Sien Huyghe 1BaOa2 Academiejaar 2010/2011 Bachelor in de Orthopedagogie Verslaving: excessief middelengebruik 1 Inhoud: 1. De auteurs…………………………………………………………………3 1.1 M.N.M. Breteler………………………………………………………….3 1.2 G.M. Schippers…………………………………………………………...3 2. Verdieping in 1 auteur…………………………………………………….4 2.1 Wie is G.M. Schippers…………………………………………………...4 2.2 Wat heeft hij nog geschreven…………………………………………….4 3. Structuur…………………………………………………………………..5 4. Lijst……………………………………………………………………….6 4.1 Specicialisten…………………………………………………………….6 4.2 Definities en moeilijke woorden…………………………………………6 5. Synthese…………………………………………………………………..8 2 1. Wordt er in het artikel zelf informatie gegeven over de auteur(s)? 1.1 Auteur: M.N.M. Breteler Dr. Martinus (Rien) H.M. Breteler is klinisch psycholoog en universitair docent aan de vakgroep klinische psychologie en persoonlijkheidsleer van de Katholieke Universiteit Nijmegen. Tevens is hij staflik van unrab, University of Nijmegen Research Group on Addictive Behaviors. 1.2 Auteur: G.M. Schippers Dr. Gerard M. Schippers is psycholoog/psychotherapeut en universitair hoofddocent van de vakgroep Klinische Psychologie en Persoonlijkheidsleer van de Katholieke Universiteit Nijmegen. Tevens is hij coördinator van unrab. Beide auteurs zijn bovendien verbonden aan het Rutten Instituut voor wetenschappelijk onderzoek in de psychologie en de onderzoeksschool i.o. ‘experimentele psychopathologie’. 3 2. Verdieping in 1 auteur 2.1 Wie is G.M. Schippers Hoogleraarsbenoeming: dr. G.M. Schippers Dr. G.M. Schippers (52) is benoemd tot bijzonder hoogleraar aan de Universiteit van Amsterdam op het vakgebied van ‘verslavingsgedrag en zorgevaluatie’. De leerstoel is gevestigd vanwege de stichting Jellinek Klinieken in de Faculteit der Geneeskunde. Gerard Schippers werd in 1973, na zijn opleiding Psychologie aan de Katholieke Universiteit Nijmegen (KUN), wetenschappelijk medewerker bij de vakgroep Klinische psychologie en persoonlijkheidsleer aan de Nijmeegse universiteit. Sinds 1976 is hij tevens werkzaam als psychotherapeut. In 1981 promoveerde Schippers aan de Universiteit Leiden. Vanaf 1986 was hij werkzaam als universitair hoofddocent Klinische psychologie en persoonlijkheidsleer aan de KUN. Sinds 1 januari 1999 is hij werkzaam bij het ‘Amsterdam Istitute for Addiction Research’, een samenwerking van de verslavingszorginstellingen de Jellinek, de Brijder (Alkmaar) en de afdeling Psychiatrie van het AMC ‘De Meren’. 2.2 Wat vertellen de catalogi / databanken over de auteur(s); met andere woorden wat heeft deze auteur nog geschreven? Routine Outcome Monitoring in de verslavingszorg. Bevorderende en belemmerende factoren. Trimos-instituut, 2009. Oudejans, Suzan / Nabitz, Udo / Schippers, Gerard Verslaving en verslavingszorg 2008 van den Brink, W. / Schippers G. Enhancing the quality of nursing care in methadone substitute clinics using action research : a process evaluation, 2007 Loth, C. / Schippers G. / ‘t Hard, H. Hij heft een tal van boeken/ artikels in onze databanken staan. 4 3. Hoe is de structuur in het artikel? Er is een duidelijke structuur in mijn artikel. Er is een inhoudstabel waar er een onderscheid gemaakt wordt tussen: 1. inleiding 2. definities 3. verschijningsvorm 4. psychiatrische comorbiditeit 5. biopsychosociale processen in verslaving 6. de verslavingszorg in Nederland 7. diagnostiek 8. behandeling 9. vooruitzichten 10. literatuur Het artikel is een doorlopende tekst en er zijn geen tussentitels, dus dat is soms wat moeilijk te lezen. Maar de referenties in de tekst zijn wel duidelijk, want die zijn telkens in het blauw gekleurd en staan tussen haakjes. Er wordt ook gebruik gemaakt van een tabel, die het onderzoek verduidelijkt. 