UDC 628.1+3:543.3:543.257.1 NEDERLANDSE NORM Water Bepaling van de pH NEN 6411 Water - Determination of pH 1e druk, november 1981 Vervangt NEN 1056-11.6 en NEN 3130 pH Onderwerp Deze norm beschrijft een methode voor de bepaling van de pH van water met de glaselektrode. Vo Toepassingsgebied Definities pH: De negatieve logaritme van de waterstof ionenactiviteit, or pH = - l g a ( H + ) of pH = - l g a ( H 3 0 + ) . ionensterkte van een oplossing: De halve som van de Produkten van de concentratie van de ionen en het quadraat van het ladingsgetal van de ionen. In vergelijking: ev I = 1 S ciZ? be Pr waarin: c/ is de concentratie van ion /', in mol/kg; Zj is het ladingsgetal van ion /". iew Beginsel De pH wordt gemeten met een elektronische voltmeter met hoge ingangsweerstand die tevens (of alleen) een pH-schaal bezit. De cel waarvan de bronspanning wordt bepaald bestaat uit een indicatie-elektrode, het monster of de standaardoplossing en een referentie-elektrode. De indicatie-elektrode is de glaselektrode, als referentie-elektrode dient in verreweg de meeste gevallen de "verzadigde" kalomelelektrode, gevuld met een geconcentreerde kaliumchloride-oplossing. Daar de meting van de activiteit van een enkel ion niet mogelijk is wordt in de praktijk de pH van een oplossing gemeten t.o.v. een standaardoplossing waarvan de pH door nauwkeurige metingen zo goed mogelijk is benaderd: pH x = pHc + (Ux -Us)i waarin: eld Dit document mag slechts op een stand-alone PC worden geinstalleerd. Gebruik op een netwerk is alleen. toestaan als een aanvullende licentieovereenkomst voor netwerkgebruik met NEN is afgesloten. This document may only be used on a stand-alone PC. Use in a network is only permitted when a supplementary license agreement for us in a network with NEN has been concluded. De norm is van toepassing op alle soorten water met een pH tussen 4,0 en 9,5 binnen een temperatuurtraject van 0 tot 50 °C. Bij monsters met geringe ionensterkte en/of buffercapaciteit moeten bijzondere voorzorgen in acht worden genomen. Aanwijzingen worden gegeven voor minder nauwkeurige metingen beneden pH = 4,0 en boven pH = 9,5 bij temperaturen tot 100 °C en in colloïdale oplossingen en suspensies. F — — ) RT\n 10 is de onbekende pH van de oplossing; is de pH van de standaardoplossing; is de bronspanning van de cel met de standaardoplossing, in V; is de bronspanning van de cel met het monster, in V; PH Sl ux RT In 10 h is een constante waarvan de waarde afhankelijk is van de temperatuur (zie tabel 1 ); deze waarde is 0,0592 V bij 25 °C. Het is de helling van de rechte lijn die in een grafiek het verband aangeeft tussen de bronspanning (in V) en de pH-schaalwaarde. Opmerking Aan het grensvlak van twee oplossingen met verschillende concentraties (kaliumchloride-oplossing en te meten oplossing) is een onbekend potentiaalverschil aanwezig. Als de ionensterkte van monster en standaardoplossing in grootte uiteenlopen, kan dit potentiaalverschil bij de meting van het monster een andere waarde hebben dan bij de meting van de standaardoplossing en een fout geven in de gemeten p H . Dit document is een voorbeeld van NEN / This document is a preview by NEN NEN 6411 NEN 6411 2 RT\n 10 Tabel 1 — Variatie i met de temperatuur RT In 10 T ЯЛп10 T F F <°C) (V) (°C) 0 5 10 0,0542 0,0552 0,0562 50 55 60 (V) I 0,0641 0,0651 0,0661 Vo 15 20 25 0,0572 0,0582 0,0592 30 35 40 45 ! 