10 Internationale Principes en criteria voor certificering - Principe 1 De nationale/internationale wetgeving en de FSC-principes moeten gerespecteerd worden. - Principe 2 Eigendomsrechten en gebruiksrechten van het land en het bos moeten duidelijk gekend en wettelijk gedocumenteerd zijn. - Principe 3 De rechten van de inheemse volkeren moeten gerespecteerd worden. - Principe 4 De boswerkzaamheden moeten het sociale en economische welzijn van de bosarbeiders en de lokale gemeenschappen verzekeren op lange termijn. - Principe 5 De boswerkzaamheden moeten zo gebeuren dat men zowel de ecologische als de economische productiviteit kan vrijwaren. - Principe 6 Elk bosbeheer moet de ecologische functies en de integriteit van het bos vrijwaren door het behoud te verzekeren van de biologische diversiteit en door unieke en kwetsbare ecosystemen en landschappen, evenals de natuurlijke hulpbronnen water en bodem, te vrijwaren. - Principe 7 Een bosbeheersplan, waarin de langetermijndoelstellingen en middelen van het beheer worden vermeld, moet opgesteld en bijgehouden worden. - Principe 8 Monitoring en evaluatie van het bosbeheer moet op gepaste tijdstippen plaats vinden om zo informatie te verschaffen over bostoestand, houtopbrengsten, beheeractiviteiten en hun sociale en ecologische impact. - Principe 9 Het beheer van bossen met een hoge beschermingswaarde moet gericht zijn op het behoud en de versterking van de eigenschappen waardoor deze bossen gekenmerkt worden. - Principe 10 Plantages moeten het beheer van natuurlijke bossen complementeren, de druk op natuurlijke bossen verminderen en hun herstel en bescherming bevorderen.