De follow-up van NICU-kinderen met gehoorverlies na 3-5 jaar 17 januari 2013 Terugkomdag NICU neonatale gehoorscreening E.A. van de Ven H.L.M. van Straaten Congenitaal gehoorverlies • Prevalentie in NICU-populatie: 1,7 % (algemene bevolking 0,067 %) • Risicofactoren permanent gehoorverlies bij kinderen: – – – – – – – – >5 dagen opname op NICU ECMO Beademing Ototoxische medicatie (gentamycine, tobramycine, furosemide) Hyperbilirubinemie wv wisseltransfusie Craniofaciale afwijkingen Infecties in utero Meningitis Ontwikkeling • Eerste jaren cruciaal in taalontwikkeling • Noodzaak auditieve prikkels • Taalontwikkeling van invloed op cognitieve, sociale en emotionele ontwikkeling • Prelinguaal gehoorverlies zonder aangepast taalaanbod niveau begrijpend lezen 8-jarig kind • 1/3 van de kinderen met unilateraal gehoorverlies heeft schoolproblemen • Discrepantie cognitieve non-verbale en taalontwikkeling Ontwikkeling • Prognose verbetert bij vroege diagnostiek (<3 mnd) en interventie (<6 mnd) (DECIBEL-studie) – – – – – Spraaktaalontwikkeling Algemene ontwikkeling Sociale ontwikkeling Grove motoriek Kwaliteit van leven • Prematuriteit, laag geboortegewicht en/of andere comorbiditeit geven extra risico op ontwikkelingsachterstand • 33-50% van de kinderen met congenitaal gehoorverlies heeft comorbiditeit Vroegtijdige opsporing • Steeds meer landen met universele neonatale gehoorscreening (UNHS) • Vroegtijdige opsporing moet leiden tot vroegtijdige behandeling en begeleiding • Landelijke screening geleidelijk ingevoerd in de periode 20022006 • Gehoorscreening op NICU’s ingevoerd in de periode 19982002 (+ PICU in 2003) Doel onderzoek • Hoe gaat het met de NICU-kinderen met gehoorverlies op de leeftijd van 3-5 jaar? • Evaluatie van algemene kenmerken, audiologische kenmerken, ontwikkeling en kwaliteit van leven bij NICUkinderen met gehoorverlies op de leeftijd van 3-5 jaar • Vergelijking van de ontwikkeling en kwaliteit van leven met de slechthorende kinderen uit de jeugdgezondheidszorg Onderzoekspopulatie • • • • • DECIBEL-studie, Korver et al. Geboortedatum 1-1-2003 t/m 31-12-2005 Permanent gehoorverlies* Retrospectief geïdentificeerd bij AC’s Audiologische dossiers voor algemene en audiologische kenmerken • Informed consent opvragen medische gegevens en deelname aan ouderrapportages * Bilateraal permanent geleidings- of perceptief gehoorverlies van > 40 dB in het beste oor = 35,1 % (responders) = 90,9 % (deelnemers) Parameters • Algemene kenmerken • Audiologische kenmerken • ‘Performance measures’ – Primaire communicatiemethode – Schooltype • Ontwikkeling – Child Development Inventory algemene, psychomotorische ontwikkeling – MacArthur Communicative Development Inventory expressieve spraaktaal-ontwikkeling – Pediatric Quality of Life Inventory 4.0 kwaliteit van leven – Ontwikkelingsparameters vergeleken met slechthorende jeugdgezondheidszorgpopulatie Resultaten • Algemene kenmerken – – – – 59,1 % ♂ Gem. geboortegewicht: 1992 g (sd 1070 g) Gem. zwangerschapsduur: 32,8 wkn (sd 5,3 wkn) Slechte start*: 39,6% • Audiologische kenmerken – 5,6 % geslaagd voor eerste neonatale gehoortest sensitiviteit: 94 % – 55,7 % ernstig tot zeer ernstig gehoorverlies (> 60 dB) – Gem. leeftijd t.t.v. eerste aanpassing: 15,6 mnd (sd 12,1 mnd) – Aanpassing < 6 mnd: 21 % (!) * Slechte start: APGAR ≤5 na 5 minuten Resultaten Oorzaak gehoorverlies Resultaten • Communicatiemethode – 82,8 % gebruikt een combinatie van gesproken taal en gebarentaal • Onderwijs – 71,4 % gaat naar doven- en slechthorendenonderwijs – 25 % bezoekt regulier onderwijs • Mogelijke samenhang communicatiemethode en schooltype Resultaten • Child Development Inventory – Alle gemiddelde