65 70 75 0,0671 0,0681 0,0691 0,0601 0,0611 0,0621 80 85 90 0,0701 0,0711 0,0721 0,0631 95 100 0,0730 0,0740 I or De steilheid van een glaselektrode is niet altijd gelijk aan de theoretische waarde en verandert tijdens de levensduur van de elektrode. De gevonden waarden bij 25 °C liggen tussen 0,047 V en 0,061 V . Daarom is het gebruikelijk dat een pH-meter een inrichting bezit waarbij de pH-schaal door kalibratie kan worden aangepast (steilheidscorrectie). Het verdient aanbeveling verouderde glaselektroden niet te gebrui­ ken voor nauwkeurige metingen. be F ev Pr Men kalibreert dan op twee standaardoplossingen Si en S 2 en stelt de pH-schaal zo in dat voldaan w o r d t aan. pHc = pHc + (c7c ^ s2 Hs, s2 PHX= pH5i + Ux - ) / ? r | n 10 iew zodat Us ) ( s,/ Us jf• <pHS2-pHSi). Voor meten bij hoge drukken moet rekening worden gehouden met de afhankelijkheid van de druk (zie 14.7). 5.1 Reagentia Standaardoplossingen eld 5 Voor de kalibratie van de pH-meter zijn een aantal standaardoplossingen nodig (zie 9). In bijlage A w o r d t beschreven op welke wijze en met welke hulpmiddelen de gebruiker zelf standaardoplossingen kan vervaar­ digen. V o o r de gebruiker is het echter eenvoudiger en net zo betrouwbaar om gebruik te maken van gekoch­ te, gecertificeerde bufferoplossingen. De certificering van deze bufferoplossingen moet geschieden door de nationale standaardenlaboratoria (voor Nederland is dit het Van Swinden Laboratorium van de Dienst van het IJkwezen). Bij de kalibratie moet altijd rekening worden gehouden met de temperatuurcorrectie (zie tabel 2). 5.2 Verzadigde kaiiumchloride-oplossing Los ongeveer 260 g kaliumchloride grotendeels op in 1 I water. 5.3 Kaiiumchloride-oplossing 1 mol/l Los 74,5 g KCl op in een maatkolf t o t 1 I. 6 Toestel en hulpmiddelen 6.1 Een p H - m e t e r m e t s t e i l h e i d s c o r r e c t i e en t e m p e r a t u u r c o m p e n s a t i e Opmerking De temperatuurcompensatie kan dienen voor het overbruggen van kleine verschillen in temperatuur tussen stan­ daarden en monsters maar is meestal niet voldoende nauwkeurig over temperatuurtrajecten groter dan 5 of 10 ° C . Voor nauwkeurige metingen moet de pH-meter t o t op 0,01 kunnen worden afgelezen. Dit document is een voorbeeld van NEN / This document is a preview by NEN NEN6411 3 Een glaselektrode en een referentie-elektrode, ai of niet gecombineerd Opmerking Bij niet-gecombineerde elektroden moet de referentie-elektrode van het door de fabrikant van de glaselektrode voorgeschreven type zijn als bij verschillende temperaturen wordt gemeten. De referentie-elektrode is meestal een kalomelelektrode. De bronspanning van een cel bestaande uit beide elektroden en een oplossing met pH = 7,0 moet bij voorkeur 0 zijn. Voor metingen boven pH = 10,0 moet een glaselektrode van speciaal glas (meestal lithiumhoudend) worden gebruikt. Opmerking Afhankelijk van de aard van de meting (continu of ée'nmalig, in het water zelf, op de plaats van de monsterneming, in het laboratorium) kunnen verschillende typen van elektroden worden gebruikt: dik-of dunwandig, traag of snel, met of zonder doorstroming, zonder of met uitstroming van kaliumchloride-oplossing. Vo Monsterneming Voer de meting bij voorkeur uit in het water zelf of onmiddellijk na de monsterneming. Neem