Lezen met een metronoom Blijft die stapel papieren op uw bureau

advertisement
Lezen met een metronoom
Blijft die stapel papieren op uw bureau maar groeien? En verschijnen er steeds meer ongelezen
boeken op de plank? Dan is een snelleescursus misschien de oplossing. Aanbieders genoeg; hoe
kleurrijker hun folders, hoe groter hun beloften. Maar kunnen ze die wel waarmaken?
Maastricht 2009. Het zaaltje waar Jan-Willem van den Brandhof zijn snelleescursus geeft, ademt rust.
Bloemen op houten tafels, planten in iedere hoek, en overal vensters die uitzien op een tuin met
heesters en coniferen. Op een kast tikt een metronoom, langzaam en kalmerend, als een pendule.
Dan brengt Van den Brandhof het tempo van het apparaat omhoog. Van largo naar allegro, van
allegro naar presto. En steeds sneller schieten we met onze pennen over de tekst voor ons. Iedere tik
een regel. Iedere regel een woord of 15. Van 500 naar 1000 woorden per minuut. Van 1000 naar
2500. Maar liefst 10 keer het tempo van de gemiddelde lezer. En nóg sneller. Prestissimo.
Maar opeens zakt het tempo weer in. De rust keert weer. Ja, nu hebben we tenminste weer tijd om
echt te lezen. Hoe snel gaat dit eigenlijk? Achthonderd woorden per minuut? Maar dat is nog steeds
zeshonderd meer dan waarmee we vanochtend begonnen!
´Logisch´, zegt Van den Brandhof. ´Als onze hersenen eenmaal gewend zijn aan een extreem hoge
snelheid, ervaren ze die achthonderd woorden als een slakkengang.´
Logisch inderdaad. Want liet hardloopster Nellie Cooman zich niet om dezelfde reden achter een
vrachtwagen binden? Zo raakten haar hersenen vertrouwd met hoge snelheden, en kon ze mentale
barrières doorbreken.
Snelleescursussen zijn populair. Zoek op internet en de aanbieders verdringen zich tot ver beneden
het beeldscherm. Ze garanderen dat u uw leessnelheid kunt verhogen van 200 naar 1000 woorden
per minuut, terwijl uw begrip aanmerkelijk zal stijgen. Sommige goeroes zetten nog hoger in, op
2500 woorden, en de meest ambitieuze collega´s plakken daar nog een nulletje aan vast. 25.000
woorden per minuut dus. Dat zijn ieder uur 10 boeken van 300 pagina´s.
Goed nieuws dus voor iedereen met een ongelezen boekenkast. Dadelijk schieten we er met
decimeters per dag doorheen. Tenminste, als er enige grond bestaat voor alle claims. Zijn
wetenschappers net zo positief als al die folders van de aanbieders? Het lijkt er wel op. Luister naar
Ton Dijkstra, universitair hoofddocent psychologische functieleer en cognitieve wetenschappen aan
de Universiteit Nijmegen. ‘Ja, mensen zullen hun leessnelheid ongetwijfeld kunnen opvoeren. Ik
besteed nu minder tijd aan een onderzoeksrapport dan toen ik student was, en ik begrijp het beter.
Dat komt omdat ik flexibeler te werk ga. Vroeger las ik de hele tekst door, terwijl ik nu begin met de
samenvatting of de algemene discussie. Ja, ik kan me voorstellen dat je zoiets kan leren in een
cursus.'
Maar pas op. Hiermee geeft Dijkstra niet zijn zegen aan de hele snelleesindustrie. De meeste
cursussen besteden namelijk weinig aandacht aan dit flexibel lezen. Het gaat vooral om snelheid.
Cursisten moeten veel woorden per minuut verwerken. Uitgedrukt in computertermen: niks slimme
software; onze hardware zelf wordt krachtiger.
Oogbewegingen
Hoe kunnen we onze snelheid opvoeren? Allereerst moeten we meer begrip krijgen voor onze
oogbewegingen, zeggen de docenten. De meeste lezers hebben het gevoel dat hun blik gestadig
langs de regels strijkt, maar wie zo leest, ziet hoogstens een vage veeg. Alleen als ze stilstaan, kunnen
de ogen iets opvangen. Dus schieten ze in sprongen over de pagina. Dat-kun-nen-klei-ne-spron-genzijn-zoals-de-ze, maar ook veel grotere (dit was er één). Hoe verder we springen, hoe groter onze
snelheid.
