8.4-Bloed stroomt

advertisement
Biologie – Samenvatting §8.4+§8.5
§8.4-Bloed stroomt
Bloed bestaat uit:
1) Bloedplasma:
-Water
-Eiwitten
-Voedingsstoffen
-Afvalstoffen
-Hormonen
-Stollingsstoffen
2) Bloedcellen:
a] Rode bloedcellen (Erythrocyten)
•Bevatten hemoglobine, dat zuurstof kan binden.
•Hebben geen kern.
•Zijn plat
b] Witte bloedcellen (Leukocyten)
•Zorgen voor afweer, ze kunnen binnendringers opeten of er antistoffen
tegen maken.
•Hebben wél een kern.
•Kunnen vervormen.
c] Bloedplaatjes (Trombocyten)
•Dienen voor stolling.
•Hebben geen kern.
Alle bloedcellen worden gemaakt in het (rode) beenmerg, in de platte beenderen.
Bloed Stroomt
↓
Kracht = Pomp = Hart
↓
Bedding = Bloedvaten
Wij hebben een gesloten bloedsomloop.
Er zijn 3 typen bloedvaten:
Slagaders: Vervoeren bloed vanaf het hart naar de organen.
Haarvaten: Zitten in organen. Bij de haarvaten vindt het laden en lossen van
(voedings)stoffen plaats.
Aders: Vervoeren het bloed vanaf de organen terug naar het hart.
Biologie
GA3B
Er zijn ook twee verschillende bloedsomlopen:
Kleine bloedsomloop: Hart → Longen → Hart
Grote bloedsomloop: Hart → Alle organen in het lichaam → Hart
Het hart bestaat uit twee boezems en
twee kamers, zoals hiernaast te zien
is. Die kamers zijn verbonden met
(slag)aders, die naar een orgaan toe
gaan.
We hebben een dubbele
bloedsomloop. Dat wil zeggen dat er
2 pompen zijn. Beide pompen sturen
evenveel bloed weg. Bij ons zitten
die 2 pompen in 1 orgaan: Het hart.
RB
LB
RK
LK
Een hartslag bestaat uit 3 delen:
1) De boezems trekken samen:
Bloed naar de kamers.
2) Kamers trekken samen:
Bloed naar de slagaders.
3) Hartpauze:
De hartspier is ontspannen.
Dit gaat constant door. Als je meer beweegt, is er meer bloed nodig, en gaat het hart
dus sneller kloppen. Ook andersom: Als je minder beweegt, gaat je hart minder snel
kloppen.
Het hartritme wordt geregeld door de sinusknoop, die stroomstootjes afgeeft. Die
knoop wordt bestuurd door de hersenen.
Het gemeten hartritme (hartslagen) zet je in een elektrodiagram.
§8.5-Rond je cellen
Het bloed voert glucose en zuurstof aan via haarvaten. Dit zijn hele dunne adertjes.
Glucose en zuurstof komen eerst in de weefselvloeistof (=Het tussenstation tussen
het bloed en de cellen) terecht. Nadat de glucose en het zuurstof in de
weefselvloeistof is geweest, nemen de cellen de stoffen op. Daarna geven de cellen
afvalstoffen af aan het weefselvloeistof.
Biologie
GA3B
Een deel van de weefselvloeistof stroomt direct terug in de haarvaten. Het andere
deel gaat via de lymfevaten terug in het bloed. Door het lymfevatenstelsel stroomt
lymfe terug naar het bloed.
Lymfevaten vervoeren lymfe naar lymfeknopen of lymfeklieren. De lymfeknopen
controleren of de lymfe ziektewekkers of ongewenste stoffen bevat. Als lymfeknopen
(te)veel ziektes moeten bestrijden, zwellen ze op.
Biologie
GA3B
Download