kern 4 De industrialisatie van Nederland Ontdekken 50 000 lampen 7RHQGHLQNRSHUYDQGH5XVVLVFKHWVDDULQGH Philipsfabriek in Eindhoven bezocht, was hij diep onder de indruk van de mooie kaarsvormige gloeilampen. Hij bestelde er meteen maar 50 000 voor het Winterpaleis van de tsaar in Sint-Petersburg. Het was een enorme order voor het bedrijf dat nog niet zo lang bestond. In 1891 hadden vader en zoon Frederik en Gerard Philips in een leegstaande loods in Eindhoven de eerste gloeilampenfabriek van Nederland geopend. Ze namen daarmee een flink risico, want slechts enkele Nederlanders hadden elektriciteit. *HUDUG3KLOLSVHQ]LMQEURHU$QWRQGLHHHQSDDUMDDUODWHU in de zaak kwam, waren voorbeelden van de ondernemers die aan het einde van de negentiende eeuw in Nederland allerlei nieuwe bedrijven opzetten. Daarmee hobbelde ons land achter de andere Europese landen aan. Daar was de industrialisatie veel eerder begonnen. Jij gaat beslissen hoe je de industrialisatie van een land zou kunnen stimuleren. WB H3 §4 Ontdekken bron 12 Industrie en verbindingen in Nederland in de negentiende eeuw. " "! ! " #! bron 13 'H0DDVEUXJJHQLQ5RWWHUGDP'HVSRRUEUXJNZDPLQ gereed. De verkeersbrug een jaar later. 54 HOOFDSTUK 3 De Industriële Revolutie bron 14 bron 15 Een moderne meelfabriek in Middelburg in 1889. $PVWHUGDPDDQKHWHLQGH van de negentiende eeuw. Leertekst Nederland loopt achter *URRW%ULWWDQQL­ZDVKHWHHUVWHODQGGDWRSJURWH schaal industrialiseerde. 2RN%HOJL­GDWVLQGV tot het Koninkrijk der Nederlanden behoorde, had al vroeg industrie. In de rest van Europa kwam het industrialisatieproces pas later op gang. Door de afscheiding van België in 1839 verloor Nederland zijn industrie en liep het opeens achter ten opzichte van andere landen. ,QRQVODQGZHUGHQGHQLHXZHWHFKQRORJLH­QSDVQD volop in gebruik genomen. Dat had ook te maken met de twijfels die veel Nederlandse ondernemers hadden bij de industrialisatie. Zij waren niet bereid de forse investeringen te doen die nodig waren om (stoom)machines aan te schaffen en fabrieken te bouwen. De (wind)molens voldeden toch prima? En Nederland had nu eenmaal weinig of geen steenkolen. Stoomkracht werd voor het eerst op grote schaal ingezet bij de drooglegging van de Haarlemmermeer rond het midden van de negentiende eeuw. Het was het begin van een eerste industrialisatiegolf. Er kwamen nieuwe textielfabrieken in 1RRUG%UDEDQWHQ7ZHQWHVFKHHSVIDEULHNHQLQ1RRUG en Zuid-Holland en ook bij het verwerken van landbouwproducten in Groningen werd stoomkracht gebruikt. Op die plaatsen waren de benodigde grondstoffen aanwezig en woonden veel arme mensen die bereid waren te werken voor een laag loon. Een betere infrastructuur De industrialisatie van Nederland had onder meer te maken met de verbetering van de infrastructuur. In 1839 was de HHUVWHVSRRUOLMQWXVVHQ+DDUOHPHQ$PVWHUGDPNODDU+LMZDV aangelegd met particulier geld. Daarna ging het snel: zes jaar ODWHUZDVHUDOHHQYHUELQGLQJWXVVHQ$PVWHUGDP5RWWHUGDP en de Duitse grens. Ook het stelsel van waterwegen werd XLWJHEUHLG'HKDYHQYDQ$PVWHUGDPZHUGPHWHHQQLHXZ NDQDDOGLUHFWPHWGH1RRUG]HHYHUERQGHQ5RWWHUGDPNUHHJ op zijn beurt de Nieuwe Waterweg, die de winstgevende RYHUVODJKDQGHOPHWKHW'XLWVH5XKUJHELHGPRJHOLMNPDDNWH Voortaan konden grondstoffen en eindproducten goedkoper worden vervoerd. Er komt vaart in de industrialisatie 7HJHQKHWHLQGHYDQGHQHJHQWLHQGHHHXZZHUGHQLQ Zuid-Limburg steenkolenmijnen geopend. Dat was hoog nodig, omdat steenkool een belangrijke voorwaarde voor LQGXVWULDOLVDWLHZDV7RFKNZDPHUQLHWYHHO]ZDUHLQGXVWULH DOVPDFKLQHHQVFKHHSVERXZ$OV]XONHEHGULMYHQDO werden opgericht, gebeurde dat vooral in het westen van het land. Wel ontstonden er veel bedrijven die agrarische producten verwerkten tot nieuwe producten. Zo kwamen er bierbrouwerijen en jenever-, suiker- en