Helaas, ongetrainde lezers pakken per sprong hoogstens een paar letters mee, en bovendien maken
ze paar storende fouten. Net als op de basisschool hebben ze de neiging de woorden aan zichzelf
voor te lezen. Dit subvocaliseren doen ze geluidloos en onbewust, maar het houdt toch enorm op.
Daarnaast lezen ze niet netjes van links naar rechts, maar juist vijf woorden voorwaarts, en weer drie
terug. Ook deze regressie gaat niet met opzet, maar het drukt het tempo enorm.
Een pen en een metronoom vormen de oplossing voor dit probleem. Door die als marker te
gebruiken kan de cursist het probleem aanpakken. Hij strijkt er ritmisch mee over de regels, net als
op de lagere school, toen hij zijn vinger gebruikte tegen het het probleem van het teruglezen. De
metronoom helpt subvocaliseren te voorkomen, een probleem dat we ook tegenkwamen. Als de
cursist met grote snelheid langs de regels gaat, kan niet meer subvocaliseren.
De snellezende student komt er ondertussen achter dat hij ook nog eens meer van de tekst begrijpt.
Geen wonder, zegt Van den Brandhof. ´Ons brein voelt zich prettig als de informatie snel
binnenkomt. Anders krijgt het niet genoeg prikkels en kan het aan andere dingen gaan denken. Dan
ontdekken we na twee bladzijden dat we niets onthouden hebben. Maar geef de hersenen duizend
woorden per minuut en je ziet de concentratie omhoog gaan.´
Een klein kijkraam
Dijkstra gelooft niets van deze superbreintheorie. ‘Dit zijn van die onbewezen stellingen die iedereen
van elkaar overschrijft. Zoals de mythe dat we maar tien procent van onze hersenen gebruiken. Of
dat negentig procent van de communicatie non-verbaal is. Alle onderzoeken die ik langs heb zien
komen, wijzen in een andere richting. Wat ons vertraagt, zijn juist de hersenen. Als ik nu steeds
sneller ga praten, heb jij op een gegeven moment geen tijd meer om de geanalyseerde informatie in
je geheugen vast te leggen.’
We zullen Dijkstra dan ook niet zien trainen op langere oogsprongen. ‘Dat heeft weinig zin. De
hersenen kunnen al die woorden niet zo snel verwerken. Los daarvan: ik geloof niet dat je die
sprongen werkelijk groter kan maken. Uit alle onderzoeken blijkt dat die hoogstens acht tekens groot
zijn. We kijken door een klein raampje en daar moeten we het mee doen.’
En dat is niet alles. Ook de andere pijlers onder de snelleestheorie staan volgens hem niet stevig. ´De
cursusaanbieders keren zich tegen vocalisatie, maar wat is erop tegen om woorden aan jezelf voor te
lezen? Als je iets hoort, onthoud je het beter dan wanneer je iets ziet. Het combineren van beide
soorten geheugen werkt natuurlijk nóg beter. En wat die regressie betreft, ook dat doe je niet voor
niets. Je hebt dan iets niet begrepen.’
Maar dat is tegen het zere been van de snelleesdocenten. Zij zijn ervan overtuigd dat mensen vooral
teruglezen uit onzekerheid. Kan Dijkstra dat uitsluiten? Hij haalt zijn schouders op. ‘Natuurlijk niet.
Het zou kunnen dat ze gelijk hebben. Maar wat mij betreft ligt de bal in het andere kamp. Laat ze
eens met bewijs komen.’
Wetenschappelijk onderzoek
Welnu, volgens de snelleesleraren staat het bewijs gewoon op internet. Op http://www.improvedreading.com/dateien/Section1.pdf om precies te zijn. Onderzoek van de Vrije Universiteit van Berlijn
bericht over 87 snelleescursisten die spectaculaire vooruitgang boekten. Hun leessnelheid ging
gemiddeld met een factor 3,4 omhoog, en het begrip werd anderhalf tot twee keer beter, zelfs bij
behoorlijk moeilijke teksten.
