B en W nummer 11 - Gemeente Leiden

advertisement
RAADSVOORSTEL
Rv. nr.:
B en W-besluit d.d.: 12-3-2013
B en W-besluit nr.: 13.0225
Naam programma:
Omgevingskwaliteit
Onderwerp:
Vaststellen kaderstellend afvalbeleid (inspraak verwerkt)
Aanleiding: De gemeente Leiden ontwikkelt en realiseert operationeel afvalbeleid voor de
korte en middellange termijn. Er is ook een behoefte aan afvalbeleid in groter verband. Het
gaat om een raamwerk waarbinnen de gemeentelijke taken op het gebied van afval en
reiniging kunnen worden geplaatst. De duurzaamheidambities van de gemeente vormen
hiervoor het belangrijkste kader. Daarnaast streeft Leiden er naar om de kosten voor
afvalinzameling en –verwerking te reduceren. Een belangrijke impuls voor een nieuw
beleidskader voor afval zijn nieuwe verwerkingscontracten voor groente- fruit- en tuinafval
(GFT) per 1-1-2014 en huishoudelijk restafval en grofvuil per 1-1-2016.
Doel: Met het vaststellen van kaderstellend afvalbeleid worden de duurzaamheidambities op
het gebied van afvalinzameling en afvalverwerking uitgewerkt. Het beleidskader zorgt ervoor
dat Leiden efficiënter kan inspelen en reageren op ontwikkelingen in de markt. Het
beleidskader formuleert de uitgangspunten voor de nieuwe verwerkingscontracten van
afvalfracties, waarbij de nieuwe verwerkingscontracten voor groente- fruit- en tuinafval (GFT)
en huishoudelijk grof- en restafval prioriteit hebben.
Kader: De wettelijke grondslag voor inzameling van huishoudelijk afval is de Wet
Milieubeheer en de bijbehorende uitvoeringsbesluiten. Het landelijk afvalbeleid is uitgewerkt
in het Landelijk Afvalbeheerplan. Voor het afvalbeleid is voorts het landelijk Besluit beheer
verpakkingen en papier en karton van belang. Het vigerend beleid ten aanzien van
huishoudelijk afval in Leiden is gebaseerd op onderstaande college- en raadsbesluiten.
Ondergrondse containers voor de inzameling van huishoudelijk restafval in de
Binnenstad (RV12.0090)
-
Conceptbegroting Gevulei 2013 (RV12.0064)
-
Consultatie toekomst Gevulei (B&W12.0155)
-
Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing 2012 (RV 11.1159)
-
Vaststellen Duurzaamheidsagenda 2011-2014 (RV 11.0136)
-
ondergrondse containers voor huishoudelijk restafval in de Binnenstad (B&W.nr.
11.1310)
-
Vervanging wijkcontainers, (B&W nr. 12.0672)
-
Reactie op advies van de Leidse Milieuraad over de toekomst van afvalverwerking voor
Leiden (B&W.nr. 11.1141)
-
Organisatie Stedelijk Beheer (RV11.0065) (Verbeterplan Stedelijk Beheer)
-
Scenario’s voor afvalinzamelsystemen (B&W10.0341)
-
Dienstverleningsovereenkomst gemeente Leiden en Gevulei (B&W.nr. 10.0788)
-
Rapportage onderzoekscommissie Bestuur en Warenhuis (B&W.nr. 09.0701)
-
Kunststof verpakkingen (B&W 09.1196)
-
Afvalstoffenverordening 2008 (RV 08.0060)
Overwegingen: Afvalinzameling wordt meer en meer het inzamelen van waardevolle
grondstoffen. Er is daarom behoefte aan een visie van de gemeente op de inzameling van het
huishoudelijk afval en aan doelstellingen op het gebied van afvalscheiding. Daarnaast streeft
Leiden er naar om de huidige kosten voor afvalinzameling en –verwerking te reduceren zodat
er geld overblijft voor investeringen in inzamelmiddelen zoals ondergrondse afvalcontainers
en dat er een bijdrage wordt geleverd aan een meer kostendekkende
afvalstoffenheffingheffing. Een belangrijke impuls voor een nieuw beleidskader voor afval zijn
nieuwe verwerkingscontracten voor GFT per 1-1-2014 en huishoudelijk restafval en grofvuil
per 1-1-2016.
In het beleidskader wordt per afvalstroom een analyse gemaakt van inzamelresultaat,
scheidingsresultaat van Leiden en vergelijkbare gemeenten, landelijke doelstelling, kosten en
opbrengsten. Het beleidskader verwoordt onze doelstelling voor de scheiding van de
afvalfracties GFT; papier en karton; verpakkingsglas; kunststofverpakkingen; textiel; KGA en
grof huishoudelijk afval voor de sorteeranalyses van 2014, 2017 en 2020, gekoppeld aan CO 2
reductie. Per afvalfractie wordt geformuleerd wat we willen gaan bereiken, wat we hiervoor
willen doen en wat de gevolgen hiervoor zijn voor de milieuaspecten, kosten en
dienstverlening voor de burger. Per afvalfractie zijn de eisen voor de verwerkingscontracten
opgesteld. Er worden richtinggevende uitspraken gedaan over de inzamelmiddelen (onder
meer over de invoering van ondergrondse afvalcontainers, behoud en versterking van het
containerareaal voor gescheiden fracties, containermanagement voor de minicontainers),
transport en verwerking (geen nieuwe afvalbewerkinginstallatie in de eigen regio). Het
beleidskader wordt vertaald naar een uitvoeringsprogramma voor de periode 2013-2020.
Hierin wordt ook het flankerend beleid uitgewerkt voor een betere afvalscheiding en meer
duurzaamheid. Het flankerend beleid betreft communicatie over inzamelmiddelen, juridische
richtlijnen, handhaving en de inzameling van bedrijfsafval en het kringloopbedrijf Het
Warenhuis.
De Leidse Milieuraad (LMR) heeft in 2011 een advies uitgebracht over de toekomst van
afvalverwerking in Leiden. Dit advies is betrokken bij het opstellen van de beleidsnota en het
besluit. De LMR heeft een (voorlopig) advies gegeven over de beleidsnota, het advies volgt in
de 2e helft van maart 2013. De aanbevelingen van de LMR bevinden zich met name op het
tactische en operationele niveau en worden betrokken bij het opstellen van het
uitvoeringsprogramma.
Financiën: Er worden naar aanleiding van deze beleidsnota geen financiële bijdragen
gevraagd. De beleidsnota behorend bij dit collegebesluit stelt de beleidskaders, de financiële
uitwerking vindt plaats in het uitvoeringsprogramma. De aan de uitvoering van het
kaderstellend afvalbeleid verbonden financiële consequenties betreffen de baten van burgers
en bedrijven, alsmede de uitgaven (en mogelijke baten) die betrekking hebben op de
afvalverwerkingcontracten; kosten voor dienstverleningsovereenkomst Warenhuis;
investeringen in inzamelvoorzieningen en de kosten voor flankerend beleid. Voor de
financiering van het afvalbeleid is het uitgangspunt dat de gemeentelijke kosten zullen dalen.
De verwachting is dat er kan worden bespaard op de kosten van inzameling en verwerking en
dat er inkomsten te genereren zijn door een positief resultaat van bedrijfsafvalinzameling.
Leiden streeft er naar om de huidige kosten voor afvalinzameling en –verwerking te
reduceren zodat er geld overblijft voor investeringen in inzamelmiddelen zoals ondergrondse
afvalcontainers en dat er een bijdrage wordt geleverd aan een meer kostendekkende
afvalstoffenheffing.
Financiële consequenties omtrent het afvalbeleid zijn reeds opgenomen in separate besluiten
omtrent de invoering van ondergrondse containers in de binnenstad en vervanging
wijkcontainers. Nieuwe financiële consequenties krijgen hun weerslag in nieuwe
afvalcontracten en nieuw af te sluiten dienstverleningsovereenkomsten met Warenhuis en
inzamelaars. Hierover volgt separate besluitvorming. Eventuele personele en
organisatorische consequenties als gevolg van het nieuwe beleidskader krijgen hun plek in
het Verbeterplan Stedelijk Beheer.
Door de verwachte lagere verwerkingsprijs, te besparen op inzamelkosten en door baten te
verhogen wordt de afvalstoffenheffing meer kostendekkend. De kostendekkendheid bedraagt
thans 59%. Met het vaststellen van de Perspectiefnota 2013-2016 is er gekozen om een
grofvuiltarief in te stellen per 2016 voor het aan huis ophalen van grofvuil.
De totale kosten voor het afvalbeheer (inzameling, transport en verwerking) moeten dalen. In
de Perspectiefnota 2014-2017 zal hiervoor een reëel percentage worden gegeven.
Individuele burgers worden gestimuleerd om grofafval meer gescheiden aan te bieden aan
kringloopbedrijven of het af te leveren op de milieustraat, waardoor er makkelijker scheiding
aan de bron kan worden bereikt. Er wordt in het uitvoeringsprogramma een uitspraak gedaan
over de wenselijkheid van een (beperkte) invoering van maatwerktarieven, zoals een extra
minicontainer (na invoering container management systeem met chip) of een extra pasje voor
bij ondergrondse containers. Er worden geen uitspraken gedaan over loonkosten en (interne)
tarieven van stedelijk beheer. Het uitgangspunt is dat er besparingen in de bedrijfsvoering
worden gerealiseerd en de bedrijfsafvalinzameling leidt tot een positief resultaat. Bovendien
vindt de inzameling op een steeds duurzamere wijze plaats.
Evaluatie: De in het beleidskader genoemde doelstellingen voor afvalscheiding worden
gemeten en geëvalueerd in de sorteeranalyses van 2014, 2017 en 2020.
Bijgevoegde informatie:
1. Kaderstellend afvalbeleid gemeente Leiden (inspraak verwerkt)
2. Nota van beantwoording inspraakreacties
RAADSBESLUIT
De raad van de gemeente Leiden:
Gezien het voorstel van burgemeester en wethouders (rv.nr.
het advies van de commissie,
van 2013), mede gezien
BESLUIT
1. de nota “Kaderstellend afvalbeleid gemeente Leiden (inspraak verwerkt)” vast te stellen
waarin:
a. de visie wordt geformuleerd om ernaar te streven om de hoeveelheid huishoudelijk
afval zo veel mogelijk terug te dringen en om afvalscheiding en hergebruik te
stimuleren;
b. per afvalfractie een scheidingsdoelstelling tot en met 2020 wordt geformuleerd;
c. voor alle huishoudelijke afvalfracties het beleidskader wordt geformuleerd, met
bijbehorende maatregelen en eisen voor de verwerkingscontracten, te weten:
GFT:
- inzameling door de gemeente geschiedt huis-aan-huis, maar alleen in de
laagbouwwijken;
- het beleid m.b.t. inzameling van GFT blijft er op gericht bewoners van
laagbouwwijken bewust te stimuleren om GFT gescheiden aan te bieden in de
minicontainer;
Groenafval:
- er komt onderzoek naar een eenduidige verwerking van het Leidse groenafval;
- groenafval wordt losgekoppeld van de verwerking van GFT;
Verpakkingsglas:
- inzet wordt het in stand houden en versterking van de huidige inzamelmethode;
- het vervangen van bovengrondse containers door grotere ondergrondse
containers;
Oud papier en karton:
- inzameling door de gemeente geschiedt nabij de woning middels papiercontainers
- het beleid m.b.t. inzameling van papier is er op gericht burgers bewust te
stimuleren om papier in de papiercontainer te deponeren;
- de gemeente staat positief ten opzichte van inzamelingsinitiatieven van scholen en
verenigingen, buiten de reguliere inzameling middels papiercontainers;
- het behouden en versterken van het huidige netwerk aan containers;
- het vervangen van bovengrondse containers door grotere ondergrondse
containers;
Textiel
- inzet wordt het in stand houden en versterking van de huidige inzamelmethode;
- onderzoeken of de textielinzameling kan worden ingezet om de werkgelegenheid
bij het Warenhuis en/ of DZB te vergroten;
- voor de inzameling wordt gekeken naar prijs en maatschappelijke doelstelling;
- het vervangen van bovengrondse textielcontainers door grotere ondergrondse
containers;
Kunststof verpakkingsafval:
- het uitbreiden van de huidige inzamelmethode;
- de uitbreiding van containers geschiedt fasegewijs;
- indien omliggende bovengrondse containers voor papier, glas en textiel worden
vervangen door ondergrondse containers wordt ook de bovengrondse
plasticcontainer vervangen door een ondergrondse container;
Klein gevaarlijk afval:
- de inzameling van klein gevaarlijk afval is en blijft een taak voor de
verantwoordelijke marktpartijen;
- het gemeentelijke inzamelpunt bij de milieustraat wordt in stand gehouden;
E-waste (elektrische en elektronische apparatuur):
- continuering van inzameling van e-waste door het Warenhuis en door
marktpartijen, zoals particuliere kringloopbedrijven en bouwmarkten;
- het gemeentelijke inzamelpunt bij het Warenhuis wordt in stand gehouden;
Grof huishoudelijk afval:
- de mogelijkheden en (financiële) consequenties van het meer scheiden van
grofvuil aan de bron worden in beeld gebracht alvorens het wordt aangeleverd voor
verdere verwerking;
- het gesorteerd aanleveren van grofvuilfracties wordt gestimuleerd;
- inwoners van Leiden worden meer gestimuleerd om grofafval fracties zoals oude
meubels zoveel mogelijk te laten hergebruiken;
Huishoudelijk restafval:
- bovengrondse wijkcontainers worden vervangen door minder ondergrondse
containers en meer inpandige afvalvoorzieningen;
- inzet in de laagbouw wordt het in stand houden en versterking van de huidige
inzamelmethode, waarbij er containermanagement wordt toegepast;
- een zo duurzaam mogelijke verwerking van het brandbaar restafval (zoals hoog
calorische verbranding), tegen een zo gunstig mogelijke prijs;
d. gesteld wordt dat de totale kosten voor het afvalbeheer moeten dalen en dat bij de
Perspectiefnota 2014-2017 wordt vastgesteld wat de percentuele besparing op het
afvalbeheer zal zijn.
Gedaan in de openbare raadsvergadering van,
de Griffier,
de Voorzitter,
TECHNISCHE INFORMATIE
Opsteller:
Jeroen Traudes / Paul de Lorme van Rossem
Organisatieonderdeel: Ruimte- en milieubeleid
Telefoon:
5850 / 5358
E-mail:
[email protected] / [email protected]
Portefeuillehouder:
Onderwijs, Sport & Milieu
B en W. nr. 13.0225 d.d. 12-3-2013
Onderwerp
Vaststellen kaderstellend afvalbeleid (inspraak verwerkt)
Besluiten:Behoudens advies van de commissie
1. Kennis te nemen van de inspraakreacties op de beleidsnota “Kaderstellend afvalbeleid”
en de Nota van beantwoording inspraakreacties vast te stellen.
2. De insprekers schriftelijk op de hoogte te brengen van het antwoord en besluit van het
college.
3. De raad voor te stellen: de beleidsnota “Kaderstellend afvalbeleid gemeente Leiden
(inspraak verwerkt)” vast te stellen waarin:
a.
de visie wordt geformuleerd om ernaar te streven om de hoeveelheid
huishoudelijk afval zo veel mogelijk terug te dringen en om afvalscheiding en
hergebruik te stimuleren;
b.
per afvalfractie een scheidingsdoelstelling tot en met 2020 wordt geformuleerd en
c.
voor alle huishoudelijke afvalfracties het beleidskader wordt geformuleerd, met
bijbehorende maatregelen en eisen voor de verwerkingscontracten, te weten:
GFT:
- inzameling door de gemeente geschiedt huis-aan-huis, maar alleen in de
laagbouwwijken;
- het beleid m.b.t. inzameling van GFT blijft er op gericht bewoners van
laagbouwwijken bewust te stimuleren om GFT gescheiden aan te bieden in de
minicontainer;
Groenafval:
- er komt onderzoek naar een eenduidige verwerking van het Leidse groenafval;
- groenafval wordt losgekoppeld van de verwerking van GFT;
Verpakkingsglas:
- inzet wordt het in stand houden en versterking van de huidige inzamelmethode;
- het vervangen van bovengrondse containers door grotere ondergrondse
containers;
Oud papier en karton:
- inzameling door de gemeente geschiedt nabij de woning middels papiercontainers
- het beleid m.b.t. inzameling van papier is er op gericht burgers bewust te
stimuleren om papier in de papiercontainer te deponeren;
- de gemeente staat positief ten opzichte van inzamelingsinitiatieven van scholen en
verenigingen, buiten de reguliere inzameling middels papiercontainers;
- het behouden en versterken van het huidige netwerk aan containers;
- het vervangen van bovengrondse containers door grotere ondergrondse
containers;
Textiel
- inzet wordt het in stand houden en versterking van de huidige inzamelmethode;
- onderzoeken of de textielinzameling kan worden ingezet om de werkgelegenheid
bij het Warenhuis en/ of DZB te vergroten;
- voor de inzameling wordt gekeken naar prijs en maatschappelijke doelstelling;
- het vervangen van bovengrondse textielcontainers door grotere ondergrondse
containers;
Kunststof verpakkingsafval:
- het uitbreiden van de huidige inzamelmethode;
- de uitbreiding van containers geschiedt fasegewijs;
- indien omliggende bovengrondse containers voor papier, glas en textiel worden
vervangen door ondergrondse containers wordt ook de bovengrondse
plasticcontainer vervangen door een ondergrondse container;
Klein gevaarlijk afval:
- de inzameling van klein gevaarlijk afval is en blijft een taak voor de
verantwoordelijke marktpartijen;
- het gemeentelijke inzamelpunt bij de milieustraat wordt in stand gehouden;
E-waste (elektrische en elektronische apparatuur):
- continuering van inzameling van e-waste door het Warenhuis en door
marktpartijen, zoals particuliere kringloopbedrijven en bouwmarkten;
- het gemeentelijke inzamelpunt bij het Warenhuis wordt in stand gehouden;
E-waste (elektrische en elektronische apparatuur):
- continuering van inzameling van e-waste door het Warenhuis en door
marktpartijen, zoals particuliere kringloopbedrijven en bouwmarkten;
- het gemeentelijke inzamelpunt bij de milieustraat wordt in stand gehouden.