het monster in een fles van polyetheen of borosilicaatglas. Vul de fles volledig. Voorkom dat bij de monsterneming en bij de meting kooldioxide of ammoniak ontsnapt of wordt opgenomen. Conditionering en behandeling van de toestellen be iew ev Pr or Conditioneer, tenzij de fabrikant anders voorschrijft, een nieuwe glaselektrode ten minste 8 h in een gebufferde oplossing of in leidingwater. Bewaar, tenzij de fabrikant anders voorschrijft, de glaselektrode en ook de gecombineerde elektrode in een gebufferde oplossing of in leidingwater (zorg dat bij een gecombineerde elektrode ook de uitvloei-opening ondergedompeld is en breng de dop op de vulopening aan). Bewaar een kalomelelektrode in een kaliumchloride-oplossing van dezelfde concentratie als in de elektrode aanwezig is en breng de dop op de vulopening aan. Gebruik de pH-meter in het door de fabrikant toegelaten gebied voor wat betreft de vochtigheid, vochtigheidsgraad en temperatuur. Houd rekening met de door de fabrikant opgegeven opwarmtijd. Verwijder het dopje van de vulopening van de kalomelelektrode voor de meting en zorg dat voldoende kaliumchloride-oplossing in het reservoir aanwezig is. Reinig bij langdurige metingen de elektroden periodiek (geregeld: dagelijks of wekelijks) met ultrasone trillingen, door langzaam wrijven met een veger of door spoelen met alcohol of aceton indien de monsters vetten of oliën bevatten. In het laatste geval moet het contact met het oplosmiddel zo kort mogelijk zijn om vermindering van de respons t.g.v. ontwatering van de gellaag te beperken. Kalibrering van de pH-meter Opmerkingen eld Zorg dat standaardoplossingen en monsters zo veel mogelijk bij dezelfde temperatuur worden gemeten. Spoel de elektroden met gedestilleerd water en met een portie van de standaardoplossing. Plaats de elektroden in een standaardoplossing met een pH van ongeveer 7. Meet de temperatuur van de oplossing. Breng het nulpunt van de meter, indien instelbaar, op de pH van de standaardoplossing. 1. Sommige glaselektroden vormen met de bijbehorende referentie-elektrode een keten die in een oplossing met pH = 4 een bronspanning nul geeft. In dat geval moet de ftalaatoplossing als eerste standaardoplossing fungeren (zie bijlage A , paragraaf 1 ). 2 . Als er geen goede aanpassing is tussen nulpunt van de meter en nulpunt van de keten moet de kalibrering met beide standaardoplossingen worden herhaald. Verwijder het dopje van de kalomelelektrode. Stel de meter in werking en regel de asymmetriepotentiaal totdat de juiste pH-aflezing is verkregen voor de gebruikte standaardoplossing bij de gemeten temperatuur. , Gebruik bij monsters met pH > 7 een tweede standaardoplossing met pH = 9 of 10, bij monsters met pH < 7 een tweede standaardoplossing met pH = 4. Meet de temperatuur van deze oplossing. Stel de juiste temperatuur in met de knop op de pH-meter. Regel de steilheid totdat de juiste pH-aflezing wordt verkregen met de tweede standaardoplossing bij de gemeten temperatuur. Controleer de juiste instelling en de juiste werking van de pH-meter door een herhaling van de eerste meting en de meting van een derde standaardoplossing in het bereik van pH = 4 tot 9,5 of 10. Herhaal de kalibrering tijdens en na de metingen. Het tijdsverloop tussen twee kalibraties moet zo worden gekozen dat de drift van de meter in dat