info voor de patiënt Onderzoeken van de prostaat UZ Gent, Uro-oncologische groep Beste mijnheer, U consulteert uw uroloog omdat u uw prostaat wil laten onderzoeken of omdat uw huisarts u doorverwezen heeft met een afwijkende bloedwaarde. Met deze brochure willen we u wegwijs maken in de verschillende onderzoeken van de prostaat. Misschien zijn niet alle onderzoeken die in deze brochure opgesomd staan voor u van toepassing. Uw uroloog zal u vertellen welke onderzoeken u moet ondergaan. De prostaat De prostaat is een klier die onder en tegen de blaas ligt. De prostaatklier ligt rond de plasbuis en is omhuld door het prostaatkapsel, de buitenkant van de prostaat. Hebt u nog vragen, dan kan u bij uw behandelend arts of de verpleegkundig consulent uro-oncologie terecht. Inhoud De prostaat 3 Aandoeningen van de prostaat 4 Onderzoeken van de prostaat 5 Bijkomende onderzoeken 10 Fig. 1: de prostaat en de zaadblaasjes (afbeelding van www.gezondheidsplein.nl) De eigenlijke functie van de prostaat is vocht aanmaken. Dit prostaatvocht vormt samen met de zaadcellen het sperma. In het prostaatvocht zitten stoffen die de zaadcellen beschermen en helpen om de eicel bij de vrouw te bereiken en te bevruchten. De zaadcellen worden aangemaakt in de teelballen en opgeslagen in de bijballen. De zenuwen die de erectie van de penis en het afsluiten van de blaas regelen, liggen heel dicht tegen het prostaatkapsel en zijn er soms mee vergroeid. Bij het klaarkomen worden zaadcellen uit de bijballen vermengd met vocht uit de zaadblaasjes en de prostaat en via de plasbuis naar buiten gestoten. 2 Onderzoeken van de prostaat Onderzoeken van de prostaat 3 Aandoeningen van de prostaat kunnen zich verspreiden van het orgaan waar ze in ontstaan zijn, naar andere plaatsen in het lichaam. Prostaatkanker is kanker die begint in de prostaat. De drie meest voorkomende aandoeningen van de prostaat zijn goedaardige prostaatvergroting, prostaatontsteking en prostaatkanker. Prostaatkanker is de meest voorkomende vorm van kanker bij mannen en wordt nu meer ontdekt en vaak in een vroeger stadium. Deze kanker kan actief opgespoord worden vanaf de leeftijd van 50 jaar via een bloedonderzoek (PSA) en het bevoelen van de prostaat. Prostaatkanker geeft dikwijls geen plasklachten en wordt vaak pas ontdekt bij een gericht onderzoek. Onderzoeken van de prostaat Plasklachten staan dus niet gelijk aan kanker van de prostaat. Onderzoek en behandeling van de plasklachten kunnen wel prostaatkanker aan het licht brengen. Goedaardige prostaatvergroting Vanaf de puberteit begint bij elke man de prostaat te groeien. Het groeien van de prostaat geeft meestal geen problemen, maar wanneer de prostaat naar binnen toe vergroot en op de plasbuis of tegen de blaas drukt, kunnen plasklachten optreden. Bij een goedaardige prostaatvergroting, ook bekend als de ‘oudemannenziekte’, treden volgende klachten op: moeilijker plassen, moeilijker starten met plassen, ’s nachts dikwijls opstaan om te plassen, het plassen moeilijk kunnen uitstellen, vaak moeten plassen, niet helemaal leeg kunnen plassen en/of een verminderde straal. Prostaatontsteking Een ontstoken prostaat wordt prostatitis genoemd. Dit houdt in dat een kiem de prostaat is binnengedrongen en een infectie veroorzaakt heeft. Deze infectie kan plots optreden of al langere tijd aanwezig zijn. Mannen die last hebben van een plots ontstoken prostaat klagen vaak over pijnlijk, moeilijk plassen, het gevoel ‘op een warm ei te zitten’ en koorts. Bij een prostaatontsteking die al lange tijd aanwezig is, kunnen de klachten minimaal zijn. Prostaatkanker Kanker is een abnormale ontwikkeling en groei van cellen die afwijken van de oorspronkelijke cellen van het orgaan waarin de kanker ontstaat. Kankercellen 4 Onderzoeken van de prostaat Vooraleer de arts de diagnose van een prostaataandoening, zoals goedaardige prostaatvergroting, prostaatontsteking of prostaatkanker kan stellen, dienen een aantal onderzoeken te gebeuren. Laat u niet afschrikken door de opsomming van onderzoeken die hier volgt. Bij het eerste bezoek aan de uroloog vindt een anamnese plaats, uw PSA wordt besproken en u krijgt een uroflowmetrie en