2006. Nr. Dnst. : 07.0005 : BOWO Optimalisatie financiële haalbaarheid muziekcentrum De Nobel. Leiden, 16 januari 2007. Het financieel en locatietechnisch onderzoek Muziekcentrum De Nobel gaf aan dat de jaarlijkse lasten van het Muziekcentrum de eerste 15 jaar € 880.000 bedraagt. Het college heeft vervolgens opdracht gegeven de mogelijkheden te bezien om door middel van een optimalisatie deze jaarlijkse lasten terug te brengen tot een bedrag van € 600.000. Daartoe zijn de volgende mogelijkheden bezien: 1. Triodos Cultuurfonds Voor circa 0,5% lagere rente kan mogelijk een lening via het zogenoemde Triodos Cultuurfonds afgesloten worden. Ervan uitgaande dat het Muziekcentrum in aanmerking kan komen voor een cultuurverklaring (af te geven door het Ministerie van OCW) zou dit bij een bouwsom van € 13,5 miljoen (incl. BTW) uitkomen op een vermindering van de jaarlijkse kapitaallasten met circa € 67.500,-. 2. Teruggave BTW In onderzoek is of middels een bepaalde organisatieconstructie (een deel van) de thans berekende BTW ( circa € 2,4 miljoen) tot een teruggave kan leiden. De verwachting is dat dit een besparing oplevert van € 1,2 miljoen. Op jaarbasis omgerekend betekent dit een verlaging van de jaarlasten met een bedrag van € 65.000,-. 3. Optimalisatie ruimtegebruik Een eerste verkenning met de hoofdgebruikers van het muziekcentrum leert dat er door slimme combinaties van ruimten nog een efficiency slag gemaakt kan worden. Uitgaande van de gehanteerde eenheidsprijs per m2 komt dit in eerste schatting uit op een daling van de investeringen tussen de € 0,75 en 1 miljoen. Op jaarbasis scheelt dat een kapitaallast tussen de € 30.000,- en € 40.000,- ; vooralsnog wordt een jaarlijkse bezuiniging van € 35.000,- als realistisch beschouwd. 4. Sponsoring inrichtingskosten Op dit moment is in het haalbaarheidsonderzoek rekening gehouden met kapitaallasten voor de inrichtingskosten ad € 1,3 miljoen. Dit drukt de eerste 15 jaar voor € 121.000,- (rente en afschrijving) op de kapitaallasten. Ervaringen elders leren dat door middel van sponsoring deze jaarlijkse last verminderd kan worden met een bedrag van circa € 50.000,-. 5. Aanwending gemeentelijk cultuurfonds / exploitatiebijdrage Signo&S gaat er in haar haalbaarheidsonderzoek van juni ’06 naar het Muziekcentrum van uit dat de gemeentelijke subsidie aan de programmerende instellingen met maximaal € 103.500,- per jaar dient te stijgen. Dit om reden dat verwacht wordt dat (rijks)subsidies die thans nog beschikbaar zijn, in de toekomst komen te vervallen. Feitelijk moet geconstateerd worden dat deze programmeringsubsidie geen directe relatie heeft met de investering en daarmee met de kapitaallasten. Signo&S wist op het moment van schrijven van haar nota niet dat de gemeente Leiden inmiddels besloten heeft een cultuurfonds in te stellen. Afhankelijk van de nog vast te stellen criteria, kan de Raad voorgesteld worden een deel van dit fonds af te zonderen voor muziekprogrammering. Voor dit moment wordt deze optimalisatiemogelijkheid als een PM-post opgenomen. Wij stellen uw Raad voor het hierna in ontwerp afgedrukte besluit te nemen. Burgemeester en Wethouders van Leiden, de Secretaris, de Burgemeester, P.I.M. v.d. WIJNGAART. H.J.J. LENFERINK. Financieel en locatietechnisch onderzoek Muziekcentrum in De Nobel 1 De Raad van de gemeente Leiden; Gezien het voorstel van Burgemeester en Wethouders (nummer 07.0005 van 2007), mede gezien het advies van de commissie. B E S L U I T: 1. het College van B&W op te dragen een projectbesluit Muziekcentrum De Nobel voor te bereiden; 2. het bij RV 06.0002 beschikbaar gestelde voorbereidingskrediet van € 600.000 voor nieuwe huisvesting van het LVC aan de Aalmarkt aan te wenden voor Muziekcentrum De Nobel. Gedaan ter openbare vergadering van 6 februari 2007 de Griffier, de Voorzitter, Dit voorstel is ongewijzigd vastgesteld in de vergadering van 6 februari 2007. Financieel en locatietechnisch onderzoek Muziekcentrum in De Nobel 2 B&W-nr.: 07.0030 d.d. 16-1-2007 Onderwerp Optimalisatie financiële haalbaarheid muziekcentrum De Nobel BESLUITEN Behoudens advies van de c ommissi e SZC 1. kennis te nemen van de resultaten en conclusies van de notitie ‘optimalisatie haalbaarheid Muziekcentrum De Nobel’ (dec. 06, BoWo/PMB, C&E); 2. het betreffende document ter kennis te brengen van de raad; 3. de raad voor te stellen: a. het college op te dragen een projectbesluit Muziekcentrum De Nobel voor te bereiden; b. het bij RV 06.0002 beschikbaar gestelde voorbereidingskrediet van € 600.000 voor nieuwe huisvesting van het LVC aan de Aalmarkt aan te wenden voor Muziekcentrum De Nobel. Samenvatting De raadscommissie Onderwijs en Samenleving heeft op 28 november 06 steun betuigd aan de realisatie van een muziekcentrum op de Nobel-locatie. De commissie heeft daarbij aangedrongen op een spoedige realisatie. Het college van B&W heeft op 7 nov. 06 besloten een onderzoek te starten naar een financiële optimalisatie van de jaarlijkse lasten van dit muziekcentrum. IIn haar uitvoeringsprogramma heeft het College € 600.000,- gereserveerd aan jaarlijkse kapitaallast voor een nieuw muziekcentrum. De notitie ‘Optimalisatie financiële haalbaarheid Muziekcentrum De Nobel’ geeft aan dat er besparingen mogelijk zijn door: o gebruik te maken van het Triodos cultuurfonds; o optimalisatie van het ruimtegebruik (het aantal vierkante meters kan verminderen t.o.v. de eerdere massastudie), waardoor de bouwkosten verminderen; o teruggave van (een deel van) de BTW; o sponsoring van de inrichtingskosten Financieel en locatietechnisch onderzoek Muziekcentrum in De Nobel 3 Raadsaanbiedingsformulier Aanbiedingsformulier voor: raadscommissie Onderwijs & Samenleving Rv nr. Opsteller Naam: Dienst: Telefoon: e-mail: M.L.M. Schiphorst, H. Nijssen Bouwen en Wonen, Cultuur & Educatie 5289, 5332 [email protected]; [email protected] Verantwoordelijk portef.houder: Werk en Inkomen, Cultuur Meningsvormend Besluitvormend B&W-besluit d.d: 16-1-2007 Informatief (t.k.n.) Naam Programma + onderdeel: Programma 9, Sport, Cultuur en Recreatie, onderdeel ‘bevorderen van een optimale cultuurdeelname en cultuurbeleving’ Onderwerp: Notitie ‘Optimalisatie financiële haalbaarheid Muziekcentrum De Nobel’ Voorgenomen besluit: 1. het college van B&W op te dragen een projectbesluit Muziekcentrum De Nobel voor te bereiden; 2. het bij RV 06.0002 beschikbaar gestelde voorbereidingskrediet van € 600.000 voor nieuwe huisvesting van het LVC aan de Aalmarkt aan te wenden voor Muziekcentrum De Nobel. an de commissie SZC INHOUD Aanleiding: Het financieel en locatietechnisch onderzoek Muziekcentrum De Nobel gaf aan dat de jaarlijkse lasten van het Muziekcentrum de eerste 15 jaar € 880.000 bedraagt. Het college heeft vervolgens opdracht gegeven de mogelijkheden te bezien om door middel van een optimalisatie deze jaarlijkse lasten terug te brengen tot een bedrag van € 600.000. Daartoe zijn de volgende mogelijkheden bezien: 1. Triodos Cultuurfonds Voor circa 0,5% lagere rente kan mogelijk een lening via het zogenoemde Triodos Cultuurfonds afgesloten worden. Ervan uitgaande dat het Muziekcentrum in aanmerking kan komen voor een cultuurverklaring (af te geven door het Ministerie van OCW) zou dit bij een bouwsom van € 13,5 miljoen (incl. BTW) uitkomen op een vermindering van de jaarlijkse kapitaallasten met circa € 67.500,-. 2. teruggave BTW In onderzoek is of middels een bepaalde organisatieconstructie (een deel van) de thans berekende BTW ( circa € 2,4 miljoen) tot een teruggave kan leiden. De verwachting is dat dit een besparing oplevert van € 1,2 miljoen. Op jaarbasis omgerekend betekent dit een verlaging van de jaarlasten met Financieel en locatietechnisch onderzoek Muziekcentrum in De Nobel 4 een bedrag van € 65.000,-. 3. optimalisatie ruimtegebruik: Een eerste verkenning met de hoofdgebruikers van het muziekcentrum leert dat er door slimme combinaties van ruimten nog een efficiency slag gemaakt kan worden. Uitgaande van de gehanteerde eenheidsprijs per m2 komt dit in eerste schatting uit op een daling van de investeringen tussen de € 0,75 en 1 miljoen. Op jaarbasis scheelt dat een kapitaallast tussen de € 30.000,- en € 40.000,- ; vooralsnog wordt een jaarlijkse bezuiniging van € 35.000,- als realistisch beschouwd. 4. sponsoring inrichtingskosten: Op dit moment is in het haalbaarheidsonderzoek rekening gehouden met kapitaallasten voor de inrichtingskosten ad € 1,3 miljoen. Dit drukt de eerste 15 jaar voor € 121.000,- (rente en afschrijving) op de kapitaallasten. Ervaringen elders leren dat door middel van sponsoring deze jaarlijkse last verminderd kan worden met een bedrag van circa € 50.000,-. 5. aanwending gemeentelijk cultuurfonds / exploitatiebijdrage Signo&S gaat er in haar haalbaarheidsonderzoek van juni ’06 naar het Muziekcentrum van uit dat de gemeentelijke subsidie aan de programmerende instellingen met maximaal € 103.500,- per jaar dient te stijgen. Dit om reden dat verwacht wordt dat (rijks)subsidies die thans nog beschikbaar zijn, in de toekomst komen te vervallen. Feitelijk moet geconstateerd worden dat deze programmeringsubsidie geen directe relatie heeft met de investering en daarmee met de kapitaallasten. Signo&S wist op het moment van schrijven van haar nota niet dat de gemeente Leiden inmiddels besloten heeft een cultuurfonds in te stellen. Afhankelijk van de nog vast te stellen criteria, kan de Raad voorgesteld worden een deel van dit fonds af te zonderen voor muziekprogrammering. Voor dit moment wordt deze optimalisatiemogelijkheid als een PM-post opgenomen. Doel: De jaarlijkse kapitaallasten niet hoger te laten bedragen dan de € 600.000,- die het college van B&W heeft bepaald (uitvoeringsprogramma). Overwegingen: . Procedure: - Commissie Onderwijs en Samenleving van januari 2007 - Gemeenteraad februari 2007 Financiën: De dekkingsmiddelen die in de oorspronkelijke raming van de vastgoedexploitatie van Aalmarkt zijn opgenomen aan nieuwe huisvesting voor het LVC dienen ingezet te worden voor realisatie van een muziekcentrum op De Nobel-locatie. Het gaat om het in de begroting van 2000 beschikbaar gestelde krediet van € 907.560. De kapitaallasten van dit krediet zijn gedekt in de meerjarenbegroting. Hiervan is € 600.000 bij RV 06.0002 als voorbereidingskrediet voor een nieuw LVC beschikbaar gesteld. Afgerond is er tot op heden € 50.000 besteed. Voorgesteld wordt dit voorbereidingskrediet aan te wenden voor verdere uitwerking en realisatie van een muziekcentrum op het De Nobel-complex. Bijgevoegde informatie: - Notitie Optimalisatie financiële haalbaarheid Muziekcentrum De Nobel, dec. 06 - Financieel en locatietechnisch onderzoek Muziekcentrum De Nobel, oktober 2006 - Onderzoek naar de haalbaarheid van een nieuw muziekcentrum Leiden, juni 2006 Financieel en locatietechnisch onderzoek Muziekcentrum in De Nobel 5 OVERIGEN Communicatie: Openbaar. Overleg met de buurtbewoners en andere direct betrokkenen zal nadat de notitie in de raadscommissie besproken is plaatsvinden. Dit wordt gevolgd door een informatieavond en overige communicatiemomenten gedurende het proces. Een communicatieplan is hiervoor opgesteld. Evaluatie: Nee In te vullen door de griffie: Raadsbesluit Raadsvoorstelnr. Onderwerp: De raad van de gemeente Leiden, Besluit: 1. 2. 3. 4. Gedaan in de openbare raadsvergadering van …… Voorzitter raad, griffier, Advies van de commissie …… Het besluit van de raad is: is: Ongewijzigd aanvaard Hamerstuk Gewijzigd aanvaard Hamerstuk met stemVerworpen verklaring van de fracties van Aanvaarde moties/amendementen: Kort bespreekpunt Uitgebreide discussie Financieel en locatietechnisch onderzoek Muziekcentrum in De Nobel 6 Optimalisatie financiële haalbaarheid Muziekcentrum De Nobel Dienst Bouwen en Wonen, M.L.M. Schiphorst Dienst Cultuur en Educatie, H. Nijssen december 2006 Inleiding Het college heeft 7 november 2006 naar aanleiding van het financieel en locatietechnisch haalbaarheidsonderzoek Muziekcentrum De Nobel het besluit genomen nader te bekijken of er een optimalisatie mogelijk is, zodat het muziekcentrum op het De Nobel-terrein binnen het door het college van B & W vastgestelde maximum van € 600.000,- aan jaarlijkse kapitaalslasten (gedurende 40 jaar) te realiseren is. Op donderdag 28 november jl. is het financieel en locatietechnisch haalbaarheidsonderzoek informatief ter kennis gesteld aan de leden van de raadscommissie Onderwijs en Samenleving. Uit de besprekingen in de raadscommissie kwam brede steun voor de realisering van een nieuw muziekcentrum op De Nobellocatie naar voren; daarbij werd aangedrongen op een spoedige realisatie van het muziek(verzamel)gebouw. Als optimalisatiemogelijkheden zijn onderzocht: de mogelijke aanwending van het Triodos Cultuurfonds; optimalisering van het ruimtegebruik; terugvordering van de BTW-kosten; sponsoring van de inrichtingskosten en de mogelijke aanwendig van het gemeentelijke cultuurfonds ten behoeve van de noodzakelijke uitbreiding van de jaarlijkse subsidie aan de programmerende instellingen. Daarnaast is de benodigde doorlooptijd en planning nauwgezet nagelopen. Optimalisatiemogelijkheden De totale stichtingskosten (inclusief grond, inrichtings- en voorbereidingskosten en BTW) voor het Muziekcentrum zijn in het financieel en locatietechnisch haalbaarheidsonderzoek begroot op circa € 15. 250.000,-. De verschillen ten opzichte van het eerdere onderzoek van Signo&S werden met name veroorzaakt door: ruim € 1 miljoen extra aan stichtingskosten (te weten onvoorzien, te verwachten prijsstijgingen en het één-laag ondergronds bouwen); bijna € 0,5 miljoen aan de grondkosten; circa € 2,4 miljoen aan de BTW-afdracht Financieel en locatietechnisch onderzoek Muziekcentrum in De Nobel 7 In het voorstel zijn de kosten derhalve met circa € 3,9 miljoen gestegen. Daarbij is als reactie op recente ervaringen degelijk begroot en is op mogelijke bezuinigingen of meevallers uitdrukkelijk niet vooruitgelopen. Op verzoek wordt hier een aantal mogelijkheden voor optimalisatie van de financiële haalbaarheid verkend. Triodos Cultuurfonds De Triodosbank heeft dit fonds onlangs geïntroduceerd. Het fonds beoogt o.m nieuwe initiatieven te stimuleren door een rentevoordeel van 0,5 % op de financiering van cultuurprojecten. Het ziet ernaar uit, dat het muziekcentrum in aanmerking kan komen voor de fiscaal vereiste cultuurverklaring. Bij een bouwsom van circa € 13,5 miljoen (inclusief BTW) komt dit neer op vermindering van de jaarlijkse kapitaalslast van circa € 67.500,- per jaar. optimalisatie ruimtegebruik In overleg met de hoofdgebruikers van het muziekcentrum is gekeken in hoeverre het mogelijk is om ruimte te delen en aldus met minder ruimte te kunnen volstaan. Een eerste verkenning geeft aan, dat door slimme combinaties een efficiencyslag gemaakt kan worden. Dit zou kunnen neerkomen op een besparing van 300 tot 400 m2 bvo. Uitgaande van de gemiddelde (stichtings)prijs per m2 komt dit in een eerste schatting neer op een daling van de investeringen met circa € 0,75 tot € 1 miljoen. Op jaarbasis scheelt dat een kapitaalslast van € 30.000,- tot € 40.000,-; vooralsnog wordt uitgegaan van circa € 35.000,- op jaarbasis. Voor een exactere inschatting is het nodig over een schetsontwerp te beschikken en met een architect het meest optimale ruimtegebruik te onderzoeken. terugvordering BTW Om (een deel) van de BTW-afdracht te kunnen verrekenen, zal de gemeente het muziekcentrum aan de gebruikers moeten verhuren, belast met BTW. De gebruikers / huurders kunnen vervolgens deze BTW verrekenen met de BTW, die zij ophalen met zalenverhuur, kaartverkoop of horeca-inkomsten. Een accountant is hierbij betrokken, zodat ingeschat kan worden BTW teruggevorderd zal kunnen worden. De te kiezen BTW-constructie heeft gevolgen voor de inrichting van de beheersstichting, waaraan de gemeente het muziekcentrum zal verhuren, voor de hoogte van de huur en Financieel en locatietechnisch onderzoek Muziekcentrum in De Nobel 