carrière is. Financiering krijgen is lastig en soms is het
moeilijk om het grote plaatje te zien, je wordt meegetrokken in de dagelijkse details en de lijsten van dingen die je
nog moet doen. Wanneer je een prijs als deze krijgt, kun je
even een stap terug doen en zien dat dit werk, al is het kleinschalig en duurt het al jaren, misschien toch een grotere
impact heeft. Ik hoop dat deze prijs meer aandacht naar dit
werk trekt en mensen meer bewust maakt van de mogelijke
impact van dit onderzoek. Deze prijs geeft mij een kans om
te zeggen tegen mensen dat het, in ieder geval voor sommige soorten van progressief gehoorverlies, mogelijk zal zijn
om er een medicijn tegen te ontwikkelen. Ik denk echt dat
de progressie te stoppen is of het gehoorverlies zelfs helemaal teruggedraaid kan worden. Zeker als een persoon ooit
een goed werkend gehoor heeft gehad. Dan weet je namelijk
dat alle bouwstenen aanwezig zijn.
logie achter het gehoorverlies is. Hiermee kunnen medici
uiteindelijk mensen met dezelfde oorzaak dezelfde behandeling geven. Door het praten met farmaceutische bedrijven
houd je ook hun interesse in het onderwerp groot. Dit is
belangrijk want zij moeten uiteindelijk miljoenen investeren
in het ontwikkelen van een medicijn. Dit hoop ik in de toekomst allemaal verder uit te werken.
Hoe gaat het onderzoek verder, wat zijn
volgende stappen?
Zijn er vanuit uw expertise nog zaken die u
slechthorenden mee wilt geven?
De volgende stappen in mijn onderzoek zijn vooral het verkrijgen van moleculaire kennis over verschillende pathologische mechanismen die betrokken zijn bij slechthorendheid
en om medicijnen te ontwikkelen die de progressie hiervan
tegengaan. Om medicijnen te ontwikkelen zal je uiteindelijk
bij de farmaceutische bedrijven moeten zijn. Daarom werk
ik ook veel samen met zowel kleine als grote farmaceutische
bedrijven. Hiervan heb ik veel geleerd over wat zij precies
nodig hebben en voor welke aspecten academici ingezet
kunnen worden. Bijvoorbeeld het verbeteren van de diagnostische technieken om te achterhalen wat de precieze patho-
Ik zeg vaak tegen mensen met gehoorverlies dat onderzoek
een erg langdurig proces is. Vaak lees je in de krant dat er
een nieuw medicijn of een nieuw gen is ontdekt. Maar dat
is meestal erg gesimplificeerd. Het klinkt dan alsof er morgen al een nieuwe behandeling is, maar dat is niet zo. Een
nieuwe behandeling of medicijn vergt een hoop tijd en energie, en nog veel meer onderzoek. Dus meestal moet ik hun
verwachtingen wat temperen over hoe snel behandelingen
beschikbaar zijn. Maar ik ben er zeker van dat er medicijnen
tegen slechthorendheid gaan komen. Wij werken eraan,
blijf optimistisch!
HOREN oktober / november 2014
‘Ik vind genetica een erg mooie en
nette manier om de biologische
functie van specifieke genen te
achterhalen’
23
Download