5 4. lijst a. specialisten - Geerlings - Van Limbeek - Rounsaville - Chiari - Nutt - Schouten - Wiegant - Marshall & Murray - De Jong - Schippers - Velicer - DiClemente - Rossi - Prochaska - Siegel - Ludwig - Wikler - Bandura - De Boer - Drummond - Cornel - M.N.M Breteler … b. definities en moeilijke woorden - excessief: overdreven - comorbiditeit: het verschijnsel dat iemand aan meerdere chronische ziektes tegelijk lijdt. - mechanismen: een samenstel van bewegende delen - diagnostiek: methoden en technieken op een ziekte of probleem te kunnen vaststellen. - onthoudingsverschijnselen: verschijnselen die zich voordoen na het stoppen met het gebruik van verslavende middelen. - psychotrope stoffen: stoffen die leiden tot minder sterke lichamelijke afhankelijkheid van verdovende middelen - receptoren: Een cel die gespecialiseerd is in het opnemen van specifieke prikkels en opwekken van impulsen onder invloed van de prikkels. De term receptor wordt ook wel gebruikt in de zin van receptoreiwit of receptormolecuul. - benzodiazepinen: medicijnen die behoren tot een geneesmiddelengroep met een kalmerende en slaapbevorderende eigenschappen. - psychopathologie: leer der geestes- en zielziekten - anti-sociale persoonlijkheid: een persoonlijkheid met anti sociaal en impulsief gedrag. - affectieve stoornissen: stemmingsstoornissen - biochemisch: Met betrekking tot de chemische omzetting van stoffen in levende wezens. - prikkels: gevoel van tinteling met een gebeurtenis die een reactie tot gevolg heeft. - neurotransmitters: boodschapperstof in de hersenen - dopamine: een neurotransmitter stof die in de hersenen voorkomt en zorgt voor signaal overdracht tussen neuronen. - endorfinen: verzamelnaam voor eiwitten die in het zenuwstelsel gevormd worden. 6 - hypothese: veronderstelling - nucleus accumbens: is een gebied in de hersenen dat tegen het septum aan ligt. - mediëren: bemiddelen - stereotyp gedrag: afwijkend gedrag, die voortdurend herhaald wordt. - copingstrategie: De manier waarop iemand omgaat met problemen en gebeurtenissen, alsmede omgaat met hevige gedacht of gevoelens. - heroïsche strijd: heldhaftige strijd - incidentieel: bijkomend - aversieve karakter: een vermijdend of vervrezend karakter. - BAC: Bloed Alcohol Concentratie - overdosis: een opname (oraal, intraveneus of anderszins) van een geneesmiddel in het bloed, met schadelijke werking als gevolg. - opiaten: hebben een sterk verdovende en pijnstillende werking en brengen daarnaast een toestand teweeg waarin men zich schijnbaar gelukkig voelt. - abstinentie: vrijwillige onthouding, vooral van spijs en drank, van drugs of van geslachtsverkeer. - arousal: opwekking, een toestand waarin de zintuigen van iemand openstaan voor invloeden van buitenaf. - adequaat: passend - gradueel: trapsgewijs - indicatiestelling: een vaststelling door indivatieorganen van de noodzakelijke zorg en daarmee het recht aan de zorgvrager op vergoeding van die zorg. - DVA: Doorlichting Voorlichting Alcoholgebruik - ambulante behandeling: behandeling zonder opname van de cliënten in een inrichting - intramurale behandeling: behandeling die verleent wordt als u langer dan 24uur in een inrichting blijft. - detoxificatie: ontgiftingsproces bij ontwenningskuren. - innovatieve ontwikkeling: grensverleggende ontwikkeling. - pragmatisme: wat nuttig en bruikbaar is. - constipatie: verstopping. 7 5. Synthese: Het artikel komt uit het handboek Klinische Psychologie (juni 1995). Men spreekt van afhankelijkheid als het over excessief middelengebruik gaat. Bij onafhankelijkheid gaat het in het kort om volgende verschijnselen: - het optreden van tolerantie, de behoefte om de hoeveelheid stof sterk te vergroten - onthoudingsverschijnselen - vaak langer gebruik dan voorgenomen - hevig verlangen naar het middel - spenderen van veel tijd en energie om aan de stof te komen - opgeven of verwaarlozen van belangrijke sociale, werk –en/of recreatieve activiteit In het artikel word comorbiditeit, de diagnostiek en de behandeling kort uitgelegd, maar ook de vooruitzicht hoe de verslavingsproblematiek zich zal ontwikkelen, aan welke type onderzoek en interventie behoefte bestaat. 8