 
                                De circulatie Grote en kleine bloedsomloop Hart en bloedvaten Bouw en werking van het hart, bloed en bloedsomloop uitleggen:  LEERDOELEN:  de samenstelling van bloed weergeven  de functie van bloedcellen weergeven  bloedgroepensysteem  de bloedsomloop globaal kunnen beschrijven (incl. de 3 verschillende soorten bloedvaten) Circulatie CIRCULATIE, wat is het?    Het geheel van circulerende vloeistoffen in ons lichaam Hart - Het orgaan dat de circulatie mogelijk maakt Het systeem dat de vloeistoffen bevat >  Bloed   Weefselvocht   <in bloedvaten> <rondom lichaamscellen> Lymfevocht  <in lymfevaten> Circulatie zorgt voor:  Vervoer van stoffen en warmte door het lichaam  Bewaren van evenwicht in inwendig milieu  Bescherming van het lichaam Grote en kleine bloedsomloop Grote en kleine bloedsomloop  https://www.youtube.com/watch?v=pULytfpp5Dc Grote bloedsomloop  Vanuit hart > alle delen lichaam  Linker hartkamer pompt bloed via aorta lichaam in  Aorta vertakt in steeds kleinere vaten en haarvaten  De organen gebruiken voedingsstoffen en zuurstof uit de haarvaten en geven ook weer afvalstoffen af aan de haarvaten.  Het bloed wordt via de aders weer terug naar het hart vervoerd.  Dit komt in rechter boezem van hart. Kleine bloedsomloop  Vervoert bloed vanuit de rechter kamer via de longen naar de linker boezem.  Zorgt voor opname van zuurstof en afgifte van koolstofdioxide Het hart Het hart Ter grootte van een vuist  Harthelft bovenste deel: boezem (atrium)  Harthelft onderste deel: kamer (ventrikel)  Bestaat uit sterk spierweefsel  Het ligt in hartzakje, tussen de longen  In het hart zitten kleppen  Hart heeft eigen prikkelgeleidingssysteem> samentrekken en ontspannen  HARTWERKING  ‘De pomp’ > bloedsomloop   Autonoom (onwillekeurig)  Hartslagfrequentie  Bloeddruk bovendruk – onderdruk Samentrekken - ontspannen BLOEDVATEN  Slagaders (arteriën) = voeren bloed van hart af Kloppen, O2 rijk elastisch weefsel kleppen alleen in begin!  Haarvaten (capillairen) = overgang slagader > ader uitwisseling van stoffen  Aders (venen) = voeren bloed naar hart terug spierpomp kleppen, O2 arm Het bloed BLOED  BLOEDPLASMA (55%)  water (90%)  plasma-eiwitten (7%)    BLOEDCELLEN (45%)  rode bloedcellen = erytrocyten (95%)  witte bloedcellen = leukocyten (0,1%)  bloedplaatjes = trombocyten (5%) zouten (1%) afvalstoffen ) voedingsstoffen) (2%) hormonen ) FUNKTIES  FUNKTIE PLASMA met name plasmaeiwitten nodig voor: - uitwisseling stoffen - bloedstolling - antistoffen Anders problemen FUNKTIE BLOEDCELLEN Rode bloedcellen- erytrocyten -hemoglobine, rode kleurstof (O2)  Transport zuurstof Witte bloedcellen-leukocyten, dan heb je:  Granulocyten, twee derde -algemene weerstand  Bloedarmoede: gebrek aan circulerende hb Ook wel fagocyten = vreetcellen  Lymfocyten, een derde -immuniteit : gericht tegen bepaalde bact. en virus. (Specifieke weerstand) FUNKTIE BLOEDPLAATJES, trombocyten Geen cellen, maar brokstukjes - bloedstolling trombose = stolsel (thrombus) in de bloedvaten embolie = meegesleurd stolsel anti-stollingsmiddelen (bloedverdunners, sintrommitis®- werkt ong 48 uur, Marcoumar®- werkt een paar dagen Bloedbezinking  Ook wel BSE  Bij een ontsteking BSE sterk verhoogd, veel lymfocyten  Het is een bewijs dat er iets aan de hand is Lymfatisch systeem LYMFATISCH SYSTEEM  Lymfevatenstelsel + lymfatische organen - lymfeklieren - milt - zwezerik (thymus) - amandelen  Funktie van lymfeknopen: - opeten/inpakken bacterien - filterstations voor lymfe - verdikte klier duidt op ziekteproces >90.000 km bloedvat ABO stelsel Rhesusstelsel Wat is het?  ABO-stelsel : bloedgroep A, B, AB en 0.  Rhesusstelsel :  85% bezit antigeen D > rhesusantigeen.  Deze mensen zijn rhesus positief (Rh+)  15% ontbreekt antigeen D, Rh-. Rhesus  Wat gebeurt er als als Rh+ wordt gegeven aan Rh-?  Voor Rh+ vreemd omdat binnenkomende cellen stof D bevatten, die hij niet heeft.  Patient maakt na enige tijd rhesus antistoffen  Krijgt patient nog eens Rh+ bloed > fataal  Binnenkomende bloedcellen met antigeen D worden afgebroken door antistoffen die aanwezig zijn van vorige keer. Rhesus zwangerschap  Als een rhesus (D)-negatieve zwangere vrouw een rhesus (D)-positief kind verwacht, als de vader rhesuspositief is. Dan kan deze rhesus (D)-factor van het kind aanleiding zijn tot het vormen van antistoffen door de moeder.  Tijdens de zwangerschap, maar vooral tijdens de geboorte kunnen rode bloedcellen van het kind in de bloedbaan van de moeder terechtkomen. Vervolg..  Omdat het lichaam van de moeder deze rhesus (D)positieve rode bloedcellen als vreemd herkent, maakt het rhesus (D)-antistoffen aan.  Dit gebeurt meestal pas na de bevalling. Daarom is de kans op problemen bij het eerste kind klein.  Tijdens een zwangerschap geeft de moeder via de placenta antistoffen aan haar ongeboren kind. Op die manier krijgt het kind de eerste afweer tegen allerlei ziekten via de moeder.  Wanneer de moeder tijdens een vorige zwangerschap rhesus (D)antistoffen heeft aangemaakt, blijven deze in haar bloed aanwezig en kunnen ze bij een volgende zwangerschap via de placenta in de bloedsomloop van het (ongeboren) kind komen.  Hierdoor kunnen dan problemen ontstaan wanneer zij een rhesus (D)-positief kind verwacht.  Deze antistoffen van de moeder breken de rode bloedcellen van het kind af en zo krijgt het bloedarmoede. Film: bloedgroepen  https://www.youtube.com/watch?v=QGpYBlEb6y0  https://www.youtube.com/watch?v=XeIXGz0yv24 Bloedgroepen Bloedgroep A Antigenen op rode bl.c A-antigenen B-antigenen A en B antigenen Antistoffen in bloed Anti-B Anti-A Geen anti-B Anti-B en Geen anti-A anti-A Kan bloed A en 0 ontvangen van B en 0 A, B, AB en 0 0 Kan bloed geven aan B en AB AB A en AB B AB 0 Geen A, geen B A,B, AB en 0