! " " # " # $ # ! Lucas 2 : 10, 11 “Wees niet bang”, zei hij, “want ik breng u het mooiste nieuws dat u ooit hebt gehoord. Het is groot nieuws voor heel het volk. Vandaag is in Betlehem de Redder geboren: Christus, de Here. % "" & ( " En de engel zeide tot hen: weest niet bevreesd, want zie, ik verkondig u grote blijdschap, die heel het volk zal ten deel vallen. U is heden de Heiland geboren, namelijk Christus, de Here, in de stad van David. ' ) *+ , " , , , " # & ' & # . & / " " # & " 01 Marcus 6 : 3 Dit is toch de timmerman, de zoon van Maria en de broer van Jacobus en Jozef en van Judas en Simon? En Zijn zusters wonen ook hier in Nazareth. Is dit niet de timmerman, de zoon van Maria, en de broeder van Jakobus en Jozef en Judas en Simon? En behoren zijn zusters niet hier bij ons? " % $ " # 2 4 5 3 "& * " 6 " " . # " 6 " Johannes 20 : 30 . . # Veel van de wonderen die Jezus voor de ogen van Zijn discipelen heeft gedaan, staan niet in dit boek vermeld. Ik heb hier enkele opgeschreven opdat u zult geloven dat Jezus de Christus is, de Zoon van God. Als u in Hem gelooft, leeft u in Zijn naam. " Jezus heeft nog wel vele andere tekenen voor de ogen van Zijn discipelen gedaan, maar deze zijn beschreven, opdat gij gelooft, dat Jezus is de Christus, de Zoon van God, en opdat gij, gelovende, het leven hebt in zijn naam. # " # " $ " " # & ! Matteüs 21: 9 Jezus reed midden tussen een zee van mensen, die riepen: “Eer voor de Zoon van David! Gezegend is Hij, die komt in de naam van God! Prijs Hem tot in de hoogste hemelen!” En de scharen, die vóór Hem uitgingen en die volgden, riepen, zeggende: Hosanna de zoon van David, gezegend Hij die komt in de naam des Heren; Hosanna in de hoogste hemelen. . 0 $ # " & & " # Matteüs 21: 12, 13 Jezus ging naar de tempel en joeg de handelaars en hun klanten eruit. De tafels van de geldwisselaars en de kraampjes van de duivenhandelaars gooide Hij omver. “Er is geschreven dat Gods huis een huis van gebed moet zijn. Maar wat hebt u ervan gemaakt? Een rovershol!” Zei Hij. " En Jezus ging de tempel binnen en dreef allen uit, die verkochten en kochten in de tempel, en de tafels der wisselaars keerde Hij om en de stoelen van hen, die de duiven verkochten, en Hij zeide tot hen: Er staat geschreven: Mijn huis zal een bedehuis heten, maar gij maakt het tot een rovershol. $ # & . $ " " & %" 7 . Matteüs 22: 37-38 Jezus antwoordde: “Heb de Here, uw God, lief met heel uw hart, ziel en verstand. Dit gebod is het eerste en het belangrijkste. Het tweede, even belangrijke gebod is: ‘Hou net zoveel van uw medemens als van uzelf’.” Hij zeide tot hem: Gij zult de Here, uw God, liefhebben met geheel uw hart en met geheel uw ziel en met geheel uw verstand. Dit is het grote en eerste gebod. Het tweede, daaraan gelijk, is: Gij zult uw naaste liefhebben als uzelf. / " # "& 7 $ " "" Matteüs 23: 27 Godsdienstleraars en Farizeeërs! Het ziet er voor u slecht uit! Huichelaars, jullie lijken op witgekalkte graven, die er van buiten mooi uitzien, maar van binnen vol doodsbeenderen en verderf zitten. Wee u, schriftgeleerden en Farizeeen, gij huichelaars, want gij gelijkt op gewitte graven, die van buiten wel schoon lijken, maar van binnen vol zijn van doodsbeenderen en allerlei onreinheid. U doet u heel vroom en oprecht voor, maar in uw hart bent u huichelachtig en slecht. Zo ook gij, van buitenaf schijnt gij de mensen wel rechtvaardig, doch van binnen zit gij vol huichelarij en wetsverachting. 