tijdsverloop binnen de grenzen van de fout valt. Dit document is een voorbeeld van NEN / This document is a preview by NEN KH2PO4 +Na 2 HP0 4 pH = 6,857 6,963 6,912 6,873 6,857 6,843 6,828 6,823 6,814 6,817 6,830 6,85 6,90 6,92 temperatuur 0 10 20 25 30 37 40 50 60 70 80 90 95 7,390 7,369 7,406 7,506 7,460 7,423 KH2PO4 + Na 2 HP0 4 pH = 7,406 9,451 9.329 9,225 4,000 3,997 4,000 4,159 4,208 4,235 4,050 4,080 4,116 4,011 4,022 4,027 4,005 8,91 8,90 8,89 9,009 8,965 8,932 9,138 9,088 9,066 9,179 Na 2 B4O 7 .10H 2 O pH =9,179 KHC 6 H 4 (COO) 2 pH = 4,005 De concentraties van de componenten van de standaardoplossingen zijn vermeld in bijlage A (A1 - A7). Waarden ontleend aan Covington, А.К. (lit. 14.15). - - eld be iew Tabel 2 — pH s van standaardoplossingen van 0 tot 95 С ev Pr or 9,725 9,75 9,77 9,800 9,753 9,728 1,689 1,72 1,73 10,894 10,80 10,71 11,678 11,423 11,192 12,267 12,049 11,959 1,648 1,649 1,650 9,948 9,889 9,866 1,653 1,660 1,671 12,491 1,646 9,995 13,360 12,965 12,602 1,638 1,644 10,273 10,154 10,045 j i Ca(OH)2 pH = 12,431 ; КНз(С 2 0 4 ) 2 .2Н20 pH = 1,646 NaHC0 3 + N a 2 C 0 3 pH = 9,995 Vo Dit document is een voorbeeld van NEN / This document is a preview by NEN NEN6411 5 Uitvoering van de meting van het monster Spoel de elektroden met gedestilleerd water of met porties van het te meten monster. In het bijzonder bij monsters met een lage ionensterkte of een geringe buffercapaciteit moet langdurig met gedestilleerd water of wel zeven of acht maal met het te meten monster worden gespoeld. Vermijd ontsnappen of oplossen van kooldioxide en ammoniak door het opleiden (niet inleiden) van wat stikstofgas of wat lucht vrij van kooldioxide die vooraf heeft geborreld door een wasfles gevuld met een andere portie van het monster. Laat het oorspronkelijk aanwezige gas ontsnappen door een buisje met kleine middellijn. Roer de te meten oplossing en beëindig het roeren vlak voor de meting. Gebruik indien mogelijk voor metingen bij lage ionensterkte of buffercapaciteit een cel met (langzame) doorstroming. Voer de meting van de monsters uit op gelijke wijze als de kalibrering. Ververs daarna het analysemateriaal en meet de pH opnieuw. Herhaal dit totdat de aflezing vrijwel constant is (het verschil tussen twee opeenvolgende pH-metingen mag bij een goede pH-meter en in goede staat verkerende elektroden niet groter zijn dan 0,01 of 0,02 pH-eenheden). Vo Oplossingen met geringe ionensterkte en buffercapaciteit Bij metingen in oplossingen met een geringe ionensterkte en buffercapaciteit kan het geruime tijd duren voor een stabiele instelling van de meter wordt verkregen. Is de ionensterkte van het water kleiner dan 10~3 (overeenkomende met een soortelijke geleiding van enkele duizenden дБ/т) dan is het beter om zoveel kaliumchloride-oplossing (5.3) toe te voegen dat de concentratie van het kaliumchloride 10"2 mol/l wordt. Als na 3 min nog geen constante waarden voor de pH worden afgelezen wijst dit meestal op een lage ionensterkte. Oplossingen met een pH groter dan 10 or In het gebied boven pH = 10 is ook bij gebruik van een geschikte elektrode de meting onnauwkeuriger. Gebruik van de standaardoplossing van calciumhydroxide is dan aan te bevelen (zie bijlage A, paragraaf 7). Oplossingen met een pH kleiner dan 4 Ook in het gebied beneden pH = 4 treden afwijkingen op. Hier is