Grof huishoudelijk afval:
- de mogelijkheden en (financiële) consequenties van het meer scheiden van
grofvuil aan de bron worden in beeld gebracht alvorens het wordt aangeleverd voor
verdere verwerking;
- het gesorteerd aanleveren van grofvuilfracties wordt gestimuleerd;
- inwoners van Leiden worden meer gestimuleerd om grofafval fracties zoals oude
meubels zoveel mogelijk te laten hergebruiken.
Huishoudelijk restafval:
- bovengrondse wijkcontainers worden vervangen door minder ondergrondse
containers en meer inpandige afvalvoorzieningen;
- inzet in de laagbouw wordt het in stand houden en versterking van de huidige
inzamelmethode, waarbij er containermanagement wordt toegepast;
- een zo duurzaam mogelijke verwerking van het brandbaar restafval (zoals hoog
calorische verbranding), tegen een zo gunstig mogelijke prijs;
d.
gesteld wordt dat de totale kosten voor het afvalbeheer moeten dalen en dat de
Raad bij de Perspectiefnota 2014-2017 zal vaststellen wat de percentuele besparing
op het afvalbeheer zal zijn.
Perssamenvatting:
Met het vaststellen van kaderstellend afvalbeleid worden de duurzaamheidambities op het
gebied van afvalinzameling en afvalverwerking uitgewerkt. Het beleidskader zorgt ervoor dat
Leiden efficiënter kan inspelen en reageren op ontwikkelingen in de markt. Het beleidskader
formuleert de uitgangspunten voor de nieuwe verwerkingscontracten van afvalfracties.
De visie van de gemeente Leiden is om ernaar te streven om de hoeveelheid huishoudelijk
afval zo veel mogelijk terug te dringen en om afvalscheiding en hergebruik te stimuleren.
Leiden wil dat zij voor haar burgers minder tonnages restafval hoeft te laten verwerken en dat
er meer nuttig hergebruik komt door afval als grondstof en/of duurzame energie in te zetten.
Leiden staat open voor nieuwe conversietechnieken voor de verwerking van afvalstoffen waar
het gaat om bewezen technieken. Dit alles moet plaatsvinden tegen lagere kosten voor het
afvalbeheer. Het gaat hierbij om de inzameling, transport en verwerking van het huishoudelijk
afval uit Leiden. Hiervoor worden de duurzaamheidambities voor inzameling en verwerking
voor de korte (tot 2015) en middellange termijn (tot 2020) uitgewerkt. Ze zijn uitgangspunten
voor de nieuwe verwerkingscontracten. Om het aanbod van restafval te beperken ligt de
focus op afvalscheiding aan de bron. Dit laat onverlet dat er in de toekomst ook nog
nascheiding kan plaatsvinden als dit technisch en qua kosten goed mogelijk is. Leiden wil het
haar burgers makkelijk(er) maken om het afval te scheiden. Er zullen meer containers moeten
komen voor kunststof verpakkingsafval. Leiden wil meer samenwerking met kringloopbedrijf
het Warenhuis en/ of DZB voor herbruikbare afvalfracties, zoals afgedankte apparaten en
meubels. In de binnenstad wordt de zakkenophaal vervangen door een netwerk van
ondergrondse containers. In de wijken willen we de wijkcontainers terugdringen door meer
inpandige oplossingen en ondergrondse containers.
Beantwoording inspraakreacties kaderstellend afvalbeleid
Voorstel aan burgemeester en wethouders van Leiden betreffende de beantwoording van de
inspraakreacties inzake de beleidsnota “kaderstellend afvalbeleid”.
Inleiding
In het nieuwe afvalbeleid zijn de duurzaamheidambities op het gebied van afvalinzameling en
afvalverwerking uitgewerkt. Het beleidskader zorgt ervoor dat Leiden efficiënter kan inspelen
en reageren op ontwikkelingen in de markt. Het beleidskader formuleert de uitgangspunten
voor de nieuwe verwerkingscontracten van afvalfracties. De visie van de gemeente Leiden is
om ernaar te streven om de hoeveelheid huishoudelijk afval zo veel mogelijk terug te dringen
en om afvalscheiding en hergebruik te stimuleren. Dit alles moet plaatsvinden tegen lagere
kosten voor het afvalbeheer. Leiden wil het haar burgers makkelijk(er) maken om het afval te
scheiden. Er zullen meer containers moeten komen voor kunststof verpakkingsafval. Leiden
wil meer samenwerking met kringloopbedrijf het Warenhuis en/ of DZB voor herbruikbare
afvalfracties, zoals afgedankte apparaten en meubels. In de binnenstad wordt de
zakkenophaal vervangen door een netwerk van ondergrondse containers. In de wijken willen
we de wijkcontainers terugdringen door meer inpandige oplossingen en ondergrondse
containers.
Procedure
De beleidsnota “kaderstellend afvalbeleid” is aangekondigd in de stadskrant bij de
gemeenteberichten en een week later als nieuwsbericht, heeft van 23 januari tot 3 maart
2012 (ruim 5 weken) ter inzage gelegen is digitaal beschikbaar gesteld op BIS en de
gemeentelijke site (www.leiden.nl/afval).
Thematisch overzicht van de inspraakreacties
Ingekomen reacties
Samenvatting ingekomen reactie
Reactie van het college
Gevolgen voor het
voorgestelde besluit
Thema: afvalscheiding
Ingebracht door:
Mevr. A. de Leeuw van Weenen
A
Tot mijn verbazing zie ik dat de
gemeente de gescheiden inzameling
van plastic wil bevorderen. Enige jaren
geleden heb ik naar aanleiding van de
verplichtstelling van deze inzameling
door de regering met de gemeente
getelefoneerd, omdat ik in diverse
buitenlanden gewend was dit afval apart
te houden.
Er werd me toen gemeld dat de
gemeente niets zag in deze scheiding
en dat er dus maar minimaal bakken
geplaatst waren. Toen ik bleef
aandringen werd mij gezegd dat er een
bij de Kopermolen was. Die had ik nog
nooit gezien, hoewel ik zo goed als
dagelijks in de Kopermolen kom, dus
nog maar eens om nadere specificatie
gevraagd. Toen kreeg ik een adres en
In het beleidskader is opgenomen
Geen
dat Leiden wil overgaan op een
grootschaliger netwerk van
containers voor kunststof
verpakkingsafval (vergelijkbaar met
de inzameling van textiel).
Daarnaast worden in het
uitvoeringsprogramma voorstellen
uitgewerkt over afspraken met
detailhandel over inzamelpunten
voor plastic flessen na afschaffing
statiegeld per 2015. Het college
onderschrijft het aandachtspunt van
een voldoende frequente lediging
van de plasticcontainers en geeft de
afvalbeheerder (de afdeling Stedelijk
Beheer) opdracht hiervoor zorg te
dragen.
Samenvatting ingekomen reactie
Reactie van het college
Gevolgen voor het
voorgestelde besluit
Het wel of niet ophalen van
kerstbomen betreft een uitwerking
van het kaderstellend beleid en
heeft een relatie met het beleid
inzake een veilige viering van Oud
en Nieuw. Uit de evaluatie van de
jaarwisseling 2011-2012 kwam als
aanbeveling naar voren om het
aantal inzamelpunten voor
kerstbomen terug te brengen en
tegelijk de inzamelpunten voor
kerstbomen gedurende een langere
periode open te stellen.
Deze inspraakreactie zal, met
inachtneming van het gemeentelijk
beleid omtrent de jaarwisseling, als
onderzoeksvraag worden
meegenomen in het
uitvoeringsprogramma.
Geen
ben aan het zoeken gegaan. Bij het
ontbreken van straatnaambordjes was
dat niet eenvoudig, maar na een half
uur vond ik de bak dan toch. Niet
bepaald in de loop en zeker niet als je in
de Werven woont. Nadien ben ik er met
gevulde plastic zakken heen gegaan,
maar iedere keer was de bak al tot de
rand toe vol en lag er al plenty plastic
om heen. Na een keer of vier heb ik het
opgegeven.
Het is toch een kleine moeite om dit
afval te scheiden en mee te nemen als
je toch naar de supermarkt moet, maar
dan moet je het in de buurt van de
ingang kwijt kunnen en er niet een hele
omweg voor moeten maken.
Ik hoop dus op een container dichter bij
huis of C1000, en op frequentere
lediging.
Ingebracht door:
Mw. Aaf Verkade
B
Sinds enkele jaren haalt de gemeente
Leiden in de maand januari niet meer
standaard de kerstbomen op, die door
Leidenaars bij het huisvuil worden
gezet.
Ze blijven wekenlang staan en dit levert
dus extra zwerfvuil (=meldingen) op,
omdat bewoners te laks zijn ze zelf naar
de Milieustraat of andere
verzamellocatie te brengen.
Uiteindelijk wordt er nóg meer (grof)vuil
bij de bomen gezet (vuil trekt vuil aan).
Ook belandt een groot gedeelte van de
kerstbomen in de grachten; door de
wind of omdat dat voor omwonenden de
'simpelste manier is om er vanaf te
komen'.
Dit niet meer ophalen van de
kerstbomen levert m.i. extra werk op
voor de gemeente, die de
rommelhoekjes alsnog moet komen
schoonvegen.
Voorts moet de visvlet regelmatig
worden ingezet, om in de weken en
maanden die volgen op oud & nieuw de
kerstboommeldingen af te gaan en deze
op te vissen. Vaak liggen ze op voor de
visvlet onbereikbare plekken, achter
woonboten e.d.
Ook de pleziervaart (en beroepsvaart)
krijgt nog wel eens zo'n gevaarte in de
schroef (let op de aansprakelijkheid!).
Samenvatting ingekomen reactie
Reactie van het college
Gevolgen voor het
voorgestelde besluit
Ad 1 en 2:
In de beleidsnota wordt gesteld dat
naast de invoering van het
containermanagement een
overweging wordt gemaakt om de
kleine GFT containers uit te faseren
en te vervangen door GFT
containers met hetzelfde volume als
die voor restafval (240 liter). In het
uitvoeringsprogramma zullen de
consequenties van de invoering van
het containermanagement en de
uitfasering van kleine containers
nader worden uitgewerkt, waarbij
tevens wordt gekeken naar
maatwerkoplossingen voor
huishoudens in laagbouwwijken
zonder achterom.
Geen
Daarom mijn verzoek om aan deze
beleidsnota toe te voegen: kan het
kerstbomen-ophalen door stedelijk
beheer in januari weer ingevoerd
worden.
Ingebracht door:
Pieter Brederoo en Adrienne Koenhein
C
Onze reactie betreft in het bijzonder de
invoering van het
containermanagement. Hieronder
vallen voor wat de laagbouw en de
minicontainers (mc) betreft de volgende
maatregelen:
Het niet meer beschikbaar stellen van
de kleine (120), groene minicontainer
voor restafval
Het “uitfaseren”van de kleine (120 liter)
bruine minicontainer voor gft-afval
3. Het invoeren van een afleesbare chip
per minicontainer
Ad 1:
De gemeente verwijdert al enige tijd
geruisloos, d.w.z. zonder dat de burger
op de hoogte is gesteld, de 120 liter
groene minicontainers. Dat is ons
onlangs overkomen. Na drie maanden
en een geweldige ambtenaar zijn we in
het gelukkige bezit gesteld van een
kleine groene minicontainer waar we
weer 25 jaar mee toe kunnen.
Ad 1 en 2:
Dit betekent dat het minicontainerpark
in de naaste toekomst slechts zal
bestaan uit grote (240 liter) groene en
bruine minicontainers.
Wij wonen in een laagbouwwoning
zonder achterom. Een minicontainer
van 120 liter kan zonder problemen
door de gang en keuken maar 240 liter
niet. Plaatsing van deze containers in
de voortuin is ook geen optie in een wijk
die is aangewezen als beschermd
stadsgezicht. De verrommeling is
inmiddels al enorm in de Burgemeester
en Professorenwijk en zal door deze
maatregel dus verder toenemen.
Door het beschikbaar stellen van grote
minicontainers worden de bewoners
ook niet gedwongen hun afval te
minimaliseren. Bovendien leidt een
grote en zware gft-bak tot veel meer
afval, zoals ook door u in de nota wordt
opgemerkt, alsook tot een nog
zwaardere belasting van schouders en
rug van de inzamelmedewerkers.
Ad 3:
Het containermanagement is
uitdrukkelijk niet bedoeld als
instrument voor gedifferentieerde
tarieven voor huishoudelijk afval
(diftar). In het uitvoeringsprogramma
zal hiervoor een communicatieactie
worden uitgewerkt.
Samenvatting ingekomen reactie
Reactie van het college
Gevolgen voor het
voorgestelde besluit
Wij hebben geen argumenten
aangetroffen die de afschaffing van
kleine minicontainers ondersteunen.
Ad 3:
De invoering van de afleesbare chip is
een goed idee. Immers, de vervuiler
betaalt. Echter, onze kleine containers
(120 liter) zijn vrijwel nooit vol. we zijn
steeds weer verbaasd dat onbekenden
niet schromen hun afval bij te dumpen
in onze bakken. Wie betaalt dan in de
toekomst voor wie? Kortom, een chip
kan alleen maar ingevoerd worden als
elke minicontainer wordt voorzien van
een slot/ sleutel zoals elders in
Nederland bij ondergrondse containers
wordt toegepast.
Ingebracht door:
Nanette Kaat
D
E
Met belangstelling heb ik de nota
gelezen m.b.t. het streven naar
vermindering van het huishoudelijk afval
en het stimuleren van afvalscheiding en
hergebruik.
Ik kan mij vinden in de geformuleerde
voorstellen behalve waar het gaat om
GFT inzameling.
Ik vind het geen goede zaak dat GFT
alleen gescheiden wordt opgehaald in
laagbouwwijken. Graag zou ik zien dat
ook wordt ingezet op GFT inzameling in
hoogbouwwijken . In het complex waar
ik woon, breng ik mijn vuilniszakken
naar een centrale containerruimte. Hier
zouden evengoed speciale GFT
containers kunnen staan. ook op een
flat is het eenvoudig om in de keuken of
op het balkon een afvalemmer neer te
zetten met biologisch afbreekbare
zakken erin om het biologische afval in
weg te gooien. Bij het wegbrengen van
de zak met restafval naar de
containerruimte kan net zo goed
tegelijkertijd het GFT afvalzakje worden
meegenomen. Op het moment loopt
hiermee bv. een proef in Limburg. Dit
zou toch ook in Leiden moeten kunnen?
Ik hoop u te hebben kunnen overtuigen
om onze stad nog milieuvriendelijker op
de kaart te zetten door de bewoners in
de gehele gemeente in de gelegenheid
te stellen ook het GFT gescheiden aan
te kunnen bieden.
Ingebracht door:
E.R. van der Giessen
In Leiden werd tot en met 2007 het
Geen
GFT ingezameld in de binnenstad
en hoogbouwwijken. De gescheiden
inzameling gaf zeer geringe
bruikbare opbrengsten tegen
onevenredig hoge kosten. Daarbij is
de milieuwinst die met gescheiden
GFT inzameling is te behalen erg
beperkt ten opzichte van integraal
verbranden. Om deze redenen heeft
de gemeente besloten om het GFT
alleen nog in te zamelen in de
laagbouwwijken. In het nieuwe
afvalbeleidskader is er geen reden
om deze beleidskeuze uit 2007 te
herzien.
Samenvatting ingekomen reactie
Reactie van het college
Het op juiste wijze ophalen van huisvuil
is zeer belangrijk voor een gezonde
leefomgeving. Uw streven naar zo min
mogelijk restafval vind ik zeer
sympathiek. Ik zou dan ook graag zien
dat overtollig klusmateriaal ingeleverd
kan worden bij het ROC. Weggeven
vind ik niet moeilijk, weggooien wel.
Dan het warenhuis. Mijn ervaring
daarmee dateert van lang geleden,
maar anderen in mijn omgeving
verzuchtten hetzelfde. Als je belt voor
meubelen, wordt er zeer terughoudend
op gereageerd. Ik vind het ook moeilijk
te bedenken of het troep betreft of dat
een handige doe-het-zelver er blij van
wordt.
De genoemde punten in deze
Geen
inspraakreactie hebben te maken
met een uitwerking van het
kaderstellend beleid.
De in deze inspraakreactie
genoemde zaken over inleveren van
klusmateriaal bij scholen en
inzamelacties van scholieren zullen
als te onderzoeken
aandachtspunten worden
meegenomen in het
uitvoeringsprogramma.
Afval binnenshuis bewaren. Dat lijkt me
een slecht plan. Dat geeft enorme
stankoverlast + vliegjes + eventueel
maden. Indertijd zijn de stortkokers in
flats om die reden afgeschaft. Een
tweede bezwaar is de manier van
ophalen. Nu worden de loodzware
afvalbakken door een machine (de
vuilniswagen) tevoorschijn getrokken.
Hoe krijg je die straks aan de stoep?
Een derde bezwaar is het
pasjessysteem. Toen de wijkcontainers
werden geïntroduceerd, werd als een
van de voordelen genoemd dat
eenieder grotere troep er kwijt kon. Had
je een kleer een feestje, en daardoor
eenmalig veel afval, dan bood de
wijkcontainer uitkomst. Ook bij stinkend
afval kon je het beste kiezen voor de
bak die het eerste geleegd werd. De
huishoudens met de minicontainers
voelden zich namelijk achtergezet
doordat de bakken eens per twee
weken werden geleegd.
De minicontainer. De minicontainer
geeft de volgende problemen. Eens in
de twee weken legen, geeft in de zomer
stankoverlast + vliegen + maden. De
containers van de flat worden meerdere
malen per week geleegd. (Gelukkig
maar, anders gaan die hevig stinken.)
