Haalbaarheidsstudie ecologische netwerken: ecologische, economische, sociale en juridische aspecten Laurence LEDUC1, Brecht VERMOTE2, Aurore DI GIUSTO3 , Charles-Hubert BORN4, Xavier LOMBART4, Els VANTHOURNOUT5, Jan VINCKE5 and Wouter VERHEYEN5 1Laboratoire d'écologie, FUSAGx ; 2Laboratorium voor Bos, natuur en landschap, KULeuven ; 3Centre Entreprise-Environnement, UCL ; 4Séminaire de Droit de l’Environnement, UCL ; 5Resource Analysis B.V., Antwerpen Inleiding Behoud van biodiversiteit is een basisaspect van duurzame ontwikkeling. Het ultieme gevolg van menselijke aanwezigheid en de ontginning van natuurlijke hulpbronnen is het verschijnen van een mozaïek van (semi)natuurlijke habitats; verspreide ‘groene eilanden’ in een voor het overige intensief gecultiveerde (landbouw, bosbouw), stedelijke en/of industriële omgeving. Met het oog op het reduceren van het aantal -door de toegenomen fragmentatie- met uitsterven bedreigde soorten, is het (her)aanleggen van ecologische netwerken een mogelijke oplossing. Een ecologisch netwerk (EN) kan gedefinieerd worden als “het geheel van biotopen geschikt om een maximaal aantal soorten een tijdelijk of permanent levensmilieu te verschaffen, overeenstemmend met hun levensbehoeften en hun overleven op lange termijn garanderend”*. EN’s trachten de nodige voorwaarden te scheppen die het mogelijk maken dat populaties of soorten kunnen overleven in een gefragmenteerd landschap waar in grotere of minder mate menselijke activiteiten plaatsvinden. Het oprichten van een EN bestaat erin dat een welgekende hulpbron -het grondgebiedwordt toegekend aan verschillende duurzame exploitatievormen, met als doel het behouden van de biodiversiteit. Hierbij zullen talrijke actoren rechtstreeks betrokken zijn, b.v. landbouwers, landeigenaars, lokale autoriteiten, natuurverenigingen, omwonenden,... De haalbaarheid van het (her)inrichten van een EN zal in grote mate afhangen van de participatie van deze actoren. Tot vandaag werden ecologische netwerken, het juridische kader van landgebruik en de socio-economische evaluatie van biodiversiteit altijd op een autonome manier aangepakt. Dergelijke aanpak kan echter ernstige beperkingen leggen op het succes van een EN op lange termijn. Wil een EN succesvol zijn, dan is het noodzakelijk om op regionale schaal ook de bestaande juridische en socio-economische werkelijkheid in rekening te brengen, alsook mogelijke interferenties tussen het oprichten van een EN en activiteiten die inkomsten of welvaart genereren, of andere belangen. Het doel van voorliggend onderzoeksproject is het aanbrengen van antwoorden op deze vraagstukken, zowel vanuit een theoretisch, vergelijkend als praktijkgericht perspectief. © Désiré Vanautgaerden Betrokken partners bij dit project: UNIVERSITEIT UCL FUSAGx KULeuven STUDIEBUREAU Duur van het project: Figuur 1 TEAM Centre Entreprise-Environnement Séminaire de Droit de l’Environnement Prof. Daniel Tyteca TAAK Economisch Juridisch (Coördinatie) Laboratoire d’écologie Prof. Grégory Mahy Ecologisch Laboratorium voor bos, natuur & landschap Prof. Martin HERMY Ecologisch Resource Analysis B.V. Michaël Van Rompaey Sociologisch 01/01/2003 – 31/12/2004 * DELESCAILLE L-M, 1993. Le maillage écologique et l'espace rural. Annales de Gembloux, 99 : 61-69. Theoretische achtergrond Het concept ‘ecologische netwerk’ (EN) is niet nieuw… Reeds heel wat wetenschappelijk onderzoek werd verricht naar het wat en waarom van EN’s. Een gestructureerde analyse van deze literatuur is dan ook een noodzakelijke eerste stap in ons project. Behalve bij de ecologische aspecten wordt stilgestaan bij de sociale perceptie, de economische waardering en de geldende wetgeving van en rond natuurbehoud in het algemeen en ecologische netwerken specifiek. Op deze manier zullen ons de sleutelconcepten worden aangereikt, die vervolgens in de praktijk kunnen worden gebracht in onze case studie... Case studie: Dijlevallei De sleutelconcepten, ons aangereikt in het theoretische deel, worden hier in de praktijk gebracht. De volgende criteria werden in overweging genomen bij de keuze van ons studiegebied: (1) het gebied moet zijn belang hebben naar behoud van biodiversiteit, en bovendien habitats en/of soorten bevatten die zowel in Vlaanderen als Wallonië bescherming verdienen in de context van NATURA 2000; (2) een basiskennis van de ecologische structuur, habitats en populatiebiologie van ten minste enkele aandachtssoorten is wenselijk; (3) binnen het geselecteerde gebied moeten interacties tussen ecologie, sociologie, economie en geldende wetgeving mogelijk zijn; (4) het gekozen studiegebied moet zowel voor Vlaanderen als Wallonië relevant zijn en vergelijken moet mogelijk zijn. De Dijlevallei voldoet aan alle eisen. Dit project beoogt een studie van de mogelijkheden en haalbaarheid van een ecologisch netwerk in de Dijlevallei, tussen Leuven en Waver (Figuur 1 & 2; Vlaamse zijde: ± 2000 ha – Waalse zijde: ± 800 ha) Figuur 2 Interessante info? De Dijlevallei? … U waarschijnlijk niet onbekend. We willen dan ook graag een beroep doen op uw kennis en ervaringen. Kan U ons helpen met flora- & faunagegevens (inventarisatiegegevens, verspreidingskaartjes,…), interessant kaartmateriaal, … Welke soorten lijken U geschikt als doelsoorten bij de aanleg van ons netwerk? Welke gebieden verdienen zeker onze aandacht? Heeft U suggesties voor ons of wilt U gewoon eens van gedachten wisselen? Aarzel dan niet en contacteer ons! Alvast bedankt voor uw hulp! [email protected] - [email protected] Dit onderzoeksproject wordt gesteund door de Federale Diensten voor Wetenschappelijke, Technische en Culturele aangelegenheden, DWTC