margarinefabrieken. De H[SRUWYDQERWHUNDDVHQYDUNHQVYOHHVQDDU*URRW%ULWWDQQL­ en Duitsland nam sterk toe. Door de fabricage van gespecialiseerde producten ontstonden bedrijven die nu nog bestaan en wereldconcerns zijn geworden. Uit de Bataafsche Petroleum Maatschappij die olie XLW1HGHUODQGV,QGL­YHUZHUNWHJURHLGH5R\DO'XWFK6KHOO De kleine gloeilampenfabriek in Eindhoven is nu een enorm bedrijf voor elektronische apparatuur: Philips. WB H3 §4 Verwerken 55 kern 5 Arbeiders organiseren zich Ontdekken Afschaffen van kinderarbeid? Ondenkbaar! Zou het niet wreed zijn tegen weduwen te zeggen: gij moogt uw kinderen niet naar de fabrieken sturen en niet verlangen dat zij u met hun arbeid ondersteunen? Indien de staat het recht heeft [kinderarbeid te verbieden], dan moet zij aan de andere kant ook de plicht op zich nemen de werklozen werk en de invaliden levensonderhoud te verschaffen. Maar dat kan de staat niet. Op deze manier verzette een Duits parlementslid zich in 1863 tegen de beperking van kinderarbeid. Veel mensen in de Het is zeer hard werk Mary Barret, 14 jaar: ‘Ik werk al vijf jaar op de bodem van de mijn. Vader werkt in de mijn hiernaast. Ik heb twaalf broers en zusters. Eén kan rekenen, een andere kan lezen, geen enkele andere kan schrijven. Ik daal af om zeven uur en kom naar boven om zes, soms zeven uur. Ik werk steeds zonder kousen, schoenen en broek; ik draag alleen een hemd. Ik moet naar boven gaan in de schachten met de mannen.’ Meisjes aan het werk in de glasslijperij van de Regoutfabrieken in Maastricht. 56 Je gaat enkele onderzoeken naar (wan)toestanden in Engelse mijnen en een Nederlandse fabriek eens beter bekijken. WB H3 §5 Ontdekken Betty Harris, mijnwerkster, 37 jaar: ‘Ik trek steenkoolwagentjes vooruit en werk van zes uur ’s morgens tot zes uur ’s avonds. ’s Middags hebben we ongeveer een uur etenstijd: dan geeft men mij boter en brood, maar ik krijg niets te drinken. (…) Ik heb wagentjes voortgetrokken tijdens mijn zwangerschappen. Ik ken een vrouw die naar huis is gegaan, zich heeft gewassen, te bed is gegaan en is bevallen, en na minder dan een week haar werk heeft hernomen. (…) Mijn kleren zijn haast de hele dag kliedernat. Ik ben doodmoe als ik ’s avonds thuiskom. Meestal val ik in slaap voor ik me heb opgefrist. Isabelle Read, 12 jaar, kolendraagster: ‘Het is zeer hard werk. Ik weet niet hoeveel keren ik heen en weer loop van de bodem van de put tot de muur. Ik draag bijna 65 kilo op mijn rug. Ik moet veel bukken en door water lopen dat tot mijn enkels reikt. Ik houd niet van dat werk; de andere meisjes ook niet, maar ik moet het wel doen.’ bron 17 negentiende eeuw dachten zo. Maar soms waren de werk- en leefomstandigheden van de arbeiders zo onvoorstelbaar hopeloos, dat zelfs de meest hardvochtige werkgever aan het denken werd gezet. bron 16 Enkele getuigenissen uit onderzoeken naar arbeidsomstandigheden in Engelse mijnen uit 1842 en 1844. kern 4 De industrialisatie van Nederland 3 Ontdekken Lees ‘Nederland loopt achter’ in de leertekst. a Beslis over de industrialisatie van Nederland van Nederland op de rest van Europa. In de negentiende eeuw bracht een Duitse schrijver een G Vul het schema in. Noteer de oorzaken van de achterstand Oorzaken bezoek aan Nederland. Hij merkte op dat als het fout liep met Europa, je het best naar Nederland kon gaan: daar gebeurde alles vijftig jaar later. De achterstand van Op dat moment had hij gelijk. In vergelijking met andere landen Nederland was Nederland een achtergebleven gebied. Dat betrof vooral de economie. Waar in heel West-Europa de fabrieksschoorstenen rookten en de steden snel groeiden, leek Nederland stil te staan. Stel dat je in 1860 in Nederland als minister in de regering zit en b je moet de industrialisatie stimuleren. Aan welke twee zaken zou Leg je antwoord uit. Aan welke oorzaak zou je als minister iets kunnen doen? je speciaal aandacht schenken? Maak deze opdracht met je buurman of buurvrouw. 