De gebruikers van de minicontainer
worden in dat opzicht achter gesteld,
zeker als ze niet meer incidenteel
gebruik kunnen maken van de
wijkcontainers. Soms wordt de
minicontainer niet geleegd. Per ongeluk
overgeslagen. Soms is een
Het genoemde argument over het
Warenhuis onderschrijven wij niet,
bovendien worden in het
uitvoeringsprogramma acties
uitgewerkt om de samenwerking
met het Warenhuis te intensiveren.
Het beleid dat de veroorzaker van
het afval zelf verantwoordelijk voor
het tijdelijk bewaren ervan tot het
moment van aanbieden aan de
gemeentelijke inzameling is
afkomstig uit de Wet Milieubeheer.
N.B. Leiden kent geen beleid om het
afval binnenshuis te bewaren: in de
laagbouwwijken hebben bewoners
een minicontainer voor restafval en
GFT afval, zij kunnen de container
in de tuin zetten. Voor bewoners van
bovenwoningen en portiek- en
etagewoningen geldt dat er ofwel
een brengvoorziening is in de straat
(nu nog een bovengrondse
wijkcontainer, straks een
ondergrondse container) ofwel dat
de huiseigenaar (woningcorporatie)
een inpandige voorziening heeft
getroffen met laadkisten of
rolcontainers in een afgesloten
ruimte.
Het college onderschrijft het
aandachtspunt dat alle containers
die op de ophaaldag op op de juiste
wijze aan de straatkant staan
moeten worden geledigd en geeft de
afvalbeheerder (de afdeling Stedelijk
Beheer) opdracht hiervoor zorg te
dragen.
Het dumpen van afval in
minicontainers van de buren is een
aandachtspunt voor de handhaving
van het afvalbeleid. De
Gevolgen voor het
voorgestelde besluit
Samenvatting ingekomen reactie
Reactie van het college
minicontainer kwijt. In beide gevallen is handhavingsacties worden nader
het advies tijdelijk de wijkcontainer te
uitgewerkt in het
gebruiken. Het dumpen van afval door
uitvoeringsprogramma.
derden in een minicontainer. Dat
gebeurt!!! Als u een drempel gaat
opwerpen voor de wijkcontainer
(pasjesgebruik) zullen dergelijke
asociale lieden vaker hun vuil dumpen
in de minicontainer.
De kosten die het veranderende gebruik
met zich meebrengt. Moeten
woningcorporaties na het afschaffen
van de stortkoker nu gaan betalen wat
er uit uw koker komt? Wie bepaalt of
afval binnenshuis kan worden
opgeslagen? De chip aan de
minicontainer. De grote bruine bak.
Heeft u geld over? Besteedt dat dan
aan een ophaalsysteem waarbij beide
minicontainers tegelijk worden geleegd.
(Zoals in Voorburg, voldoet dat?)
Het betalen voor ophalen van grof vuil.
Worden de kosten voor de vuilophaal
minder, worden de kosten voor het
groenbeheer meer. Ik voorzie dat er
allerlei zwerfvuil gaat ontstaan. Dan
liever zwerfvuil in de minicontainer en
de wijkcontainer.
Bij uw voorstel schiet me het volgende
gezegde binnen: goedkoop is duurkoop.
Scheiden bij de bron: inzamelacties
door basisscholieren – de scholen
krijgen er een vergoeding voor. Zo
raken de kinderen van jongs af aan
betrokken bij het scheiden van afval.
tevens wegbrengeilandjes bij
winkelcentra. Net zoals nu met papier
gebeurt. Kosten op derden verhalen.
Heeft daar een jurist naar gekeken?
Klinkt mij als utopie in de oren.
Een adequaat ophaalsysteem voor
huisvuil houdt rekening met het gedrag
van gemakzuchtige mensen.(Laat ik het
maar vriendelijk houden). Niet door
drempels op te werpen, maar positief te
stimuleren. Met uw voorstel zult u de
welwillende burger meekrijgen, maar
diezelfde welwillende burger wordt de
dupe van het gedrag van
kwaadwillende. Daar houdt u te weinig
rekening mee.
Gevolgen voor het
voorgestelde besluit
Conclusie
De inspraakreacties hebben aandachtspunten gegeven voor het uitvoeringsprogramma
behorend bij het kaderstellend afvalbeleid maar hebben niet geleid tot een wijziging in het
besluit of de tekst van de beleidsnota.
Vervolg procedure
Deze beantwoording van de inspraakreacties wordt vastgesteld door het college van B&W en
het beleidskader wordt ter vaststelling aan de gemeenteraad aangeboden. De insprekers
worden van het antwoord van het college van B&W en zijn besluit op de hoogte gesteld.
Kaderstellend afvalbeleid gemeente Leiden
Inspraak verwerkt
12 maart 2013
Hoofdstukindeling
0.
1.
2.
3.
Samenvatting ................................................................................................................. 19
Inleiding .......................................................................................................................... 20
1.1. visie ........................................................................................................................ 22
1.2. wettelijke grondslag ................................................................................................ 25
1.3. scope ...................................................................................................................... 27
Beleidskader .................................................................................................................. 29
2.1. afvalstromen ........................................................................................................... 31
2.1.1.
groente- fruit- en tuinafval.............................................................................. 31
2.1.2.
groenafval ...................................................................................................... 31
2.1.3.
verpakkingsglas ............................................................................................. 32
2.1.4.
oud papier en karton ...................................................................................... 33
2.1.5.
textiel ............................................................................................................. 34
2.1.6.
kunststof verpakkingsafval ............................................................................ 35
2.1.7.
Klein gevaarlijk afval ...................................................................................... 36
2.1.8.
e-waste (wit- en bruingoed) ........................................................................... 37
2.1.9.
Grof huishoudelijk afval ................................................................................. 38
2.1.10.
huishoudelijk restafval ................................................................................... 39
2.2. inzamelmiddelen .................................................................................................... 40
2.3 transport ................................................................................................................. 42
2.4. verwerking .............................................................................................................. 43
Uitvoeringsprogramma .................................................................................................. 44
3.1. uitvoeringsmaatregelen .......................................................................................... 44
3.2. flankerend beleid .................................................................................................... 45
3.3. planning .................................................................................................................. 46
3.4. financiering ............................................................................................................. 46
0.
Samenvatting
Afvalinzameling wordt meer en meer het inzamelen van waardevolle grondstoffen.
Afvalbeheer vormt het laatste stuk van de materiaalketen. Door afval als grondstof te
gebruiken kan CO2 reductie worden gerealiseerd. De prioriteitsvolgorde voor afvalbeheer is
uitgedrukt in de Ladder van Lansink: preventie, nuttige toepassing door producthergebruik,
nuttige toepassing door materiaalhergebruik (sorteren en recyclen), nuttige toepassing als
brandstof, verbranden als vorm van verwijderen en onderaan de ladder staat het storten van
afval. Voor strategische afvalvraagstukken wordt de afvaldriehoek gebruikt. Hiermee wordt
regie gevoerd op de milieuaspecten, kosten en het serviceniveau van het afvalbeleid. De
landelijke prioriteit is om meer afval te recyclen. Hiervoor zijn scheidingsdoelstellingen
geformuleerd. Een andere belangrijke landelijke ontwikkeling is de afschaffing van het
statiegeld op grote plastic flessen. Dit betekent een aanzienlijke toename van kunststof
verpakkingsafval in de afvalketen. De praktijk wijst uit dat scheidingsdoelstellingen moeilijker
zijn te verwezenlijken in zeer sterk verstedelijkte gemeenten, zoals Leiden. Andere factoren in
Leiden die van negatieve invloed zijn op de scheidingsresultaten zijn het hoge aandeel kleine
huishoudens (waaronder veel studenten) en meer inwoners van buitenlandse afkomst dan
gemiddelde gemeenten. Leiden kent geen financiële prikkels om afvalscheiding te stimuleren,
zoals een gedifferentieerd tarief of een kostendekkende afvalstoffenheffing.
De visie van de gemeente Leiden is om ernaar te streven om de hoeveelheid huishoudelijk
afval zo veel mogelijk terug te dringen en om afvalscheiding en hergebruik te stimuleren.
Leiden wil dat zij voor haar burgers minder tonnages restafval hoeft te laten verwerken en dat
er meer nuttig hergebruik komt door afval als grondstof en/of duurzame energie. Leiden staat
open voor nieuwe conversietechnieken voor de verwerking van afvalstoffen waar het gaat om
bewezen technieken. Dit alles moet plaatsvinden tegen lagere kosten voor het afvalbeheer.
Het gaat hierbij om de inzameling, transport en verwerking van het huishoudelijk afval uit
Leiden. Hiervoor worden de duurzaamheidambities voor inzameling en verwerking voor de
korte (tot 2015) en middellange termijn (tot 2020) uitgewerkt. Ze zijn uitgangspunten voor de
nieuwe verwerkingscontracten. Om het aanbod van restafval te beperken ligt de focus op
afvalscheiding aan de bron. Dit laat onverlet dat er in de toekomst ook nog nascheiding kan
plaatsvinden als dit technisch en qua kosten goed mogelijk is. Leiden wil het haar burgers
makkelijk(er) maken om het afval te scheiden. Er zullen meer containers moeten komen voor
kunststof verpakkingsafval. Leiden wil meer samenwerking met kringloopbedrijf het
Warenhuis en/ of DZB voor herbruikbare afvalfracties, zoals afgedankte apparaten en
meubels. In de binnenstad wordt de zakkenophaal vervangen door een netwerk van
ondergrondse containers. In de wijken willen we de wijkcontainers terugdringen door meer
inpandige oplossingen en ondergrondse containers.
In het beleidskader wordt per afvalstroom een analyse gemaakt van inzamelresultaat,
scheidingsresultaat van Leiden en vergelijkbare gemeenten, landelijke doelstelling, kosten en
opbrengsten. Het beleidskader verwoordt onze doelstelling voor de scheiding van de
afvalfracties GFT; papier en karton; verpakkingsglas; kunststofverpakkingen; textiel; KGA en
grof huishoudelijk afval voor de sorteeranalyses van 2014, 2017 en 2020, gekoppeld aan CO 2
reductie. Per afvalfractie wordt geformuleerd wat we willen gaan bereiken, wat we hiervoor
willen doen en wat de gevolgen hiervoor zijn voor de afvaldriehoek. Per afvalfractie zijn de
eisen voor de verwerkingscontracten opgesteld. Er worden richtinggevende uitspraken
gedaan over de inzamelmiddelen (onder meer over de invoering van ondergrondse
afvalcontainers, behoud en versterking van het containerareaal voor gescheiden fracties,
containermanagement voor de minicontainers), transport en verwerking (geen nieuwe
afvalbewerkinginstallatie in de eigen regio). Het beleidskader wordt vertaald naar een
uitvoeringsprogramma voor de periode 2013-2020. Hierin wordt ook het flankerend beleid
uitgewerkt voor een betere afvalscheiding en meer duurzaamheid. Het flankerend beleid
betreft communicatie over inzamelmiddelen, juridische richtlijnen, handhaving en de
inzameling van bedrijfsafval. Voor de financiering van het afvalbeleid is het uitgangspunt dat
de gemeentelijke kosten als totaal zullen dalen. Te verwachten besparingen op het gebied
van inzameling en verwerking dragen bij aan het meer kostendekkend maken van de
afvalstoffenheffing en maken investeringen in inzamelmiddelen mogelijk, zoals ondergrondse
glas- papier- en plasticcontainers.
1.
Inleiding
Afval bevat waardevolle grondstoffen
Grondstoffen worden schaars, terwijl mondiaal de vraag naar energie en grondstoffen door
een gestegen welvaartniveau en groeiende wereldbevolking alleen maar toeneemt. Om het
welvaartsniveau op peil te houden, moeten we op een andere manier omgaan met
beschikbare grondstoffen. In ons huishoudelijk afval zitten veel bruikbare grondstoffen. De
afgelopen decennia is het landelijke afvalbeleid zich dan ook steeds meer gaan richten op
hergebruik en recycling van afvalstromen/grondstoffen. Voor die tijd werd al het afval
(inclusief waardevolle grondstoffen) grotendeels als restafval ingezameld en verbrand of
gestort. Het landelijk afvalbeleid richt zich nu meer op de hele materiaalketen: van
afvalpreventie tot de gescheiden inzameling van afvalstoffen als winning van grondstoffen en
de verwerking van die grondstoffen tot nuttige producten.
Ladder van Lansink
Afvalinzameling wordt dus meer en meer het inzamelen van waardevolle grondstoffen. In het
sluiten van de keten, heeft afvalbeheer een cruciale rol: Preventie, hergebruik en recycling
zijn manieren waarop grondstoffen efficiënter en duurzamer kunnen worden benut, terwijl
verbranding en vergisting kunnen bijdragen om een deel van de energie terug te winnen.
Door afval als grondstof te gebruiken zijn minder nieuwe grondstoffen nodig om in de vraag
hiernaar te voorzien en wordt CO2 reductie gerealiseerd. In het Nederlandse
afvalstoffenbeleid is een prioriteitsvolgorde voor afvalbeheer opgenomen, de Ladder Van
Lansink. De ladder is erop gericht prioriteit te geven aan de meest milieuvriendelijke
verwerkingswijze: A) preventie, (B) nuttige toepassing door producthergebruik (C) nuttige
toepassing door materiaalhergebruik (sorteren en recyclen), (D) nuttige toepassing als
brandstof (E) verbranden als vorm van verwijderen, (F) storten van afval.
Voor gemeenten is scheiding van grondstoffen (hergebruik en recycling) de belangrijkste
vorm om restafval te verminderen. Preventie dient voornamelijk op landelijk of internationaal
niveau aangepakt te worden.
Afvaldriehoek
Voor strategische afvalvraagstukken kan de afvaldriehoek worden gebruikt. De afvaldriehoek
is een instrument om de doelen en ambities ten aanzien van afvalinzameling en
afvalverwerking helder te krijgen, en na te gaan in hoeverre beleidsstrategische voornemens
bijdragen aan het verwezenlijken van deze ambities. Door middel van de afvaldriehoek wordt
een analyse gemaakt hoe hoog thans het milieuresultaat en serviceniveau van de
afvalinzameling en -verwerking zijn en welke kosten er aan de burgers in rekening worden
gebracht. De afvaldriehoek wordt zowel gebruikt voor beleidsevaluatie (hoe scoren we nu) als
voor het vaststellen van de beleidskaders (wat is onze ambitie voor de toekomst).
Milieu
Regie
Kosten
Dienstverlening
De prestaties van de afvalinzameling en -verwerking worden in de afvaldriehoek bezien en
beoordeeld vanuit de regie op drie prestatiegebieden, die apart en in onderlinge samenhang
worden bekeken. Het gaat om de volgende prestatiegebieden:
1. Milieu:
Hier gaat het met name om de prestaties ten aanzien van bronscheiding en het
resultaat daarvan: minder restafval. Per deelstroom wordt de hoeveelheid gescheiden
ingezameld afval per inwoner vergeleken, als ook het scheidingspercentage (= het
aandeel dat gescheiden wordt ingezameld ten opzichte van het totaal wat van de
betreffende component wordt aangeboden). De milieuwinst wordt uitgedrukt in
vermeden CO2-uitstoot.
2. Kosten:
De kosten die de gemeente maakt voor het beheer van huishoudelijk afval. Daarbij
wordt onderscheid gemaakt naar directe kosten, waaronder de inzamel- en
verwerkingskosten van het afval, en indirecte kosten.
3. Dienstverlening:
Het prestatiegebied dienstverlening wordt bepaald door de omvang van het
dienstverleningspakket die door de gemeente aan de burger wordt aangeboden,
waarbij onderscheid wordt gemaakt naar gelegenheid (ten aanzien van het halen en
brengen van afval), capaciteit (in welke mate wordt de burger geïnformeerd over de
hoe en waarom van de afvalinzameling en verwerking) en motivatie (in welke mate
wordt de burger aangemoedigd afval apart te houden).
Landelijke prioriteiten
In Nederland wordt een groot deel van het afval gerecycled. De landelijke doelstelling is om
dit te verhogen, vooral bij het huishoudelijk restafval is nog veel winst te halen. Oud papier en
karton, verpakkingsglas, groente- fruit en tuinafval (GFT), textiel en plastic (kunststof
verpakkingsafval) wordt al gescheiden ingezameld, maar dat is niet genoeg om het
streefpercentage te halen. Landelijke speerpunten zijn onder meer het bevorderen van
inzamelen van textiel, tegengaan van het ongesorteerd afvoeren van huishoudelijk afval naar
de verbrandingsinstallatie, het optreden tegen de illegale export van elektronica-afval naar
Afrika en Azie en het stimuleren van opzetten van grondstoffenrotondes (na verwerking
verlaten afvalstromen deze “rotonde” om als grondstoffen hun weg te vinden in producten).
Ook is het landelijk streven om meer kunststof verpakkingsmateriaal te hergebruiken en al het
plastic afval zo veel mogelijk op één manier in te zamelen.
Leidse situatie
Leiden is geen gemiddelde gemeente van Nederland. De stedelijkheidsklasse, de
samenstelling van de bevolking, de gehanteerde inzamelsystemen en het gebruik van
gedifferentieerde tarieven zijn van belang voor het te verwachten scheidingsresultaat en de
kosten van de afvalinzameling. Leiden is een zeer sterk verstedelijkte gemeente 1 en behoort
landelijk tot de steden met de hoogste stedelijkheidsklasse. De scheidingsresultaten van deze
zogeheten stedelijkheidsklasse 1 gemeenten liggen een stuk lager dan gemeenten die
minder verstedelijkt zijn (stedelijkheidsklasse 2 t/m 5). In de sorteeranalyse van het
huishoudelijk afval wordt het resultaat van Leiden, naast de landelijke doelstelling, vergeleken
met andere zeer sterk verstedelijkte gemeenten. Ook de scheidingsresultaten van gemeenten
met veel eenpersoonshuishoudens en gemeenten met een hoog percentage allochtonen
liggen beduidend lager dan het landelijk gemiddelde. Leiden voldoet aan beide aspecten. Zo
is Leiden een studentenstad, met zo’n 28.000 studenten aan Universiteit of Hogeschool, die
voor een aanzienlijk deel in de stad zelf wonen. De studentenpopulatie kent een hoge
doorstroom, dit betekent ook dat de regels omtrent het aanbieden van afval bij elke nieuwe
lichting studenten voor een deel nog niet bekend zijn. De relatief grote studentenpopulatie
komt onder meer tot uiting in het relatief lage percentage meerpersoonshuishoudens in
Leiden (55%, tegen landelijk 64%) en hoge percentage huishoudens dat alleen woont (38%)
of met meerdere alleenstaanden in een woning, zoals een studentenhuis (7%). Van de Leidse
bevolking is 28% van niet Nederlandse afkomst, tegen 21% landelijk. Tenslotte kent Leiden
geen systeem van gedifferentieerde tarieven (Diftar). Gemeenten die wel een Diftar systeem
hanteren scoren beduidend beter op het punt van afvalscheiding.