8 (dus ook) voor de hoogte van de jaarlijkse subsidies, die de gemeente aan de gebruikers verleent. Tevens zal ook de belastinginspecteur met de gekozen BTW-constructie moeten instemmen. Op dit moment is het moeilijk in te schatten, hoeveel BTW teruggevorderd zal kunnen worden. Het lijkt vooralsnog niet onrealistisch om ervan uit te gaan, dat 50% van de BTW teruggevorderd kan worden. Uitgaande van een eerder begrote BTW afdracht van circa € 2,4 miljoen levert dit een besparing op van € 1,2 miljoen, overeenkomend met circa € 65.000,- op jaarbasis. sponsoring inrichtingskosten In het haalbaarheidsonderzoek is rekening gehouden met jaarlijkse kapitaalslasten van € 121.000,- gedurende de eerste 15 jaar ten behoeve van de inrichtingskosten, die zijn begroot op € 1,3 miljoen. Wanneer de gemeente de kosten op zich neemt voor het realiseren van het muziekgebouw, lijkt het mogelijk om sponsors te vinden voor (een deel van) de inrichtingskosten. Ervaringen elders leren, dat dat kan lukken. Voorzichtigheidshalve wordt vooralsnog aangenomen, dat ruim € 0,5 miljoen aan sponsorgeld kan worden opgehaald, overeenkomend met een jaarlijkse kapitaalslast van circa € 50.000,-. aanwending gemeentelijk cultuurfonds Signo&S gaat er in haar haalbaarheidsonderzoek vanuit, dat de gemeentelijke subsidie aan de programmerende instellingen in de nieuwe setting van het muziekcentrum met maximaal € 103.500,- dient te stijgen. Enerzijds is het op zich verstandig de extra programmeringssubsidie te betrekken bij het haalbaarheidsonderzoek; anderzijds is het enigszins oneigenlijk om dit bedrag bij het investeringsbedrag en dus de jaarlijkse kapitaalslasten mee te nemen. Aanvankelijk was er geen rekening mee gehouden, dat de gemeente een cultuurfonds gaat instellen. Het is goed voorstelbaar, dat de gemeenteraad besluit om een deel daarvan te gebruiken voor de extra subsidiering van de programmerende instellingen. Het gaat hierbij echter om een beslissing, die door de raad genomen moet worden en die pas over een paar jaar ingaat, als het nieuwe muziekgebouw haar poorten opent. Voor dit moment wordt voorgesteld om deze optimalisatiemogelijkheid als PM post op te nemen. Financieel en locatietechnisch onderzoek Muziekcentrum in De Nobel 9 Recapitulatie optimalisatiemogelijkheden jaar 1 – 15 jaar 16 - 40 € 880.000,- € 760.000,- minus € 57.000,- € 823.000,- € 703.000,- minus € 35.000,- € 788.000,- € 668.000,- minus € 65.000,- € 723.000,- € 603.000,- sponsoring minus € 50.000,- € 673.000,- € 603.000,- gemeentelijk minus effect op de kapitaalslasten oorspronkelijk voorstel lagere lening via Triodos-cultuurfonds optimalisatie ruimtegebruik BTWterugvordering pm cultuurfonds Uit dit overzicht blijkt, dat om binnen het maximum van € 600.000,- aan jaarlijkse kapitaalslasten te blijven, er de eerste 15 jaar een aanspraak op het gemeentelijk cultuurfonds ter grootte van € 78.000,- noodzakelijk is. Hierbij dient wel opgemerkt te worden, dat de optimalisering van het ruimtegebruik, de BTWterugvordering en de sponsoring wellicht iets positiever kunnen uitvallen. Naarmate de plannen verder zijn uitgewerkt, er meer zicht is op de omvang en soort activiteiten, die in het muziekgebouw BTW-belast zullen plaatsvinden en sponsors voor het muziekcentrum concreet te benaderen zijn, wordt steeds duidelijker hoe hard de hierboven beschreven optimalisatiemogelijkheden zijn. Financieel en locatietechnisch onderzoek Muziekcentrum in De Nobel 10 Planning / doorlooptijd Op verzoek is er nogmaals goed gekeken naar mogelijkheden om de doorlooptijd te bekorten. Om het muziekgebouw op de Nobellocatie te kunnen realiseren, moeten – naast een normale bouwvergunningsprocedure – twee extra hobbels worden genomen. Allereerst moet het – onlangs vastgestelde - bestemmingsplan gewijzigd worden, omdat dat ervan uitgaat, dat ter plekke van de Lange Scheistraat woningen worden gerealiseerd. Daarnaast valt de locatie onder beschermd stadsgezicht; ook als het college besluit hiervan af te wijken, kan een andere partij De Nobel voordragen als rijksmonument, wat aanzienlijke vertraging tot gevolg zal hebben. Er wordt vanuit gegaan, dat de Nobellocatie door de minister niet als monument wordt aangewezen, maar het opstarten van deze procedure op een later moment door een derde heeft aanzienlijke vertraging tot gevolg. Alleen wanneer de gemeente zelf een verzoek doet tot aanwijzing van (een gedeelte van) de Nobellocatie als rijksmonument, wordt voorkomen dat de planning doorkruist wordt. Vanaf het begin is het van belang een intensieve communicatie met de buurt en belanghebbenden op te zetten. Dit om tegemoet te komen aan eventuele wensen en bezwaren hunnerzijds en wellicht kan voorkomen worden, dat belanghebbenden met tijdrovende beroepsprocedures de voortgang ophouden. Met het voorkomen van bezwaren kan maximaal 12 maanden doorlooptijd gewonnen worden; het risico op bezwaren blijft echter hoog. De architectenselectie (Europese aanbesteding) wordt opgestart zodra er een projectbesluit over het programma van eisen is genomen. Ook kunnen dan de rijksmonumentvergunning en de aanpassing van het bestemmingsplan worden opgestart. In 2008 is naar alle waarschijnlijkheid de nieuwe Wet RO van kracht, waardoor een artikel 19-procedure niet meer mogelijk is en het bestemmingsplan gewijzigd dient te worden (postzegelbestemmingsplan). Ook als het lukt om voor de inwerkingtreding van de nieuwe Wet RO een artikel 19 procedure op te starten, zal het minimaal twee jaar duren voordat er een bouwvergunning is. De sloopvergunning zal pas worden afgegeven als de bouwvergunning onherroepelijk is geworden. Op de sloopvergunning kan ook weer bezwaar en beroep worden gemaakt waardoor de start bouw verder vertraagt. Op basis van deze planning kan de bouw starten in het najaar van 2011. Voor de bouw van een dergelijk complex gebouw dient rekening gehouden te worden met een bouwtijd van Financieel en locatietechnisch onderzoek Muziekcentrum in De Nobel 11 circa 2 jaar. Dit heeft tot gevolg, dat het muziekgebouw eind 2013 / begin 2014 opgeleverd kan worden (zie ook bijgaand planningschema). Snellere varianten zijn onderzocht, doch leveren geen soelaas: de kans op extra vertraging is zo groot, dat de totale doorlooptijd eerder wordt verlengd dan bekort. Conclusies: In deze fase van de planvorming wordt het verantwoord geacht om uit te gaan van optimalisatiemogelijkheden van de jaarlasten met circa € 205.000,-; Dat betekent, dat gedurende de eerste 15 jaar een overschrijding ter grootte van € 73.000,- per jaar gefinancierd moet worden; hiervoor is als dekkingsmogelijkheid een reservering in het gemeentelijk cultuurfonds aan te brengen, temeer daar het gaat om de financiering van de uitbreiding van de gemeentelijke subsidie aan de programmerende instellingen in de nieuwe setting; uitgaande van bovenstaande conclusies wordt het haalbaar om het muziekcentrum op het terrein van De Nobel binnen het door het college gestelde maximum van € 600.000,- aan jaarlijkse kapitaalslasten te realiseren; in een realistische planning blijkt het niet mogelijk te zijn eerder te kunnen starten met de bouw van het muziekgebouw dan najaar 2011; dit brengt met zich mee, dat pas vanaf 2013 / 2014 de gehele financiering wordt aangesproken. Financieel en locatietechnisch onderzoek Muziekcentrum in De Nobel 12 1 ONDERZOEK NAAR DE HAALBAARHEID VAN EEN NIEUW MUZIEKCENTRUM IN LEIDEN 1.1 Inleiding Leiden beschikt over een aantal organisaties en initiatieven die zich bezighouden met popmuziek en/of popmuziekcultuur en veel potentie hebben. De gemeente Leiden constateert dat de culturele infrastructuur van onvoldoende kwaliteit is om deze initiatieven recht te doen. Het LVC was in het verleden een van de smaakmakers in het Nederlandse clubcircuit, maar is inmiddels voorbijgesneld door (nieuwe) podia die beschikken over veel meer mogelijkheden, zoals de Boerderij in Zoetermeer, het Paard in Den Haag, Patronaat in Haarlem, P60 in Amstelveen en binnenkort ook door podia in steden als Purmerend, Hoofddorp en Hilversum. De LVP, als belangenbehartiger voor Leidse popmuzikanten, en Q-bus worden in Het Muziekhuis geconfronteerd met een speelruimte met onvoldoende akoestische kwaliteiten. Andere initiatieven zoals Hothouse, Club Populair en CC de X, die niet beschikken over eigen ruimtes, worden dagelijks geconfronteerd met het gebrek aan een geschikte ruimte. De gemeente Leiden onderkent deze problemen en wil daarom een haalbaarheidsonderzoek laten verrichten naar een professioneel muziekcentrum, waarin alle mogelijke muziekinitiatieven onderdak zouden moeten krijgen. De problematiek van Leiden is niet uniek; ook andere gemeenten in Nederland zien zich geplaatst voor vergelijkbare problemen, maar de praktijk toont ook aan dat een dergelijk proces niet vrij is van risico’s. Gezien de risico’s dat een dergelijk project met zich meebrengt, is het belangrijk om vooraf een duidelijke visie neer te leggen ten aanzien van uitgangspunten, functies, taken en (financiële) voorwaarden. Ons inziens moeten de uitgangspunten worden gekoppeld aan de huidige en toekomstige marktsituatie. Dit moet niet leiden tot een simpele opsomming van activiteiten, publieke belangstelling, kosten en baten, maar tot een cultureel concept dat een omschrijving geeft van de beleving die het publiek ondergaat; de ‘place to be’ voor muziekliefhebbers, muzikanten, artiesten, kunstenaars, maar ook een aanwinst voor de uitstraling van Leiden. Financieel en locatietechnisch onderzoek Muziekcentrum in De Nobel 13 1.2 Opdrachtformulering Leiden streeft naar een nieuwe, professionele podiumvoorziening voor de diverse muziekorganisaties in de stad Leiden. Hiervoor zijn twee locaties in beeld, namelijk het Nobel-complex (voorkeur) en het Belastinggebouw. Wij beschouwen deze locaties als richtlijnen voor het onderzoek. Voor deze (mogelijk nieuwe) organisatie(s) en accommodatie zijn door ons een aantal conceptuitgangspunten opgesteld die dienen als leidraad voor het onderzoek. Het kan nodig zijn om voor de uitwerking van de opdracht deze uitgangspunten aan te passen. Conceptuitgangspunten voor het nieuwe muziekcentrum zoals deze voorlopig door ons, in samenspraak met de opdrachtgever, zijn geformuleerd: De organisatie richt zich op het aanbieden van een breed (pop)muziekaanbod; zowel actief als passief in de vorm van concerten, danceparty’s, workshops, cursussen en waar mogelijk cross-overs met andere cultuurdisciplines zoals multimedia, theater, film en literatuur. Het brede culturele aanbod moet zowel naar vorm als (brede) doelgroep bij voorkeur een multicultureel karakter dragen. De organisatie dient aan te sluiten bij het karakter en de culturele infrastructuur van Leiden, waarbij overlapping wordt voorkomen en samenwerking tot meerwaarde leidt. De inzet van vrijwilligers kan zowel een onderdeel zijn van het programma-aanbod als van de exploitatiemethode. Beoogd wordt een regionale organisatie voor Leiden met waar mogelijk een bovenregionale uitstraling. De betrokken organisaties (het LVC, de LVP, CC de X, Q-bus, Het Muziekhuis en anderen) dienen actief te worden betrokken in zowel planontwikkeling als uitvoering. Exclusiviteit is geen streven, meerwaarde kan ontstaan door samenwerking en afstemming. De instellingen willen samen het volledige spectrum bedienen, van beginnende muzikant tot professionele artiest. Bij het opstellen van dit haalbaarheidsonderzoek hebben wij ons laten leiden door drie factoren, namelijk: Het ambitieniveau. Waarbij niet alleen het ambitieniveau van de muziekinstellingen wordt betrokken, maar ook het ambitieniveau van de gemeente Leiden. De markt. Van invloed hierop zijn zowel de publieksmarkt als het aanbod dat Financieel en locatietechnisch onderzoek Muziekcentrum in De Nobel 14 gepresenteerd kan worden. Het budget. Dit geldt zowel voor het exploitatiebudget als voor het mogelijke investeringsbudget. AANBOD MARKT VRAAG GEMEENTE LEIDEN AMBITIE INVESTERINGEN HAALBAARHEIDSONDERZOEK BUDGET MUZIEKINSTELLINGEN EXPLOITATIE Dit onderzoek naar de haalbaarheid concentreert zich op: Het benoemen van missie, doelstelling en kernfuncties van de deelnemende instellingen. De inventarisatie van het gewenste programma-aanbod en beoogde publieksbereik van de instellingen toetsen aan de potenties van de ‘markt’ van Leiden en omstreken, zoals die in eerder onderzoek zijn vastgesteld. Organisatieopbouw; taken en functies van: - het poppodium - het popcollectief - de multifunctionele muziekzaal Beheer- en organisatiestructuur: rechtsvormen, verantwoordelijkheden. Bouwkundig programma van eisen over accommodatie en faciliteiten, m²-staat, ruimte-relatieschema, functie-eisen per ruimte. Een conceptexploitatiebegroting. Een conceptraming van de stichtingskosten voor de noodzakelijke investeringen. Locatie-onderzoek: benoemen omgevingseisen van een muziekcentrum en toetsen aan de voorkeurlocaties Nobel-complex en het Belastinggebouw. 1.3 Planning van acties en tijdspad na een positief besluit. Opzet en werkwijze Dit onderzoek is verricht op basis van: Deskresearch; rapportages en notities van de gemeente Leiden, uitgebrachte literatuur Financieel en locatietechnisch onderzoek Muziekcentrum in De Nobel 15 over vrijetijdsbesteding, jongeren(culturen) en eerder verrichte onderzoeken door Signo&S en anderen. Interviews met betrokken muziekinstellingen, de Muziekschool en diverse afdelingen van de gemeente Leiden; organisaties/personen welke informatie konden verschaffen op het gebied van jongeren, vrijetijdsbesteding, horeca, cultuur en (pop)muziek in Leiden. Bouwkundig onderzoek van accommodatie en locatie. Bijeenkomsten met een klankbordgroep, bestaande uit opdrachtgever, opdrachtnemer en vertegenwoordigers van de betrokken muziekinstellingen en bijeenkomsten met de begeleidingscommissie, bestaande uit de opdrachtnemer en diverse afdelingen van de gemeente Leiden. 