00 $ # % & # Matteüs 24: 42, 44 " " 8 Wees er dus altijd klaar voor, want je weet niet wanneer Ik kom. Waakt dan, want gij weet niet op welke dag uw Here komt. Zo kunnen ook jullie moeilijkheden vermijden, door altijd klaar te zijn voor Mijn onverwachte terugkeer. Daarom, weest ook gij bereid, want op een uur dat gij het niet verwacht, komt de Zoon des mensen. % " $ "" / " " " % Matteüs 26: 12 Zij heeft deze zalfolie over mijn lichaam uitgegoten als voorbereiding op mijn begrafenis. $ & " Want toen zij deze mirre over mijn lichaam uitgoot, heeft zij dat gedaan om mijn begrafenis voor te bereiden. # " 9 : : # " ; # Matteüs 26 : 14, 15 Toen ging Judas Iskariot, een van de twaalf discipelen, naar de leidende priesters. Hij vroeg: “Hoeveel krijg ik als ik u Jezus in handen speel?” $ " : : $ " & " # & " . Toen ging één van de twaalven, genaamd Judas Iskariot, naar de overpriesters, en hij zeide: Wat wilt gij mij geven? Dan zal ik Hem u overleveren. < # *+ ' $ # # 5 " 8 . . 0= Matteüs 26 : 26 – 28 Tijdens het eten nam Jezus een brood, dankte God ervoor, brak het en gaf het aan Zijn discipelen. “Neem dit”, zei Hij, “en eet het op, want dit is mijn lichaam.” Daarna nam Hij een beker wijn, dankte God ervoor en gaf die aan hen. “Drink er allemaal uit”, zei Hij. “Dit is mijn bloed, waarmee het nieuwe verbond wordt bezegeld. Het zal vloeien om vergeving van zonden te bewerken.” , % En terwijl zij aten, nam Jezus een brood, sprak de zegen uit, brak het en gaf het aan zijn discipelen en zeide: Neemt, eet, dit is mijn lichaam. En Hij nam een beker, sprak de dankzegging uit en gaf hun die en zeide: Drink allen daaruit. Want dit is het bloed van Mijn verbond, dat voor u vergoten wordt tot vergeving van zonden. # 311 4 " < $ & # " " 9 Matteüs 26 : 37 – 39 Diezelfde avond ging Jezus met hen naar Gethsémané, een tuin op de Olijfberg. “Blijf hier zitten”, zei Hij tegen hen. “Ik ga wat verderop om te bidden.” Hij nam alleen Petrus, Jacobus en Johannes mee. Hij begon angstig en onrustig te worden. “Ik ben doodsbang”, zei Hij. “Mijn hart breekt van verdriet. Blijf hier met Mij waken.” Hij ging een aantal stappen verderop en knielde met Zijn gezicht op de grond en bad: “Vader! Als het mogelijk is, laat deze beker dan aan Mij voorbijgaan. Maar niet wat Ik wil moet gebeuren, maar wat U wilt.” En Hij nam Petrus en de twee zonen van Zebedeüs mee en Hij begon bedroefd en beangst te worden. Toen zei Hij tot hen: Mijn ziel is zeer bedroefd, tot stervens toe; blijft hier en waakt met Mij. En Hij ging een weinig verder en Hij wierp zich met het aangezicht ter aarde en bad, zeggende: Mijn Vader, indien het mogelijk is, laat deze beker aan Mij voorbijgaan, doch niet gelijk Ik wil, maar gelijk Gij wilt. & > # " $ & $ # " 0? Matteüs 26: 63, 64 “Uit naam van de levende God”, riep de hogepriester. “Zeg ons of U de Christus bent, de Zoon van God.”. “U zegt het.”, antwoordde Jezus. Hevig verontwaardigd scheurde de hogepriester zijn kleren kapot. Hij schreeuwde: “Hij belastert God!”. De mannen van de Hoge Raad schreeuwden allemaal: “Hij moet ter dood gebracht worden.” En de hogepriester zeide tot Hem: Ik bezweer U bij de levende God, dat Gij ons zegt, of Gij zijt de Christus, de Zoon van God. Jezus zei tot hem: Gij hebt het gezegd. Toen scheurde de hogepriester zijn kleren en zeide: Hij heeft God gelasterd! Zij antwoordden en zeiden: Hij is des doods schuldig. % # " ! " # # " # < . & . # . <. & ; # Matteüs 27 : 26 & Pilatus gaf opdracht Barabbas vrij te laten. Hij liet Jezus met een zweep afranselen en daarna wegbrengen om gekruisigd te worden. " Toen liet hij Barabbas los, maar Jezus geselde hij en hij gaf Hem over om gekruisigd te worden. $ , & & & " " & . " "" " . $ & " & % " 6 # 2 Lucas 23 : 33 Lucas 23 : 46 ! " - Twee misdadigers werden samen met Hem naar de plaats van terechtstelling gebracht. Daar werden ze alledrie gekruisigd. Jezus in het midden en de twee misdadigers aan weerszijden van Hem. En toen zij aan de plaats gekomen waren, die Schedel genoemd wordt, kruisigden zij Hem en ook de misdadigers, de ene aan zijn rechterzijde, de ander aan zijn linkerzijde. Op dat moment riep Jezus: “Vader, Ik vertrouw mijn geest aan U toe!” En met die woorden blies Hij Zijn laatste adem uit. En Jezus riep met luider stem: Vader, in uw handen beveel Ik mijn geest. En toen Hij dat gezegd had, gaf Hij de geest. 