In onderstaande tabel zijn de Leidse inzamelmiddelen en het aantal aansluitingen
weergegeven.
Inzamelmiddel
Bovengrondse containers
Ondergrondse containers
Soort afval
Aantal
Aantal huisaansluitingen
Huishoudelijk restafval
Circa 1.500
Circa 13.500
Oud papier en karton
145
Glas
139
Textiel
58
Kunststof verpakkingen
15
Oud papier en karton
20
Glas
18
Textiel
9
Huishoudelijk restafval en GFT
+/- 18.000
Zakken
Huishoudelijk restafval
onbeperkt
Circa 21.650
Circa 13.023
Laadkisten (rolcontainers)
Huishoudelijk restafval
+/- 500
Circa 6.317
Minicontainers
1.1. visie
Algemeen
Afvalbeleid moet bijdragen aan het duurzaamheidbeleid. In het bovenlokale afvalbeleid is de
laatste jaren een snelle ontwikkeling zichtbaar naar een grondstoffenbeleid. Hierbij is de hele
afvalketen van belang, van productontwerp tot de verwerking en nuttige toepassing van de
producten als ze eenmaal afvalstoffen zijn geworden. Duurzaam ontwerp en duurzame
inzameling en verwerking levert direct hergebruik van producten op of leidt tot nieuwe
producten zoals stroom, gas, warmte, grond- en bouwstoffen. Maar zeker zo belangrijk zijn
maatregelen die leiden tot een ander aankoopgedrag en consumptiepatroon, om het ontstaan
van afval te voorkomen. De verbetering van de gescheiden inzameling, maar ook het anders
benutten van afvalstromen door de ontwikkeling van nieuwe conversietechnieken levert een
belangrijke bijdrage aan een duurzame samenleving en de reductie van broeikasgassen.
Dit vertaalt zich voor Leiden in de volgende visie. We willen ernaar streven om de
hoeveelheid huishoudelijk afval zo veel mogelijk terug te dringen en om afvalscheiding en
hergebruik te stimuleren.
1
Met gemiddeld 5.067 inwoners per km2 is Leiden de meest dichtbevolkte gemeente van Nederland.
We willen zoeken naar innovaties op het gebied van afvalverwerking en nuttige toepassing,
waaronder de productie van duurzame energie uit afval 2. Het aanbod van te verbranden
huishoudelijk restafval is de afgelopen jaren wat teruggelopen. Een sterke(re) daling kan
alleen stapsgewijs worden gerealiseerd.
Naast inzameling van huishoudelijk afval, wordt in onze gemeente ook bedrijfsafval
opgehaald. Onze visie is dat de inzameling van bedrijfsafval moet bijdragen aan het in stand
houden en verbeteren van de beeldkwaliteit in de stad en een hogere kwaliteit van de
openbare ruimte. We willen voorkomen dat bedrijfsafval clandestien bij het huishoudelijk afval
wordt aangeboden. We willen grip houden op de wijze van aanbieden en de inzameling van
bedrijfsafval, met name in de binnenstad. We willen dat bedrijven gebruik maken van het (in
aanleg zijnde) netwerk van ondergrondse containers in de binnenstad, mede ter beperking
van vervoersbewegingen in het dichtbebouwde centrumgebied.
De beleidsmatige inspanningen spitsen zich toe op:
het minimaliseren van de hoeveelheid restafval, of te wel de tonnages afval die worden
aangeboden en ingezameld;
het nuttig hergebruiken van gescheiden ingezamelde afvalstoffen (grondstoffen en/of
duurzame energie);
het stimuleren van nieuwe conversietechnieken voor de verwerking van afvalstoffen waar
het gaat om bewezen technieken;
Tegen lagere kosten voor het afvalbeheer.
Bij het doorvertalen van deze speerpunten in maatregelen wordt gezocht naar een optimum
binnen de afvaldriehoek.
Visie vertaald naar de afvaldriehoek
Milieuaspecten
Onze kernboodschap is het beperken van restafval. Het beleid moet zijn
gericht op stimuleren van bewoners om afval te scheiden aan de bron. Het
beleidskader inzake het ophalen en verwerken van huishoudelijk restafval
komt in deze beleidsnota daarom niet als eerste aan bod. We focussen op
het stimuleren van het zo veel mogelijk scheiden van herbruikbare
afvalfracties en behandelen het te verbranden restafval als laatste.
We zetten in op zo hoog mogelijke treden van de ladder van Lansink, de
voorkeursvolgorde van afvalbeheer. De focus van Leiden ligt bij het
stimuleren van het scheiden van herbruikbare grondstoffen. Daar waar
mogelijk dus hergebruik van de grondstoffen. Vermeden CO2 uitstoot
gebruiken we als rekenmethode voor de berekening van de milieueffecten.
Onze visie voor de korte en middellange termijn is dat het scheiden aan de
bron moet worden gestimuleerd, maar dat we voor de lange termijn nieuwe
technieken, waaronder technieken van nascheiding, niet uitsluiten als
hiermee betere resultaten te behalen zijn op het gebied van milieuaspecten,
kosten en service.
Service voor de
burger
Idealiter zou je omgekeerd moeten inzamelen: de burger biedt diens
herbruikbare afvalstromen gescheiden aan en wat niet van waarde is – het
uiteindelijke te verbranden restafval – moet de burger zelf wegbrengen.
Hierbij wordt dan dus een duidelijk beroep gedaan op het
verantwoordelijkheidsgevoel van de burger en betekent een duidelijk andere
manier van inzamelen dan nu te doen gebruikelijk is. Onze visie is om dit
niet in Leiden te willen invoeren. Wel willen we de inzameling middels
containers uitbreiden en verbeteren door de introductie van ondergrondse
containers in de binnenstad (waar nu nog de traditionele ophaal is van
vuilniszakken) en door in de wijken de wijkcontainers te vervangen door
waar mogelijk meer inpandige inzamelsystemen en ook ondergrondse
containers.
Alle 12 Nederlandse afvalverbrandingsinstallaties (AVI’s) zijn energie-efficiënt bij het verbranden van afval en
mogen zich ‘installatie voor nuttige toepassing’ noemen.
2
Leiden kent voor een zeer sterk verstedelijkte gemeente een dicht en goed
gebruikt netwerk van glas-, papier- en textielcontainers. Dit goede netwerk
willen we behouden en verbeteren door gefaseerd over te gaan op
ondergrondse inzamelvoorzieningen. De inzameling van kunststof
verpakkingsafval moet worden uitgebreid, zeker gezien het landelijke
voornemen om het statiegeld op grote plastic (PET) flessen af te gaan
schaffen. In de laagbouwgebieden werkt de inzameling middels
minicontainers voor restafval en GFT naar tevredenheid van de gebruikers.
Bij de inzameling verdient het containermanagement meer aandacht.
Met de vervanging van wijkcontainers willen we investeren in de kwaliteit
van de openbare ruimte. Dit doen we door het aantal restafvalcontainers in
de openbare ruimte terug te dringen. Dit betekent een wat grotere
loopafstand van woning naar restafvalcontainer. Tegelijkertijd wordt er
geïnvesteerd in ondergrondse inzamelvoorzieningen voor de diverse
afvalfracties. De milieuparkjes met ondergrondse containers voor restafval,
glas, papier, textiel en kunststofverpakkingen dragen bij aan het verhogen
van de stedenbouwkundige kwaliteit van de stad.
Bij gescheiden inzameling kijk je naar geld, service, gebruikersgemak en
naar duurzaamheid. Duurzaam betekent ook kijken naar de kosten
(inzamelkosten, verwerkingstarieven), eventuele opbrengsten (afval als
grondstof) en de investeringshorizon (geen grote investeringen doen als
over enkele jaren andere technieken voorhanden zijn zoals nascheiding).
Leiden kent de laagste afvalstoffenheffing van alle stedelijkheidsklasse 1
gemeenten. De kostendekkendheid bedraagt thans 59%.3 Onze visie is dat
de afvalstoffenheffing meer kostendekkend moet worden en de totale kosten
voor de gemeente voor diensten zoals het ophalen van grof huishoudelijk
afval, snoeitakken en Greenbags op afspraak en het gebruik van een extra
minicontainer (zodra er een containermanagement systeem is ingevoerd)
zullen dalen. Om hergebruik te bevorderen blijft het bij het Kringloopbedrijf
Het Warenhuis aanbieden van herbruikbaar grofvuil als oude meubels
uiteraard zonder kosten voor de aanbieder, ook kan nog steeds op afspraak
door Het Warenhuis herbruikbaar huisraad zonder kosten op het huisadres
worden opgehaald. Tenslotte wordt er gekeken naar de synergie die is te
behalen door naast huishoudelijk afval ook bedrijfsafval in te zamelen.
Kosten
ASH stedelijkheidsklasse 1
eenpersoons h.h.
meerpersoons h.h.
400
350
300
250
200
150
100
50
3
Zie Programmabegroting 2013, paragraaf 4.4.3 Lokale heffingen.
nd
ed
er
la
N
Le
id
en
ge
m
id
de
ld
tre
ch
t
U
oo
rb
ur
g
D
en
H
aa
g
el
ft
Le
id
sc
he
nd
am
-V
D
aa
rle
m
Vl
aa
rd
in
ge
n
H
R
ij s
w
i jk
Sc
st
h
ed
ie
da
.k
m
la
ss
e
1
ge
m
.
R
ot
te
rd
am
G
ro
ni
ng
en
Am
st
er
da
m
0
1.2. wettelijke grondslag
Wet milieubeheer
Het inzamelen van huishoudelijk afval is de verantwoordelijkheid van de gemeente. Dit is
geregeld in de Wet milieubeheer. De gemeentelijke inzameltaak voor huishoudelijke
afvalstoffen is verankerd in het hoofdstuk Afvalstoffen van de Wet Milieubeheer en
bijbehorende uitvoeringsbesluiten. De Wet Milieubeheer verplicht de gemeenten het
huishoudelijk afval in een bepaalde frequentie in te zamelen en dat dit huishoudelijk afval
gescheiden ingezameld moet worden. Naast GFT, moeten papier, glas, KGA (klein gevaarlijk
afval), afgedankte elektrische en elektronische apparatuur, asbest en asbesthoudend
restafval en kunststofverpakkingsmateriaal gescheiden worden ingezameld. De gemeente
biedt hiervoor diverse inzamelmiddelen- en voorzieningen.
Gemeenten hebben de plicht om wekelijks het huishoudelijk afval en het (gescheiden
aangeboden) GFT-afval bij elk perceel in te zamelen. Gemeenten kunnen, in het belang van
een doelmatige verwijdering, bij verordening afwijken van de inzamelplicht per perceel en/of
de wekelijkse inzamelfrequentie. Zo kan er alternerend worden ingezameld (de ene week
restafval, de week erna GFT) en hebben gemeenten de ruimte om 'nabij de percelen' in te
zamelen, in plaats van 'bij elk perceel', wat de inzameling mogelijk maakt middels
(ondergrondse) afvalcontainers. Voor het afwijken van de wekelijkse inzamelplicht geldt een
inspraakverplichting. Voor grof huishoudelijk afval geldt een plicht tot inzameling bij elk
perceel (zonder minimale frequentie) en de plicht om een brengvoorziening (=milieustraat) al
dan niet in samenwerking met andere gemeenten beschikbaar te stellen. Een gemeente kan
besluiten om zelf in te zamelen of daarvoor een andere partij in te schakelen, zoals een
private inzamelaar of andere gemeente. Landelijk gezien halen gemeenten ongeveer 70%
van het huishoudelijk afval op. Het inzamelen van bedrijfsafval en overig niet-huishoudelijk
afval valt niet onder de gemeentelijke zorgplicht. Bedrijven dienen hiervoor zelf een contract
met een gecertificeerd particulier inzamelbedrijf af te sluiten. Gemeenten kunnen er evenwel
voor kiezen om ook zelf bedrijfsafval op te halen.
Landelijk Afvalbeheerplan
Volgens de Wet Milieubeheer is de minister van VROM verplicht om ten minste eenmaal in de
vier jaar een landelijk afvalbeheerplan (LAP) vast te stellen. Een LAP bevat minimaal de
hoofdlijnen van het beleid voor afvalbeheer, een uitwerking van die hoofdlijnen voor
afzonderlijke afvalstoffen, een calculatie van de benodigde capaciteit per beheervorm en het
beleid voor in- en uitvoer van afvalstoffen. Per 24 december 2009 is het Landelijk
Afvalbeheerplan 2009-2021 (LAP2) van kracht. Dit plan vormt het kader voor het gemeentelijk
afvalbeleid. Gemeenten treden op afvalgebied op als bevoegd gezag. Hiertoe worden in de
afvalstoffenverordening regels gesteld en kunnen gemeenten in vergunningen eisen
opleggen aan afvalscheiding en preventie. Gemeenten dienen op grond van jurisprudentie
inzicht te geven in de kostenopbouw van afvalstoffenheffing. Het beleid richt zich op het
beperken van het ontstaan van afvalstoffen en op het beperken van de milieudruk. Er zijn
verschillende manieren om afvalstoffen te verwerken. Afhankelijk van de soort afvalstof,
belast de ene wijze het milieu meer dan de andere wijze. Daarom zijn in het Landelijk
Afvalbeheerplan richtlijnen vastgelegd voor de verwerking van verschillende soorten afval.
Landelijk wordt bijna 80% van het afval gerecycled. Afval dat niet kan worden gerecycled,
moet bij voorkeur worden verbrand. In LAP2 is sterker ingezet op grondstoffenbeleid en zijn
de hergebruikdoelstellingen voor gemeenten opgetrokken van 51% in 2012 naar 60% in
2015. Het LAP2 gaat uit van een minimumstandaard voor de be- of verwerking van
verschillende afvalfracties. Dit is de landelijke norm. De minimumstandaard is bedoeld om te
voorkomen dat afvalstoffen laagwaardiger worden be-/verwerkt dan wenselijk is. Bij het
vaststellen van de minimumstandaarden is er behalve met de milieueffecten, ook rekening
gehouden met de kosten, haalbaarheid en uitvoerbaarheid. Vergunningen voor
afvalverwerking worden alleen verleend als de milieudruk gelijk is aan of minder is dan die
van de minimumstandaard.
Afvalbrief van Atsma
Staatssecretaris Atsma wil meer waarde uit het afval halen, dit schreef hij in zijn afvalbrief van
25 augustus 2011. De brief bestrijkt breed het Nederlandse afvalveld: van storten tot
recyclen, van voorlichting tot wetgeving. Atsma zet in op recycling. Belangrijkste ambitie die
hij uitspreekt, is het verhogen van het percentage recycling (huishoudelijk en bedrijfsafval
samen) van 80 procent 2012 naar 83 procent in 2015 en het huishoudelijk afval naar
naar 60 tot 65% in 2015. Leidend in het afvalbeheer is en blijft de afvalhiërarchie, ook bekend
als de reeds genoemde ladder van Lansink.
Besluit beheer verpakkingen
Vanaf 1 januari 2006 is het Besluit beheer verpakkingen en papier en karton van kracht.
Hiermee is de producentenverantwoordelijkheid vormgegeven voor verpakkingsafval. Op
basis van een raamovereenkomst (gesloten tussen het Ministerie van VROM, bedrijfsleven
en de VNG) die geldig is tot en met 2012. De gescheiden inzameling van kunststof
verpakkingsafval uit huishoudens is nieuw in het Besluit Verpakkingen. De doelstelling die in
het besluit is opgenomen voor kunststof, is om eind 2012 landelijk een scheidingspercentage
van 42% bereikt te hebben (= ca 11 kg per inwoner per jaar). Om uitvoering te geven aan het
Besluit Verpakkingen, is de stichting Nedvang (Nederland van afval naar grondstof) opgericht
door producenten en importeurs. Tot en met 2012 kreeg de gemeente een kostendekkende
vergoeding voor het apart ingezamelde kunststof. De Raamovereenkomst verpakkingen
2007-2012 is geëindigd op 31 december 2012.