1.4 Indeling rapport Hoofdstuk 2 De muziekstellingen voor het nieuwe muziekcentrum Huidige situatie en ambities van de instellingen. Hoofdstuk 3 Concept voor een nieuw muziekcentrum Functionele benadering van de gezamenlijke invulling, het programma-aanbod en het publieksbereik van het poppodium, het popcollectief en de multifunctionele muziekzaal. Hoofdstuk 4 De organisatie van het beheer en de exploitatie Beheer van het gebouw, exploitatie van de publieksruimtes, verantwoordelijkheden en onderlinge relaties. Hoofdstuk 5 De organisatie van het muziekcentrum Organisatieopzet, personele middelen, programma-aanbod en publieksbereik. Hoofdstuk 6 De accommodatie Programma van eisen, m²-staat, ruimtelijke indeling voor het poppodium, het popcollectief en de muziekzaal. Hoofdstuk 7 Stichtingskosten en exploitatiebegroting Globale berekening van de stichtingskosten van het gebouw en de inrichtingen, per functie een conceptexploitatiebegroting met vermelding van de gewenste subsidie. Hoofdstuk 8 Locatieonderzoek De belangrijkste aandachtspunten voor het maken van een locatiekeuze, bezien vanuit het muziekcentrum, rekening houdend met stedenbouwkundige aspecten. Hoofdstuk 9 Planontwikkeling Organisatieontwikkeling (ondernemingsplan) en bouwproces (RO-procedure, architectenkeuze, ontwerpfases, aanbesteding, bouw en inrichting). Financieel en locatietechnisch onderzoek Muziekcentrum in De Nobel 16 2 DE MUZIEKINSTELLINGEN VOOR HET NIEUWE MUZIEKCENTRUM 2.1 Het LVC: het Leids VrijetijdsCentrum Actuele positie Het LVC is een van de oudste poppodia van Nederland. Heel lang was het LVC ook een van de meest toonaangevende podia in Nederland, maar inmiddels zijn er veel podia bij gekomen en zijn bestaande podia verder geprofessionaliseerd en/of gerenoveerd. Daarbij heeft meestal schaalvergroting plaatsgehad, waardoor de concurrentie voor het LVC enorm is toegenomen. De verzwakking van de positie van het LVC heeft nog een aantal andere oorzaken: Het pand aan de Breestraat is nooit gebouwd voor deze functie en heeft dan ook tal van tekortkomingen. De belangrijkste daarvan zijn het gesloten karakter en het gebrek aan goede voorzieningen, waardoor men niet kan aansluiten bij de toegenomen eisen van publiek en artiesten. Veranderende marktomstandigheden; tot voor kort was er een sterk toegenomen druk op de aanbodsmarkt. Door de grote populariteit van de dancemuziek/dj’s moesten veel zalen hoge gages betalen terwijl het aanbod van aansprekende live-acts sterk afnam. Sinds kort is er echter weer sprake van een toename van het live-aanbod, omdat de inkomsten uit de verkoop van cd’s erg terugloopt en acts verplicht zijn om meer live te gaan spelen. Echter ook de belangstelling voor grootschalige dancemuziek loopt terug, maar wij verwachten dat juist het clubaanbod nieuwe kansen krijgt wanneer men sterk insteekt op de lokale marktomstandigheden. Veranderende wettelijke eisen; de sector is de laatste decennia overspoeld met regelgeving op het gebied van Arbo-wetgeving, niet-roken, terugdringen van alcoholreclame, milieuwetgeving en geluidsoverlast. Het LVC is een stichting die aangestuurd wordt door een eenhoofdige directie. De directie legt verantwoording af aan het bestuur. Het bestuur bestaat enerzijds uit mensen die voortvloeien uit de organisatie en anderzijds uit mensen die specifiek benaderd zijn voor een bestuurlijke functie. De bestuurlijke kwaliteit past bij de organisatie zoals het LVC nu is. Op uitvoerend niveau wordt veel werk verricht door een groot aantal gemotiveerde vrijwillige medewerkers. De huidige organisatie is ontstaan op basis van ontwikkelingen uit het verleden (organische groei). De huidige organisatie vormt een goede basis voor de exploitatie van de nieuwe accommodatie, maar deze overgang moet ook gebruikt worden om de organisatie beter aan te laten sluiten bij het verhoogde ambitieniveau. Dat betekent vooral dat de organisatie verder geprofessionaliseerd zal Financieel en locatietechnisch onderzoek Muziekcentrum in De Nobel 17 moeten worden. Waarbij professionalisering niet staat voor het aanstellen van betaalde krachten (ter vervanging van vrijwillige medewerkers), maar voor het verbeteren van de interne organisatie gericht op kwaliteitsverbetering. Ambities Het LVC heeft onder de titel ‘Get Out’ een initiatiefplan opgesteld dat een beschrijving geeft van het nieuwe concept voor het LVC. “Het LVC wil hét centrum voor popcultuur voor Leiden en omgeving zijn en blijven. Het LVC wil ook behoren tot de top 10 kernpodia. Voldoende omvang van het programma is daarnaast van belang om de gewenste diversiteit van het aanbod en een gezonde commerciële slagkracht te bereiken.” (Citaat: Get Out) De visie is vooral gericht op de samenwerking met andere lokale poporganisaties zoals de LVP, Q-bus en CC de X, maar ook met kleinschalige activiteitenorganisaties zoals Club Populair, Hothouse (jazz, actuele muziek en educatieve programma’s), Tjokvol (hiphop), Glue factory (reggae, hiphop), Onrust (hardcore/punk) en Freitag (gothic/metal), om op die manier de vernieuwing van de popmuziek ruimte te geven om zich te ontwikkelen binnen een centrale accommodatie. Daarnaast zou samenwerking moeten leiden tot kostenbesparing op de overhead, waardoor er meer financiële middelen beschikbaar komen voor de activiteiten. Als risico ziet men het mogelijke verlies van de eigen identiteit. Het LVC wil zich op inhoud onderscheiden van andere poppodia in de regio door: bundeling van popcultuur in de regio Leiden; stimuleren van de lokale popscene; hoogwaardige fysieke omstandigheden op het gebied van bouwfysica (met name akoestiek), ontwerp en inrichting. 2.2 De LVP: de Leidse Vereniging voor Popmuzikanten Actuele positie De LVP is al meer dan 25 jaar actief in de Leidse muziek. De LVP komt op voor de belangen van muzikanten in de regio Leiden en heeft een stimulerende functie binnen de popscene door het verschaffen van informatie en het verzorgen van cursussen en workshops. Er is binnen de LVP veel expertise op het gebied van muziek, geluid, techniek en computer- en informatiesystemen. De LVP is gevestigd in het Het Muziekhuis op de Middelstegracht 123 en runt daar een ontmoetingsruimte voor muzikanten die in Het Muziekhuis repeteren en voor muziekliefhebbers. Daar is ook de mogelijkheid om podiumervaring op te doen. Inkomsten worden verkregen uit de baropbrengst, aangevuld met een kleine subsidie. De LVP bestaat voor 100 % uit vrijwilligers. Financieel en locatietechnisch onderzoek Muziekcentrum in De Nobel 18 Op dit moment worden de activiteiten in Het Muziekhuis zeer beperkt door geluidsoverlast. De gemeente bekijkt op dit moment - in samenspraak met de LVP en de Stichting Het Muziekhuis tijdelijke oplossingen voor dit probleem als overbrugging naar het nieuwe muziekcentrum. Ambities De LVP wil graag het realiseren van haar doelstellingen voortzetten in het te vormen popcollectief van het nieuwe muziekhuis. Ook daar zal de LVP zich concentreren op de huidige functies: ontmoetingsfunctie, bijzondere programmering, informatieverschaffing, deskundigheidsbevordering etc. Ambitie is ook om de samenhang met de exploitatie van de oefenruimtes, de studio en de lesruimtes te bevorderen en de samenwerking met iedereen die daar een rol in speelt, waaronder de Muziekschool, te intensiveren. 2.3 Stichting Het Muziekhuis Actuele situatie De stichting Het Muziekhuis is gevestigd in Het Muziekhuis op de Middelstegracht 123. Zij beheren het gebouw, exploiteren de oefenruimtes en de studio, verhuren muziekinstrumenten en muziekapparatuur en bieden ondersteuning aan muzikanten, individueel en in groepsverband. Daarnaast organiseert de stichting Het Muziekhuis workshops en clinics en wordt er intensief samengewerkt met de Streekmuziekschool. Zij beheren en verhuren ook Q-bus; een zaal waarin tot enkele jaren geleden intensief werd geprogrammeerd, ook door de stichting zelf. Door geluidsoverlast is de hoeveelheid activiteiten in Qbus minimaal. Op dit moment wordt met de gemeente gezocht naar mogelijkheden om Q-bus zodanig te isoleren dat er, tot de opening van het nieuwe muziekhuis, toch geprogrammeerd kan worden. De stichting heeft twee mensen in dienst en maakt verder gebruik van de inzet van vrijwilligers. Ambities De stichting ambieert de voortzetting van de huidige taken en functies en wil daarnaast het programmeren in Q-bus graag hervatten. Indien gewenst zal de stichting ook de ontmoetingsfunctie, inclusief de kleine podiumfunctie, op zich nemen. 2.4 Cultureel Centrum de X CC de X heeft al een turbulent verleden in Leiden achter de rug. Als programmerende instelling die zich onder meer bezighoudt met wereldmuziek, is CC de X voortdurend op zoek naar een plek waar zij op herkenbare wijze activiteiten kunnen aanbieden. CC de X is een sterke vrijwilligersorganisatie, ondersteund door twee vaste medewerkers. Voor CC de X is haar eigen identiteit haar grote kracht. Voor nu tot aan de opening van het muziekcentrum zal CC de X programmeren in de Tuinzaal. Ambities Financieel en locatietechnisch onderzoek Muziekcentrum in De Nobel 19 Het is geen ideale situatie met de Tuinzaal. Het liefst wil CC de X een eigen geschikte ruimte waarin ze alle facetten van een activiteit kan verzorgen: programmeren en organiseren. Dat betekent zelf herkenbare publiciteit maken en zelf alle medewerkers voor entree, horeca en techniek leveren. En niet alleen concerten van wereldmuziek, maar ook cross-overs, film, cabaret e.d. Als dat mogelijk is in een zaal in het nieuwe centrum die gedeeld wordt met andere programmerende instellingen, dan is dat akkoord voor CC de X. Er dient wel rekening gehouden te worden met de behoefte om vooral in het weekend te programmeren. 2.5 Stampod Actuele situatie Stampod is een platform waar kleine instellingen hun programma op elkaar afstemmen en hun publiciteitsinspanningen bundelen, zonder afbreuk te doen aan de noodzaak van herkenbaarheid van de eigen identiteit. Soms organiseren zij gezamenlijk een festival zoals Grenzeloos en de Triologie. Een aantal organisaties die zich in Stampod hebben ‘verenigd’ zijn: Hothouse, het hierboven beschreven CC de X en de stichting Het Muziekhuis, Made in Leiden en Folkclub Horus. Zij zijn samen goed voor zo’n 150 activiteiten per jaar. In de huidige situatie is het gemis aan geschikte podia - zeker op de gewenste momenten - het grootste probleem. Er zijn isolatieproblemen of de locatie is te duur of eigenlijk niet geschikt. Dit probleem kost ook veel tijd; en tijd - of liever het gebrek aan tijd - is een cruciaal probleem voor vrijwilligersorganisaties. Ambities Mede vanwege de problematiek ondersteunen deze kleine organisaties de komst van een muziekcentrum, mits: er garanties zijn voor het behoud van identiteit, eigenheid en culturele diversiteit; de beschikbaarheid van geschikte en goed ingerichte zalen toeneemt en daarom willen zij graag invloed op het programma van eisen van het nieuwe muziekhuis; 2.6 het huren en daarmee het programma betaalbaar blijft. Club Populair en overige programmerende instellingen Actuele situatie Er zijn veel ‘onafhankelijk’ opererende organisaties die ‘op locatie’ programmeren. Op locatie betekent soms buiten maar vooral binnen te gast zijn bij een instelling die over een zaal met podium beschikt. Veelal door de doelgroep zelf geïnitieerde instellingen en veelal voor een wat jonger publiek en met Financieel en locatietechnisch onderzoek Muziekcentrum in De Nobel 20 een aanbod dat afwijkt van het ‘traditionele’ aanbod, voor zover daar sprake van kan zijn binnen pop, jazz en wereldmuziek. Club populair is daar een van de bekendere voorbeelden van, maar ook What’s Juicy, Lovinlectro, Decompression, Glue Factory, Tjokvol, Onrust, Freitag en Wot Nxt. Hans van Pollanen moet hier genoemd worden als een individuele programmeur die zich op meer traditionele stijlen richt, veel heeft gewerkt in Q-bus, en daarmee een doelgroep bereikt die qua leeftijd meerdere generaties omvat. Betreffende organisaties hebben dezelfde problematiek als de instellingen die zich in Stampod hebben ‘verenigd’. De middelen zijn beperkt, maar het aanbod is daarom zeker niet minder belangrijk. Op dit moment zijn zij de ‘nomaden’ van Leiden en organiseren zij daar waar betaalbare ruimte is. Ambities Deze organisaties kenmerken zich door een specialisme en leveren daarmee een belangrijke bijdrage aan een gevarieerd muziekaanbod in Leiden. Dergelijke, vaak nieuwe initiatieven met nieuwe muziekvarianten en bijbehorende nieuwe doelgroepen moeten in het muziekcentrum ruimte krijgen om te programmeren. Daarbij dient het muziekcentrum facilitair en waar nodig financiële ondersteuning te bieden. Facilitair in de zin van een geschikte accommodatie en financieel door lage huren, mogelijke participatie in de horeca-omzet en wellicht gemeentelijke (incidentele) programmasubsidie die via het centrum wordt toegewezen. De mogelijkheid ontstaat dat sommige organisaties zich door een goed ondernemerschap kunnen ontwikkelen tot professionele instellingen met continuïteit. Het belangrijkste criterium blijft de toetsing van het aanbod aan de vraag, waaraan soms een opvoedende periode vooraf gaat. Financieel en locatietechnisch onderzoek Muziekcentrum in De Nobel 21 3 CONCEPT VOOR EEN NIEUW MUZIEKCENTRUM “Leiden heeft een plek nodig waar oefenen, spelen, luisteren, dansen, scouten en organiseren samenkomen.” (Uit raadsvoorstel 06.0010, januari 2006) 3.1 Missie “Het muziekcentrum is een ondernemend en regionaal toonaangevend centrum voor muziekcultuur, dat zich op een betrokken en creatieve manier richt op de actieve en passieve beleving van liefhebbers van muziek in de leeftijd van 15 tot en met 55 jaar.’’ Zij doet dit door: populaire en vernieuwende live-concerten en publieksbindende dance- en clubavonden te organiseren; beginnende makers - zowel educatief als productioneel - te ondersteunen bij het verkrijgen van podiumervaring; in samenwerking met andere culturele instellingen opwindende cross-overs tussen muziek en andere kunstdisciplines tot stand te brengen. De gezamenlijke instellingen pleiten daarom voor een accommodatie waar ruimte is voor een poppodium en een popcollectief met oefenruimtes en een studio, maar waar ook ruimte is voor andere programmerende muziekorganisaties. Deze samenwerking wordt niet beperkt tot de fysieke situatie, maar er wordt ook gedacht aan organisatorische samenwerking en gezamenlijke publieksacties waarbij culturele en economische aspecten samen moeten gaan. Maar ook de jonge initiatiefrijke muziekliefhebber moet de ruimte krijgen om zijn/haar activiteiten te ontplooien, onder het motto ‘ieder zijn eigen podium’. 3.2 De functies van het muziekcentrum Er zijn twee doelstellingen met verschillende functies, producten en doelgroepen, die elkaar deels overlappen: Ondersteuning bieden aan (beginnende) muzikanten en actieve beoefenaars Kernfuncties: Ondersteuningsfunctie Educatiefunctie Ontmoetingsfunctie Productiefunctie Afgeleide functie: Presentatiefunctie, vooral als middel om kernfuncties te realiseren. Programmeren van muziekaanbod, bedoeld voor een bepaald doch breed publiek Financieel en locatietechnisch onderzoek Muziekcentrum in De Nobel 22 Kernfunctie: Presentatiefunctie, bemiddelend tussen vraag en aanbod, publiek en muzikant. Afgeleide functies: Ontmoetingsfunctie, vooral voor de muziekliefhebber Productiefunctie, vooral als middel om het aanbod te vergroten en de afhankelijkheid van de aanbieders te verkleinen. Deze functionele benadering die twee doelstellingen in beeld brengt, kan vertaald worden in twee entiteiten dan wel twee formules: Een popcollectief: dit is de organisatie die zich op herkenbare wijze bezighoudt met de ondersteuning van de muzikant in zijn of haar ontwikkeling. Nadat men de algemene muzische vorming en de individuele instrumentale lessen op de muziekschool heeft gevolgd, wil de muzikant in een band: oefenen en daarna spelen! Een groot deel van de muzikanten die voor ondersteuning aankloppen, zijn zelf - samen met vrienden - op autodidactische wijze begonnen aan het repertoire van hun favoriete bands. Het popcollectief biedt oefenruimtes, opnamestudio’s, ontmoeting met gelijkgezinden en perspectief op een grote toekomst door op het eigen podium ervaring op te doen ten overstaan van familie, vrienden en kennissen. De tweede entiteit is het poppodium: ook dit is een formule, een onlosmakelijke samenhang van inhoud en vorm. Een poppodium programmeert voor gedefinieerde doelgroepen en doet dat op passende organisatorische wijze in een passende omgeving. De kwaliteit van de voorzieningen, de ontvangst, de horeca en natuurlijk vooral het programma vormen samen het uitgebreide product. Bijzonder voor de situatie in Leiden is de aanwezigheid van vele programmerende instellingen die zich op een specifiek deel van het aanbod (stijl van muziek op het gebied van pop, jazz of wereldmuziek) en daarmee op een specifiek deel van de muziekliefhebbers richten. En daarbij (liever) geen eigen accommodatie ambiëren. Samen vormen zij, in onze optiek, een derde entiteit in het nieuwe muziekcentrum: Een kleine multifunctionele zaal; variërend in capaciteit, zeer breed inzetbaar, 7 dagen in de week beschikbaar. De zaal kan door een neutraal beheer geëxploiteerd worden, waarbij een programmaraad de beschikbare momenten opdeelt aan de programmerende instellingen. Belangrijk is de betaalbaarheid van de accommodatie en de faciliteiten. Door in afspraken de inzet van de diverse vormen van inkomsten (programmasubsidie, entree en horeca-omzet) te regelen, moet zowel het programma als de exploitatie afgedekt zijn. Financieel en locatietechnisch onderzoek Muziekcentrum in De Nobel 23 3.3 Het poppodium 3.3.1 Beleidsuitgangspunten van het poppodium Het poppodium is een culturele organisatie. In eerste instantie valt het podium het best te formuleren als een cultuurpodium. Een cultuurpodium dat op basis van een artistiek beleid het publiek wil confronteren met popmuziek in de breedste betekenis, met als uitgangspunt de creativiteit en artisticiteit van de 'muzikant'. Popmuziekcultuur wordt gezien als een multiculturele verschijningsvorm. Multicultureel biedt in dit verband meerdere interpretaties. Enerzijds moet hierbij worden gedacht aan een samensmelting van verschillende muziekculturen; popmuziek versus wereldmuziek, jazz en klassiek. Anderzijds betreft het ook een interdisciplinaire interpretatie; popmuziek versus audiovisuele- en multimediatechnieken, theater en literatuur. Tot slot houdt multicultureel ook in dat het gaat om een aanbod voor een multiculturele doelgroep, zowel naar muzikale voorkeur als naar etnische afkomst. Het poppodium wil een breed publiek bereiken. Popmuziek vindt haar oorsprong halverwege de vorige eeuw. Dit betekent dat inmiddels drie generaties zijn opgegroeid met popmuziek. Het poppodium wil aansluiten bij de ontwikkelingen in de vraag naar popmuziek. Doordat popmuziek erin is geslaagd om steeds nieuwe generaties en nieuwe doelgroepen aan zich te binden, terwijl bestaande liefhebbers het genre trouw zijn gebleven, is de vraag naar popmuziek gegroeid en het publiek in samenstelling meer divers geworden. 