Ontwikkeling van nieuw beleid PACEMAKERS EN ICD’S IN DE LAATSTE LEVENSFASE Verwondering is het begin van alle wijsheid (Aristoteles) ‘De verwondering’, het ontwikkelingsproces Er kwamen vragen over pace makers vanuit de praktijk: vragen van artsen, van naasten en van verpleegkundigen Vragen waarop ik geen antwoord kreeg van cardiologen, niet van collegae huisartsen en niet van ptz consulenten Reden voor nader onderzoek en de opstelling van een eigen visie/beleid document te gebruiken in de praktijk als consulent (o.a. in Hospice, zie bijlage) Discussie met anderen over dit ontbreken van kennis, visie en beleid was aanleiding tot een artikel in Pallium en interview in Medisch Contact (zie bijlagen) Interview in Medisch Contact had tot gevolg: lezing bij Boerhaavecursus, uitnodiging cardiologen werkgroep, bijdrage met opstellen van 2 palliatieve richtlijnen (hartfalen en stervensfase) ‘De verkregen inzichten en visie’, de uitkomst van dit proces Cardiologen lijken weinig affiniteit te hebben met medisch zorg in de laatste levensfase. Er is weinig kennis over devices bij artsen generalisten (ha en spec ouderengeneesk) Er zijn veel verschillende indicaties, werking en types, staan veelal niet gedocumenteerd in dossier. Er heerst onvrede bij de gebruikers, technici en leveranciers over gebrek aan informatie en beleid. Uitschakelen van pacemaker/ICD is een medisch beslissing, waarbij de verantwoordelijkheid/leiding ligt bij arts met regie over de medische zorg, veelal huisarts/spec ouderengeneeskunde (in goed overleg met andere behandelaars). Er bestaat geen standaard voor goed beleid, het betreft altijd een individueel besluit. Voor en nadelen van voortgaan en ’t afsluiten, binnen de context van die patiënt moeten wel altijd overwogen worden. Kortom het onderwerp ‘pace maker in de laatste levensfase’ staat op de kaart. Bij de ontwikkeling van de NVVC (Ned. Ver. Voor Cardiologie) richtlijn ‘ICD en pacemakers in de terminale levensfase’ zijn ook betrokken mensen vanuit specialisten ouderenzorg, de NHG en ‘Palliactief’. Stand van zaken kennis en beleid Het uitzetten van een pacemaker/device wil zeggen dat er besloten is het stervensproces niet te laten verlengen, te vertragen of te verstoren door een eventuele interventie van een pacemaker. Maak onderscheid tussen een patiënt die terminaal is ten gevolge van hartfalen en iemand die stervende is door een ziekte zonder cardiale oorzaak. Als patiënt voor hartfrequentie afhankelijk is van pacemaker zal bij stopzetten een bradycardie optreden, welke niet altijd direct zal uitmonden in het overlijden maar wel in een langzame achteruitgang van vitaliteit. Nadat een ICD is uitgeschakeld zal bij een ventriculaire ritmestoornis (VT of VF) de verstoorde hartfunctie niet meer worden hersteld. Dit heeft dan veelal overlijden tot gevolg. Bij NRNB beleid behoort vaak het uitschakelen ICD. Bij terminale ziekten, in de stervensfase, ongeacht oorzaak, de ICD-functie altijd uitschakelen. Want bij hartstilstand t.g.v. het natuurlijk sterven kan de ICD in werking komen, dit is een uitermate onprettige ervaring. Bij uitschakelen van een resynchronisatie pacemaker zal progressie optreden van het hartfalen. Afhankelijk van cardiale problematiek overlijden soms snel na het stoppen van de pacemaker. Technisch gezien is het (laten) uitzetten van de functie een kleinigheid, logistiek soms lastiger. Patiënt heeft kaart met nummercode van de pacemaker. Vanaf 2009 bestaat een registratie van ICD’s en pacemakers in landelijke database, de DIPR *1. (Huis)arts benadert technicus/leverancier pacemaker, machtiging tot stopzetten pacemaker faxen naar technicus/leverancier, coördineer tijdstip om thuis (of in verpleeghuis/Hospice) de pacemaker te komen uitzetten. Cardioloog is soms bereid te ondersteunen in procedure. Bij spoed kan ambulance dienst helpen, zij bezitten een magneet om de pacemaker uit te schakelen *2. Na overlijden verwijdert veelal begrafenisondernemer, soms de behandeld arts de device. Kennis van milieu aspecten en juridische regels evenals medisch vaardigheid is daartoe vereist. www.keafogelberg.nl Zoeterwoude maart 2011 *1 *2 Magneet kan aangeschaft worden bij de leveranciers van ICD’s (handig in Hospice) Bij een pacemaker doet het niets, de pacemakerfunctie van een ICD wordt ook niet beïnvloed. De magneet moet continu op de borst bevestigd blijven. Zodra hij er af wordt gehaald is de shockfunctie weer actief. Foto’s : Brian Bosch en Alexander H. Maass Explantatie van een implanteerbare defibrillator of pacemaker post mortem Ned. Tijdschr Geneeskd. 2010;154:A1840