een echografie. Indien nodig zal de arts u doorverwijzen voor een scan (NMR en spectroscopie). Bij afwijkende resultaten zal hij of de radioloog na de scan een prostaatbiopsie uitvoeren. Anamnese De anamnese is een bevraging waarbij de arts zoveel mogelijk informatie probeert te verzamelen over uw gezondheidstoestand en eventuele plasklachten. De arts kan u ook een vragenlijst laten invullen die peilt naar plasklachten bij mannen. Belangrijk is om ziektes die u hebt, operaties die u onderging en alle medicijnen die u inneemt, te vermelden. Zijn er in uw familie mannen die prostaatkanker hebben, dan verneemt uw arts dit graag. PSA Bij het bloedonderzoek wordt het prostaatspecifiek antigen (PSA) bepaald. PSA is een eiwit in het bloed dat voornamelijk aangemaakt en afgescheiden wordt door de prostaat. Een verhoging van het PSA kan een eerste aanwijzing zijn voor een prostaatprobleem. Prostaatproblemen die een PSA-stijging geven, zijn een prostaatOnderzoeken van de prostaat 5 ontsteking, een goedaardige prostaatvergroting en prostaatkanker. Deze stijging betekent dus eigenlijk dat verder onderzoek wenselijk is. Nadat u in de uroflowmeter geplast hebt, zal de arts door middel van een echografie op de onderbuik kijken in hoeverre u volledig leeggeplast bent. De hoeveelheid PSA in het bloed is afhankelijk van de grootte van de prostaat. Dit betekent dat mannen met een grote prostaat meer PSA in hun bloed hebben dan mannen met een kleinere prostaat. Bij een goedaardige prostaatvergroting is het dus normaal dat het PSA gestegen is. Nadien doet de arts een echografie van de nieren om na te gaan of deze niet gestuwd zijn (= uitzetting van de nier omdat de urine niet kan afvloeien). Prostaatontsteking geeft een tijdelijke verhoging van het PSA. Als de ontsteking behandeld is, zal ook het PSA dalen. Prostaatkankercellen produceren meer PSA dan een normale prostaatcel. Vervolgens zal de arts ook uw prostaat bekijken. Voor deze echografie maakt hij gebruik van een buisvormige probe (fig. 2) die hij langs uw anus in de endeldarm naar binnen schuift. De arts kan met de echografie de prostaat opmeten om de grootte van de prostaat te bepalen. Sommige afwijkende zones in de prostaat zijn ook zichtbaar. Uw arts zal de nodige gegevens in kaart brengen om na te gaan wat de stijging van het PSA veroorzaakt. PSA is immers afhankelijk van een aantal factoren. Rectaal toucher Om een idee te krijgen van de vorm, de grootte en de hardheid van de prostaat bevoelt de arts de prostaat met de vinger via de anus. Dit onderzoek wordt een rectaal toucher genoemd. Het onderzoek is niet pijnlijk, maar kan wel een ongewilde plasdrang opwekken. Uroflowmetrie Een uroflowmetrie is een onderzoek dat inzicht geeft in de manier waarop u plast. Voor dit onderzoek plast u met volle blaas in een speciaal toilet waarop meetapparatuur bevestigd is. Het is belangrijk om te plassen met een volle blaas, om een zo natuurlijk mogelijke weergave te krijgen van de plasstraal die u normaal hebt. Een volle blaas staat gelijk met het moment waarop u thuis zou rechtstaan vanuit de zetel om naar toilet te gaan, omdat u aandrang voelt om te plassen. Hebt u nog geen gevoel van volle blaas, dan drinkt u best nog enkele bekers water (een viertal bekers) en wacht u tot u aandrang krijgt om te plassen. Echografie Een echografie werkt met (niet-hoorbare) geluidsgolven die via een probe (=echokop) uitgezonden en weer opgevangen worden. De computer zet de opgevangen geluidsgolven om in een beeld. 6 Onderzoeken van de prostaat Fig. 2: echografie van de prostaat (afbeelding van www.prostaat.nl) NMR en spectroscopie van de prostaat De uroloog legt de resultaten van de anamnese, het PSA, het rectaal toucher en de echografie samen. Na het maken van de nodige berekeningen, maakt de arts een inschatting van uw risico op prostaatkanker. Als de arts vermoedt dat u een verhoogd risico loopt, laat hij u een NMR en spectroscopie van de prostaat ondergaan. Nucleaire magnetische resonantie (NMR) of MRI is een techniek waarbij gebruik gemaakt wordt van een sterk magneetveld en radiogolven. De signalen die hierdoor in het lichaam opgewekt worden, worden opgevangen en