3.3.2 Doelgroepen van het poppodium en de marktomvang De doelgroep wordt omschreven als ‘publiek tussen 15 en 55 jaar’ afkomstig uit de driehoek Den Haag - Gouda - Noordwijk (Rijnland - Gouweland). De doelgroep is de actieve of passieve muziekliefhebber, van amateur tot professional. De doelgroep houdt van de vele onderscheidenlijke stijlen van pop, jazz, wereldmuziek, klassiek en dance. Uit eerder onderzoek van Signo&S is de marktomvang voor popmuziek onderzocht en vastgesteld. Dit resulteerde in: Het potentieel bereik voor popmuziekactiviteiten (popconcerten) voor Leiden en omgeving is circa 33.700 - 41.000 bezoeken. De marktomvang voor andere popmuziekactiviteiten (niet-commerciële dance, multimedia, cross-overs) is circa 25.000 - 30.000 bezoeken. Voor andere activiteiten (theater, literatuur, schoolvoorstellingen, etc.) zijn geen marktgegevens beschikbaar, maar baseren we ons op een benchmark met vergelijkbare organisaties die een dergelijk product aanbieden, wat resulteert in 6 - 12 Financieel en locatietechnisch onderzoek Muziekcentrum in De Nobel 24 % van de totale marktomvang ofwel 4.500 tot 8.500 bezoeken. Dit betekent: De totale marktomvang is 62.000 - 79.500 bezoeken. 3.3.3 Aanbod van het poppodium Het poppodium biedt faciliteiten voor primair presentaties en secundair educatie en productie van popmuziek. Maar het poppodium wil haar aanbod ook uitbreiden met exposities, theater en andere aspecten van jonge(ren) cultuur: Presentatie van popmuziekactiviteiten op een divers ambitieniveau: van lokaal tot internationaal, door amateur of professional, in alle denkbare popmuziekstijlen. Presentatie voor een zeer uiteenlopend publiek: allochtoon of autochtoon, van zeer jong tot oudere jongere, passieve of actieve popliefhebbers. Educatie van muzikanten, beginnende bandjes of van scholieren in het kader van CKV. Productie van eigen activiteiten in samenwerking met andere culturele instellingen: met het (kunstvak)onderwijs, met de horeca en - uiteraard en primair - met de muzikant van pop-, jazz- en andere muziekdisciplines. En waar mogelijk in samenwerking met of beïnvloeding door beeldende kunst, dans of theater. 3.4 Het popcollectief 3.4.1 Beleidsuitgangspunten van het popcollectief “Optimale serviceverlening aan lokale en regionale muzikanten, bands en acts door middel van het ontwikkelen van voor hen interessante activiteiten, een goede informatievoorziening en het aanbieden van faciliteiten om te repeteren en geluidsopnames te maken. Daarbij staat het leveren van maatwerk voorop.” Een goed georganiseerd popcollectief is in staat de lokale en regionale popcultuur te stimuleren en te motiveren. Hierdoor ontstaat er meer ruimte voor expressie van creativiteit. Hierdoor neemt de algehele kwaliteit toe, hetgeen weer een positief effect kan hebben op de markt. Muziek maken is kunst/cultuur, een universeel creatief product dat massa’s kan enthousiasmeren. Zoals binnen alle markten is ook muziek maken een vak; een professie met allerlei specialismen, kennis en vaardigheden die je zult moeten bezitten. Het maakt hierbij niet uit of je op amateur- of professioneel niveau bezig bent. Kennis over zaken als boekhouding, optredens regelen, demo’s maken en promotie voeren zijn voor iedere muzikant van belang. Financieel en locatietechnisch onderzoek Muziekcentrum in De Nobel 25 Naast de effecten voor de muzikant kan het popcollectief een belangrijke positie innemen binnen de markt. Het onderhouden en stimuleren van de lokale en regionale scene betekent een toename van aanbod, concurrentie en daarmee een algemene verhoging van kwaliteit. Door actief te participeren in ondersteuning en ontwikkeling van speelplaatsen, festivals, facilitaire voorzieningen en popbeleid ontstaat een afzetmarkt, broedplaats voor jonge bands en acts. Vanuit deze broedplaats kunnen bands en acts de regio ontstijgen om provinciaal/nationaal/internationaal aan het werk te gaan. Dit heeft onmiskenbare positieve gevolgen voor de regio waaruit deze bands en acts komen. Een goed georganiseerd popcollectief is in staat om hieraan een invulling te geven, is een spin in het web van organisaties die zich richten op de muzikanten. 3.4.2 Doelgroepen van het popcollectief en de marktomvang De primaire doelgroep is de beginnende muzikant uit Leiden e.o. Vaak hebben muzikanten zich al verenigd in een band voordat ze voor ondersteuning aankloppen bij het popcollectief. Soms echter zijn ze juist op zoek naar andere liefhebbers van de muziekstijlen van hun voorkeur. Een aantal zijn via de muziekschool theoretisch en instrumentaal gevormd, anderen willen meteen ‘hun ding doen’. Sinds enige tijd gaat het niet alleen om muzikanten die in een traditionele bezetting van gitaren, drummer en eventueel toetsen en blazers de weg naar beroemdheid zoeken, maar zijn er steeds meer dj’s en vj’s die gebruik maken van de digitale ontwikkelingen, die met dezelfde behoeftes aankloppen. Het aantal actieve muzikanten in Leiden wordt geschat op 1.200 tot 1.700. Het aantal bands die in het huidige Muziekhuis repeteren is 70 tot 80 per week. 3.4.3 Het aanbod van het popcollectief Het popcollectief organiseert een aanbod van activiteiten binnen drie segmenten, namelijk: Educatie en vorming: CKV, clinics, workshops Service en dienstverlening: bandcoaching, informatievoorziening, projectbegeleiding Presentaties: sessies, open podia , supportacts, cd-presentaties, try-outs Talentvolle bands/acts krijgen de mogelijkheid om zichzelf of hun cd te promoten binnen een van de zalen van het muziekcentrum. Selectie vindt plaats vanuit het popcollectief waarbij kwaliteit, originaliteit, plaatsbaarheid en visie belangrijke graadmeters zijn. Bij hoge uitzondering organiseert het popcollectief (grootschalige) concerten. Het gaat hier te allen tijden om aanbod dat sterk afwijkt van de reguliere programmering en een brug vormt tussen muzikanten en luisteraar. 3.5 De multifunctionele muziekzaal 3.5.1 Beleidsuitgangspunten voor de muziekzaal Financieel en locatietechnisch onderzoek Muziekcentrum in De Nobel 26 De muziekzaal moet qua beschikbaarheid, locatie, omgeving, inrichting, uitstraling en beheer een geschikte accommodatie zijn voor diverse programmerende instellingen die aanbod brengen in diverse muziekstijlen: popmuziek, jazz- en actuele muziek, klassiek, wereldmuziek, folk etc. De muziekzaal moet qua opzet en inrichting multifunctioneel bruikbaar zijn waarbij ook andere kunstdisciplines zoals dans, beeldende kunst en (muziek)theater in cross-over met muziek geprogrammeerd kunnen worden. 3.5.2 Doelgroepen voor de muziekzaal en de marktomvang De primaire doelgroep voor de muziekzaal is de programmerende instelling in Leiden die zoveel mogelijk aanvullend op het aanbod van het poppodium en het popcollectief programmeert, en daarbij een grotendeels aanvullend publiek weet te bereiken. Er is ons geen marktonderzoek bekend over het potentieel publiek in Leiden voor andere muziekstijlen dan pop. Door het bereik van deze programmerende instellingen in de begrotingen gelijk te houden aan het gerealiseerde in 2003 (een periode waarin nog bijna geen beperkende maatregelen van kracht waren), wordt de verwachting gebaseerd op het eerder gerealiseerde. 3.5.3 Het aanbod van de programmerende instellingen Het aanbod van deze instellingen bestaat voornamelijk uit concerten, bij voorkeur in de weekenden. Een programmaraad - bestaande uit vertegenwoordigers van de programmerende instellingen, de Muziekschool Leiden, het poppodium en het popcollectief – moeten samen afspraken bewaken met betrekking tot: de beschikbaarheid: optimaal gebruik van de muziekzaal dient niet alleen de liefhebbers van de diverse muziekstijlen, maar ook een haalbare en betaalbare exploitatie; de samenhang van het aanbod om overlapping zoveel mogelijk te vermijden en interne concurrentie zoveel mogelijk te beperken; de publiciteit: deze moet herkenbaar zijn als zijnde van de muziekzaal van het muziekcentrum, maar ook het onderscheidenlijke publiek aanspreken. Financieel en locatietechnisch onderzoek Muziekcentrum in De Nobel 27 4 DE ORGANISATIE EXPLOITATIE VAN HET BEHEER EN DE In het vorige hoofdstuk zijn drie entiteiten voor het muziekcentrum beschreven. De meest eenvoudig opzet is ‘drie-onder-één-dak’. Drie organisaties die ieder afzonderlijk verantwoordelijkheid dragen voor respectievelijk het poppodium, het popcollectief en de multifunctionele muziekzaal. Een dergelijke opzet heeft maar een enkel voordeel: doordat partijen onder één dak worden ondergebracht zou eerder samenwerking kunnen ontstaan. Echter, verdergaande samenwerking kan vele voordelen opleveren door efficiënt gebruik van (elkaars) ruimtes, faciliteiten en vaardigheden. Toegevoegde waarde ontstaat ook door de programmering en de publiciteit daarvoor op elkaar af te stemmen en - nog beter - met elkaar uit te voeren. Voor de hand liggend kan het beheer en onderhoud van het gebouw en de techniek en de organisatie van de horeca ondergebracht worden in een gezamenlijk aan te sturen rechtspersoon. Deze kan ook fungeren als hoofdhuurder. Op termijn kan een dergelijke beheersstichting worden uitgebreid met verantwoordelijkheid voor de security, inkoop, administratie, marketing, vrijwilligersbeleid/personeelsbeleid en andere staftaken. Dit kan zelfs leiden tot fusie van de organisaties van de drie entiteiten. Het hierna volgende plaatje met toelichting geeft een schets van een mogelijke aanvangsfase. Financieel en locatietechnisch onderzoek Muziekcentrum in De Nobel 28 EIGENAAR BEHEERSSTICHTING POPPODIUM MUZIEKZAAL POPCOLLECTIEF PROGRAMMARAAD Toelichting: EIGENAAR De gemeente Leiden is als verhuurder verantwoordelijk voor beheer en onderhoud aan casco en gebouwgebonden installaties. BEHEERSSTICHTING Is hoofdhuurder. Organisatie van de beheersstichting: Strategie: onafhankelijk bestuur met commitment aan de door de deelnemende partijen geformuleerde uitgangspunten voor beheer en exploitatie. Tactiek: beheerscommissie bestaande uit de directeur van het poppodium, een vertegenwoordiger uit de programmaraad van de muziekzaal en de coördinator van het popcollectief. Operationeel: team medewerkers voor onderhoud, techniek, beveiliging etc., in dienst van deze beheersstichting. POPPODIUM, Exploitant van de MUZIEKZAAL EN POPCOLLECTIEF Zijn onderhuurders. Financieel en locatietechnisch onderzoek Muziekcentrum in De Nobel 29 PROGRAMMARAAD Heeft drie taken met betrekking tot de muziekzaal: Streven naar samenhang, voorkomen van overlapping in de combinatie activiteit/doelgroep. Het in overleg invullen van de beschikbare dagen. Door vertegenwoordiging in de beheersstichting bewaken van de gewenste sfeer, inrichting en uitstraling en de gewenste inzet van personeel en/of vrijwilligers. Daarnaast kan de programmaraad of kunnen individuele programmerende instellingen in overleg de andere ruimtes huren. De meerwaarde van het muziekcentrum wordt vergroot door elkaars ruimtes ter beschikking te stellen, uiteraard onder uit te werken voorwaarden. De samenstelling wordt gevormd door de programmerende instellingen. Dat zijn het LVC, de LVP, Q-bus, CC de X, en andere programmerende instellingen, zoals Club Populair, Hothouse en de Muziekschool Leiden. Gebouwbeheer Het gebouwbeheer moet centraal worden geregeld voor het gehele muziekhuis in de beheersstichting. Onder gebouwbeheer verstaan we beheer en onderhoud in de rol van verhuurder, objectbeveiliging, sleutelbeheer, onderhoud, energie, water, afvalverwerking etc. Wat er niet onder valt - dus door drie partijen zelf wordt geregeld – is: onderhoud in de rol van huurder onderhoud en beheer inventaris en apparatuur alle aspecten van de horeca alle activiteitgebonden werkzaamheden (kassa, publieksbegeleiding, security, techniek, schoonmaak, etc.) Uitgangspunt: Poppodium het LVC is verantwoordelijk voor: grote popzaal café met podium foyer alle direct daaraan gerelateerde ruimtes Het popcollectief is verantwoordelijk voor: ontmoetingsruimte met podium oefenruimtes studio Financieel en locatietechnisch onderzoek Muziekcentrum in De Nobel 30 alle daaraan gerelateerde ruimtes De ‘exploitant’ van de muziekzaal is verantwoordelijk voor: multifunctionele muziekzaal alle daaraan gerelateerde ruimtes. Dit uitgangspunt betreft dus het beheer en onderhoud van betreffende ruimtes (als huurder), de inventaris en het activiteitenbeheer. Een aparte benadering vraagt de organisatie van de horeca en van de techniek (geluid, licht, audiovisueel). Het is een optie om de exploitatie van de muziekzaal onder te brengen bij de beheersstichting. Evengoed is het mogelijk dat het popcollectief het beheer van oefenruimtes, studio en ontmoetingsruimte onderbrengt bij de beheersstichting. De keuze uit deze opties wordt niet zozeer ingegeven door kosten. In de regel is het financieel gewin van een dergelijke efficiencyslag gering. Veel belangrijker is de professionalisering door een betere inzet van de organisatorische kennis en kunde. De horeca Identiteit is belangrijk. Centrale organisatie van inkoop, beheer van de apparatuur, voorraadbeheer en relatiebeheer heeft financiële voordelen en betekent effectiever werken. Verder vraagt de horecafunctie een grote mate van kennis en kunde met betrekking tot de naleving van de regels en voorschriften met betrekking tot veiligheid (BHV, EHBO, security, noodplannen), (sociale) hygiëne, Warenwet, ARBO en Algemene Plaatselijke Verordening. Horecapersoneel kan centraal worden aangestuurd, maar altijd rekening houdend met de identiteit van het programma. Zo heeft iedere ruimte zijn eigen vrijwilligers. Maar ook het barbeheer is onderscheidenlijk; zo heeft de ontmoetingsruimte ook te maken met het beheer van de oefenruimtes en de studio. Het heeft in eerste instantie de voorkeur om de ruimtes voor eigen beheer te exploiteren. Op basis van doorberekening van de centrale inkoop bepaalt ieder voor zich de te behalen winstmarge. Echter, kwaliteitsnormen en waar mogelijk prijsstelling zijn gelijk. Uitzondering kan zijn de goedkopere non-alcoholische dranken in de ontmoetingsruimte. De techniek Het beheer en onderhoud van de apparatuur (licht/geluid) kan centraal georganiseerd worden. Dat geldt ook voor de aansturing en opleiding van vrijwilligers. Daarnaast vraagt de ontmoetingsruimte van het popcollectief, het café met podium, de grote popzaal en de muziekzaal qua professionaliteit een andere benadering gerelateerd aan het programma. Dat betekent dat vrijwilligers gekoppeld worden aan ruimtes en soms aan soorten programma. Er kan wel sprake zijn van doorstroming. Het Financieel en locatietechnisch onderzoek Muziekcentrum in De Nobel 31 bedienen van de techniek in de ontmoetingsruimte kan soms een onderdeel zijn van een workshop of een cursus Techniek. Financieel en locatietechnisch onderzoek Muziekcentrum in De Nobel 32 5 DE ORGANISATIE VAN HET