Ministerie, gemeenten en het verpakkend bedrijfsleven zijn in gesprek geweest over een
nieuw akkoord voor inzameling en hergebruik van verpakkingsafval. Belangrijke punten zijn
de groei van hergebruik, een verdere verduurzaming van de verpakkingsketen en de
financiering4. Inzet is om een totaalpakket aan afspraken te maken voor tien jaar. Belangrijk
onderdeel van het akkoord is om per 2015 het statiegeld op grote PET-flessen onder
voorwaarden af te schaffen. In 2011 hebben gemeenten zich echter uitgesproken voor
behoud en zelfs uitbreiding van het statiegeldsysteem naar kleine PET-flessen. De Tweede
Kamer heeft echter al besloten om het statiegeld af te schaffen en gemeenten zagen zich
voor een voldongen feit geplaatst. Gemeenten zijn hierdoor gedwongen om uitvoering te
geven aan de producentenverantwoordelijkheid van het verpakkend bedrijfsleven. Door het
afschaffen van statiegeld ontstaat er in de afvalketen een grotere stroom van
kunststofverpakkingsafval. Gemeenten vrezen dat dit kan leiden tot een toename van
ongescheiden kunststofverpakkingen in het huisvuil en tot meer zwerfvuil. Het bedrijfsleven
had al ingestemd met de Raamovereenkomst Verpakkingen, de gemeenten nog niet. Zij
hadden moeite met het besluit van de Tweede Kamer als daar onvoldoende verduurzaming
tegenover zou staan. Een onafhankelijke commissie onderzocht in opdracht van de VNG
onder welke voorwaarden het verplichte statiegeld op grote PET-flessen kan worden
afgeschaft. De commissie heeft 28 aanbevelingen gedaan om de ambitie voor een duurzame
verpakkingsketen concreter vast te leggen. De VNG heeft op basis van deze aanbevelingen
overlegd met het verpakkende bedrijfsleven en het ministerie van I&M over een
verduidelijking en aanvulling van de Raamovereenkomst. Het resultaat hiervan (het concept
Raamovereenkomst Verpakkingen 2013-2022) heeft de VNG eind 2012 voorgelegd aan de
gemeenten. Een meerderheid van de gemeenten is met de gewijzigde overeenkomst akkoord
gegaan of heeft geen (tegen) stem uitgebracht.
Vigerend gemeentelijk beleid
Het vigerend beleid ten aanzien van huishoudelijk afval in Leiden is gebaseerd op
onderstaande college- en raadsbesluiten.
Ondergrondse containers voor de inzameling van huishoudelijk restafval in de
Binnenstad (RV12.0090)
Conceptbegroting Gevulei 2013 (RV12.0064)
Consultatie toekomst Gevulei (B&W12.0155)
Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing 2012 (RV 11.1159)
Vaststellen Duurzaamheidsagenda 2011-2014 (RV 11.0136)
ondergrondse containers voor huishoudelijk restafval in de Binnenstad (B&W.nr.
11.1310)
Vervanging wijkcontainers, (B&W nr. 12.0672)
4
In de nieuwe raamovereenkomst zijn de vergoedingen voor papier, glas, hout en blik ongewijzigd. Voor kunststof
verpakkingsafval wordt de vergoeding voor 2013 eind 2012 vastgesteld. De vergoeding voor de periode 2014-2018
wordt vastgesteld na nieuw onderzoek in 2013. De VNG streeft naar langjarige zekerheid voor gemeenten.
-
Reactie op advies van de Leidse Milieuraad over de toekomst van afvalverwerking voor
Leiden (B&W.nr. 11.1141)
Organisatie Stedelijk Beheer (RV11.0065) (Verbeterplan Stedelijk Beheer)
Scenario’s voor afvalinzamelsystemen (B&W10.0341)
Dienstverleningsovereenkomst gemeente Leiden en Gevulei (B&W.nr. 10.0788)
Rapportage onderzoekscommissie Bestuur en Warenhuis (B&W.nr. 09.0701)
Kunststof verpakkingen (B&W 09.1196)
Afvalstoffenverordening 2008 (RV 08.0060)
1.3. scope
Afvalstoffenverordening
De Afvalstoffenverordening stelt de regels voor het aanbieden van huishoudelijk afval. Afval is
eigendom van inwoners/ perceeleigenaren, tot het moment van het aanbieden van afval aan
de inzamelaar. Inwoners zijn verplicht hun huishoudelijk afval in de door de gemeente
aangewezen inzamelmiddelen aan te bieden, op een door de gemeente aangewezen locatie.
Het inzamelen, verwerken en vervoeren van alle huishoudelijke afval binnen onze gemeente
is in handen van de gemeente en de door de gemeente aangewezen inzamelaars. Als
inzameldienst voor het huishoudelijk afval is in de Afvalstoffenverordening de afdeling
Stedelijk Beheer van de gemeente Leiden aangewezen. De gemeente Leiden heeft
daarnaast een samenwerkingsverband met een aantal omringende gemeenten, vastgelegd in
een gemeenschappelijke regeling, namelijk de Gemeenschappelijke Regeling Vuilverwerking
Leiden en omgeving (Gevulei). Via Gevulei wordt het huishoudelijk afval voor verwerking
aangeboden aan een marktpartij.
In de Afvalstoffenverordening is de wijkcontainer aangewezen als de inzamelvoorziening ten
behoeve van een groep percelen. De inzameling van huishoudelijk restafval met
wijkcontainers is onderdeel van de gehele inzameling van huishoudelijk restafval.
Huishoudelijk afval bestaat uit verschillende stromen afval. De stromen die volgens de
Afvalstoffenverordening gescheiden moeten worden aangeboden zijn glas, oud papier en
karton en GFT. Verder bestaat de mogelijkheid tot de gescheiden inzameling van
kunststofverpakkingsmateriaal, klein gevaarlijk afval, grof vuil, textiel, elektrische en
elektronische apparatuur (wit- en bruingoed), bouw- en sloopafval, verduurzaamd hout, grof
tuinafval, asbest en asbesthoudend afval, grof huishoudelijk restafval, metalen en
autobanden. Het afval dat overblijft heet huishoudelijk restafval.
Huidige taken afvalinzameling Leiden
De prognose in de begroting van Gevulei is dat de Leidse huishoudens in 2012 34.000 ton
huishoudelijk restafval produceren, exclusief grof huishoudelijk afval, GFT-afval en de andere
afvalfracties (glas, papier, kunststof, kleding enz.). De laatste jaren is een lichte afname van
de hoeveelheid ingezameld restafval waar te nemen, mogelijk als gevolg van de conjunctuur.5
De huidige taken op het gebied van afvalinzameling in Leiden zijn:
Bij de circa 55.000 aansluitingen het restafval in te zamelen middels minicontainers,
wijkcontainers, laadkisten (rolcontainers) of zakken.
Bij de laagbouw het GFT in te zamelen middels minicontainers.
Het op afspraak ophalen van het grof huishoudelijk afval.
Het exploiteren van een milieustraat, inclusief inzameling KGA.
Het inzamelen van tuinafval met greenbags, takkenroutes en bladkorven.
Het beheren van boven- en ondergrondse containers voor de gescheiden inzameling van
glas, papier, textiel en kunststof.
Deelname aan GR Gevulei die afvalcontracten beheert (straks SP71) en een
kringloopbedrijf exploiteert.
Het op privaatrechtelijke gronden inzamelen van bedrijfsafval.
5
volgens CBS gegevens is in Leiden in de periode 2001-2010 het jaarlijkse aanbod van restafval per inwoner
afgenomen van 294 kg naar 278 kg.
Doelstellingen
De scope is de inzameling, transport en verwerking van het huishoudelijk afval uit Leiden. Het
doel is door de raad vastgestelde richtinggevende kaders ten aanzien van de inzameling en
de verwerking van het huishoudelijk afval. De richtinggevende kaders dienen meerdere
subdoelen:
1. het uitwerken van de duurzaamheidambities op het gebied van afvalinzameling en
afvalverwerking voor de korte en middellange termijn;
2. doordat voor de duurzaamheidambities een punt op de horizon is bepaald, kan
Leiden efficiënter (niet meer op ad hoc basis) inspelen en reageren op ontwikkelingen
in de markt;
3. het formuleren van de uitgangspunten voor de nieuwe verwerkingscontracten voor
onder andere GFT- en huishoudelijk grof- en restafval;
4. het terugdringen van de totale kosten van het afvalbeheer.
Uitgangspunten
De uitgangspunten zijn als volgt.
Het zoveel mogelijk beperken van restafval. De focus moet liggen op afvalscheiding.
Nu stimuleren van bronscheiding laat onverlet dat er in de toekomst ook nog nascheiding
kan plaatsvinden als dit technisch en qua kosten goed mogelijk is.
Niet het principe van omgekeerd inzamelen invoeren, maar het de burger wel
makkelijk(er) maken om het afval te scheiden. In de wijken met (middel) hoogbouw: waar
het niet anders kan inzameling afvalfracties middels ondergrondse containers.
Uitgangspunt blijft zoveel mogelijk inpandige afvalopslag of op eigen terrein. De
veroorzaker van het afval is verantwoordelijk voor de afvalopslag tot het moment van
aanbieden.
Het intensiveren van de samenwerking met kringloopbedrijf het Warenhuis en/ of DZB.6
DZB staat voor “De Zijl Bedrijven”, het gemeentebedrijf van Leiden voor mensen met een afstand tot de
arbeidsmarkt met als doel ze te plaatsen in het reguliere arbeidscircuit.
6
2.
Beleidskader
De Afvalbrief van de staatsecretaris van milieu heeft als doelstelling geformuleerd: “het
verhogen van het percentage recycling van het totaal aan huishoudelijk afval in Nederland
van 51% in 2006 naar 60% tot 65% in 2015”. Voor Leiden kijken we naar het huidige inzamelen scheidingsresultaat en welke scheidingsresultaten we in de sorteeranalyse willen halen,
gekoppeld aan CO2 reductie. We bekijken voorts per (gescheiden) afvalfractie wat de
minimumstandaard is vanuit het LAP, de voorkeursvolgorde voor bewerking, wat de kosten
en opbrengsten zijn van de inzameling, wat de speerpunten zijn en welke maatregelen we
hiervoor willen gaan treffen.
De scheidingspercentages ontleent Leiden aan de sorteeranalyse, die eens in de drie jaar
wordt gehouden. Uit de sorteeranalyse uit 2011 kwam het volgende beeld naar voren. 7
afval per inwoner per
jaar
Fijn huishoudelijk afval
GFT
papier
glas
kunststoffen
metalen
textiel
puin
hout
KGA
wit- en bruingoed
overig
gescheiden
(kg)
ongescheiden in
restafval (kg)*
27,0
80,0
29,0
3,5
1,3
totaal
(kg)*
relatief aandeel in
huishoudelijk afval
scheidingspercentage
97
50
17
60
10
11
7
5
1
1
22
124
130
46
60
10
15
7
5
2
1
22
25%
27%
9%
12%
2%
3%
1%
1%
0%
0%
5%
22%
62%
63%
24%
57%
fijn restafval totaal
grof huishoudelijk afval
141
21
282
44
423
65
13%
33%
33%
totaal*
162
326
488
100%
33%
*) deze getallen zijn afgerond op hele kilogrammen
De landelijke doelstelling om te komen tot een recyclingspercentage van 60% in 2015 is
gezien het huidige scheidingsresultaat van Leiden geen realistische doelstelling. In het LAP
werd een onderscheid gemaakt naar scheidingsdoelstellingen per stedelijkheidsklasse. Voor
zeer sterk verstedelijkte gemeenten was de doelstelling om 43% van het huishoudelijk afval
te scheiden. Leiden wil deze doelstelling ten minste bereiken in de sorteeranalyse van 2020.
Dit willen we stapsgewijs gaan bereiken in de volgende sorteeranalyses.
7
Eindrapportage sorteeranalyses huishoudelijk afval Gevulei, Irado 2011. De sorteeranalyse is gemaakt op basis
van steekproeven uit 2009, toen het kunststof verpakkingsafval nog niet gescheiden werd ingezameld.
scheidingspercentages
GFT
papier en karton
glas
kunststofverpakkingen
textiel
KGA
grof huishoudelijk afval
Sorteeranalyse
2011
22%
62%
63%
0%
24%
57%
33%
Sorteeranalyse
2014
26%
65%
64%
10%
27%
60%
36%
Sorteeranalyse
2017
30%
68%
65%
15%
30%
63%
39%
Sorteeranalyse
2020
34%
70%
66%
20%
33%
66%
43%
33%
37%
40%
43%
gewogen gemiddelde
Het scheiden van afval leidt tot een vermindering van de uitstoot van CO 2. In onderstaande
tabel is te zien wat de effecten zijn voor het bereiken van de doelstelling voor afvalscheiding
op vermindering van CO2 uitstoot. Opvallend is de enorme CO2 reductie als gevolg van een
gescheiden inzameling van papier en karton, kunststoffen en textiel en de relatief geringe
CO2 reductie die is te bereiken met gescheiden inzameling van glas en met name GFT.
Voor de te verwachten
gescheiden inzameling CO2 reductie per kg t.o.v. integraal verbranden
resultaten zijn tevens de
GFT
68 gram CO2
hoeveelheden van de
gescheiden fracties van
glas
323 gram CO2
belang. In onderstaande
papier
2010 gram CO2
grafiek is de CO2 reductie
kunststoffen
2600 gram CO2
te zien op basis van de
3432 gram CO2
scheidingsdoelstellingen. textiel
Hier is te zien dat de meeste CO2 reductie te danken is aan gescheiden inzameling van
papier en karton, beduidend meer dan de reductie door gescheiden inzameling van textiel en
kunststofinzameling. Dit komt doordat er in kilogrammen veel meer papier en karton wordt
ingezameld dan kunststofverpakkingen of textiel.
CO2 reductie (kg/jaar)
30.000.000
kunststofverpakkingen
GFT
glas
25.000.000
textiel
papier en karton
20.000.000
15.000.000
10.000.000
5.000.000
0
Sorteeranalyse 2011
Sorteeranalyse 2014
Sorteeranalyse 2017
Sorteeranalyse 2020
CO2 reductie (kg/ jaar)
2011
2014
2017
2020
totale CO2 reductie t.o.v. integraal verbranden 21.713.770 24.848.761 26.927.659 28.698.223
vertaald naar autokilometers
115.082.981 131.698.433 142.716.593 152.100.582
vertaald naar KWh elektriciteit
34.742.032 39.758.018 43.084.254 45.917.157
vertaald naar m3 gasverbruik
13.028.262 14.909.257 16.156.595 17.218.934
2.1. afvalstromen
2.1.1. groente- fruit- en tuinafval
Gescheiden inzameling groente- fruit- en tuinafval
Inzamelresultaat (2011)
3.200 ton
Resultaat Leiden
27 kg per inwoner per jaar
bron: sorteeranalyse 2011
Resultaat vergelijkbare gemeenten
16 kg per inwoner per jaar
bron: sorteeranalyse 2011
CO2 reductie t.o.v. integraal verbranden
Inzamelkosten8:
Verwerkingskosten/ opbrengst
68 gram CO2 reductie per kg
ca. € 410.000
ca. € 400.000 kosten
Beleidskader:
De landelijke norm voor het be- en verwerken van GFT-afval is composteren met het oog op
materiaalhergebruik of vergisten met gebruik van het gevormde biogas als brandstof gevolgd
door aërobe droging/narijping met het oog op materiaalhergebruik van het digestaat.
-
Inzameling door de gemeente geschiedt huis-aan-huis, maar alleen in de
laagbouwwijken.
Het beleid m.b.t. inzameling van GFT blijft er op gericht bewoners van laagbouwwijken
bewust te stimuleren om GFT gescheiden aan te bieden in de minicontainer.
De inzamelhoeveelheden van de gescheiden inzameling dragen bij aan het bereiken van
een hoger gemiddeld scheidingspercentage bij de komende sorteeranalyses.
Maatregelen:
Inzet wordt het in stand houden en versterking van de huidige inzamelmethode, waarbij
er containermanagement wordt toegepast, zie inzamelmiddelen.
Gevolgen voor de afvaldriehoek: een hogere milieuopbrengst, wat betere service door
aan bewoners grotere containers te verstrekken en wat lagere kosten door invoering
containermanagement.
Uit het beleidskader volgt de volgende prioritering van wegingsfactoren voor toekomstige
aanbesteding:
1) vergisten en composteren (in eerste instantie streven naar het opwekken van energie
d.m.v. vergisting);
2) composteren (wat er na vergisting overblijft wordt sowieso gecomposteerd);
3) de laagste prijs (het is belangrijk om in beeld te hebben wat verwerking van GFT in
prijs oplevert, dan wel kost).
Uitgangspunt bij bovenstaande prioritering is in ieder geval dat de verwerking tegen een
lagere prijs gerealiseerd dient te worden.
2.1.2. groenafval
Gescheiden inzameling groenafval
Inzamelresultaat (2011)
Wordt door de inzameldienst niet
apart geregistreerd
Resultaat per inwoner per jaar
4 kg per inwoner per jaar
Resultaat vergelijkbare
gemeenten
5 kg per inwoner per jaar
bron: CBS (2011)
bron: CBS (2011)
De financiële gegevens per afvalfractie zijn indicatief. Alleen van de totale inzamel- en verwerkingskosten van de
huishoudelijke afvalinzameling zijn actuele financiële gegevens beschikbaar. Om een uitsplitsing te maken naar de
inzamel- en verwerkingskosten per afvalfractie is door de afdeling Stedelijk Beheer waar mogelijk een inschatting
gemaakt op basis van de totale inzamelings- en verwerkingskosten en stuurinformatie uit de operationele
bedrijfsvoering.
8
CO2 reductie t.o.v. integraal
verbranden
Inzamelkosten:
Verwerkingskosten/ opbrengst
Geen landelijk kengetal beschikbaar
Niet apart geregistreerd
ca. € 165.000 kosten
Beleidskader:
De landelijke norm voor het be- en verwerken van gescheiden ingezameld groenafval is
nuttige toepassing in de vorm van composteren; daarnaast vergisten voor gebruik van biogas
als brandstof en materiaalhergebruik van het digestaat; en tenslotte verbranden als
hoofdgebruik brandstof en externe levering van elektriciteit en/of warmte.
-
Inzet is om meer stroomlijning te krijgen in de verwerking van het groenafval om het
milieuredendement te verhogen, kosten te besparen en opbrengsten te vergroten.
Inzameling door de gemeente geschiedt aan huis via greenbag, maar alleen op afspraak.
Maatregelen:
Er komt onderzoek naar een eenduidige verwerking van het Leidse groenafval. Dit
betekent dat bij projecten van groenonderhoud het groenafval mogelijk niet meer door
elke hovenier apart wordt afgevoerd. In de huidige situatie worden de kosten voor het af
te voeren groenafval door hoveniers niet apart in rekening gebracht, maar is dit
verdisconteerd in de afgesproken prijs voor het werk. Het is echter mogelijk dat de
gemeente goedkoper uit is, door het groenafval (meer) collectief aan te bieden en voor
deze grondstof een (hogere) opbrengstprijs kan krijgen. Bovendien blijkt uit onderzoek 9
dat thans voor de verwerking van groenafval erg veel transportbewegingen worden
gemaakt. Bij het (meer) collectief aanbieden kan dit wellicht worden teruggebracht.