1 4 Bekijk WB bron 15. Voor het ontstaan van industrie in een Voordat je kunt beslissen op welke twee zaken jullie de bepaald gebied zijn een paar dingen noodzakelijk. Die noem nadruk gaan leggen bij de industrialisatie, moet je eerst weten je voorwaarden. Welke voorwaarden voor industrialisatie kun wat de mogelijkheden zijn. je in het kaartje ontdekken? Kruis de juiste zinnen aan. Welke bronnen uit HB en WB kun je daarbij gebruiken? ? ? ? ? de nabijheid van een grondstof als steenkool Stel bij iedere bron de vraag of de bron iets te maken heeft een goede verbinding met een zeehaven met de oorzaken van industrialisatie van Nederland. Leg ook de aanwezigheid van spoorwegen uit waarom wel of niet. de verbouw van katoen op plantages HB bron 12: ja • nee, 2 Probeer nu zelf ook nog twee dingen te noemen die gunstig zijn voor het ontstaan van industrie in een gebied. HB bron 13: ja • nee, omdat HB bron 14: ja • nee, omdat Br u g g e A n t w er p en M ech el en G en t B r u s s el 183 5 O o ste nde Leu v en bron 15 Industrie en verbin- Ma a st ric h t Ak e n dingen in België rond 1850. Lu i k Ver v ie r s N am en B er g en Ch ar l er oi Cou v i n steenkoolgebied spoorweg haven 0 50 km katoen metaal 58 HOOFDSTUK 3 De Industriële Revolutie ? het stimuleren van de aanwezigheid van goedkope HB bron 15: ja • nee, omdat arbeidskrachten ? het stimuleren van meer investeringen WB bron 15: ja • nee, omdat b Leg je keuze uit. keuze 1: WB bron 16: ja • nee, omdat WB bron 17: ja • nee, omdat keuze 2: WB bron 18: ja • nee, omdat HB H3 §4 Leertekst WB bron 19: ja • nee, omdat Verwerken 5 Lees nog eens ‘Nederland loopt achter’ in de leertekst. Welke 7 Vul met behulp van de leertekst het schema over de industria- twee oorzaken voor het ontstaan van industrie op een lisatie van Nederland in. In het schema komen oorzaken en bepaalde plaats worden in die tekst genoemd? gevolgen van die industrialisatie te staan. 8 a Leg met behulp van WB bron 15 en 19 uit dat de afscheiding van België in 1839 een grote klap was voor de 6 a Hieronder staat een aantal zaken die een rol kunnen modernisering van de economie van Nederland. spelen bij de industrialisatie van een gebied. Aan welke twee zaken zouden jullie als minister van Nederland extra aandacht en geld willen geven? b ? ? ? ? ? juist daar al vroeg industrie kwam. de aanleg van wegen, spoorwegen en kanalen Leg met behulp van de kaart van WB bron 15 uit waarom het moderniseren van een zeehaven meer handel met Indonesië de winning van grote hoeveelheden grondstoffen het op grote schaal inzetten van stoommachines Profijt van Nederlands-Indië 1850 1860 1870 1880 Paardenmolens 1930 1710 910 570 Windmolens 3050 3400 3120 1790 Watermolens 470 500 250 160 Stoommachines 292 820 2740 3930 bron 16 Aantal krachtwerktuigen in industrie Nederlands-Indië was een deel van Nederland. Het eilandenrijk was een interessant gebied voor de Nederlandse ondernemer. Hij kon er bijvoorbeeld grondstoffen vandaan halen. Van de totale uitvoer aan machines ging twee derde naar de kolonie. Tussen 1866 en 1900 voerde Nederland in totaal voor ruim 80 miljoen gulden aan katoenen stoffen uit. Het grootste deel daarvan, ruim 63 miljoen gulden, werd naar Nederlands-Indië geëxporteerd. bron 18 en nijverheid in Nederland. Jaar Steden met Nederland België 1800 1 67 4 1830 38 319 1 4 1840 152 1044 3 12 1850 292 2013 1800 1900 meer dan 100 000 inwoners 1 50 000-100 000 inwoners 20 000-50 000 inwoners bron 17 Gegevens over de verstedelijking van bron 19 Aantallen stoommachines in België Nederland in de negentiende eeuw. en Nederland in de industrie. 59