MUZIEKCENTRUM 5.1 Organisatie van het poppodium Poppodia als culturele organisaties – dit ter onderscheiding van open jongerencentra die in de loop der tijd zijn uitgegroeid tot poppodia – kenmerken zich door een taakgerichte structuur, waarbij incidenteel gewerkt wordt met een productgerichte structuur. Een poppodium als het LVC dient te functioneren als een professioneel cultureel bedrijf, een organisatie die zich vooraf verplicht tot het aanbieden van een vastgesteld aantal producties/activiteiten, bestaande uit een diversiteit van grootte (van de act), ambitie, muziekstijl, subcultuur, presentatievorm en een geschat publieksbereik. Daarnaast dient ruimte te worden gecreëerd voor overige structurele en incidentele activiteiten en evenementen, zoals multimediaevenementen, muziekworkshops, festivals en eventuele cross-overs met andere kunstdisciplines. Dit alles valt onder de kernfunctie van de organisatie. De professionaliteit komt naar voren in de wijze waarop de organisatie zich zowel intern als extern profileert, namelijk als een cultureel bedrijf: Waar op een zakelijke manier gewerkt wordt om een zo aantrekkelijk mogelijk artistiek product aan te bieden voor een zo breed mogelijke publieksgroep. Waar directie en personeel zich verantwoordelijk stellen voor de intrinsieke kwaliteit van het geboden programma. Waar de inzet van vrijwillige medewerkers wordt gezien als een toegevoegde waarde om de organisatie te laten functioneren; enerzijds als klankbord en referentiekader voor de publieke belangstelling, anderzijds als noodzakelijke capaciteit om activiteiten te organiseren, zonder dat dit leidt tot beperking van het aanbod. Waar het bestuur ‘bestuurt en controleert’ en de uitvoering de verantwoordelijkheid is van de directie en het managementteam. Waar het bestuur zich laat adviseren door directie, managementteam (en zich laat inspireren door vrijwillige medewerkers) en voeling houdt met het publiek, de markt en de marktomstandigheden. Waar binnen de organisatie gewerkt wordt volgens vooraf vastgestelde methoden en processen. Een poppodium vraagt om een professionele inzet op een aantal kernfuncties, waarnaast o.a. vrijwillige medewerkers worden aangesteld voor de operationele bedrijfsvoering. Taken die vallen onder de professionele aansturing, zijn: algemene leiding en coördinatie Financieel en locatietechnisch onderzoek Muziekcentrum in De Nobel 33 budgetbewaking en beleidsadvisering programmering en marketing beheer en techniek horecamanagement begeleiding vrijwillige medewerkers Vrijwillige medewerkers Poppodia zijn voor het functioneren aangewezen op de inzet van vrijwillige medewerkers. Enerzijds vanuit kostenbesparend oogpunt, anderzijds zijn veel jongeren bereid en enthousiast om deze rol te vervullen, mits de functie tegemoetkomt aan voor jongeren belangrijke aspecten als status, rechten, plichten en een minimale tegemoetkoming in de kosten. Vrijwillige medewerkers zijn echter niet alleen belangrijk als ‘goedkope arbeidskracht’. Zij zijn een afspiegeling van het potentiële publiek en daarom een belangrijke informatiebron voor de programmadienst. Vrijwilligers zijn belangrijk om het draagvlak voor activiteiten te vergroten. Zij kunnen gezien worden als primaire doelgroep. Vrijwilligersbelangen zijn echter ondergeschikt aan de kwaliteit van de activiteiten. Het werken met vrijwillige medewerkers vraagt om professionele begeleiding. Exploitatievorm Poppodia zijn van oudsher ingericht als ondernemingen. Men heeft steeds een substantieel deel van de inkomsten zelf moeten en kunnen genereren. Subsidie was en is nog steeds een deel van de inkomsten. Een veel groter deel wordt gevormd door de entree- en horeca-inkomsten. De meeste podia zijn dan ook zelfstandig verantwoordelijk voor hun exploitatie, al of niet onder te brengen in een aparte stichting. Continuïteit en aansturing van de organisatie worden echter het best gewaarborgd door één stichting, die verantwoordelijk is voor het inhoudelijk en financieel beleid, alsmede beheer en exploitatie. 5.2 Organisatie van het popcollectief De organisatieopzet van het popcollectief verschilt niet wezenlijk van die van het poppodium. Het takenpakket is echter grotendeels anders. Alleen de optredens in de ontmoetingsruimte zijn hetzelfde qua organisatie. Het popcollectief kent daarnaast de ondersteunende taken middels het aanbieden van oefenruimtes en studio’s en middels het aanbieden van educatieve en informatieve programma’s. Omdat daarnaast de doelgroep primair uit muzikanten bestaat in plaats van publiek, zal het popcollectief een ander type medewerkers en vrijwilligers aantrekken. Vaak zelf muzikanten. Indien er voor gekozen wordt om het beheer van de oefenruimtes en studio’s onder te brengen in de centrale beheersstichting, dan dient het popcollectief zeggenschap te houden over de wijze waarop, over de doelgroep en over de tarieven. De beheersstichting heeft dan een puur uitvoerende bevoegdheid. Belangrijke partners voor het popcollectief zijn, naast het poppodium en de multifunctionele muziekzaal, vooral de Muziekschool en de instellingen die CKV-projecten verzorgen. Financieel en locatietechnisch onderzoek Muziekcentrum in De Nobel 34 5.3 Organisatie van de muziekzaal De organisatieopzet van de muziekzaal is exact hetzelfde als die van het poppodium. Het verschil zit in de totstandkoming van het aanbod en de publiciteit daarvoor. In het poppodium worden de uitgangspunten van het programmabeleid door de directeur bepaald en ‘vertaald’ in activiteiten door de programmeurs. In de muziekzaal zit daar nog een programmaraad voor die de beschikbare momenten van de muziekzaal bepalen en de samenhang van het aanbod bewaken. 5.4 Het programma-aanbod en het publieksbereik Het aanbod van de samenwerkende instellingen bestaat uit drie segmenten: Educatie en vorming: In de vorm van CKV-projecten, clinics, workshops, masterclasses en cursussen wordt door met name een aantal instellingen in samenwerking met scholen, de Muziekschool en andere culturele instellingen georganiseerd. De doelgroepen zijn scholieren met CKV in het vakkenpakket, (ex-)leerlingen van de Muziekschool en actieve muziekliefhebbers. Het muziekcentrum richt zich zowel bij de educatieve projecten als bij de service en dienstverlening tot bands, dj’s, vj’s, rappers, singersongwriters en iedere andere samenstelling waarin muziek wordt gemaakt of onderwezen. Service en dienstverlening: In facilitaire zin worden aan zojuist omschreven doelgroepen oefenruimtes, lesruimtes en een studio aangeboden. Inhoudelijk kan ondersteuning de vorm hebben van bandcoaching, informatievoorziening en projectbegeleiding. Er is een toenemende vraag onder jongeren (al vanaf 12 jaar!) aan professionele begeleiding bij hun creatieve ontwikkeling als danser, rapper of dj/vj. Deze jongeren zijn zowel van autochtone als allochtone afkomst en hebben naast belangstelling voor muziek ook interesse in film, theater en multimedia. In de vorm van workshops in de namiddag/vroeg in de avond is er een nieuwe vorm van buitenschoolse activiteiten ontstaan. Veelal vinden deze activiteiten in de jongerencentra of in de wijk- en buurthuizen plaats. Het ontbreekt echter aan goede faciliteiten en professionele begeleiding. De instellingen hebben aangegeven open te staan voor deze ontwikkelingen en de mogelijkheden van het muziekcentrum hiervoor te onderzoeken. Alleen door hechte samenwerking met initiatieven in en uit deze doelgroepen heeft dit een kans van slagen. Met name vanwege de grote cultuurverschillen. Presentaties De podiumactiviteiten bestaan uit live-concerten, sessies, open podia, supportacts, cdpresentaties, try-outs en zelfs battles. De muziekstijlen zijn voornamelijk pop, jazz, actuele muziek, wereldmuziek en folk. Maar daarnaast wordt ook stand-upcomedy, cabaret, film, dance en multimediaprojecten geprogrammeerd. Het substantiële deel aan programma’s bestaat uit popmuziek en daarmee wordt ook het overgrote deel van het publiek bereikt. Er zijn Financieel en locatietechnisch onderzoek Muziekcentrum in De Nobel 35 programmeurs die makkelijk meer dan 80 genres kunnen benoemen: van punk tot urban, van jungle tot grindcore, van blues tot hardrock etc. En zoals er tientallen genres zijn, zijn er ook tientallen doelgroepen. Het is daarom onmogelijk om van een poppodium als het LVC te verwachten dat zij alles en iedereen kunnen bedienen. Gelukkig zijn er in Leiden een aantal programmerende instellingen die zich specialiseren op bepaalde genres en bepaalde doelgroepen. Eerder genoemd is het belang van een programmaraad om overlapping te voorkomen en het aanbod zo breed mogelijk te houden. De activiteiten, voortkomend uit de drie hierboven genoemde segmenten, vormen de corebusiness; het zijn de kernactiviteiten. Mede ingegeven door de noodzaak om extra inkomsten te genereren, organiseren podia nevenactiviteiten die winstgevend dienen te zijn. Voorbeelden zijn club-events, festivals en dancenights. In toenemende mate worden deze activiteiten, artistiek gezien, ook onderdeel van de kernactiviteiten. Een derde categorie wordt gevormd door de commerciële activiteiten. Voortkomend uit de profit-for-nonprofit formule en het gewenste ondernemerschap, worden faciliteiten verhuurd aan partijen voor vieringen, recepties, lezingen, congressen etc. Onderstaand schema is een indicatieve weergave van het aantal activiteiten en het publieksbereik van de drie entiteiten in het muziekhuis. Aantal activiteiten Aantal bezoekers Poppodium LVC 180 40.000 Muziekzaal 170 15.000 Popcollectief 70 5.000 Totaal 420 60.000 Met eerder marktonderzoek is door Signo&S vastgesteld dat in Leiden alleen voor popmuziek al een bereik is van 62.000 – 79.500 bezoeken. Conclusie mag dan ook zijn dat het begrote bereik realistisch is en dat er zelfs nog rek in zit, mede omdat: de bezoekers voor specifiek het café of de ontmoetingsruimte – op momenten dat er geen programma-activiteiten zijn - niet zijn meegeteld; het aanbod en publieksbereik van een aantal programmerende instellingen niet is Financieel en locatietechnisch onderzoek Muziekcentrum in De Nobel 36 meegenomen. Dat betreft onder andere: - What’s Juicy: 10 activiteiten per jaar met gemiddeld 650 bezoekers (mogelijk straks in de grote zaal?), - Decompression: 4 activiteiten per jaar met gemiddeld 400 bezoekers (grote zaal?), - Club Populair: 18 activiteiten in de Panda Bar met gemiddeld 300 bezoekers (muziekzaal, ontmoetingsruimte?) en 4 activiteiten in In Casa met gemiddeld 750 personen (grote zaal/café?), - overige programmerende instellingen: Made in Leiden, Horus, Glue Factory, Tjokvol, Onrust, Freitag, de Streekmuziekschool (150 tot 200 activiteiten per jaar!), Bar en Boos en Wot NXT Er zijn veel programmerende instellingen en er is veel aanbod. De betaalbaarheid daarvan wordt voornamelijk bepaald door de vraag; de haalbaarheid wordt bepaald door de beschikbaarheid van de ruimtes. Naast de muziekzaal, die zal worden gevuld door de programmaraad, is de grote zaal ook beschikbaar voor derden. Programmering door derden in het muziekcafé en de ontmoetingsruimte is ook mogelijk, rekening houdend met een optimale toegankelijkheid voor de doelgroepen die met deze functies worden beoogd. De publieksgerichte activiteiten vinden vooral in het weekend plaats: donderdag-, vrijdag- en zaterdagavond en de zondagmiddag/avond. ’Daarmee is er voor educatieve programma’s en CKV-projecten een ruime beschikbaarheid op maandag, dinsdag en woensdag, zowel overdag als ’s avonds. De meeste instellingen hebben educatieve activiteiten in hun aanbod. 5.5 De personele middelen Refererend naar het in een eerder hoofdstuk beschreven model voor beheer en exploitatie van de drie entiteiten, zijn er vier uitvoerende personeelsformaties: het poppodium het popcollectief de muziekzaal het beheer van het gebouw Uitgaande van de optie om het beheer van de muziekzaal onder te brengen bij de beheersstichting en de optie dat het popcollectief het beheer van oefenruimtes, studio en ontmoetingsruimte onderbrengt bij de beheersstichting, is de volgende opzet te maken: Financieel en locatietechnisch onderzoek Muziekcentrum in De Nobel 37 Poppodium PERSONEELSFORMATIE Directeur Coördinator Bedrijfsleider Programmeur Programmaraad Publiciteit/promotie Hoofd bedrijfsbureau/controller Vrijwilligerscoördinator Horecamanagement Productie Secretariaat Administratie Avondcoördinatie Beheer Schoonmaak Popcollectief Muziekzaal Beheersstichting X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X Financieel en locatietechnisch onderzoek Muziekcentrum in De Nobel 38 6 DE ACCOMMODATIE 6.1 Uitgangspunten voor een accommodatie Wat betreft de accommodatie gelden de volgende bijzonderheden: Voorkomen dient te worden dat de accommodatie de vorm krijgt van een gesloten/dichte doos; er moet sprake zijn van een natuurlijke daglichttoetreding in het entree/foyergebied. Voor de presentatiefunctie van het muziekcentrum moet worden gedacht aan een grote zaal voor circa 600 - 700 bezoekers, een café met volledige podiumfunctie en een multifunctionele muziekzaal voor 200 - 300 bezoekers met ondersteunende faciliteiten zoals een foyer, garderobe, kantoorruimtes, kleedkamers, productieruimtes, laad- en lossluis, werkruimtes voor techniek en beheer, ruimte voor installaties en sanitaire voorzieningen. Voor de ondersteuning van de Leidse muzikanten is nodig: een aantal oefenruimtes, een opnamestudio, een ontmoetingsruimte met podium en ondersteunende faciliteiten zoals een garderobe, kantoorruimtes, kleedkamers, productieruimtes, laad- en lossluis, werkruimtes voor techniek en beheer, ruimte voor installaties en sanitaire voorzieningen. De ruimtes waar muziek wordt geproduceerd moeten voldoende worden geïsoleerd, zowel intern als extern gericht. Het gebouw moet voorzien zijn van voldoende mogelijkheden voor datacommunicatie ten behoeve van multimediatoepassingen. Om aan te kunnen (blijven) sluiten bij de sterk veranderende eisen van het publiek en aan de veranderende eisen aan presentatie- en productiefaciliteiten, is het belangrijk om de accommodatie en de compartimenten hierin waar mogelijk een flexibel karakter te geven. Eis daarbij is dat de publieksruimtes gelijktijdig afzonderlijk gebruikt moeten kunnen worden, maar ook gelijktijdig allemaal samen. De maximale capaciteit van de ruimtes samen is dan 1.350 bezoekers. 6.2 De buitenruimte Uit de resultaten van de marktonderzoeken van Signo&S in de periode 2001 - 2006 blijkt dat van de respondenten: gemiddeld 50 tot 55 % op de fiets komt; gemiddeld 20 tot 25 % met de auto/motor komt; gemiddeld 15 tot 20 % te voet komt; Financieel en locatietechnisch onderzoek Muziekcentrum in De Nobel 39 gemiddeld 10 % met het openbaar vervoer komt. Indien Het Muziekhuis een maximale opkomst van 1.350 bezoekers heeft, betekent dat het volgende: 650 tot 750 fietsen 135 tot 175 auto’s (twee bezoekers per auto) de rest komt te voet of met het openbaar vervoer Voor het publiek is daarom van belang: een goede bereikbaarheid en de aanwezigheid van voldoende parkeergelegenheid, een acceptabele loopafstand naar de aansluitingen op het openbaar vervoer en de veiligheid in de directe omgeving. Om kans op overlast te voorkomen moet het publiek zich zo snel mogelijk kunnen verdelen en is de routing bij voorkeur niet in de directe nabijheid van woningen. Grenzend aan het pand dient er ruimte te zijn voor fietsenstalling voor personeel, laad- en losfaciliteiten en is de aanwezigheid van enkele parkeerplaatsen voor artiesten gewenst. 