kalibrering met kaliumtriwaterstofioxalaat aan te bevelen. Colloïdale oplossingen en suspensies Pr iew ev be Colloïdale oplossingen en suspensies vertonen een suspensie-effect. Dit effect heeft twee oorzaken (zie bijlage A, paragraaf 6). Er is in de eerste plaats een afwijkende diffusiepotentiaal tussen kalomelelektrode en suspensiedeeltjes. Deze afwijking kan worden vermeden door de kalomelelektrode in de bovenstaande vloeistof (of in het ultrafiltraat) te plaatsen. De positieve of negatieve adsorptie van de hydroniumionen aan de geladen deeltjes van de suspensie geeft verder een verschil in aanwijzing als de glaselektrode wordt verplaatst van de suspensie naar de bovenstaande vloeistof. Storingen in de meter of bij de elektroden eld Instabiliteit van de nulpuntinstelling kan worden veroorzaakt door een fout in het elektronisch circuit of door fluctuaties in de voeding. Een sterke afwijking bij de kalibrering met tweede standaardoplossing kan te wijten zijn aan — haarscheurtjes of breuk van de glaselektrode; — onderbreking van het contact in de kaliumchloride-oplossing door te geringe vulling, door een luchtbel of door verstopping o.a. met vast kaliumchloride; — verontreiniging van de kaliumchloride-oplossing; — een vuile glaselektrode; — inwendige breuk van de elektrode. Verder geven elektrostatische ladingen bij lage vochtgehalten van de atmosfeer en lekstroompjes in het bijzonder bij hoge vochtgehalten eveneens afwijkingen. Een zeer langzame instelling ook bij goed gebufferde oplossingen wijst op storingen. Herhaling van de meting met elektroden die in goede conditie verkeren kan een goed hulpmiddel zijn om een storing te lokaliseren of te ontdekken. Nauwkeurigheid en juistheid De herhaalbaarheid hangt af van de pH-meter en van de elektroden, maar de standaardafwijking mag ten hoogste ± 0,02 bedragen bij nauwkeurige metingen. De systematische fouten (o.a. de diffusiepotentiaal) geven afwijkingen tot 0,05 pH-eenheid. Voor het gebruik van de pH-meting voor berekeningen met chemische evenwichten dient men te bedenken dat een absolute fout in de pH overeenkomt met een naar verhouding grote relatieve fout in de activiteit van de waterstof (hydronium)ionen (zie tabel 3). Dit document is een voorbeeld van NEN / This document is a preview by NEN NEN6411 6 Tabel 3 — Nauwkeurigheid bij pH-metingen verschil in pH relatieve fout a(H30+) % 0,0043 0,0100 0,021 0,041 0,100 0,176 0,301 1,0 2,3 5,0 10 26 50 100 Vo 13 Verslag or Vermeld in het verslag: a. de gegevens die noodzakelijk zijn voor het identificeren van het monster; b. de toegepaste methode: volgens NEN 6411 (1981 ); c. de eventuele toevoeging van KCl tot een concentratie vàn 10"2 mol/l; d. welke elektroden werden gebruikt; e. de pH in twee decimalen (bij nauwkeurige metingen) en de temperatuur waarbij is gewerkt; f. de bijzonderheden tijdens de bepaling waargenomen; g. alle niet in de norm voorgeschreven handelingen die het resultaat kunnen hebben beïnvloed. 14.1 Milicvka, L., Zum Problem der pH-Messung in Suspensionen, Z. phys. Chemie, Leipzig, 249 (1972), p. 63-72 en 177-180. 14.2 Bates, R.G., Determination of pH, 2nd ed., 1973. 14.3 Durst, R.A., Standardization of pH measurements, Nat. Bureau of Standards, Washington DC 1975 PB 284127 distributed by NTIS, NBS 250-53. 