Kortom: er wordt in beeld gebracht wat de mogelijkheden en (financiële) consequenties
zijn van een andere wijze van het verwijderen van groenafval, waarbij wordt gekeken
naar kostenbesparing en verminderen van vervoersbewegingen.
Groenafval wordt losgekoppeld van de verwerking van GFT. De reden hiervoor is dat er
in de huidige situatie een verplichting is tot minimale afname van GFT- en groenafval,
waardoor Leiden genoodzaakt is om het ingezamelde GFT aan te vullen met groenafval.
Hierdoor wordt thans voor een afvalstroom betaald die (als grondstof) ook geld op kan
leveren. Een marktconforme opbrengstprijs voor groenafval moet worden meegenomen
in de aanbesteding zonder dat er sprake is van een verplichte afname.
Gevolgen voor de afvaldriehoek: een hogere milieuopbrengst. Voor de burger betekent
het dat deze moet gaan betalen voor de service dat groenafval (greenbags) op afspraak
wordt opgehaald. Voor de gemeente betekent dit lagere kosten door een andere
organisatie van de verwerking van het groenafval en wat inkomsten door het ophaaltarief
voor greenbags.
Uit het beleidskader volgt de volgende prioritering van wegingsfactoren voor toekomstige
aanbesteding:
1) vergisten en composteren (in eerste instantie streven naar het opwekken van energie
d.m.v. vergisting);
2) composteren (wat er na vergisting overblijft wordt sowieso gecomposteerd);
3) de laagste prijs (het is belangrijk om in beeld te hebben wat verwerking van
groenafval in prijs oplevert, dan wel kost).
Uitgangspunt bij bovenstaande prioritering is in ieder geval dat de verwerking tegen een
lagere prijs gerealiseerd dient te worden.
2.1.3. verpakkingsglas
Gescheiden inzameling verpakkingsglas
Inzamelresultaat (2011)
Resultaat per inwoner per jaar
2.700 ton
29 kg
bron: sorteeranalyse 2011
Resultaat vergelijkbare gemeenten
18 kg per inwoner per jaar
bron: sorteeranalyse 2011
9
Duurzame verwerking groenafval, BuildDesk 2008
CO2 reductie t.o.v. integraal verbranden
Inzamelkosten:
Verwerkingskosten/ opbrengst
323 gram CO2 reductie per kg
ca. € 70.000 (excl. Nedvang)
ca. € 10.000 opbrengst
Beleidskader:
De landelijke norm voor de be- en verwerking van verpakkingsafval is nuttige toepassing in
de vorm van materiaalhergebruik.
-
-
Inzameling door de gemeente geschiedt nabij de woning middels glascontainers.
Het beleid m.b.t. inzameling van glas blijft er op gericht burgers bewust te stimuleren om
glas in de glascontainer te deponeren.
Leiden heeft een goed dekkend netwerk van containers en scoort erg goed in de
scheidingsresultaten in vergelijking tot andere gemeente van stedelijkheidsklasse 1. Dit
willen we behouden en waar mogelijk versterken.
De inzamelhoeveelheden van de gescheiden inzameling dragen bij aan het bereiken van
een hoger gemiddeld scheidingspercentage bij de komende sorteeranalyses.
Maatregelen:
Inzet wordt het in stand houden en versterking van de huidige inzamelmethode. Het
streven is om dit te doen door bovengrondse containers te vervangen door (grotere)
ondergrondse containers.
Het vervangen van bovengrondse glascontainers door grotere ondergrondse containers
vergt een investering waar reeds besluitvorming over heeft plaatsgevonden.
Gevolgen voor de afvaldriehoek: een hogere milieuopbrengst, gelijkblijvende service voor
de burger, mogelijk hogere kosten door een kwaliteitslag van de inzamelmiddelen.
Uit het beleidskader volgt de volgende prioritering van wegingsfactoren voor toekomstige
aanbesteding:
1) recycling van glasafval;
2) hoogste opbrengst.
Uitgangspunt bij bovenstaande prioritering is in ieder geval dat de verwerking tegen een lagere
prijs gerealiseerd dient te worden.
2.1.4. oud papier en karton
Gescheiden inzameling oud papier en karton
Inzamelresultaat (2011)
5.500 ton
Resultaat per inwoner per jaar
80 kg
bron: sorteeranalyse 2011
Resultaat vergelijkbare gemeenten
38 kg per inwoner per jaar
bron: sorteeranalyse 2011
CO2 reductie t.o.v. integraal verbranden
Inzamelkosten:
Verwerkingskosten/ opbrengst
2010 gram CO2 reductie per kg
ca. € 190.000
ca. € 650.000 opbrengst
(excl. Nedvang)
Beleidskader:
De landelijke norm voor het be- en verwerken van gescheiden ingezameld papier en karton is
nuttige toepassing in de vorm van materiaalhergebruik. Voor papier en karton dat niet voor
materiaalhergebruik geschikt is, bijvoorbeeld nat of sterk vervuild papier en karton, is de
minimumstandaard verbranden als vorm van verwijdering.
-
Inzameling door de gemeente geschiedt nabij de woning middels papiercontainers.
Het beleid m.b.t. inzameling van papier is er op gericht burgers bewust te stimuleren om
papier in de papiercontainer te deponeren.
De gemeente staat positief ten opzichte van inzamelingsinitiatieven van scholen en
verenigingen, buiten de reguliere inzameling middels papiercontainers.
-
-
Leiden heeft een goed dekkend netwerk van containers en scoort Leiden erg goed in de
scheidingsresultaten in vergelijking tot andere gemeente van stedelijkheidsklasse 1. Dit
willen we behouden en waar mogelijk versterken.
De inzamelhoeveelheden van de gescheiden inzameling dragen bij aan het bereiken van
een hoger gemiddeld scheidingspercentage bij de komende sorteeranalyses.
Maatregelen:
Inzet wordt het in stand houden en versterking van de huidige inzamelmethode. Het
streven is om dit te doen door bovengrondse containers te vervangen door (grotere)
ondergrondse containers.
Het vervangen van bovengrondse papiercontainers door grotere ondergrondse
containers vergt een investering waar reeds besluitvorming over heeft plaatsgevonden.
Gevolgen voor de afvaldriehoek: een hogere milieuopbrengst, gelijkblijvende service voor
de burger, mogelijk hogere kosten door een kwaliteitslag van de inzamelmiddelen.
Uit het beleidskader volgt de volgende prioritering van wegingsfactoren voor toekomstige
aanbesteding:
1) recycling van oud papier en karton;
2) de hoogste opbrengstprijs voor papier;
3) nuttige toepassing als brandstof/ energie (energie-efficiëntie van de AVI voor het
papierafval wat in het restafval achterblijft).
Uitgangspunt bij bovenstaande prioritering is in ieder geval dat de verwerking tegen een
lagere prijs gerealiseerd dient te worden.
2.1.5. textiel
Gescheiden inzameling textiel
Inzamelresultaat (2011)
Resultaat per inwoner per jaar
ca. 405 ton
3,5 kg
bron: sorteeranalyse 2011
Resultaat vergelijkbare gemeenten
2,6 kg per inwoner per jaar
bron: sorteeranalyse 2011
CO2 reductie t.o.v. integraal verbranden
Inzamelkosten:
3432 gram CO2 reductie per kg
Geen
(KICI verzorgt inzameling)
ca. € 57.000 opbrengst
(incl. inzamelkosten)
Verwerkingskosten/ opbrengst
Beleidskader:
De landelijke norm voor het be- en verwerken van gescheiden ingezameld textiel is nuttige
toepassing in de vorm van materiaalhergebruik. De landelijke norm voor niet voor hergebruik
geschikt textiel is verbranden als vorm van verwijdering. Voorbeelden van niet voor
hergebruik geschikt textiel zijn sterk vervuild textiel zoals kleding met verf of olievlekken.
-
-
Inzameling door de gemeente geschiedt alleen op de milieustraat. Inzameling in opdracht
van de gemeente geschiedt nabij de woning middels textielcontainers.
Het beleid m.b.t. inzameling van textiel is er op gericht burgers bewust te stimuleren om
afgedankte kleding en textiel in de textielcontainer te deponeren.
De gemeente staat positief ten opzichte van inzamelingsinitiatieven van
maatschappelijke instellingen, buiten de reguliere inzameling middels kledingcontainers.
Leiden heeft een goed dekkend netwerk van containers en scoort Leiden erg goed in de
scheidingsresultaten in vergelijking tot andere gemeente van stedelijkheidsklasse 1. Dit
willen we behouden en waar mogelijk versterken.
De inzamelhoeveelheden van de gescheiden inzameling dragen bij aan het bereiken van
een hoger gemiddeld scheidingspercentage bij de komende sorteeranalyses.
Maatregelen:
-
-
-
-
Inzet wordt het in stand houden en versterking van de huidige inzamelmethode. Streven
is vervanging van bovengrondse containers door grotere ondergrondse containers,
waardoor er sprake is van versterking van het huidige netwerk.
Een tweede punt is om te onderzoeken of de textielinzameling kan worden ingezet om de
werkgelegenheid bij het Warenhuis en/ of DZB te vergroten, door in de toekomst de
gemeente het textiel te laten inzamelen en het Warenhuis en/ of DZB het te laten
sorteren voor hergebruik.
Textiel wordt nu ingezameld door KICI. Leiden krijgt een vergoeding voor de inzameling
van deze grondstof. Het KICI-contract loopt af. Beleidskader is om voor de inzameling te
kijken naar prijs en maatschappelijke doelstelling. De opbrengsten uit de
textielinzameling dienen conform het vastgestelde beleid inzake internationale
samenwerking (Rv 12.0073) ten goede te komen aan mondiale bewustwording. Indien er
een betere prijs kan worden gekregen voor het ingezameld textiel met behoud van de
afdracht aan goede doelen op het huidige niveau, dan kan Leiden besparen op de
textielinzameling.
Het vervangen van bovengrondse textielcontainers door grotere ondergrondse
containers vergt een investering en is voor rekening van de inzamelaar.
Gevolgen voor de afvaldriehoek: een hogere milieuopbrengst, gelijkblijvende service voor
de burger, minimaal een gelijkblijvende opbrengst voor de gemeente, ook bij het
realiseren van een kwaliteitslag van de inzamelmiddelen.
Uit het beleidskader volgt de volgende prioritering van wegingsfactoren voor toekomstige
aanbesteding:
1) recycling van oud textiel;
2) de hoogste opbrengstprijs voor ingezameld textiel;
3) bijdragen aan een maatschappelijke doelstelling;
4) bijdragen aan werkgelegenheid kringloopbedrijven;
5) nuttige toepassing als brandstof/ energie (energie-efficiëntie van de AVI voor het
textielafval wat in het restafval achterblijft).
Uitgangspunt bij bovenstaande prioritering is in ieder geval dat de verwerking tegen een
lagere prijs gerealiseerd dient te worden.
2.1.6. kunststof verpakkingsafval
Gescheiden inzameling kunststofverpakkingsafval
Inzamelresultaat (2011)
ca. 121 ton
Resultaat per inwoner per jaar
1 kg
bron: gemeente Leiden (2011)
Resultaat vergelijkbare gemeenten
1 kg per inwoner per jaar
bron: CBS (2011)
CO2 reductie t.o.v. integraal
verbranden
Inzamelkosten:
Verwerkingskosten/ opbrengst
2600 gram CO2 reductie per kg
ca. € 41.000
ca. € 57.000 opbrengst (van
Nedvang)
Beleidskader:
De landelijke norm voor de be- en verwerking van verpakkingsafval is nuttige toepassing in
de vorm van materiaalhergebruik. Voor kunststof verpakkingsafval waarvoor
materiaalhergebruik niet mogelijk is, bijvoorbeeld omdat het te sterk is verontreinigd of is
verkleefd met andere materialen, is de minimumstandaard nuttige toepassing.
-
Inzameling door de gemeente geschiedt nabij de woning middels plasticcontainers.
Bovenlokale ontwikkelingen zijn van belang: afschaffen statiegeld grote PET flessen,
producentenverantwoordelijkheid, vergoedingen, technieken m.b.t. nascheiding.
Voor het vigerende beleid vormen de milieuaspecten het belangrijkste argument. Omdat
de huidige inzamelmethode indertijd (2009) nauwelijks milieuwinst opleverde, heeft
Leiden er in 2009 voor gekozen om een minimale inzameling te houden middels 15
containers, met het idee om in de toekomst te participeren in initiatieven m.b.t.
-
-
-
-
nascheiding (Rotterdam). Deze initiatieven zijn thans nog niet verder doorontwikkeld tot
concrete plannen voor een nascheidingsinstallatie in de Rotterdamse regio. Wel is de
milieuwinst als gevolg van de gescheiden inzameling van kunststof verpakkingsafval
inmiddels toegenomen, mede doordat het afval niet meer in het buitenland hoeft te
worden verwerkt.
Er is een koppeling met het landelijke verpakkingendossier. De vergoeding voor de
inzameling van kunststof verpakkingsafval op lange termijn is nog niet bekend, als ook
de vastgestelde periode waarvoor de vergoeding zal gaan gelden.
Onder het voorbehoud van kostendekkende vergoedingen en de looptijd van de
afspraken hierover, is ons beleidskader om over te gaan op een grootschaliger netwerk
van containers voor kunststof verpakkingsafval (vergelijkbaar met de inzameling van
textiel).
Streven is vervanging van bovengrondse containers door ondergrondse containers op de
locaties waar ook ondergrondse containers (komen te) staan voor glas en/of papier en/of
textiel.
De inzamelhoeveelheden van de gescheiden inzameling dragen bij aan het bereiken van
een hoger gemiddeld scheidingspercentage bij de komende sorteeranalyses.
Er wordt nu gekozen voor bronscheiding. Dit is het beleidskader voor de korte en
middellange termijn. Voor het beleid voor de lange termijn willen we nieuwe technieken,
waaronder technieken van nascheiding, niet uitsluiten als hiermee betere resultaten te
behalen zijn op het gebied van milieuaspecten, kosten en service.
Maatregelen:
Inzet wordt in eerste instantie het uitbreiden van de huidige inzamelmethode.
De uitbreiding van containers geschiedt fasegewijs, om de investering te spreiden. Als
eerste in de wijken waar nu het meeste kunststof gescheiden wordt aangeleverd. Vooral
op het gebied van communicatie is er werk te verrichten: een duidelijk signaal geven aan
de burger dat we sterker in gaan zetten op bronscheiding.
Indien omliggende bovengrondse containers voor papier, glas en textiel worden
vervangen door ondergrondse containers wordt ook de bovengrondse plasticcontainer
vervangen door een ondergrondse container.
Gevolgen voor de afvaldriehoek: een hogere milieuopbrengst, betere service voor de
burger door uitbreiding inzamelmiddelen, hogere kosten voor de gemeente door de
uitbreiding en investering van de inzamelmiddelen en hogere inzamelkosten door een
groter aanbod van kunststof verpakkingsafval.
Uit het beleidskader volgt geen prioritering van wegingsfactoren voor toekomstige
aanbesteding, omdat er landelijk een vergoeding wordt vastgesteld voor het aanbieden van
ingezameld kunststof verpakkingsafval en het afgevoerde kunststof verpakkingsafval
eigendom is van Nedvang.
2.1.7. Klein gevaarlijk afval
Gescheiden inzameling klein gevaarlijk afval
Inzamelresultaat (2011)
ca. 123 ton
Resultaat per inwoner per jaar
1,3 kg
bron: sorteeranalyse 2011
Resultaat vergelijkbare gemeenten
1,0 kg per inwoner per jaar
bron: sorteeranalyse 2011
CO2 reductie t.o.v. integraal
verbranden
Inzamelkosten:
Verwerkingskosten/ opbrengst
Geen landelijk kengetal
beschikbaar
ca. € 80.000
ca. € 96.000 kosten
Beleidskader:
Aangezien KGA uit een grote diversiteit aan afvalstoffen bestaat is er geen landelijke norm
voor deze stroom. De gescheiden stromen dienen conform de eigen landelijke normen te
worden verwerkt. Er is een landelijke norm (“minimumstandaard”) voor Batterijen en accu’s;
Verpakkingen verfafval; Verpakkingen met overig gevaarlijk afval; Gasontladingslampen;
Oplosmiddelen; Koudemiddelen; Zwavelhoudend afval; Zuren, basen en metaalhoudende
afvalwaterstromen; Fotografisch gevaarlijk afval; Hardingszouten; Kwikhoudend afval;
Arseensulfideslib.
-
-
Inzameling door de gemeente geschiedt alleen op de milieustraat.
De inzameling van klein gevaarlijk afval (waaronder klein chemisch afval) is voornamelijk
een producentenverantwoordelijkheid. De inzameling vindt plaats op de milieustraat en
steeds meer via marktpartijen, zoals de detailhandel en bouwmarkten.
Het beleidskader is het stimuleren van een gescheiden inzameling.
De inzamelhoeveelheden van de gescheiden inzameling dragen bij aan het bereiken van
een hoger gemiddeld scheidingspercentage bij de komende sorteeranalyses.
Maatregelen:
De inzameling van klein gevaarlijk afval is en blijft een taak voor de verantwoordelijke
marktpartijen (detailhandel inzameling).
Het gemeentelijke inzamelpunt bij de milieustraat wordt in stand gehouden.
Gevolgen voor de afvaldriehoek: een hogere milieuopbrengst tegen gelijkblijvende
service voor de burger en gelijkblijvende kosten voor de gemeente.
Uit het beleidskader volgt de volgende prioritering van wegingsfactoren voor toekomstige
aanbesteding:
1) verwerking conform de minimumstandaard van de deelfracties in het KGA conform
LAP2;
2) de laagste verwerkingsprijs.