6.3 Programma van eisen Om aan al deze uitgangspunten te voldoen, zijn de volgende voorzieningen gewenst: Het poppodium Een ‘grote zaal’ met een capaciteit van 600 - 700 bezoekers, bestaande uit een zaal met een capaciteit voor 450 - 550 bezoekers en één balkon voor 150 personen. De ruimte is voorzien van een vast podium, geluid- en lichttechniek en horeca, en is geschikt voor presentaties (concerten, danceparty’s, events, festivals). Zaalhoogte minimaal 11 meter. Een caféruimte met een kleinschalige podiumfunctie, hoogte 6 meter. Het is van belang om met dit café een uitnodigende sfeer te creëren. Het café kan zelfstandig functioneren en is direct vanaf de openbare weg toegankelijk. Uitgangspunt is een publiekscapaciteit (combinatie staan en zitten) voor circa 200 personen. Een foyer, welke de ‘schakelruimte’ vormt tussen de entree, de grote zaal en het café. Aan de entreezijde zijn kassa’s en er is een goed gelegen garderoberuimte voor minimaal 900 jassen, inclusief bergruimte voor helmen. De grote zaal, het café en de foyer zijn ook gezamenlijk te gebruiken. In deze ‘allesopensetting’ ontstaat een aantrekkelijke accommodatie voor events en festivals, met een totale bezoekcapaciteit voor circa 900 bezoekers. Financieel en locatietechnisch onderzoek Muziekcentrum in De Nobel 40 Het popcollectief 10 oefenruimtes voor bands, twee dj/vj-ruimtes, 1 grote ruimte voor workshops, schoolprojecten, cursussen en repetities van grotere gezelschappen; opnamestudio voor mediaproducties en workshops studiotechniek; controlekamer; ontmoetingsruimte met een podium als omgeving waar muzikanten en andere ‘kunstenmakers’ elkaar informeel kunnen ontmoeten en waar ze zich kunnen presenteren, capaciteit 150 personen; bergruimtes (lockers in twee maten) voor de instrumenten en onderdelen backline voor bands; ruimte voor instrumentenverhuur. De multifunctionele muziekzaal Een multifunctionele ‘kleine zaal’ met een vloercapaciteit voor maximaal 250 - 300 bezoekers, met een klein balkon en mobiel podium. Deze ruimte is zowel geschikt voor presentaties (concerten, danceparty’s, theater, film), maar ook te gebruiken als educatieve ruimte, productieruimte en expositieruimte (zaal en balkon). Mogelijk is er een inschuifbare tribune voor zitvoorstellingen (circa 100 stoelen). Zaalhoogte minimaal 9 meter. Gezamenlijke ruimtes een keuken, met de mogelijkheid om een beperkte capaciteit maaltijden te bereiden (catering artiesten); laad- en losruimte, bij voorkeur in de vorm van een dockshelter om het risico van geluidsoverlast bij omwonenden in te kunnen perken; 6 kleedkamers (2 bij de grote zaal, 1 bij het café, 1 bij de ontmoetingsruimte en 2 bij de muziekzaal), inclusief sanitaire voorzieningen; meerdere toiletunits, gekoppeld aan de publieksruimtes; opslagruimtes voor horecabenodigdheden, podiummateriaal, decor, inrichting e.d.; kantoorruimte: - poppodium voor 15 personen - popcollectief voor 2 personen - muziekzaal voor 3 personen een werkruimte voor techniek, publiciteit, decor en onderhoud; 2 vergaderruimtes (1 voor min. 18 personen en 1 voor min. 6 personen); Financieel en locatietechnisch onderzoek Muziekcentrum in De Nobel 41 een fietsenstalling voor (vrijwillig) personeel voor circa 50 fietsen; afsluitbare parkeergelegenheid voor artiesten en verhuurbedrijven; ruimtes voor de technische installaties. In bijlage II is een elementair ruimte-relatieschema weergegeven. 6.4 M²-staat De verschillende faciliteiten vragen de volgende m² (de getallen staan voor bvo (bruto vloeroppervlak) en zijn afgerond. Bijlage I is een gedetailleerd overzicht van vloeroppervlaktes, zowel netto als bruto): grote zaal voor 600 - 700 personen = 550 m²; café met podium voor 200 personen = 265 m²; muziekzaal voor 250 - 300 personen = 285 m²; ontmoetingsruimte met podium en balie voor 150 personen = 155 m²; foyer met garderobe en front-office = 175 m²; werkruimtes en opslagruimtes = 625 m²; oefenruimtes, dj/vj-ruimtes, workshopruimte = 445 m²; studio’s, instrumentenbeheer, lockers = 170 m²; backstage- en loadingdock = 310 m²; diversen, waaronder garderobe en toiletten = 235 m²; buitenruimte: fietsenstalling personeel en parkeren muzikanten = 100 m². Totaal aantal m² bvo is, exclusief ruimtes voor technische installaties, 3.315 m². In vergelijking met de huidige situatie: Het LVC is 1.937 m², Het Muziekhuis inclusief Q-bus is 1.392 m² bvo. Samen is dat 3.329 m². In deze meters zitten veel onrendabele ruimtes, omdat het oude gebouwen zijn die niet gebouwd zijn voor deze functies. 6.5 Akoestische eisen In dit advies beschrijven we de globale uitgangspunten voor de akoestische voorzieningen, die nodig zijn voor de bouw van het muziekcentrum. Uitgangspunten: een grote popzaal, geschikt voor live-concerten voor maximaal 700 mensen; een multifunctionele muziekzaal, geschikt voor live-concerten voor maximaal 300 mensen; een muziekcafé waar kleinschalige optredens plaatsvinden; Financieel en locatietechnisch onderzoek Muziekcentrum in De Nobel 42 een ontmoetingsruimte met podium voor sessies, workshops, open podia e.d.; oefenruimtes en studio. In deze rapportage worden alleen de voorzieningen op hoofdlijnen gegeven. Veiligheidsvoorzieningen (vluchtwegen, nooduitgangen) hebben gevolgen voor de akoestische voorzieningen. Uitgangswaarden akoestiek Op basis van onze ervaringen met andere podia kunnen de volgende akoestische uitgangspunten gehanteerd worden: een geluidsniveau van LAeq = 105 dB(A) in de beide zalen, uitgaande van liveoptredens met elektrische versterking; het voldoende beperken van de trillingsoverdracht van dansend publiek in de beide zalen; Een geluidsniveau van LAeq = 100 dB(A) in muziekcafé en ontmoetingsruimte, uitgaande van live-optredens met beperkte elektrische versterking; indien normale elektrische versterking is gewenst, het geluidsniveau van LAeq = 105 dB(A) aanhouden; een geluidsniveau van LAeq = 105 dB(A) in de oefen- en studioruimtes, uitgaande van het bespelen van slagwerkinstrumenten en de inzet van elektrische (instrument-) versterking; een voor popmuziek geschikte akoestiek in de ruimtes, ingegeven door primair elektrisch versterkt weergegeven geluid en het beperken van de luidheid (oefenruimtes). Een nagalmtijd van 0,8 seconde bij 50 % zaalbezetting kan als uitgangspunt worden gehanteerd. Voor de muziekzaal is het raadzaam om deze waarden te toetsen voor andere muziekstijlen zoals jazz, wereldmuziek, e.a.; voldoen aan het Besluit sport-, horeca- en recreatievoorzieningen milieubeheer. Financieel en locatietechnisch onderzoek Muziekcentrum in De Nobel 43 7 STICHTINGSKOSTEN EN EXPLOITATIE-BEGROTING 7.1 Stichtingskosten muziekcentrum Op basis van een aantal ontwikkelde bouwplannen is het mogelijk om richtlijnen te geven voor de bouwkosten van poppodia in Nederland. Het betreft hier zowel podia die reeds zijn gerealiseerd, als schattingen voor de bouw van podia in verschillende stadia van ontwikkeling. In deze analyse zijn onder andere de bouwbudgetten betrokken van P3 in Purmerend, Plato in Helmond, Tavenu in Waalwijk, Mezz (voorheen Para) in Breda, de Boerderij in Zoetermeer, het Paard in Den Haag (allen nieuwbouw), Doornroosje in Nijmegen, de Melkweg in Amsterdam (het betreft hier verbouw) en de bouwbudgetten voor de Effenaar in Eindhoven en het Patronaat in Haarlem. De stichtingskosten (exclusief grond en inrichting, maar inclusief gebouwgebonden installaties) variëren van € 2.250,- tot bijna € 3.730,- per m². De hoogte van de stichtingskosten is afhankelijk van het totaal aantal m² en de functies die gerealiseerd moeten worden. Voor het muziekcentrum in Leiden moet naar ons inzicht rekening worden gehouden met een prijs van circa € 2.700,- tot € 3.200,- per m². Alle bedragen zijn exclusief btw. 7.2 De btw De btw zal bij de bouw van de accommodatie in rekening worden gebracht aan de opdrachtgever, in deze de gemeente Leiden. Voor de bepaling of deze door de gemeente volledig in aftrek mag worden gebracht is het volgende van belang: In de Wet Omzetbelasting 1968 is geregeld dat er integraal recht op aftrek van voorbelasting is als de onroerende zaak ‘volledig of nagenoeg volledig’ (minimaal 90 %) wordt gebruikt ten behoeve van belaste prestaties waarvoor recht op aftrek van voorbelasting bestaat. De activiteiten van de zalen zijn culturele activiteiten en horeca en dus allen met btw te belasten activiteiten. De entree tot activiteiten is belast met 6 %, het overige met 19 %. Dat geldt normaal gesproken niet voor de verhuur van de ruimtes. Maar op grond van Mededeling 40: Belaste verhuur en belaste levering van gedeelten van een onroerende zaak, verhuur van congres-, vergader- en tentoonstellingsruimtes, kan vastgesteld worden dat voor de zalen en bijbehorende ruimtes van het muziekcentrum geopteerd kan worden voor belaste verhuur. Voor de oefenruimtes ligt dat anders; deze worden ter beschikking gesteld aan bands. Slechts een beperkt deel van deze bands is aan te merken als ondernemer en zelfs dan is men meestal niet geregistreerd voor de omzetbelasting. Opteren voor belaste verhuur is daarom niet mogelijk. Er bestaat echter de mogelijkheid om voor de verhuur van gedeelten Financieel en locatietechnisch onderzoek Muziekcentrum in De Nobel 44 van een onroerende zaak te opteren voor de heffing van omzetbelasting. Splitsingsregels en uitvoering hiervan zijn geregeld in artikel 15 van de Wet. Bij de splitsing mag worden uitgegaan van omzet of van oppervlakte of inhoud van de ruimtes. En omdat de oefenruimtes worden gebruikt voor onbelaste doeleinden, kan conform artikel 15 de verhouding m² (m³) oefenruimtes : m² (m³) totale poppodium als bepalend worden beschouwd voor de mate waarin de voorbelasting op de bouwkosten in aftrek mag worden gebracht. Indien de oefenruimtes meer dan 10 % van de m² bvo in beslag nemen, is vooraf overleg met de belastingdienst aan te bevelen. 7.3 Inrichtingskosten Inventarisatie van de kosten voor de inrichting bij de diverse onlangs gerealiseerde podia, levert ons geen kengetal op in relatie tot de stichtingskosten van de bouw. Met name de grootte en de hoeveelheid podiumzalen, het aantal oefenruimtes en de aanwezigheid van een opnamestudio zijn hierop van grote invloed. Daarbij wordt een substantieel deel van de inrichtingskosten gevormd door de geluid- en lichtinstallaties, het instrumentarium en de eventuele opnameapparatuur. Naast de mogelijkheid van aanschaf is leasing een veel voorkomende vorm van financiering. Tenslotte bestaat er nog de mogelijkheid om te huren. Uitgaande van aanschaf van alle onderdelen voor de inrichting van het muziekcentrum, moet rekening gehouden worden met een investering van circa € 600.000,voor de grote zaal en de muziekzaal. Voor het café en de ontmoetingsruimte samen circa € 300.000,-. De backline en zanginstallatie voor een oefenruimte kost tussen de € 5.000,- en € 10.000,-. De apparatuur voor een studio kent een veel bredere marge: van € 20.000,- tot € 75.000,-. Voor het gehele muziekcentrum zijn de bedragen voor de techniek ongeveer € 900.000,- tot € 1.000.000,-. Afschrijving dient in vijf jaar te gebeuren, maar in de praktijk wordt vaak 7 tot 10 jaar gehanteerd. De inrichtingskosten voor de horeca - waaronder begrepen de bars, de tapinstallaties met leidingen, de koelcel en het meubilair voor het café en de ontmoetingsruimte - bedragen € 150.000,- tot € 200.000,-. In de praktijk worden deze investeringen meegenomen in een deal met een brouwerij. Een deel van deze inventaris is voor rekening van de brouwerij, een deel wordt omgezet in een lening die wordt afgelost met de bonuskorting. De kantoorinrichting bedraagt, indien alles opnieuw wordt aangeschaft, zo’n € 10.000,- per werkplek. In het muziekcentrum zijn twintig werkplekken voorzien. Resumé Stichtingskosten gebouw - inclusief gebouwgebonden installaties, - exclusief wervingskosten van grond e.d. - exclusief inrichtingen - exclusief btw circa € 10.000.000,- Financieel en locatietechnisch onderzoek Muziekcentrum in De Nobel 45 Inrichtingskosten - geluid- en lichtapparatuur inclusief voorzieningen en randapparatuur 7.4 circa € 1.000,000,- - horecavoorzieningen p.m. - kantoorinventaris € 200.000,- - onvoorzien € 100.000,- Totale kosten gebouw en inrichting € 11.300.000,- Exploitatiebegroting Onderstaand vindt u een conceptexploitatiebegroting met toelichting, waarbij de posten zo reëel mogelijk zijn begroot op basis van de huidige uitgangspunten. De definitieve vorm ontstaat als uitkomst van een bedrijfsplan dat eventueel in een latere fase ontwikkeld dient te worden. Wij vragen u daarom alle bedragen als indicatief te beschouwen. BATEN Entree/contributie Garderobe Horeca-opbrengst (netto) Subsidie gemeente Subsidie derden Verhuur zalen verhuur oefenruimtes en studio verhuur aan Muziekschool Sponsoring Overige opbrengsten Werkbevorderende maatregelen Totalen LASTEN Huisvesting Organisatie Personeel loondienst Vrijwillige medewerkers Oproepkrachten Programmering Productie/techniek Afschrijving licht en geluid Marketing Beveiliging activiteiten Overige kosten Totalen Resultaat POPPODIUM POPCOLLECTIEF MUZIEKZAAL 382.725 14.175 133.650 275.000 1.400 31.000 5.500 40.000 150.000 15.000 10.000 4.000 500 38.800 21.600 1.000 25.000 4.000 859.550 16.000 31.000 54.300 168.600 11.000 12.450 3.500 3.500 67.500 324.450 101.500 58.500 363.000 40.000 39.000 170.000 20.000 40.000 20.000 20.000 45.700 11.300 65.500 2.600 2.600 11.000 28.500 1.400 28.000 18.500 77.500 7.500 4.000 58.000 6.000 8.000 14.000 872.000 -/-12.450 168.600 0 2.000 312.000 +/+12.450 De uitkomsten voor poppodium het LVC zijn overgenomen uit het plan Get Out en het onderzoek naar het LVC van Signo&S uit 2004. De overige cijfers van het popcollectief en de muziekzaal zijn samengesteld uit de huidige gegevens aan de hand van de jaarstukken van 2003 en het gevraagde Financieel en locatietechnisch onderzoek Muziekcentrum in De Nobel 46 toekomstperspectief, uitgedrukt in een begroting. Verder zijn de cijfers vergeleken met die van andere podia. Enkele toelichtingen: De horeca-opbrengst is netto, dus minus de inkoop van drank en glaswerk. De begroting is exclusief de doorberekening van de kapitaalslasten van het gebouw in de vorm van huur. De hoogte van de subsidie van de gemeente Leiden is exclusief compensatie voor de te betalen huur; bij gelijkblijvende subsidies, zoals hier opgevoerd, is er geen ruimte voor huur. In de volgende paragraaf worden de verschillen met de huidige subsidies toegelicht. De post werkbevorderende maatregelen bestaat uit een vergoeding voor coördinatie en 3 maal een vergoeding voor I&D banen. Het uitgaan van inkomsten uit dergelijke maatregelen is risicovol. Indien de overheid stopt met de toepassing ontstaat er een flink tekort in de exploitatie. Alle bedragen zijn exclusief btw. 7.5 De subsidies van de gemeente Leiden Onderstaand de gewenste subsidies in het nieuwe muziekhuis, voornamelijk bedoeld voor programmering, afgezet tegen de huidige subsidies. Nogmaals te benadrukken: er is geen compensatie voor de huur meegenomen. Bedragen zijn ook niet geïndexeerd en afgerond. Poppodium € 275.000,- € 275.000,- € 31.000,- € 31.000,- (het LVC) Popcollectief (de LVP + stichting Het Muziekhuis) Financieel en locatietechnisch onderzoek Muziekcentrum in De Nobel 47 Muziekzaal € 44.350,- Maximaal € 150.000,- Programmerende instellingen: - CC de X € 11.000,- € 21.650,- - Hothouse € 5.600,- € 6.500,- - Q-bus Nieuwe initiatieven: - Club Populair - Stampod - Muziekfestival € 17.000,€ 27.750,- Maximaal € 105.000,- € 350.350,- Maximaal € 456.000,- Grenzeloos - etc. Totaal (Subsidies anno 2006 in het muziekcentrum) 7.6 Externe financiering Na een aanvankelijk optimistische houding ten aanzien van de verwachtingen, blijkt sponsoring in de popmuziek alleen aantrekkelijk op incidentele basis, zoals op festivals, evenementen of voor bepaalde activiteiten. Derhalve is het niet raadzaam om in de financiering rekening te houden met inkomsten uit sponsoring. Hetzelfde kan worden gezegd van fondsen. Het is wel raadzaam om met de gemeente Leiden de mogelijkheid van bijdragen van andere overheden (het Rijk en de Provincie), naast de eigen gemeentelijke subsidies, te onderzoeken. De stichtingskosten Doorberekening van de stichtingskosten in de huur kan onmogelijk worden opgebracht uit de exploitatie. Temeer omdat de betreffende instellingen al voor 80 tot 100 % in eigen opbrengsten voorzien. Het substantiële