14.4 Lorino, A., Measurement of the apparent pH of seawater with a combination micro-electrode. Limnol. en Oceanogr. 20 (1975) 654-657. 14.5 Standard Methods for the determination of water and waste water, Am. Publ. Health Ass. Washington DC, 14th ed., (1976) p. 460. 14.6 Bolt, G.H. en M.G.M. Bruggenwert, Soil chemistry, A: Basic elements, (1976) p. 87-89. 14.7 International Electrotechnical Commission -Subcommission 66 D, Standard for the expression of performance of pH meters (in voorbereiding). 14.8 DIN DIN DIN DIN DIN DIN DIN DIN 14.9 BS 3145 (1978) - Specification for laboratory pH meters. iew ev be Literatuur Pr 14 eld 19 260 19 261 19 262 19 263 19 264 19 265 19 266 19 267 (1971) - pH-Messung. Allgemeine Begriffe, (1971 ) - pH-Messung. Begriffe für Messverfahren mit Verwendung galvanischer Zellen. (1959) - Steckbuchse und Stecker geschirmt für pH - Elektroden (1961) - pH-Messung. Messfertige Glaselektroden. (1966) - pH-Messung. Messfertige Bezugselektroden demontierbar. (1967) - pH-Messung. pH-Messzusatz. Anforderungen. (1979) - pH-Messung. Standardpufferlösungen. (1978) -pH-Messung. Technischer Pufferlösungen vorzugweise zur Eichung von technischen pH-Messanlage. 14.10 lUPAC 14, Com. on Phys. Chem. Measurements and Standards. 14.11 Alphen, H. van, Clay colloid chemistry, (1977) p. 210 e.v. 14.12 Methods for chemical analysis of water and wastes, US Environmental Protection Agency, 3rd ed. (1979), Method 150.1. 14.13 Handbook for analytical quality control in water and waste water laboratories, US Environmental Protection Agency, 1979,3.3. 14.14 Covington, A.K., Symposium on standardization of pH, IUPAC, Lissabon, 1980. Dit document is een voorbeeld van NEN / This document is a preview by NEN Bestelformulier Stuur naar: NEN Standards Products & Services t.a.v. afdeling Klantenservice Antwoordnummer 10214 2600 WB Delft NEN Standards Products & Services Postbus 5059 2600 GB Delft Vlinderweg 6 2623 AX Delft T (015) 2 690 390 F (015) 2 690 271 Ja, ik bestel __ ex. NEN 6411:1981 nl Water - Bepaling van de pH www.nen.nl/normshop € 31.80 Wilt u deze norm in PDF-formaat? Deze bestelt u eenvoudig via www.nen.nl/normshop Gratis e-mailnieuwsbrieven Retourneren Wilt u op de hoogte blijven van de laatste ontwikkelingen op het gebied van normen, Fax: (015) 2 690 271 E-mail: [email protected] Post: NEN Standards Products & Services, t.a.v. afdeling Klantenservice Antwoordnummer 10214, 2600 WB Delft (geen postzegel nodig). normalisatie en regelgeving? Neem dan een gratis abonnement op een van onze e-mailnieuwsbrieven. www.nen.nl/nieuwsbrieven Gegevens Bedrijf / Instelling T.a.v. O M O V Voorwaarden • De prijzen zijn geldig tot 31 december 2016, E-mail tenzij anders aangegeven. • Alle prijzen zijn excl. btw, Klantnummer NEN verzend- en handelingskosten Uw ordernummer BTW nummer en onder voorbehoud bij o.m. ISO- en IEC-normen. Postbus / Adres • Bestelt u via de normshop een PostcodePlaats pdf, dan betaalt u geen handeling en verzendkosten. TelefoonFax • Meer informatie: telefoon (015) 2 690 391, dagelijks Factuuradres (indien dit afwijkt van bovenstaand adres) van 8.30 tot 17.00 uur. Postbus / Adres • Wijzigingen en typefouten in teksten en prijsinformatie PostcodePlaats voorbehouden. • U kunt onze algemene voorwaarden terugvinden op: DatumHandtekeningwww.nen.nl/leveringsvoorwaarden. Normalisatie: de wereld op één lijn. preview - 2016