0@ )2 " # < "" & Matteüs 27 : 57 - 61 # " # " Bij het invallen van de avond ging een zekere Jozef van Arimathéa, een rijk man, en een discipel van Jezus, naar Pilatus toe. Hij vroeg hem om het lichaam van Jezus. Pilatus zei dat hij het mocht hebben. Jozef nam het lichaam en wikkelde het in nieuw, schoon linnen. Daarna legde hij het in een nieuw graf dat hij pas in de rotsen had laten uithakken. Hij rolde een grote steen voor de ingang en ging weg. $ Toen het nu avond geworden was, kwam een rijk man van Arimathéa, genaamd Jozef, die eveneens een discipel van Jezus was. Deze ging naar Pilatus en vroeg hem om het lichaam van Jezus. Toen beval Pilatus het hem te geven. En Jozef nam het lichaam en wikkelde het in zuiver linnen, en hij legde het in een nieuw graf, dat hij in de rots had laten uithouwen, en na een grote steen voor de ingang te hebben gewenteld, ging hij heen. , 2 " Matteüs 28 : 5, 6 ' De engel zei tegen de twee vrouwen: “U hoeft niet bang te zijn. Ik weet dat u Jezus zoekt, Die gekruisigd is, maar Hij is hier niet meer. Hij is weer levend geworden, zoals Hij had gezegd. Doch de engel antwoordde en zei tot de vrouwen: Weest niet bevreesd; want ik weet dat gij Jezus zoekt, de gekruisigde. Hij is hier niet, want Hij is opgewekt, gelijk Hij gezegd heeft. # # 8 # # < # 8 > I Korintiërs 15 : 3–7 Het belangrijkste van het goede nieuws dat ik heb ontvangen en u heb doorgegeven, is: Christus is voor onze zonden gestorven, zoals voorzegd is in de boeken. Hij werd begraven en is op de derde dag weer levend gemaakt, wat ook in de Christus is gestorven voor onze zonden, naar de schriften, en Hij is begraven en ten derde dage opgewekt, naar de schriften. En Hij is verschenen aan Kefas (Petrus), daarna aan de twaalven. Vervolgens is Hij verschenen aan meer dan vijf- 0A boeken stond. Hij is gezien door Petrus en daarna door de twaalf apostelen samen. Later is Hij gezien door 500 broeders tegelijk. Hoewel enkelen van hen gestorven zijn, leven de meesten nog. Hij is gezien door Jacobus, en daarna nog eens door alle apostelen. honderd broeders tegelijk, van wie het merendeel thans nog in leven is, doch sommigen zijn ontslapen. Daarna is Hij verschenen aan Jakobus, daarna aan al de apostelen. 9 ' "& # & " % . . " & Handelingen 1 : 9 – 11 Nadat Hij dit gezegd had, zagen zij hoe Hij omhoog ging in de lucht tot een wolk Hem aan het gezicht onttrok. Terwijl zij nog naar de lucht tuurden, stonden er plotseling twee mannen bij hen, met witte kleren aan. “Mannen uit Galilea”, zeiden zij, “wat staat u toch naar de lucht te kijken?”. Jezus is in de hemel opgenomen. Maar Hij zal net zo terugkomen als u Hem hebt zien weggaan. En nadat Hij dit gesproken had, werd Hij opgenomen, terwijl zij het zagen, en een wolk onttrok Hem aan hun ogen. En toen zij naar de hemel staarden, terwijl Hij henenvoer, zie, twee mannen in witte kleren stonden bij hen, die ook zeiden: Galilese mannen, wat staat gij daar en ziet op naar de hemel? Deze Jezus, die van u opgenomen is naar de hemel, zal op dezelfde wijze wederkomen, als gij Hem ten hemel hebt zien varen. $ " 0B • $ . . . . • • " 3 9 = " 9 " 0 # > " " - " 3 "4 # ' 9 C < > $ # # & . . 4 " ! . & . 9 • 4 , & . . . . . . . . • 3 =1 & . . . . . . 4 *+ , $ . % . . - • 3 2 " 9 # ' " " &