deel daarvan wordt verkregen door entree en horeca-omzet. Daar zit geen rek in, omdat: entreeprijzen worden bepaald door de landelijke markt en in de regel de basis vormen voor de uitkoopsommen en de partagedeals; consumptieprijzen door de lokale markt worden bepaald. De mate van doorberekening van de stichtingskosten in de huur zal de hoogte van de noodzakelijke subsidie in bijna diezelfde mate beïnvloeden. In de exploitatiebegroting is de huur op p.m. gesteld. De exploitatiekosten Heel verschillend van grootte is het subsidieniveau voor poppodia en popcollectieven in het land en varieert van 20 tot 40 % van de totale inkomsten. In een benchmark wordt de gemeentelijke subsidie regelmatig op ongeveer 30 % gesteld. Daar komt nog circa 10 % uit bijzondere baten bij, zoals Financieel en locatietechnisch onderzoek Muziekcentrum in De Nobel 48 incidentele subsidies, samenwerkingen en verhuur. De overige 60 % wordt opgebracht door entree en horeca-omzet. Dat percentage ligt voor de overige programmerende instellingen uit Leiden die mogelijk gebruik gaan maken van de muziekzaal, nog hoger: 90 tot 100 % zijn eigen inkomsten. Daaruit kan worden opgemaakt dat de horeca-inkomsten in de huidige situaties een onmisbare inkomstenbron vormen en dat de huidige ruimte voor huur ter vereffening van de huisvestingslasten minimaal kunnen zijn. Om het voor de programmerende instellingen in de muziekzaal haalbaar en betaalbaar te maken, is het zaak om overeenstemming te krijgen op de volgende financiële uitgangspunten: een budgettair neutrale exploitatie van de muziekzaal, verkregen door inkomsten uit horeca en verhuur; een subsidie voor de programmerende instellingen waarmee - samen met de entree de kosten van het programma, de publiciteit en de organisatie daarvan worden gedekt. Financieel en locatietechnisch onderzoek Muziekcentrum in De Nobel 49 8 LOCATIEONDERZOEK Door de veranderde marktomstandigheden en verscherpte milieueisen (geluidsoverlast), maar ook vanwege de acceptatie van pop-, jazz-, actuele-, wereld- en folkmuziek als volwaardige cultuuruitingen, krijgen steeds meer podia de beschikking over nieuwbouwaccommodaties, waarbij locatie en inrichting afgestemd zijn op de functie. Bij het bepalen van een locatie zijn er een aantal algemene uitgangspunten te formuleren, welke gezien kunnen worden als voorwaarden om een zo optimaal mogelijke exploitatie te realiseren: Als met het muziekcentrum een centrumversterkende functie wordt beoogd, is de ligging in de omgeving van andere culturele en maatschappelijke instellingen een must. De nabijheid van andere instellingen bevordert sowieso de samenwerking. In steden met een minder weelderig uitgaansleven (zoals in Leiden) pleiten wij ervoor om het podium direct aan te laten sluiten op het bestaande uitgaansgebied, zodat de totale aantrekkingskracht van het uitgaansgebied wordt vergroot. Een geïsoleerde ligging maakt het poppodium als uitgaansgelegenheid minder aantrekkelijk. Voor het publiek is een goede bereikbaarheid en de aanwezigheid van voldoende parkeergelegenheid van invloed op de beleving en dus van invloed op de keuze voor het muziekcentrum en voor mogelijk herhalingsbezoek. Indien een regionale functie wordt nagestreefd, is het noodzakelijk dat men eenvoudig gebruik kan maken van het openbaar vervoer. Belangrijke criteria zijn de loopafstand, aansluitingen op het openbaar vervoer en de veiligheid in de directe omgeving. Kans op overlast moet worden voorkomen. De uitstroom van publiek moet daarom plaatsvinden in een situatie waarin het publiek zich zo snel mogelijk verdeelt en bij voorkeur niet in de directe nabijheid van woningen. Voor muzikanten en leveranciers dient een inpandige gelegenheid voor laden en lossen te worden gecreëerd. De mogelijkheid om enkele touringcars op eigen terrein te kunnen plaatsen is een voordeel. In het raadsbesluit van januari jl. zijn twee mogelijke locaties genoemd: het Nobel-complex en het Belastinggebouw. Op basis van bovenstaande uitgangspunten kunnen beide als een goede locatie worden aangemerkt. Weliswaar beide met voor- en nadelen. Voordat deze in een onderling vergelijk op een rij worden gezet om tot een afweging te komen, zijn er nog enkele overwegingen toe te voegen: de eventuele aanwezigheid van direct aansluitende woningbouw in verband met de vereiste isolatiemaatregelen en de routing van het publiek; de beschikbaarheid: wat is al eigendom, hoe zit het met de bestemming, welke Financieel en locatietechnisch onderzoek Muziekcentrum in De Nobel 50 procedures zijn te verwachten?; de kosten van werving, sanering, inpassing van historisch erfgoed etc.; uitstraling van de omgeving; En als laatste: In het gesprek met de heer van Moort van de Muziekschool kwam naar voren dat samenwerking vanuit de Muziekschool en met name vanuit de popafdeling met het nieuwe muziekcentrum een must is. Daarvoor hoef je weliswaar niet onder hetzelfde dak te zitten, maar in de directe omgeving is een pre. Zeker als de Muziekschool, samen met het K&O, het Volkshuis en de bibliotheek een nieuw centrum voor de kunsten en een kenniscentrum gaan realiseren, is dit een extra overweging bij een locatiekeuze. De voor- en nadelen van beide locaties, getoetst aan de uitgangspunten en afwegingen: Het Belastinggebouw e.o. Voordelen: Geen direct aangrenzende woningbouw dus geringere kans op overlast, goede bereikbaarheid, voldoende parkeergelegenheid, geen problemen met inpassing i.v.m. historisch erfgoed en er lijkt voldoende ruimte voor clustering met een nieuw centrum voor de kunsten annex kenniscentrum van Muziekschool, K&O, het Volkshuis en de bibliotheek. Nadelen: Geen aansluiting met andere culturele instellingen en met de uitgaansgelegenheden, geen uitstraling, onvoorspelbare beschikbaarheid (het Belastinggebouw is van het Rijk), onduidelijkheid wat betreft planvorming en bestemming, geen aanduiding van de kosten van werving. Het Nobel-complex Voordelen: Goede ligging in relatie tot het centrum, het Kijkplein, het uitgaansgebied en andere culturele instellingen, prima uitstraling, beschikbaarheid en bestemming zijn bekend en veel is al eigendom van de gemeente, voldoende parkeergelegenheid voor publiek, mogelijkheid tot inpassing interne laad- en losmogelijkheid, goede bereikbaarheid in veilige omgeving. Nadelen: Financieel en locatietechnisch onderzoek Muziekcentrum in De Nobel 51 Aanwezigheid direct omwonenden en historisch erfgoed, beperkte parkeergelegenheid voor muzikanten en personeel, wervingskosten, geen mogelijkheden tot directe clustervorming met kenniscentrum, maar wel met het Scheltema-complex en de Veenfabriek. Massastudie Als bijlagen zijn toegevoegd een stedenbouwkundige context van de Nobellocatie en een massastudie, beiden schaal 1:1000. De massastudie is op verzoek van Signo&S gedaan door Dirk Zuiderveld van Studio AI. Uitkomst van de studie is dat het programma van eisen voor het Muziekcentrum Leiden, zoals dat in dit rapport is opgenomen, haalbaar is op de Nobellocatie. Sec bezien vanuit het belang van het muziekcentrum is het Nobel-complex veel interessanter dan het Belastinggebouw. Dit standpunt wordt overigens breed gedeeld door het merendeel van de geïnterviewde instellingen. Financieel en locatietechnisch onderzoek Muziekcentrum in De Nobel 52 9 PLANONTWIKKELING 9.1 Organisatieontwikkeling Parallel aan het voorbereidingstraject en het bouwproces moeten de instellingen in samenspraak met de gemeente een ondernemingsplan maken op basis waarvan de organisatieontwikkelingen plaatsvinden. Ook moet het plan argumenten leveren voor de mate van organisatorische samenwerking op zowel strategisch en tactisch als operationeel niveau. Het ondernemingsplan moet invulling geven aan: actualisering van de gegevens over de omgeving en de markt; bepalen van de gezamenlijke en individuele visies, missies en doelstellingen; inventariseren en uitwerken van de te onderscheiden doelgroepen; het vraaggericht benoemen van het aanbod aan activiteiten; het definiëren van de gevraagde middelen m.b.t. personeel, accommodatie, faciliteiten, promotie en bekostiging; uitwerken van het tactisch beleid voor: - personeel en organisatie - programma - marketing - beheer en exploitatie - financiën inrichting van de gekozen organisatiestructuur en personele formatie. 9.2 Bouwproces Van een bouwproces en de daaraan voorafgaande handelingen is een goed overzicht te geven. Echter, de tijdsaanduiding van raadsbesluit tot opening is van teveel factoren afhankelijk om richtinggevend te zijn. Na een locatiekeuze kan een begin worden gemaakt met de bestemmingsplanprocedure. Van invloed zijn de ingediende bezwaren en de aard daarvan. Dat geldt ook voor de aanvraag van de milieuvergunning en de bouwvergunning, later in het traject. Na het raadsbesluit kan gelijktijdig het onderstaande plan van aanpak worden opgestart. In dat plan is een permanente betrokkenheid van de toekomstige gebruikers gewenst, met name om het programma van eisen in samenspraak met de architect optimaal te realiseren in het uiteindelijke gebouw. RAADSBESLUIT PROJECTSTRUCTUUR BEDRIJFSPLAN VOORBEREIDINGSKREDIET STICHTINGSKOSTEN Financieel en locatietechnisch onderzoek Muziekcentrum in De Nobel 53 OPENING Financieel en locatietechnisch onderzoek Muziekcentrum in De Nobel 54 BIJLAGE 1 CONCEPT PVE MUZIEKCENTRUM LEIDEN x m² nvo factor m² bvo totalen m² bvo artiestenpodium 80 1,3 104 publieksvloer 220 1,3 286 550 personen balkon 60 1,3 78 120 personen zijpodium links 8 1,3 10,4 zijpodium rechts 8 1,3 10,4 geluidsinstallatie links 3 1,3 3,9 geluidsinstallatie rechts 3 1,3 3,9 zaaltafeltechniek 12 1,3 15,6 horecabar 1 18 1,3 23,4 horecabar 2 10 1,3 13 GROTE ZAAL 548,6 MUZIEKZAAL artiestenpodium 48 1,3 62.4 publieksvloer 120 1,3 156 zijpodium links 8 1,3 10,4 zijpodium rechts 8 1,3 10,4 geluidsinstallatie links 3 1,3 3,9 geluidsinstallatie rechts 3 1,3 3,9 zaaltafeltechniek 9 1,3 11,7 horecabar 20 1,3 26 300 personen 284,7 ONTMOETINGSRUIMTE muzikantenpodium 24 1,3 31,2 publieksvloer 60 1,3 104 infobalie/beheerkantoor 20 1,3 26 horecabar 15 1,3 19.5 150 personen 154,7 CAFÉ artiestenpodium 24 1,3 31,2 publieksvloer 160 1,3 208 horecabar 20 1,3 26 200 personen staan/zitten 265,2 FOYER kassa 6 1,2 7,2 kassakantoor 16 1,2 19,2 publieksvloer 120 1,2 144 Financieel en locatietechnisch onderzoek Muziekcentrum in De Nobel 55 merchandising 3 1,2 3,6 174 WERKRUIMTES en OPSLAG kantoorruimtes 160 1,3 192 vergaderruimte 1 40 1,3 52 werkplaats publiciteit/vergaderruimte 2 25 1,3 32,5 kopieer-/archiefruimte 10 1,3 13 personeelsruimte 10 1,3 13 pantry 5 1,3 6,5 werkkast schoonmaak 4 1,3 5,2 werkplaats instrumenten 30 1,3 39 werkplaats geluid/licht/techniek 30 1,3 39 werkplaats onderhoud/decor 30 1,3 39 opslag horeca 50 1,3 65 opslag techniek 40 1,3 52 opslag onderhoud en decor 60 1,3 78 626,2 OEFENRUIMTES oefenruimtes 5 150 1,3 195 oefenruimtes 5 125 1,3 162,5 workshopruimte 48 1,3 62,4 dj/vj- ruimte 1 10 1,3 13 dj/vj -ruimte 2 10 1,3 13 studio 25 1,3 32,5 controlekamer 28 1,3 36,4 instrumentenverhuur 36 1,3 46,8 lockers voor bands 40 1,3 52 613,6 BACKSTAGE kleedkamer 1 grote zaal 30 1,3 39 kleedkamer 2 grote zaal 20 1,3 26 kleedkamer 1 muziekzaal 20 1,3 26 kleedkamer 2 muziekzaal 20 1,3 26 kleedkamer cafépodium 20 1,3 26 kleedkamer ontmoetingsruimte 20 1,3 26 toiletten/douches 30 1,3 39 loadingdock 80 1,3 104 312 DIVERSEN keuken 30 1,3 36 garderobe grote zaal 35 1,2 42 garderobe muziekzaal 15 1,2 18 garderobe café 10 1,2 12 Financieel en locatietechnisch onderzoek Muziekcentrum in De Nobel 56 garderobe ontmoetingsruimte 10 1,2 12 toiletten grote zaal 50 1,2 60 toiletten muziekzaal 20 1,2 24 toiletten café toiletten ontmoetingsruimte 15 10 1,2 1,2 18 12 234 BUITENRUIMTES fietsenstalling 40 1 40 parkeerruimte artiesten 60 1 60 100 TOTAAL BVO 3313 Financieel en locatietechnisch onderzoek Muziekcentrum in De Nobel 57 Financieel en locatietechnisch onderzoek Muziekcentrum in De Nobel 58 G:\Fin\Adviseurs\Carl Hugens\Algemeen\samenvatting NOBEL.doc Financiën LVC en Nobelmuziektempel. Algemeen: In RV 04.0157: Projectbesluit Aalmarkt, is een globale bouwexploitatie van de Stadsgehoorzaal (€ 8,5 mln.) en het LVC gepresenteerd (€ 3,5 mln.). Bij de begroting van deze investeringen is rekening gehouden met een aantal dekkingscomponenten. De bouwexploitatie sluit op € 2.090.000 miljoen negatief. Er wordt in het projectbesluit Aalmarkt aangegeven dat dit tekort gecompenseerd kan worden door een positief saldo uit de grondexploitatie Aalmarkt (€ 1.493.650) en een bijdrage uit het parkeerfonds (€ 596.350). Nu er gedacht wordt aan een muziektempel buiten het Aalmarktproject (als alternatief voor het realiseren van het LVC in het Aalmarktgebied), kan niet zondermeer worden rekening gehouden met 3,5 mln. Dit omdat: de oorspronkelijke bouwexploitatie (LVC en SGZ) negatief sloot. een eventueel positief saldo van de grondexploitatie van het Aalmarktproject niet meer van toepassing is. Een en ander moet blijken bij het vaststellen van de geactualiseerde grondexploitatie Aalmarkt. Muziekpoptempel: Wel is het redelijk om te veronderstellen dat een aantal dekkingsmiddelen die in de oorspronkelijke raming van de vastgoedexploitatie van Aalmarkt zijn opgenomen, nu in te zetten voor de Nobelmuziekempel. Het gaat dan om: Het in de begroting van 2000 beschikbaar gestelde krediet van € 907.560. De kapitaallasten van dit krediet zijn gedekt in de meerjarenbegroting. Hiervan is € 600.000 bij RV 06.0002 als voorbereidingskrediet voor een nieuw LVC beschikbaar gesteld. Deze is in de administratie van C&E opgenomen. Tot op heden is afgerond € 50.000 besteed. Er resteert daardoor nog € 550.000. Daarnaast is het verschil tussen € 907.560 en € 600.000: € 307.560 nog beschikbaar. Bij elkaar resteert dus: € 857.560. Ten aanzien van de dekkingscomponent “tweede ronde ISV” resteert er nog een bedrag van € 439.000. Deze kan worden ingezet. Ook de dekkingscomponent “ISV-bijdrage restauratie monumenten (€ 700.000)” staat nog open. Het is niet opportuun deze in te zetten ter dekking van de poptempel. In het projectbesluit Aalmarkt is deze expliciet gelabeld voor monumentale panden in het Aalmarktproject. In lijn met het projectbesluit Aalmarkt kan een bijdrage uit het parkeerfonds (€ 596.350) worden ingezet ter dekking van de kosten. Het parkeerfonds heeft op 31-12-2005 een saldo van € 4.299.000. Conclusie: Er kan in de kosten van de muziektempel rekening worden gehouden met € 1.892.910 (€ 857.560 + € 439.000 + € 596.350) aan dekkingsmiddelen (afgerond € 1,9 mln.) uit het projectbesluit Aalmarkt. LVC in Aalmarktgebied: Op basis van uitgevoerde haalbaarheidsonderzoeken is inmiddels gebleken dat het ingeschatte investeringsbedrag van € 3,5 mln. onvoldoende is om het het LVC in het Aalmarktgebied te realiseren. Bijvoorbeeld is rekening gehouden met een programma van 1.700 m2 BVO, terwijl 1870 m2 BVO noodzakelijk is. Ook is met de volgende elementen geen of onvoldoende rekening gehouden: realistischer stichtingskosten op basis van eerdere onderzoeken, sloop en sanering, extra geluidwerende kosten en inrichtingskosten LVC. Op basis van deze constateringen is een investering van € 6,2 mln. reëel. Conclusie: Indien besloten wordt af te zien van de Muziektempel op de NOBEL locatie en terug te keren naar een muziekgebouw in het Aalmarktgebied dan moet rekening worden gehouden met een investering van € 6,2 mln. waarvan afgerond € 1,9 mln. is gedekt. In dit geval kan ook een beroep worden gedaan op € 700.000 uit de “ISV-bijdrage restauratie monumenten” omdat de geveel van het LVC in het Aalmarkt een Rijksmonument is. Totaal gedekt: € 2,6 mln. Overige aspecten: Financieel en locatietechnisch onderzoek Muziekcentrum in De Nobel 59 Mogelijk kunnen op termijn in de begrote kosten van beide investeringen voordelen ontstaan. Vooralsnog zijn deze uit oogpunt van voorzichtigheid niet in de begrotingsopzet verwerkt. Deze voordelen kunnen zich voordoen op de volgende onderdelen: In beide financiële opstellingen is, in afwachting van nader onderzoek naar de fiscale status, er van uitgegaan dat BTW niet met de fiscus kan worden verrekend. Uitgezocht wordt of een beroep kan worden gedaan op het zgn. Triodos Cultuurfonds. Het Triodos Cultuurfonds is, kort gezegd, een voor de gemeente - onder voorwaarden - mogelijk voordelige financieringsconstructie voor cultuurprojecten. Conclusie: Bovengenoemde aspecten geven nu nog te veel onzekerheden om deze “als dekking voor het tekort” in te zetten. Momenteel worden de mogelijkheden nader onderzocht. Uit oogpunt van voorzichtigheid is het beter in een later stadium een voordeel te realiseren dan nu een tegenvaller te creëren. 