scores < 80, m.u.v. fijne motoriek (87,1) – Algemene ontwikkeling gemiddeld 75,0 – Totale taalquotiënt gemiddeld 75,5 – Verschillen met slechthorende jeugdgezondheidszorgpopulatie niet statistisch significant – Verschillen wat betreft sociale ontwikkeling (70,1 vs 75,2), zelfredzaamheid (80,0 vs 86,2) en grove motoriek (72,0 vs 83,4) wel klinisch relevant ten nadele van NICU-populatie Resultaten • • • Quotiënt ≥ 80: normale ontwikkeling Quotiënt 70 – 80: laagnormale ontwikkeling Quotiënt < 70: vertraagde ontwikkeling sociale ontwikkeling algemene ontwikkeling zelfredzaamheid vertraagde ontwikkeling Schaal Schaal grove motoriek laagnormale ontwikkeling normale ontwikkeling fijne motoriek totale taalquotiënt expressieve taal taalbegrip 0% 0% 20% 40% 60% 80% 20% 40% 60% 100% Percentage Percentage 80% 100% Resultaten • MacArthur Communicative Development Inventory – Totaal aantal woorden in gesproken taal: 44,8 uit maximum van 100 – Totaal aantal woorden in gebarentaal: 23,3 uit maximum van 100 – Rapportage gevalideerd voor gebruik tot 36 maanden, ons cohort was gemiddeld 47 maanden – NICU-kinderen gebruiken significant meer woorden in gebarentaal dan slechthorende kinderen uit de jeugdgezondheidszorg (23,3 vs 10,6; P = 0,009) – Verschil in totaal aantal gesproken woorden niet statistisch significant, maar gemiddelde wel ten nadele van NICU-kinderen (44,8 vs 53,8) Resultaten • Pediatric Quality of Life Inventory 4.0 – Gemiddelde beoordeling ‘Totaal functioneren’: 79,4 (maximum 100) – Gemiddelde beoordeling ‘Fysiek functioneren’ scoort het beste: 85,0 – Sociaal functioneren (75,4 vs 85,3; P = 0,004) en ‘psychosocial health summary score’ (75,9 vs 82,4; P = 0,018) zijn significant verschillend ten nadele van de NICU-kinderen Wat betekent dit? • Beperkingen – Kleiner cohort dan verwacht o.b.v. prevalentie – Klein percentage ‘responders’ (35 %) ‘responders’ en ‘nonresponders’ wel vergelijkbaar op algemene en audiologische kenmerken – Leeftijdscorrectie voor prematuriteit? – Gebruik van ouderrapportages Wat betekent dit? • Slechthorendheid lijkt op de voorgrond te staan in vergelijking tot andere fysieke beperkingen – Grote aandeel doven- en slechthorendenonderwijs in vergelijking tot ander speciaal onderwijs. – Fysiek functioneren als beste beoordeeld als kwaliteit-vanleven-subschaal Wat betekent dit? • NICU-kinderen hebben over het algemeen een verhoogd risico op vertraagde ontwikkeling, met name spraaktaal • MAAR… Scores w.b. taalontwikkeling (volgens CDI) van slechthorende NICU-kinderen zijn vergelijkbaar met de slechthorende jeugdgezondheidszorgpopulatie • Goede scores wat betreft fijne motoriek • Andere vlakken van ontwikkeling: relatief lage scores, over het algemeen slechter dan slechthorende jeugdgezondheidszorgpopulatie Wat betekent dit? • Kwaliteit van leven nadelig beïnvloed, m.n. het sociaal functioneren – In literatuur is beschreven dat het effect van prematuriteit/laag geboortegewicht op de kwaliteit van leven met de leeftijd afneemt – Ouderrapportage kan een onderwaardering van de daadwerkelijke kwaliteit van leven geven • Vervolgonderzoek noodzakelijk – Vergelijking horende vs slechthorende NICU-kinderen – Zo kan worden gecorrigeerd voor de comorbiditeit van NICU-kinderen Conclusie • Permanent gehoorverlies is een belangrijk probleem in de NICU-populatie • Slechthorende NICU-kinderen vormen een kwetsbare groep wat betreft ontwikkeling en kwaliteit van leven • Gerichte, regelmatige follow-up noodzakelijk om problemen zo snel mogelijk te signaleren en zo nodig behandeling en/of begeleiding aan te bieden • Mogelijk enige verbetering te bereiken door eerste aanpassing daadwerkelijk < 6 maanden te plaatsen Vragen?