Uitgangspunt bij bovenstaande prioritering is in ieder geval dat de verwerking tegen een
lagere prijs gerealiseerd dient te worden.
2.1.8. e-waste (wit- en bruingoed)
Gescheiden inzameling e-waste (wit- en bruingoed)
Inzamelresultaat (2011)
ca. 680 ton
Resultaat per inwoner per jaar
4 kg
bron: CBS (2009)
Resultaat vergelijkbare gemeenten
3,9 kg per inwoner per jaar
bron: CBS (2011)
CO2 reductie t.o.v. integraal
verbranden
Inzamelkosten:
Verwerkingskosten/ opbrengst
Geen landelijk kengetal
beschikbaar
ca. € 80.000
ca. € 96.000 kosten
Beleidskader:
De landelijke norm voor het be- en verwerken van afgedankte elektrische en elektronische
apparatuur is hergebruik van onderdelen of materiaalhergebruik. Voor bij demontage
vrijkomende delen, materialen, stoffen of onderdelen die niet als onderdeel of materiaal
kunnen worden hergebruikt is de minimumstandaard verbranden als vorm van nuttige
toepassing. Voor fracties die niet nuttig toegepast kunnen worden, is de minimumstandaard
verbranden als vorm van verwijdering. Deze fracties mogen worden gestort indien verbranden
als vorm van verwijdering niet mogelijk is.
-
Inzameling door de gemeente geschiedt alleen op de milieustraat. Inzameling in opdracht
van de gemeente geschiedt aan huis, op afspraak.
De inzameling van e-waste (afgedankte elektrische en elektronische apparatuur) vindt
plaats via het Warenhuis en op de milieustraat en steeds meer via marktpartijen, zoals
particuliere kringloopbedrijven en bouwmarkten. Het beleidskader is het stimuleren van
een gescheiden inzameling via deze kanalen.
Maatregelen:
-
Continuering van inzameling van e-waste door het Warenhuis en door marktpartijen,
zoals particuliere kringloopbedrijven en bouwmarkten.
Het gemeentelijke inzamelpunt bij de milieustraat wordt in stand gehouden.
Gevolgen voor de afvaldriehoek: een hogere milieuopbrengst tegen gelijkblijvende
service voor de burger en wat hogere kosten voor de gemeente door een grotere
bijdrage aan het Warenhuis.
Uit het beleidskader volgt de volgende prioritering van wegingsfactoren voor toekomstige
aanbesteding:
1) nuttige toepassing door product- en materiaalhergebruik;
2) de laagste verwerkingsprijs;
3) bijdragen aan werkgelegenheid kringloopbedrijven.
Uitgangspunt bij bovenstaande prioritering is in ieder geval dat de verwerking tegen een
lagere prijs gerealiseerd dient te worden.
2.1.9. Grof huishoudelijk afval
Gescheiden inzameling grofvuil
Inzamelresultaat (2011)
Resultaat per inwoner per jaar
ca. 8.000 ton
21 kg
bron: sorteeranalyse 2011
Resultaat vergelijkbare gemeenten
56 kg per inwoner per jaar
bron: CBS (2011)
CO2 reductie t.o.v. integraal
verbranden
Inzamelkosten:
Verwerkingskosten/ opbrengst
Geen landelijk kengetal
beschikbaar
ca. €800.000
ca. €700.000 kosten
Beleidskader:
De landelijke norm voor grof huishoudelijk restafval is sorteren of anderszins bewerken en het
vervolgens verwerken van de daarbij ontstane monostromen conform de daarvoor geldende
minimumstandaarden. De landelijke norm voor de residuen van het sorteren of anderszins
bewerken van grof huishoudelijk restafval is verbranden als vorm van verwijdering.
-
-
-
Inzameling door de gemeente geschiedt op de milieustraat en aan huis, op afspraak.
Landelijk speerpunt is strenger op toegezien dat grof huishoudelijk afval (bijvoorbeeld
meubels en elektronische apparatuur) niet meer direct naar de verbrandingsinstallatie
gaat. Dit afval moet naar een sorteerbedrijf waar het afval dat nog bruikbaar is er uit kan
worden gehaald. Leiden werkt mee aan een accentverschuiving van brandbaar grofvuil
tot recyclebare grofvuilfracties. Producthergebruik en materiaalhergebruik staan immers
bovenaan de ladder van Lansink, de voorkeursvolgorde van afvalbeheer.
Het beleidskader is om het Leidse grofvuil meer aan de bron te scheiden tot herbruikbare
fracties, zodat er een hoger milieurendement wordt bereikt en kan worden bespaard op
verwerkingskosten.
De inzamelhoeveelheden van de gescheiden inzameling dragen bij aan het bereiken van
een hoger gemiddeld scheidingspercentage bij de komende sorteeranalyses.
Maatregelen:
Er wordt in beeld gebracht wat de mogelijkheden en (financiële) consequenties zijn van
het meer scheiden van grofvuil aan de bron, alvorens het wordt aangeleverd voor
verdere verwerking. Nu wordt grofafval wat aan huis wordt opgehaald of ongesorteerd op
de milieustraat wordt aangeleverd niet nagescheiden, maar integraal afgevoerd naar
afvalverwerker Vliko. Hier wordt het grofafval nagescheiden, de gemeente betaalt
hiervoor een hoger verwerkingstarief dan restafval. Er is geen zicht op de hoeveelheid
grofvuil wat uiteindelijk eindigt in de verbrandingsoven. Het is mogelijk om zowel bij een
huis-aan-huis inzameling van grofvuil een eerste schifting te maken van het type grofvuil.
Dit kan door verschillende grofvuilfracties door verschillende wagens op te laten halen of
door op door op de gemeentewerf een eerste sortering uit te voeren. Hiervoor worden in
-
-
-
-
het uitvoeringsprogramma voorstellen uitgewerkt, waarbij tevens in beeld gebracht wordt
tegen welke prijs grofafval dan een tweede leven kan krijgen.
Leiden kent thans reeds bronscheiding van grofvuilfracties. Op de milieustraat wordt
gesorteerd grofvuil aangeboden zoals hout, bouw- en sloopafval, puin, banden
enzovoorts. Het gesorteerd aanleveren van grofvuilfracties wordt gestimuleerd.
Inwoners van Leiden worden meer gestimuleerd om grofafval fracties zoals oude
meubels zoveel mogelijk te laten hergebruiken i.p.v. als grofvuil aan de kant van de weg
te schuiven, door het ophalen van bruikbaar grofvuil door kringloopbedrijven te promoten
en het ophalen van grofafval aan huis te belasten met een tarief. Dit betekent meer
samenwerking tussen inzamelingsdienst en kringloopbedrijven. Het kringloopbedrijf haalt
vaker op aan de deur (inclusief de kerntaak e-waste), het kringloopbedrijf zorgt verder
voor de afvoer van niet bruikbare delen of niet te verkopen goederen aan de milieustraat,
alwaar het verder wordt verwerkt.
In het uitvoeringsprogramma wordt de formele samenwerking met kringloopbedrijf het
Warenhuis en eventueel andere kringloopbedrijven voor de inzameling van herbruikbaar
grofvuil nader uitgewerkt.
Gevolgen voor de afvaldriehoek: Een hogere milieuopbrengst, tegen wijzigingen in de
service en accentverschuiving in kosten. De gemeentelijke kosten als totaal moeten
dalen. De burger kan zonder extra kosten het grofvuil zelf wegbrengen naar de
milieustraat. Ook kan deze gebruik maken van de service van kringloopbedrijven om
zonder kosten herbruikbare spullen aan huis op te laten halen. Het stimuleren van zelf
wegbrengen naar de milieustraat kan ertoe leiden dat de capaciteit van de milieustraat
op piekmomenten tekort schiet. Dit probleem kan worden opgelost door burgers de
mogelijkheid te bieden om gebruik te maken van de milieustraat van omliggende
gemeenten. Voor de gemeente Leiden betekent dit echter extra kosten, omdat
buurgemeenten een vergoeding zullen vragen voor het gebruik van hun milieustraat.
Meer stimuleren van de ophaal van herbruikbare spullen door kringloopbedrijven kan
betekenen dat gemeente een hogere bijdrage kwijt is aan geleverde diensten door
kringloop het Warenhuis. Tegelijk zullen de kosten voor de eigen grofvuilinzameling
afnemen als er minder op afspraak grofvuil wordt opgehaald. Bovendien draagt het
grofvuiltarief bij aan extra inkomsten voor de gemeente. Per saldo zullen de kosten van
grofvuilinzameling en –verwerking moeten dalen.
Uit het beleidskader volgt de volgende prioritering van wegingsfactoren voor toekomstige
aanbesteding:
1) nuttige toepassing door product- en materiaalhergebruik;
2) de hoogste opbrengstprijs voor bruikbare fracties;
3) bijdragen aan werkgelegenheid kringloopbedrijven;
4) nuttige toepassing als brandstof/ energie (energie-efficiëntie van de AVI voor het
grofvuil wat met het restafval wordt verbrand);
5) de laagste verwerkingsprijs voor het te verbranden deel van het grofafval.
Uitgangspunt bij bovenstaande prioritering is in ieder geval dat de verwerking tegen een
lagere prijs gerealiseerd dient te worden.
2.1.10.
huishoudelijk restafval
Inzameling restafval
Inzamelresultaat (2011)
Resultaat per inwoner per jaar
ca. 31.000 ton
141 kg
bron: sorteeranalyse 2011
Resultaat vergelijkbare gemeenten
305 kg per inwoner per jaar
bron: CBS (2011)
CO2 reductie t.o.v. integraal verbranden
Inzamelkosten:
Verwerkingskosten/ opbrengst
0
ca. € 6.400.000
ca. € 4.400.000 kosten
Beleidskader:
De landelijke norm voor het be- en verwerken van huishoudelijk restafval is verbranden als
vorm van verwijdering. Sorteren, nascheiden en andere bewerkingen gericht op nuttige
toepassing van (een deel van) het huishoudelijk afval zijn alleen toegestaan wanneer er geen
deelstromen of residuen worden gestort. Voor de verwerking van de gescheiden ingezamelde
stromen wordt verwezen naar de daarvoor geldende minimumstandaarden.
-
-
Inzameling door de gemeente geschiedt huis-aan-huis middels minicontainers in de
laagbouwwijken en nabij de woning middels wijkcontainers in de wijken met (middel)
hoogbouw.
De verwachting is dat het aanbod van het te verbranden restafval verder zal afnemen
wanneer er meer wordt geïnvesteerd in de bronscheiding van gescheiden afvalfracties.
In de wijken met collectieve inzamelmiddelen zal door de vervanging van wijkcontainers
in ondergrondse containers de loopafstand naar restafvalcontainers in het algemeen wat
langer worden, terwijl de afstand tot containers voor glas, papier, textiel en kunststof
gelijk blijft of wordt verkleind.
Maatregelen:
In de wijken met (middel) hoogbouw wordt het restafval niet huis-aan-huis opgehaald,
maar middels containers en inpandige afvalvoorzieningen, zoals laadkisten. Beleid is om
bovengrondse wijkcontainers te vervangen door een stuk minder ondergrondse
containers en meer inpandige afvalvoorzieningen.
Inzet in de laagbouw wordt het in stand houden en versterking van de huidige
inzamelmethode, waarbij er containermanagement wordt toegepast, zie
inzamelmiddelen.
Ten aanzien van de aanbesteding wordt ingezet op een zo duurzaam mogelijke
verwerking van het brandbaar restafval (zoals hoog calorische verbranding), tegen een
zo gunstig mogelijke prijs.
Gevolgen voor de afvaldriehoek: een hogere milieuopbrengst, verandering in het
serviceniveau en in zijn totaliteit lagere kosten voor de gemeente. Een kleiner aanbod
van brandbaar restafval en meer duurzame verwerking leiden tot een hogere
milieuopbrengst. Bij laagbouw en de hoogbouw met inpandige inzamelvoorzieningen
(laadkisten, rolcontainers) is sprake van een gelijkblijvende service. In de binnenstad is
sprake van een geheel ander serviceniveau: geen zakken meer op straat buiten zetten
op de ophaaldag, maar 24 uur en 7 dagen in de week de zak kunnen deponeren in de
ondergrondse container, wat voor het aanbieden van afval wel leidt tot een kleine
loopafstand. Maar een schoner straatbeeld en tegengaan van meeuwenoverlast dragen
ook bij aan het serviceniveau. Bij (middel) hoogbouw is er mogelijk wat verandering in
het serviceniveau als de loopafstanden naar de ondergrondse afvalcontainers groter zijn
dan nu naar de huidige wijkcontainers. Ook hier zullen ondergrondse containers een
schoner straatbeeld opleveren dan de huidige bovengrondse wijkcontainers. De
gemeentelijke kosten dienen in zijn totaliteit te dalen. De invoering van ondergrondse
containers en het containermanagement vergt echter wel een investering. Het
containermanagement moet echter ook leiden tot lagere inzamelkosten, door een kleiner
aanbod van afval (huishoudens kunnen nog maar één container aanbieden, worden
hiermee ook meer gestimuleerd het afval te scheiden). Tenslotte moeten zowel het
kleinere aanbod aan te verwerken restafval als een lager verwerkingstarief bijdragen aan
kostenreductie, waaruit investeringen in inzamelmiddelen (voor restafval, maar ook glas
en papier) kunnen worden betaald. In zijn totaliteit moeten de kosten voor inzameling en
verwerking huishoudelijk restafval lager worden dan in de huidige situatie.
Uit het beleidskader volgt de volgende prioritering van wegingsfactoren voor toekomstige
aanbesteding:
1) nuttige toepassing als brandstof/ energie (energie-efficiëntie van de AVI voor het te
verbranden restafval);
2) de laagste verwerkingsprijs.
Uitgangspunt bij bovenstaande prioritering is in ieder geval dat de verwerking tegen een
lagere prijs gerealiseerd dient te worden.
2.2. inzamelmiddelen
In 2010 heeft het college zich uitgesproken voor de vervanging van de wijkcontainers voor
huishoudelijk restafval met een aanpak waarbij de bovengrondse wijkcontainers zo veel
mogelijk worden teruggedrongen uit de openbare ruimte. Daarbij wordt de volgende
voorkeursvolgorde gehanteerd:
1. individuele inzamelmiddelen hebben de voorkeur: ze zijn gekoppeld aan een specifiek
adres, zijn handhaafbaar, beheerbaar en met slechts een beperkte claim op de openbare
ruimte;
2. bij collectieve voorzieningen hebben inpandige oplossingen de voorkeur: ze zijn
gekoppeld aan een specifiek adres, zijn handhaafbaar, beheerbaar met slechts een
beperkte claim op de openbare ruimte;
3. alleen indien inpandige oplossingen niet mogelijk zijn, vormen de collectieve
voorzieningen in de openbare ruimte een optie. Daarbij gaat, vanwege de kwaliteit van de
openbare ruimte, de voorkeur uit naar ondergrondse systemen in plaats van
bovengrondse systemen.
Om logistieke redenen met betrekking tot de inzameling kan hier van worden afgeweken.
containermanagement
Momenteel beschikken de bewoners van de laagbouwpercelen in Leiden over een groene
(restafval) en een bruine (GFT) minicontainer. Van de uitstaande minicontainers is geen
actueel adressenbestand bij de gemeente voorhanden. Dit betekent dat er geen inzicht is in
de feitelijke beheerssituatie van het bestand aan minicontainers in de gemeente. Het is niet
bekend bij hoeveel huishoudens er meerdere containers in omloop zijn. Meerdere containers
voor restafval aan huis geeft niet echt een prikkel tot afvalscheiding. Met de invoering van een
container management systeem kan inzicht in het beheer worden verkregen zodat hierop kan
worden gestuurd. Invoering betekent concreet dat de minicontainers worden voorzien van
een chip. De inzamelvoertuigen zijn voorzien van een registratievoorziening met
boordcomputer waardoor iedere minicontainer kan worden herkend. Naast de invoering van
het containermanagement wordt een overweging gemaakt om de kleine GFT containers uit te
faseren en te vervangen door GFT containers met hetzelfde volume als die voor restafval
(240 liter).
invoeren ondergrondse containers
In juli 2012 heeft de raad het besluit genomen om voor de huisvuilinzameling in de
binnenstad ondergrondse afvalcontainers te plaatsen. Het college heeft in juli 2012 besloten
de bovengrondse wijkcontainers gefaseerd terug te dringen door deze in de openbare ruimte
te vervangen door ondergrondse afvalcontainers met een container managementsysteem
(containerpas) en bij herstructureringsgebieden waar mogelijk door inpandige
afvalvoorzieningen in (middel) hoogbouw (laadkisten). Indien ondergrondse containers
gewenst zijn waar het wel mogelijk is om inpandige collectieve voorzieningen te realiseren,
worden de kosten voor het ondergronds brengen van de containers doorberekend aan
betreffende perceeleigenaren.
overige inzamelsystemen
Leiden handhaaft de huidige inzamelsystemen voor de gescheiden afvalfracties. Dit betekent
individuele inzamelmiddelen (minicontainers) voor GFT (alleen bij laagbouw) en collectieve
inzamelsystemen voor de gescheiden inzameling van glas, papier, kunststofverpakkingen en
textiel in de hele stad. Met de invoering van ondergrondse containers willen we flexibiliteit
inbouwen in het type container wat wordt geplaatst. Het containersysteem moet erop zijn
gericht dat ook containers met een andere inworpzuil in de containerbak kunnen worden
geplaatst. Het levert zo een minimale desinvestering op als een container wordt verwisseld
voor een container van een andere afvalfractie. Voor groenafval en grof huishoudelijk afval is
zowel een ophaalservice als een brengvoorziening, voor KGA en e-waste gelden aparte
inzamelkanalen, zie hiervoor het beleidskader per afvalfractie.
alternatieve inzamelsystemen
Droge herbruikbare materialen kunnen zijn: kunststof, textiel, papier, metalen, hout,
sappakken en kleine elektronische apparaten. Er zijn gemeenten waarbij voor de droge
componenten van het huishoudelijk afval een alternatief inzamelsysteem geldt. Een
voorbeeld hiervan is het alternerend inzamelen van de droge componentenbak bij laagbouw,
waarbij de ene week huis-aan-huis de droge componenten apart worden opgehaald, de
andere week de natte fractie (het restafval met o.a. etensresten) en de derde week het GFT.