door een computer omgezet naar een beeld. Voor dit onderzoek worden geen X-stralen gebruikt. Wel wordt via de anus een kleine probe ingebracht (net zoals bij de Onderzoeken van de prostaat 7 echografie). Het onderzoek is behoorlijk lawaaierig. U hoort een opeenvolging van kloppende en borende geluiden. De NMR maakt uiterst gedetailleerde beelden van de prostaat. Het onderzoek kan een eventuele tumor aan het licht brengen en de uitgebreidheid en grootte ervan vaststellen. Via een bijkomende spectroscopie kan bovendien de agressiviteit van de tumor beoordeeld worden. Een tumor maakt immers bepaalde stoffen in andere verhoudingen aan dan normaal prostaatweefsel. De mate waarin deze verhoudingen wijzigen, bepaalt de agressiviteit van de tumor. Het onderzoek met de NMR wordt vaak als onaangenaam ervaren, omdat er net zoals bij de echografie een probe geplaatst wordt via de anus. De antibiotica start u vanaf de avond vóór de biopsie (=eerste pil). De ochtend van de biopsie neemt u de tweede pil antibiotica. In de dagen volgend op de biopsie neemt u de antibiotica verder (’s ochtends en ’s avonds één pil) tot het doosje leeg is. Deze antibiotica moet u innemen omdat de arts met een naald doorheen de darm naar de prostaat zal prikken. Dit wil zeggen dat darmbacteriën uw prostaat zouden kunnen besmetten en u een prostaatontsteking zou kunnen oplopen. De pijnstillende zetpil plaatst u één uur vóór de biopsie (fig. 4). Voor u de zetpil plaatst, probeert u nog stoelgang te maken. De pijnstillende zetpil zorgt ervoor dat u plaatselijk, dus ter hoogte van de endeldarm, veel minder zult voelen dat de arts in de prostaat prikt. Prostaatbiopsie Bij een biopsie worden met een holle naald stukjes weefsel uit de prostaat genomen. Tijdens de biopsie maakt de arts gebruik van een echografie om de prostaat goed te kunnen zien (fig. 3). Het weefsel dat bij de biopsie weggenomen werd, wordt microscopisch onderzocht. Uit het onderzoek van deze weefselstalen of cilinders kan de patholoog (=arts gespecialiseerd in weefseldiagnostiek) opmaken of er al dan niet kanker aanwezig is en de vermoedelijke graad van agressiviteit van de kanker bepalen. Fig. 3: prostaatbiopsie (afbeelding van www.kiesbeter.nl) Voorbereiding op de prostaatbiopsie Als u zogenaamde “bloedverdunners” neemt (aspirine, ontstekingsremmers, stollingsremmers…), zal u de inname waarschijnlijk één week voor de biopsie moeten stoppen. Dit wordt in overleg met uw arts bepaald. Vermeld dan ook steeds dat u dergelijke medicamenten neemt. Als voorbereiding op de biopsie moet u antibiotica nemen en een pijnstillende zetpil opsteken. 8 Onderzoeken van de prostaat Na het onderzoek kunt u vrijwel onmiddellijk naar huis. Het is nuttig om dan thuis enkele extra glazen water te drinken. De uitslag van het microscopisch onderzoek is doorgaans na 1 week gekend. De uroloog zal het resultaat met u bespreken tijdens een volgende afspraak. Fig. 4: plaatsen van pijnstillende zetpil Nevenwerkingen van de prostaatbiopsie Het is niet abnormaal dat uw urine nog enkele dagen wat rood verkleurd is. Ook bij de ontlasting of zaadlozing kan nog wat rood of donker bloed aangetroffen worden. Als u normaal gezien bloedverdunners neemt, is het mogelijk dat het bloedverlies wat langer duurt. Verder kan ook een lichte pijn laag in de onderbuik tot enkele dagen na de biopsie nog voorkomen. Alarmtekenen na prostaatbiopsie Ernstige complicaties zijn zeldzaam. Toch moet u uw arts contacteren als u koorts (meer dan 38,5°C), rillingen of een branderig gevoel hebt bij het plassen binnen twee tot drie dagen na de biopsie. Dit zou betekenen dat u, ondanks de antibiotica, toch een ontsteking opgelopen hebt en u een andere antibioticabehandeling nodig hebt. Ook moet u uw arts raadplegen als u langer dan twee dagen veel bloed bij de urine ziet of als u niet kan plassen hoewel u het gevoel hebt dat u moet plassen. Onderzoeken van de prostaat 9 Bijkomende onderzoeken Als de voorgaande onderzoeken prostaatkanker aantonen, zal de arts bepalen hoe groot het risico op uitzaaiing van de kankercellen is. Afhankelijk van dit risico zal de arts u bijkomende onderzoeken laten ondergaan. Met computertomografie (CT-scan) kunnen lymfeklieren die vergroot of verdacht zijn, opgespoord worden. Een botscan toont mogelijke uitzaaiingen naar het bot en andere aandoeningen van de gewrichten en botten. CT-scan De CT-scan is een onderzoek met röntgenstralen, waarbij de computer beelden maakt van dwarsdoorsneden van de onderbuik. Voor het maken van een CT-scan moet u op een tafel liggen die doorheen een cirkelvormige opening wordt geschoven. Tijdens het doorschuiven worden de verschillende beelden gemaakt. Voor dit onderzoek moet u uw bovenkledij uitdoen. Het maken van de CT-scan duurt ongeveer tien minuten. Voor het onderzoek wordt soms contraststof toegediend. Als u allergisch bent voor contraststof, laat dat dan weten aan uw arts. Indien nodig zal die u een voorbereiding met corticotherapie voorschrijven. Voorbereiding op de CT-scan thuis Als voorbereiding op de CT-scan moet u contraststof drinken. Deze contraststof is niet radioactief, maar zorgt ervoor dat de darmen beter in beeld worden gebracht. U krijgt hiervoor twee flesjes gastrografine mee naar huis. Het eerste flesje lost u op in een glas water en drinkt u de avond voor het onderzoek op. De gastrografine heeft een anijssmaak. Houdt u niet van deze smaak, dan kan u de gastrografine in appelsap oplossen. Voorbereiding op de CT-scan in ziekenhuis Voor u de CT-scan krijgt, plaatst de verpleegkundige eventueel een infuus voor het toedienen van contraststof. Deze contraststof zorgt ervoor dat de bloedvaten beter zichtbaar worden. Wanneer u deze contraststof krijgt, kan u over het hele lichaam een warm gevoel krijgen. Sommige mensen geven aan dat ze het gevoel hebben dat ze ongewild plassen, wat niet zo is. Zelden kan een lichte misselijkheid optreden. Tijdens het scannen zal men u verschillende keren vragen om kort de adem in te houden gedurende een drie- à viertal seconden. Botscan Bij de botscan wordt een kleine hoeveelheid licht-radioactieve stof (tracer) ingespoten. Deze stof zet zich vast in de botten. Na drie uur kan de camera beelden maken van het hele lichaam. De camera zendt geen radioactieve stralen uit, maar maakt opnames van de straling die door de tracer in de botten wordt afgegeven. De voorbereiding van de botscan gebeurt meestal in de voormiddag. De beeldopnames vinden plaats in de namiddag. Tijdens het maken van de beeldopnames moet u stil liggen op een onderzoekstafel, terwijl een open camera over en om u heen beweegt. Het scannen met de camera duurt ongeveer 1 uur. U krijgt het resultaat van het onderzoek van uw behandelende arts. Voorbereiding op de botscan Juwelen of metalen voorwerpen laat u bij voorkeur thuis, want die moet u verwijderen voor het onderzoek. Als voorbereiding op het maken van de beelden, krijgt u een kleine hoeveelheid licht-radioactieve stof ingespoten in een ader van de arm. Deze prik kan u vergelijken met een prik bij bloedafname. Vindt uw onderzoek plaats in de voormiddag, dan eet en drinkt u niets meer vanaf middernacht. Is het onderzoek in de namiddag gepland, dan mag u ‘s ochtends nog een licht ontbijt nemen. Daarna mag u niets meer eten en drinken. Na de inspuiting drinkt u veel (tot 1,5 liter water) om de opname van tracer in de geslachtsklieren en de blaaswand te verminderen. Door het vele drinken wordt de beeldopname van het bekken ook beter beoordeelbaar. Eén uur voor het onderzoek lost u het tweede flesje gastrografine op in een glas water en drinkt u het op. Kort voor het onderzoek ledigt u de blaas. 10 Onderzoeken van de prostaat Onderzoeken van de prostaat 11 Polikliniek Urologie Tel. 09 332 22 78 Dienst Radiologie • Echografie Tel. 09 332 29 25 • CT-scan Tel. 09 332 61 82 • MR-afdeling Tel. 09 332 40 82 Dienst Nucleaire Geneeskunde (botscan) Tel. 09 332 58 46 v.u.: Eric Mortier, afgevaardigd bestuurder UZ Gent, De Pintelaan 185, 9000 Gent Hospitalisatieafdeling Urologie Tel. 09 332 27 61 Universitair Ziekenhuis Gent De Pintelaan 185 - 9000 Gent Tel. +32 (0)9 332 21 11 - Fax +32 (0)9 332 38 00 [email protected] - www.uzgent.be MODULO.be 118705 - Juni 2011 Deze brochure werd enkel ontwikkeld voor gebruik binnen het UZ Gent. Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van het UZ Gent.