Voortplanting en Ontwikkeling Dit werkblad behandelt de eerste 4 weken van de embryonale ontwikkeling. Hierin zal ter sprake komen hoe het embryo zich ontwikkelt van een klompje cellen tot een tweelagig en een drielagig embryo. Verschillende begrippen zullen aan bod komen, deze zijn terug te vinden in hoofdstuk 47 van Campbell (6e editie) of worden op het werkblad besproken. De bedoeling is dat je middels dit werkblad zelfstandig de eerste 4 ontwikkelingsweken bestudeert. Hiervoor kan gebruik gemaakt worden van Campbell en andere op de Fontys aanwezige materialen. Voor het bestuderen en invullen van het werkblad staat ongeveer 1 uur. Embryonale ontwikkeling, de eerste 4 weken Bekijk figuur 1 goed. Figuur 1 geeft de delingen die in de eerste week plaatsvinden weer. Aan het einde van de eerste week bereikt het embryo het stadium van de blastocyst. Deze blastocyst bestaat uit 3 onderdelen. Een buitenste cellaag, ook wel ………………. genoemd. Een binnenste celmassa die men………………. noemt. En een holte het …………………… . De blastocyst migreert naar de baarmoederwand om zich daar later in te nestelen. Figuur 1: Eerste ontwikkelingsweek: klievingsdelingen en vorming van blastocyst. (Alberts, 1994, Moore 1988) Aan het begin van de 2e week bestaat het embryo uit twee lagen, een epiblast en een hypoblast. Deze twee lagen vormen samen het embryoblast. Het epiblast zorgt voor de vorming van extra-embryonale mesodermcellen. Later in dezelfde week wordt het embryo schijfvormig en ontstaan er drie holtes. De dooierzak, amnionholte en chorionholte. De dooierzak ontstaat door migratie van hypoblastcellen langs het blastocoel. De amnionholte ontstaat door holtevorming van het epiblast. En de chorionholte ontstaat door samenvloeiing van meerdere kleine holtes in het extra-embryonaal mesoderm. Maak nu een schematische tekening van het tweelagig stadium van het embryo. Geef hierin de volgende onderdelen aan: Epiblast, hypoblast, amnionholte, dooierzak, chorionholte, extra-embryonaal mesoderm. Eind 2e week ontstaat op het embryoblast een primitiefstreep, met een primitiefknop (craniale zijde). Het epiblast verdwijnt bij de primitiefstreep de diepte in, het migreert tussen het epiblast en hypoblast. Door dit proces wordt het embryo drielagig. Dit proces wordt in figuur 2 weergegeven, bekijk deze figuur goed. Hoe wordt dit proces genoemd? ………………………. Welke drie lagen ontstaan? …………….. …………….. ………………. Wat is de bestemming van deze drie lagen, welke organen worden eruit gevormd? Vul het schema in. Cellaag Bestemming Figuur 2: Gastrulatie, tweelagig embryo wordt drielagig embryo. Gedurende de 4e ontwikkelingsweek vindt kromming plaats in zowel dwarse als lengte richting, deze zijn weergegeven in figuur 3 en 4. Hierdoor ontstaat een cilindervorm met gesloten uiteinden. Door deze kromming worden beginselen van bepaalde organen gevormd. Het endoderm vormt een ronde darmbuis en het ectoderm vormt zich tot neurale buis. Duid deze twee orgaanstructuren aan in figuur 3 en 4. Verdere orgaanontwikkeling vindt plaats na de 4e week. Figuur 3: Kromming in transversale vlak Figuur 4: Kromming in sagittale vlak