De droge componentenbak betekent voor de burger een extra minicontainer, en voor de
inzamelaar betekent het dat de nascheiding handmatig dient te geschieden, wat de
inzameling meer kostbaar maakt. Een ander systeem om droge fracties te scheiden is het
instellen van een brengvoorziening, waarbij de burger wordt beloond om afval te scheiden. In
den lande zijn hier voorbeelden van te vinden, zoals een blikautomaat bij een supermarkt of
andere marktinitiatieven, zoals brengstations voor droge componenten. Een voorbeeld van dit
laatste is het initiatief “Ryck – Afval loont”. Inwoners brengen herbruikbaar afval naar een
brengstation in de gemeente, alwaar het wordt gewogen en wordt berekend welk bedrag het
oplevert. Een saldo van €10 of meer kan op verzoek van de inwoner worden uitbetaald of
worden overgemaakt aan vereniging of school. Voor al deze initiatieven geldt dat er eerst een
(forse) investering moet worden gepleegd en dat de kosten in de bedrijfsvoering zullen
veranderen, naar verwachting zelfs zullen stijgen. Uit de evaluatie van het initiatief “Ryck” is
gebleken dat naast de investeringskosten (die aanzienlijk hoger zijn uitgevallen dan was
voorzien) er structureel een gemeentelijke bijdrage aan de exploitatie nodig zal zijn 10. Dit
strookt niet met de visie dat beleidsmatige inspanningen worden verricht tegen lagere kosten
voor het afvalbeheer. Om deze reden kiest Leiden er voor om geen alternatieve
inzamelsystemen toe te passen, zoals een droge componentenbak of Ryck.
arbeidsomstandigheden
Voor de inzameldienst is de Arbo-wet van belang. In de wet zijn werkgevers primair
verantwoordelijk voor de arbeidsomstandigheden. Op grond van het Arbo-besluit zijn
werkgevers verplicht zorg te besteden aan het voorkomen van fysieke overbelasting.
Belangrijke maatregelen die Leiden treft ter verbetering van de arbeidsomstandigheden zijn
het vervangen van de handmatige inzameling van huisvuilzakken in de binnenstad door
mechanische lediging van ondergrondse afvalcontainers en de maatregelen die Leiden reeds
heeft getroffen in het kader van een stiller en schoner wagenpark.
2.3
transport
Op- en overslag en transport liggen in het verlengde van het inzamelen. Voor afvalbeheer
gelden binnen Nederland geen geografische grenzen. Afval mag vrij door heel Nederland
worden getransporteerd zonder dat daarbij beperkingen bestaan bij het overschrijden van
provincie- of regiogrenzen. Het te transporteren afval kan een of meerdere verwerkingen
ondergaan, zonder dat dit invloed heeft op de latere, gewenste verwerking van die afvalstof.
Hierbij kan worden gedacht aan het verkleinen en/of persen ten behoeve van het
afvaltransport. Het vermijden van onnodige transporthandelingen rondom afvalstoffen kan
milieuwinst opleveren en wordt landelijk aanbevolen. De milieuwinst is te berekenen aan de
hand van vermeden uitstoot van CO2, fijnstof, stikstof en vermeden geur- en geluidsoverlast.
De milieuwinst kan erg verschillend zijn, naar gelang welke afvalfractie het betreft. Uit een
onderzoek naar verwerking van het Leidse groenafval11 is gebleken dat de milieuwinst door
vermindering van transportbewegingen groot is, als niet alle hoveniers hun groenafval zelf
naar de verwerker vervoeren. Uit een voor de Gevulei uitgevoerd onderzoek naar scheiding
van kunststofverpakkingen12 is gebleken dat het met name door het transport komt, dat de
milieuwinst van het scheiden van kunststof erg beperkt is. Dit komt doordat er per volle rit
maar een beperkt gewicht wordt getransporteerd, waardoor relatief veel extra
transportbewegingen nodig zijn vergeleken met integraal inzamelen samen met het restafval.
Zo bezien lijkt het daarom verstandig om de afvalverwerking op een kleine afstand van de
bron te laten plaatsvinden. Dit ligt echter aan meerdere factoren. Een afvalverwerking in de
eigen regio betekent niet automatisch dat er minder sprake is van milieudruk. Voor het te
verbranden restafval bepaalt de energie efficiëntie van een AVI in hoge mate de milieudruk
10
In Pijnacker-Nootdorp is een pilot van 9 maanden gehouden met het initiatief Ryck. De investering bedroeg 1,3
miljoen euro, terwijl er € 635.000 was begroot. De inkomsten bedroegen zo’n €480.000, terwijl ze op €635.000 waren
begroot. Uit de evaluatie van de pilot kwam naar voren dat de gemeente Pijnacker-Nootdorp naar verwachting
jaarlijks zo’n €288.000 aan gemeentelijke bijdrage kwijt is als zij het concept Ryck wil gaan voortzetten.
11
Duurzame verwerking groenafval, BuildDesk 2008
12
Quickscan CO2 effecten inzameling integraal / deelfracties huishoudelijk afval voor de Gevulei, IVAM, 2009
van afvalverbranding. Uit het oogpunt van milieudruk kan het dan zelfs verantwoord zijn om
het te verbranden afval enkele honderden kilometers te transporteren naar een AVI met een
hogere energie efficiëntie dan de AVI met een lagere energie efficiëntie in de nabijheid. Uit
een onderzoek naar een regionale afvalbewerkingsinstallatie 13 gebleken dat de eigen
transportbewegingen slechts in zeer beperkte mate een bijdrage leveren aan de totale
milieueffecten die bij de bewerking van afval. Wat hierbij namelijk meespeelde was dat er
voor een exploitabele afvalbewerkingsinstallatie in de eigen regio te weinig afvalaanbod werd
gecreëerd, waardoor er afval van buiten de regio zou moeten worden aangetrokken, wat zou
leiden tot extra verkeersbewegingen en wat het vermijden van verkeersbewegingen van
afvalstromen van onze gemeente naar een verwerker buiten de eigen regio (grotendeels)
weer teniet zou doen. Dit laat onverlet dat de milieuwinst die is te behalen bij het
afvaltransport een belangrijke wegingsfactor bij toekomstige aanbesteding.
2.4. verwerking
Het huidige gezamenlijke verwerkingscontract voor GFT loopt eind 2013 af. Het
verwerkingscontract voor restafval (inclusief grof huishoudelijk) loopt eind 2015 af.
Er is in de afgelopen paar jaar in regionaal verband onderzoek verricht naar de
mogelijkheden voor regionale afvalbewerking. Buiten de Gevulei is er hiervoor door diverse
partijen wel enige interesse getoond, maar op vrijblijvende basis. Hierdoor is er onvoldoende
zekerheid over het potentiële regionaal volume van te bewerken huishoudelijk afval.
Daarnaast is er nog onzekerheid over de toepasbaarheid van de nu voorhanden zijnde
technieken voor de integrale bewerking van samengevoegd huishoudelijk- en bedrijfsafval,
mogelijke toekomstige ontwikkelingen en de bewegingen op de afvalmarkt, waardoor het op
dit moment moeilijk is om de (kosten)effecten voor de toekomst in te schatten. Leiden wil niet
risicodragend participeren in de ontwikkeling van een installatie voor de be- of verwerking van
afval. Gezien deze onzekerheden heeft de Gevulei ervoor gekozen om vooralsnog af te zien
van de ontwikkeling van een regionale afvalbewerkingsinstallatie en thans over te gaan tot
het voorbereiden van aanbestedingen voor de twee aflopende contracten: restafval (incl. grof)
en gft.
Leiden, Leiderdorp, Oegstgeest en Zoeterwoude hebben hun inkoopkracht gebundeld in het
Servicepunt 71. Het Servicepunt is verantwoordelijk is voor het inkooptraject. Voor de
aanbesteding van de afvalverwerkingcontracten zijn de deelnemende gemeenten
verantwoordelijk voor het aanleveren van het Programma van Eisen en zijn vertegenwoordigd
in een projectgroep. Het onderzoek naar regionale afvalbewerking is mede vanuit oogpunt
van duurzaamheid uitgevoerd. De bevindingen uit de onderzoeksrapporten zijn gebruikt voor
het opstellen van duurzaamheideisen en leveren input voor de keuze van een contractpartner
en bewerkingswijze. Voor de gemeente Leiden is het programma van eisen verwoord in deze
beleidsnota, te vinden onder “prioritering van wegingsfactoren”.
13
Vervolgonderzoek effecten regionale afvalbewerking Gevulei, CREM 2009
3.
Uitvoeringsprogramma
3.1. uitvoeringsmaatregelen
Het kaderstellend beleid wordt vertaald naar een uitvoeringsprogramma voor de periode
2013-2020. Om het beleid succesvol te implementeren, dient er een warme overdracht
tussen beleid en uitvoering overdracht plaats te vinden. Het uitvoeringsprogramma wordt
daarom gezamenlijk opgesteld met de betrokken afdelingen, te weten Ruimte- en
Milieubeleid, Realisatie team Stadsruimte, Projectbureau, Stedelijk Beheer, Gevulei en
Servicepunt 71.
Het uitvoeringprogramma krijgt het volgende format:
Afvalfractie
Actie
Verantwoordelijke
afdeling/ partij
Partners
(intern/
extern)
Capaciteit
(uren/
middelen)
Budget
Planning
Evaluatie
In het uitvoeringprogramma worden de volgende acties uitgewerkt voor het afvalbeleid.
Onderwerp
1. Gescheiden inzameling
GFT
2. Gescheiden inzameling
groenafval
3. Gescheiden inzameling
verpakkingsglas
4. Gescheiden inzameling
oud papier en karton
5. Gescheiden inzameling
textiel
6. Gescheiden inzameling
kunststof
verpakkingsafval
7. Gescheiden inzameling
klein gevaarlijk afval
8. Gescheiden inzameling
e-waste (wit- en
bruingoed)
Maatregelen
invoeren containermanagement
aanbesteding nieuw verwerkingscontract 2014
onderzoek eenduidige verwerking groenafval
aanbesteding groenafval loskoppelen van GFT
contract per 2014
gefaseerde vervanging bovengrondse containers
door ondergrondse containers
aanbesteding nieuw inzamel- en verwerkingscontract
per 2015
gefaseerde vervanging bovengrondse containers
door ondergrondse containers
aanbesteding nieuw inzamel- en verwerkingscontract
per 2015
onderzoek naar samenwerking met Warenhuis/ DZB
voor verwerking textiel
gefaseerde vervanging bovengrondse containers
door ondergrondse containers
aanbesteding nieuw inzamel- en verwerkingscontract
per 2013
gefaseerd uitbreiden netwerk plasticcontainers
gefaseerde vervanging bovengrondse containers
door ondergrondse containers
afspraken maken met detailhandel over
inzamelpunten voor plastic flessen na afschaffing
statiegeld per 2015
aanbesteding nieuw inzamel- en verwerkingscontract
per 2015
afstemming met verantwoordelijke marktpartijen over
detailhandelinzameling
aanbesteding nieuw inzamel- en verwerkingscontract
per 2014
samenwerkingsafspraken met het Warenhuis/ DZB
en afstemming met andere kringloopbedrijven
continuering inzamelcontract met Warenhuis
aanbesteding nieuw verwerkingscontract per 2016
9. Gescheiden inzameling
grof huishoudelijk afval
-
-
10. Inzameling huishoudelijk
restafval
11. Inzamelmiddelen
-
-
onderzoek naar mogelijkheden en effecten meer
bronscheiding grofvuil
nadere uitwerking samenwerking en opstellen
samenwerkingsafspraken met het Warenhuis/ DZB
en afstemming met andere kringloopbedrijven
mogelijkheden onderzoeken voor gebruik milieustraat
omliggende gemeenten
aanbesteding nieuw verwerkingscontract per 2016
project invoering ondergrondse containers
binnenstad
project vervanging wijkcontainers
invoering containermanagement
aanbesteding nieuw verwerkingscontract per 2016
voor alle fracties een nadere uitwerking van de
inzamelmiddelen (uitwerking van het beleidskader
straatmeubilair van de kapitaalgoederen openbare
ruimte) in een onderhouds- en vervangingsplan
voor collectieve inzamelsystemen wordt een
uitspraak gedaan over het gewenste aantal (bovenen ondergrondse) containers, in navolging van de
scheidingsdoelstellingen zoals geformuleerd in
paragraaf 2.1) en richtinggevende uitspraken over de
locaties van (nieuwe) containers
3.2. flankerend beleid
Het flankerend beleid wordt uitgewerkt voor een betere afvalscheiding en meer
duurzaamheid. Door communicatie over inzamelmiddelen, juridische richtlijnen, handhaving,
inzameling bedrijfsafval. In het uitvoeringprogramma worden de volgende acties uitgewerkt.
Onderwerp
Communicatie
Maatregelen
In het uitvoeringsprogramma wordt een uitspraak gedaan over aard en
frequentie van communicatiecampagnes na opheffing Gevulei per 2016.
Juridisch
-
Het beleidskader krijgt een juridisch vervolg in het opstellen van (een
nieuw uitvoeringsbesluit voor) de afvalstoffenverordening. In het
uitvoeringsprogramma wordt hiervoor een planning gemaakt.
Handhaving
-
Integrale handhaving: dus naast parkeercontrole ook controleren op
schoon - heel – veilig wordt uitgewerkt in het Handhavingprogramma
van de gemeente.
Bedrijfsafval
-
Voor het bedrijfsafval wordt naar aanleiding van een gehouden
businesscase en met inachtneming van dit beleidskader een plan van
aanpak gemaakt voor de inzameling van bedrijfsafval door de
gemeentelijke inzamelaar. Uitgangspunt is dat Leiden geen bedrijfsafval
meer gaat inzamelen buiten de stadsagglomeratie.
3.3. planning
22 Januari 2013
22 Januari – 28 februari 2013:
12 maart 2013
28 maart 2013
18 april 2013
25 April 2013
Mei 2013
Mei 2013
1 januari 2014
1 januari 2016
Vaststellen beleidsnota voor inspraak in college van B&W
Inspraakperiode
Vaststellen beleidsnota inspraak verwerkt in college van B&W
Insprekers raadscommissie Leefbaarheid en Bereikbaarheid
Behandeling raadscommissie Leefbaarheid en Bereikbaarheid
Vaststellen Raad
Start aanbesteding contracten GFT + rest/ grofafval door SP71
Vaststellen uitvoeringsprogramma in college B&W
ingang nieuwe contract voor GFT
ingang nieuwe contract grof- en restafval
3.4. financiering
Er worden naar aanleiding van deze beleidsnota geen concrete financiële bijdragen
gevraagd. Deze nota stelt de beleidskaders, de financiële uitwerking vindt plaats in het
uitvoeringsprogramma. De aan de uitvoering van het kaderstellend afvalbeleid verbonden
financiële consequenties betreffen de inkomsten van burgers en bedrijven, alsmede de
uitgaven (en mogelijke inkomsten) die betrekking hebben op de afvalverwerkingcontracten;
kosten voor dienstverleningsovereenkomst Warenhuis; investeringen in inzamelvoorzieningen
en de kosten voor flankerend beleid. Voor de financiering van het afvalbeleid is het
uitgangspunt dat de gemeentelijke kosten zullen dalen. De verwachting is dat er kan worden
bespaard op de kosten van inzameling en verwerking en dat er inkomsten te genereren zijn
door een positief resultaat van bedrijfsafvalinzameling.
Financiële consequenties omtrent het afvalbeleid zijn reeds opgenomen in separate besluiten
omtrent de invoering van ondergrondse containers in de binnenstad 14 en vervanging
wijkcontainers. Nieuwe financiële consequenties krijgen hun weerslag in nieuwe
afvalcontracten en nieuw af te sluiten dienstverleningsovereenkomsten met Warenhuis en
inzamelaars. Hierover volgt separate besluitvorming. Eventuele personele en
organisatorische consequenties als gevolg van het nieuwe beleidskader krijgen hun plek in
het Verbeterplan Stedelijk Beheer.
Door een lagere verwerkingsprijs, te besparen op inzamelkosten en door inkomsten te
verhogen wordt de afvalstoffenheffing meer kostendekkend. De kostendekkendheid bedraagt
thans 59%. Met het vaststellen van de Perspectiefnota 2013-2016 is er gekozen om een
grofvuiltarief in te stellen per 2016.
De totale kosten voor het afvalbeheer (inzameling, transport en verwerking) moeten dalen. De
gemeentesecretaris / algemeen directeur krijgt de opdracht om bij de Perspectiefnota 20142017 een realistische inschatting te maken van de percentuele besparing op de totale kosten
van het afvalbeheer.
Individuele burgers worden gestimuleerd om grofafval meer gescheiden aan te bieden aan
kringloopbedrijven of het af te leveren op de milieustraat, waardoor er makkelijker scheiding
aan de bron kan worden bereikt. Er wordt in het uitvoeringsprogramma een uitspraak gedaan
over de wenselijkheid van een (beperkte) invoering van maatwerktarieven, zoals een extra
minicontainer (na invoering container management systeem met chip) of een extra pasje voor
bij ondergrondse containers. Er worden geen uitspraken gedaan over loonkosten en (interne)
tarieven van stedelijk beheer. Ons uitgangspunt is dat er besparingen in de bedrijfsvoering
worden gerealiseerd en de bedrijfsafvalinzameling leidt tot een positief resultaat. Bovendien
vindt de inzameling op een steeds meer duurzamere wijze plaats.
14
De raad heeft amendement A120090/1 aangenomen, waardoor besparingen op de inzamelkosten door de
invoering van ondergrondse restafvalcontainers tot een bedrag van maximaal €800.000 in te zetten voor het
ondergronds plaatsen van de containers voor glas, papier en kleding.
Download