Overtuigend. Toch?
Toch niet. ‘Ik wil geen collega's afvallen,’ zegt Dijkstra, ‘maar ik ben wel wantrouwig. Een onderzoek
dat niet is gepubliceerd? In samenwerking met het Advanced Reading Centre, een commerciële
organisatie? Dat is al verdacht. Maar goed, daar moet ik natuurlijk overheen stappen. Veel erger is
dat het niet goed lijkt te zijn opgezet. Ik lees hier dat de deelnemers na iedere les werden getest.
Maar ik lees ook ze met dit soort testen geen ervaring hadden. Dan wordt het gevaarlijk. Want nu
weet ik niet wat hun verbetering veroorzaakt. Is dat de cursus? Of het feit dat de deelnemers met de
testen kunnen oefenen?’ De onderzoekers hadden een controlegroep moeten samenstellen, vindt
Dijkstra. ‘Mensen die alleen de testen doen en verder een cursus hiërogliefen of zoiets. Dan hadden
ze die twee groepen kunnen vergelijken.’
Nóg erger is volgens hem dat de statistiek ontbreekt. ‘Ik lees hier dat de mensen gemiddeld 3,4 keer
sneller gingen lezen. Maar hoe groot zijn de individuele verschillen? Ja, dat is erg belangrijk. Nu is het
theoretisch mogelijk dat 80 procent van de deelnemers ongeveer gelijk blijft, en dat de rest zo'n
grote sprong maakt dat je gemiddeld op die 3,4 uitkomt. Dan zou ik denken dat er met die 20
procent iets anders aan de hand is. In ieder geval kun je dan niets algemeens zeggen over de effecten
van snelleescursussen. Nee, als mijn studenten hiermee zouden komen, zou ik zeggen: 'Joh, ga eens
aan het werk'‘
En er is meer slecht nieuws voor snellezend Nederland. Want een ander onderzoek lijkt juist de
sceptici gelijk te geven. De Carnegie-Mellon University uit Boston vergeleek snellezers met normale
lezers. De resultaten waren teleurstellend. De snellezers lazen sneller dan de mensen zonder
training, maar die laatsten konden na afloop veel meer over de tekst vertellen; vooral als het ging om
de details. Hoe moeilijker bovendien de tekst, en hoe onbekender de informatie, des te groter het
verschil. Is dit onderzoek wél betrouwbaar? Of kan het snelleeskamp hier ook met succes zijn tanden
inzetten? ‘Onwaarschijnlijk,’ zegt Dijkstra. ‘Dit is goed opgezet, en de statistiek is aanwezig. Geen
wonder. Dit is uitgevoerd door Marcel Just en Patricia Carpenter. Dat zijn absolute toponderzoekers.’
Maar hoe zit het dan met al die enthousiaste referenties die Van den Brandhof op internet heeft
geplaatst? Ikzelf heb in ieder geval de indruk dat ik van lento naar andante ben geklommen. ´Dat is
prettig voor je,´ zegt Dijkstra. ´Maar ik wil bewijzen zien. Voer gedegen onderzoek uit en je kunt mij
overtuigen. Of ik zelf een keer naar zo’n cursus zou willen gaan? Ach, waarom ook niet?’
Nog sneller
Op internet valt het verhaal te lezen van Richard Welch, stichter van Subliminal Dynamics Brain
Management and the 'vader van de Mental Photography'. Zijn snelleescursisten werden – volgens de
auteurs – getest door de Arizona State University Psychology Department. Wat bleek? Deze
middelmatig intelligente studenten hadden geleerd met een vliegende vaart van twee miljoen
woorden per minuut over de bladzijden te gaan. Dat is één boek van 500 pagina's in minder dan acht
seconden. Niet alleen konden deze studenten snel lezen, maar ze sloegen de stof ook moeiteloos op
in hun langetermijngeheugen.
'Een Nobelprijs waard,' aldus de schrijvers. 'Welcome to the future!'
(http://www.subdyn.com/r&z.html)
Download