pagina 1 van 3 Titus Auteur: Uwe Rosenberg Uitgegeven door Adlung Spiele, 2000 Een omgedraaid kaartspel voor 2 tot 4 spelers vanaf 10 jaar Vrij vertaald door Stijn Denoulet Inhoud 54 muntkaarten (waarden van 1 – 19) 12 zegepuntkaarten (7 – 18) Spelregels Doel van het spel De spelers proberen getallenrijen van 4 opeenvolgende munten te maken. Dit is echter niet zo gemakkelijk, aangezien men interessante munten uit de voorraad van de medespelers enkel met de verdekte zijde krijgt. Daarom moet men beide kaartenzijden proberen te onthouden, om bij ruil niet voor onaangename verrassingen te staan. Voorbereiding De 12 zegepuntkaarten worden gesorteerd volgens waarde en als open stapel op de tafel gelegd. Waarde 18 ligt bovenaan, waarde 7 onderaan. De muntkaarten worden 2-zijdig geschud, dit betekent: eerst alle kaarten schudden, dan wordt de stapel in 2 verdeeld, 1 stapel wordt omgedraaid, en dan worden alle kaarten samen nog eens goed geschud. Op deze manier worden de voor- en rugzijden ook geschud. De geschudde muntenstapel wordt als trekstapel naast de zegepuntkaarten gelegd. Er wordt een startspeler bepaald. Belangrijk: Op de kaarten is er geen klassieke voor- en rugzijde meer. Met voorzijde wordt de zijde bedoeld, die op dat moment zichtbaar is. De andere zijde is bijgevolg de rugzijde. Draait men de kaart om, dan wordt de rugzijde voorzijde en omgekeerd. Het verschil in getallen van beide zijden bedraagt maximaal 2. Toont de voorzijde bijvoorbeeld een 8, dan kan op de achterkant een 6, 7, 8, 9, of 10 staan. Het afleggen Elke speler heeft zijn eigen aflegplaats en mag er willekeurig veel munten liggen hebben. Als de getallen direct op elkaar volgen, kunnen de munten zoals in afbeelding 1 over elkaar gelegd worden. De munten met het hogere getal liggen altijd bovenop de munten met een lager getal Muntkaarten die alleen uitliggen, noemt men afzonderlijke kaarten (zoals in de afbeelding kaart 3 en 15), de overige kaarten zijn samenhangende kaarten. Munten met gelijke waarde kunnen niet samenhangen. Aan een getallenrij 9, 10, 11 kunnen enkel de getallen 8 of 12 aangelegd worden. Samenhangende munten kunnen in de eigen aflegplaats niet meer gesplitst worden, hoewel ze misschien nog met andere munten verbonden zouden kunnen worden. pagina 2 van 3 Van zodra een speler een samenhangende muntenrij heeft van minstens 4 munten, mag hij de bovenste zegepuntkaart nemen. Hierop legt hij de muntenrij, zodat nog steeds de hoogste waarde bovenaan ligt. (zie afbeelding 2) Aan deze muntenrij mogen geen munten meer aangelegd worden. De speelbeurt Beginnend met de startspeler beslissen de spelers in uurwijzerzin of ze A. De bovenste munt van de trekstapel nemen B. De bovenste munt van een reeds in zegepunten omgezette getallenrij nemen A. Munten van de trekstapel nemen De speler neemt zich de bovenste munt van de trekstapel. Belangrijk: niemand mag de rugzijde van de kaart zien. Hij beslist dan of hij: 1. De munt zelf aflegt. Kan hij de munt aan 1 of meerdere reeds afgelegde kaarten leggen, dan is hij nogmaals aan de beurt. (naar keuze actie A of B) 2. De munt met een medespeler ruilt. Hiervoor legt hij de net getrokken kaart met de voorkant als afzonderlijke kaart in de afleg van deze medespeler, en neemt in ruil een andere afzonderlijke munt. Deze wordt omgedraaid en in de eigen afleg geplaatst, als afzonderlijke of samenhangende kaart. Legt hij de kaart samenhangend, dan is hij nogmaals aan de beurt. B. Munten nemen die reeds in zegepunten zijn omgezet De speler neemt de bovenste munt van de getallenrij (van een medespeler) die reeds zegepunten heeft opgebracht. (In afbeelding 2 de 11) Hij moet de kaart omdraaien en in zijn eigen afleg leggen, naar keuze samenhangend of afzonderlijk. Legt hij de munt samenhangend, dan is hij nogmaals aan de beurt. Tip: Wanneer een speler aan de beurt komt, mag hij Eerst muntkaarten van zijn eigen afleg zo samenbrengen, dat de kaarten samenhangend worden. Dit telt niet als speelbeurt Ten allen tijde tijdens zijn beurt een samenhangende rij in zegepunten omzetten. Dit telt niet als spelbeurt Belangrijk: Samenhangende rijen mogen bij het omzetten in zegepunten niet gesplitst worden. Ze moeten volledig omgezet worden, ook als ze uit meer dan 4 kaarten bestaan. Zijn er geen zegepuntkaarten meer, dan blijven de getallenrijen in de eigen afleg tot op het einde van het spel liggen. Spelbeurt beëindigen Een spelbeurt wordt beëindigt als een speler een munt in zijn afleg alleen maar als afzonderlijke kaart kan onderbrengen. Als een munt in fase A of B samenhangend kan afgelegd worden, mag hij verder munten bijnemen. (actie A of B) Ten laatste na de 3e getrokken kaart is de speelbeurt voorbij, zelfs wanneer deze nog samenhangend geplaatst kan worden. pagina 3 van 3 Uitzondering: Heeft een speler éénduidig het minste aantal zegepuntkaarten voor zich liggen, dan is er geen begrenzing op zijn aantal acties. Zijn beurt is voorbij wanneer hij een afzonderlijke kaart moet leggen of niet meer de minste zegepuntkaarten bezit. Speleinde Van zodra de laatste munt van de trekstapel getrokken wordt, eindigt het spel. Deze laatste munt mag nog ingezet worden om een rij te vervolledigen of om te ruilen. Voor elke volledige getallenrij krijgen de spelers nog 6 zegepunten. Deze worden gesommeerd met de waarden van de zegepuntkaarten De speler met het meeste aantal zegepunten wint het spel. Bij gelijkstand wint de speler die in totaal het meeste munten op zijn zegepuntkaarten liggen heeft