23 okt. 2006 Planning & Control Martijn Brakenhoff/Carl Hugens Financieel en locatietechnisch onderzoek Muziekcentrum in De Nobel 60 BIJLAGE 1 CONCEPT PVE MUZIEKCENTRUM LEIDEN x m² nvo factor m² bvo totalen m² bvo artiestenpodium 80 1,3 104 publieksvloer 220 1,3 286 550 personen balkon 60 1,3 78 120 personen zijpodium links 8 1,3 10,4 zijpodium rechts 8 1,3 10,4 geluidsinstallatie links 3 1,3 3,9 geluidsinstallatie rechts 3 1,3 3,9 zaaltafeltechniek 12 1,3 15,6 horecabar 1 18 1,3 23,4 horecabar 2 10 1,3 13 GROTE ZAAL 548,6 MUZIEKZAAL artiestenpodium 48 1,3 62.4 publieksvloer 120 1,3 156 zijpodium links 8 1,3 10,4 zijpodium rechts 8 1,3 10,4 geluidsinstallatie links 3 1,3 3,9 geluidsinstallatie rechts 3 1,3 3,9 zaaltafeltechniek 9 1,3 11,7 horecabar 20 1,3 26 300 personen 284,7 ONTMOETINGSRUIMTE muzikantenpodium 24 1,3 31,2 publieksvloer 60 1,3 104 infobalie/beheerkantoor 20 1,3 26 horecabar 15 1,3 19.5 150 personen 154,7 CAFÉ artiestenpodium 24 1,3 31,2 publieksvloer 160 1,3 208 horecabar 20 1,3 26 200 personen staan/zitten 265,2 FOYER kassa 6 1,2 7,2 kassakantoor 16 1,2 19,2 publieksvloer 120 1,2 144 Financieel en locatietechnisch onderzoek Muziekcentrum in De Nobel 61 merchandising 3 1,2 3,6 174 WERKRUIMTES en OPSLAG kantoorruimtes 160 1,3 192 vergaderruimte 1 40 1,3 52 werkplaats publiciteit/vergaderruimte 2 25 1,3 32,5 kopieer-/archiefruimte 10 1,3 13 personeelsruimte 10 1,3 13 pantry 5 1,3 6,5 werkkast schoonmaak 4 1,3 5,2 werkplaats instrumenten 30 1,3 39 werkplaats geluid/licht/techniek 30 1,3 39 werkplaats onderhoud/decor 30 1,3 39 opslag horeca 50 1,3 65 opslag techniek 40 1,3 52 opslag onderhoud en decor 60 1,3 78 626,2 OEFENRUIMTES oefenruimtes 5 150 1,3 195 oefenruimtes 5 125 1,3 162,5 workshopruimte 48 1,3 62,4 dj/vj- ruimte 1 10 1,3 13 dj/vj -ruimte 2 10 1,3 13 studio 25 1,3 32,5 controlekamer 28 1,3 36,4 instrumentenverhuur 36 1,3 46,8 lockers voor bands 40 1,3 52 613,6 BACKSTAGE kleedkamer 1 grote zaal 30 1,3 39 kleedkamer 2 grote zaal 20 1,3 26 kleedkamer 1 muziekzaal 20 1,3 26 kleedkamer 2 muziekzaal 20 1,3 26 kleedkamer cafépodium 20 1,3 26 kleedkamer ontmoetingsruimte 20 1,3 26 toiletten/douches 30 1,3 39 loadingdock 80 1,3 104 312 DIVERSEN keuken 30 1,3 36 garderobe grote zaal 35 1,2 42 garderobe muziekzaal 15 1,2 18 garderobe café 10 1,2 12 Financieel en locatietechnisch onderzoek Muziekcentrum in De Nobel 62 garderobe ontmoetingsruimte 10 1,2 12 toiletten grote zaal 50 1,2 60 toiletten muziekzaal 20 1,2 24 toiletten café toiletten ontmoetingsruimte 15 10 1,2 1,2 18 12 234 BUITENRUIMTES fietsenstalling 40 1 40 parkeerruimte artiesten 60 1 60 100 TOTAAL BVO 3313 Financieel en locatietechnisch onderzoek Muziekcentrum in De Nobel 63 Financieel en locatietechnisch onderzoek Muziekcentrum De Nobel oktober 2006 Dienst Bouwen en Wonen Projectmanagementbureau M.L.M. Schiphorst Financieel en locatietechnisch onderzoek Muziekcentrum in De Nobel 64 Inhoudsopgave Inleiding 1. Locatietechnische aspecten 1.1 Stedenbouwkundige inpassing 1.2 Planologische procedures 2. Financiële consequenties 2.1 Stichtingskosten 2.2 Grondexploitatie 3. Samenvatting pagina 4 pagina 8 pagina 13 bijlagen 1. programma van eisen Muziekcentrum 2. plankaart locatie Nobelcomplex 3. Financiën LVC en Nobelmuziek-tempel Financieel en locatietechnisch onderzoek Muziekcentrum in De Nobel 65 Inleiding Op 4 juli 2006 heeft de gemeenteraad kennisgenomen van het haalbaarheidsonderzoek naar een muziekcentrum in Leiden, uitgevoerd door bureau Signo&S. Naar voren kwam de voorkeur voor de locatie Nobelcomplex, omdat het ten opzichte van de Morspoortlocatie eenvoudiger te realiseren is en bijdraagt aan de culturele uitstraling van het te ontwikkelen Kijkplein. Het college kreeg opdracht een nader financieel- en locatietechnisch onderzoek in te stellen naar de vestigingsmogelijkheden van het Muziekcentrum op De Nobellocatie tussen de Lange Scheistraat / Marktsteeg. Allereerst worden de locatietechnische aspecten van vestiging van het muziekcentrum op het Nobelcomplex nagelopen. Het gaat daarbij vooral om de stedenbouwkundige en verkeertechnische inpassing en om de planologische procedures, die vestiging van het muziekcentrum op het Nobelcomplex met zich mee brengt. Daarnaast zijn de integrale kosten van de ontwikkeling van het muziekcentrum ter plaatse (grond- en stichtingskosten) in kaart gebracht, alsook de financiële consequenties voor de grondexploitatie. De rapportage wordt afgesloten met de conclusies van dit onderzoek. Financieel en locatietechnisch onderzoek Muziekcentrum in De Nobel 66 1. Locatietechnische aspecten Voor de planologische inpassing van het muziekcentrum is uitgegaan van het rapport Muziekcentrum in Leiden, onderzoek naar de haalbaarheid van Signo&S (juni 2006), met name het daar gestelde ten aanzien van de accommodatie en het concept Programma van Eisen (zie bijlage 1). 1.1. Stedenbouwkundige inpassing Het Nobelcomplex, zoals de panden in de volksmond bekend staan, beslaat vrijwel de hele oostzijde van de Marksteeg (voorheen: Princestraat), namelijk nummer 4 t/m 10. Rond 1870 wordt het complex gebouwd door dekenfabrikant Scheltema, die zijn fabriek had aan de overzijde van de straat. Na het faillissement in 1958 worden de panden aan de oostzijde in gebruik genomen door lompen-, papier- en metaalhandel gebr. De Nobel. Er ontstaat een flinke doorbraak tot aan de Lange Scheistraat, waar tussen de nummers 11 en 15 de ingang voor de inname van oud papier, loods en metalen kwam. De fa. De Nobel vertrok in 1986, waarna een paar panden gediend hebben als ‘opslagplaats’ voor de duivensport en repetitieruimte voor een fanfarekorps. Inmiddels staan de panden al een poos leeg. Bouwhistorisch Het bureau BAAC heeft onlangs (mei 2006) bouwhistorische verkenningen verricht in het gebied Lakenhal-Lammermarkt. Het Nobelcomplex wordt hierin aangemerkt als een gebouw met een hoge cultuurhistorische waarde. Deze waarde geldt voor de gevel aan de Marktsteeg, de inwendige constructie en de kap. Citaat uit het rapport: “Samen met de overige panden die aan de Marktsteeg gelegen zijn, zorgt het pand voor een verstild industriële sfeer die inmiddels nergens meer te vinden is in de Leidse binnenstad”. In vervolg op deze waardering heeft de Gemeentelijke Monumentencommissie op 6 juni 2006 een positief advies uitgebracht aan het college om dit gebouw te plaatsen op de gemeentelijke monumentenlijst. Aangezien het muziekcentrum een pand met dubbele muren moet worden om geluidhinder te voorkomen, kan de gevel aan de Marktsteeg bewaard blijven. De inwendige constructie en kap van het gebouw, eveneens bestempeld als historisch waardevol, kan niet worden behouden. Aan de Lange Scheistraat staat één waardevol woonhuis, Lange Scheistraat 9. BAAC kent aan dit pand een positieve monumentale waarde toe, waarbij het streven gericht is op behoud. De historische kavelstructuur aan de Lange Scheistraat zal door de bouw van een muziekcentrum verdwijnen. Bouwmassa, bouwvolume Het programma van het Muziekcentrum kent enkele grote bouwmassa’s, in het bijzonder voor de grote en kleine zaal. Inpassing op deze locatie is gezien de omvang van de locatie, de noodzaak in de Financieel en locatietechnisch onderzoek Muziekcentrum in De Nobel 67 hoogte te bouwen en de kleinschalige aanliggende bebouwing een lastige opgave. Op zich wijst de massastudie die in de rapportage van Signo&S is opgenomen uit dat het benodigde bouwvolume binnen de grenzen van het nieuwe bestemmingsplan mogelijk is. Overwogen kan worden om het muziekcentrum voor een deel ondergronds aan te leggen, waardoor het zich beter verhoudt met de omliggende bebouwing. Laden en lossen Het muziekcentrum heeft een laad- en losplaatsmogelijkheid in de directe omgeving nodig, liefst op eigen terrein. Er is rekening mee gehouden dat de langste vrachtwagen die het muziekcentrum verwacht, achteruit op eigen terrein geplaatst kan worden zonder uit te steken over stoep of fietspad. Deze inpandige parkeerfaciliteit is volgens de massastudie geprojecteerd op de hoek Lammermarkt – Lange Scheistraat. Dit is verkeerskundig geen gelukkige keuze. Het kruispunt Lammermarkt – Molenwerf behoort tot de zgn. ‘black spots’ van Leiden. Voorgesteld wordt om de inpandige laad- en loszone zo ver mogelijk van het kruispunt op de hoek Marktsteeg- Lammermarkt te projecteren. Autoparkeren De (minimale) parkeernorm voor functies als een muziekcentrum bedraagt volgens het CROW 4 parkeerplaatsen per 100 m2 bruto vloeroppervlak. Bij de beoogde oppervlakte van 3.300 m2 betekent dit 132 parkeerplaatsen. Dit is niet op het eigen terrein te realiseren. Mogelijkheden doen zich voor in de beoogde parkeergarage aan de Lammermarkt. Op dit moment is niet duidelijk of de parkeergarage op de Lammermarkt doorgaat. Een alternatief zou wellicht ook de Digros-parkeergarage kunnen zijn: zo heeft bijvoorbeeld ook de Leidse Schouwburg met Digros afspraken kunnen maken over het (dubbel)gebruik van deze garage. Fietsparkeren Voor het muziekcentrum moet ook rekening worden gehouden met parkeerfaciliteiten voor fietsen. Als norm geldt 30 (fiets)parkeerplaatsen per 100 bezoekers: bij 900 tot 1350 bezoekers betekent dit, dat er 270 tot 405 parkeerplaatsen voor fietsen nodig zijn. Voor het realiseren van deze fietsparkeervoorzieningen op eigen terrein is onvoldoende ruimte aanwezig. Ook hier lijkt realisatie van een (bewaakte) fietsvoorziening in de P-garage Lammermarkt de oplossing. De ervaring leert dat dit soort voorzieningen gratis dienen te zijn om goed te functioneren. Voorkomen moet worden dat in de Lange Scheistraat en de Marktsteeg toch (brom)fietsen worden geparkeerd. Naast de risico’s van het blokkeren van straat en steeg is dit ook visueel ongewenst. Realisatie van fietsparkeervoorzieningen in de Lammermarktgarage betekent ook dat verwijzing en/of toezicht noodzakelijk is. Entree muziekcentrum De in- en uitstroom van het publiek veroorzaakt over het algemeen overlast voor direct omwonenden, zoals dat nu al een probleem is bij danssalon ’In Casa’. Bekeken dient te worden hoe deze stromen Financieel en locatietechnisch onderzoek Muziekcentrum in De Nobel 68 het best geleid kunnen worden. Entrees in zowel de Marktsteeg als de Lange Scheistraat maken het mogelijk de publiekstromen te spreiden. Ontwikkeling appartementen Conform het Masterplan Kijkplein leent de locatie zich voor het realiseren van appartementen al dan niet met aanvullende (culturele/winkel)voorzieningen op de begane grond. In het bestemmingsplan is derhalve opgenomen dat hier minimaal 20 woningen gerealiseerd worden. In de huidige planvorming wordt rekening gehouden met 33 appartementen. Om woningbouw mogelijk te maken zijn echter grote investeringen aan geluidisolatie vereist. Tevens blijft er op basis van de benodigde ruimtebehoefte van het muziekcentrum te weinig ruimte over voor de ontwikkeling van minimaal 20 woningen. Dit betekent dat ervan uit gegaan moet worden dat de woningen/appartementen niet in dit complex opgenomen kunnen worden en dat de grondopbrengst derhalve hier niet gerealiseerd kan worden. 1.2. Planologische procedures In het (nieuwe) bestemmingsplan is ten aanzien van de panden aan de Marktsteeg de bestemming ‘gemengde doeleinden’ opgenomen. Dit wil zeggen dat op deze locatie planologisch een muziekcentrum gebouwd kan worden. Horeca-activiteiten dienen bij deze bestemming een nevenactiviteit te zijn. De panden aan de Lange Scheistraat hebben een woonbestemming in het bestemmingsplan Binnenstad I dat kort geleden in werking is getreden. Het college van B&W is bevoegd deze bestemming te wijzigen in de bestemmingen: “Gemengde doeleinden”, “Winkeldoeleinden” en/of “Maatschappelijke doeleinden”. Hierbij is echter dwingend voorgeschreven dat het aantal woningen minimaal 20 dient te bedragen. De bestemming zal t.z.t. aangepast moeten worden om hier het muziekcentrum te kunnen vestigen omdat een combinatie met woningen niet mogelijk is. Toepassing van deze wijzigingsbevoegdheid is dus niet mogelijk. Daarom zal een art. 19 lid 1 WRO procedure gevoerd moeten worden. Er dient rekening gehouden te worden met een proceduretijd van ruim 1½ jaar. Een en ander is overigens afhankelijk van de proceduretijd verbonden aan eventueel ingediende bezwaren. De Nobellocatie valt onder beschermd stadgezicht (art. 37 Monumentenwet); het college kan besluiten, dat in afwijking hierop een ontwikkeling als het muziekcentrum kan plaatsvinden. De gemeente loopt het risico, dat De Nobel wordt voorgedragen als Rijksmonument (art. 3 Monumentenwet); dit kan leiden tot langdurige en tijdrovende procedures. Planning Financieel en locatietechnisch onderzoek Muziekcentrum in De Nobel 69 Rekening houdende met genoemde knelpunten, is een oplevering van dit muziekcentrum medio 2012 realistisch. Hierbij gaan wij uit van een start begin 2007 en een bouwtijd van 78 weken. Andere uitgangspunten zijn: geen noodzaak tot bodemsanering, geen kansrijk archeologisch gebied, geen problemen rondom de luchtkwaliteit en een oplossing voor de geluidsproblematiek. Zie ook de tijdbalk op de volgende pagina. Financieel en locatietechnisch onderzoek Muziekcentrum in De Nobel 70 Financieel en locatietechni Muziekcentrum De Nobel 2. Financiële consequenties Voor het in beeld brengen van de financiële consequenties van de realisering van het muziekcentrum op De Nobellocatie, dient onderscheid te worden gemaakt in de stichtingskosten van het Muziekgebouw en de consequenties voor de grondexploitatie. 2.1. Stichtingskosten De stichtingskosten van het Muziekcentrum zijn opgebouwd uit de volgende onderdelen: - bouwkosten - inrichtingskosten - bijkomende kosten - grondkosten - BTW Bouwkosten De stichtingskosten voor het gebouw worden in het haalbaarheidsonderzoek van Signo&S geraamd op circa € 10.000.000,- excl. BTW. Hierin zijn begrepen de directe bouwkosten, algemene kosten, winst en risico, kosten voor architect en alle adviseurs en de kosten voor installaties en voorzieningen voor energie en water, horeca, theatertechniek, veiligheid, catering, sanitair etc. Op basis van referentieprojecten elders in Nederland en uitgaande van een muziekcentrum van 3.315 m2 en een gemiddeld bouwsom van € 3.000,- per m2 is men op dit totaal gekomen. We hebben dit laten toetsen door bureau Basalt Bouwadvies. Hen is gevraagd op basis van het beschikbare concept programma van eisen en de massastudie een gespecificeerde elementenraming op te stellen. Basalt rekent circa 500 m2 meer aan oppervlakte en komt dus uit op een totaal bruto vloer-oppervlak van 3.800 m2. in verband met de te verwachten installatieruimten en wat meer m 2 voor constructief oppervlak. De bouwkostenberekening sluit bij Basalt op een bedrag van € 10.614.000,- exclusief BTW, wat zich laat vergelijken met de schatting van € 10.000.000,- van Signo&S. De verschillen worden met name verklaard door de posten onvoorzien en te verwachten prijsstijgingen. Basalt neemt gezien het bijzondere karakter van dit project een bedrag aan onvoorzien op van € 453.000,- , waar Signo&S van € 100.000,- uitgaat. Daarnaast zijn door Basalt de te verwachten prijsstijgingen begroot op € 397.000,-. Hierdoor wordt het verschil tussen beide calculaties teruggebracht tot minder dan €150.000,-, terwijl er op geheel verschillende manieren de kosten benaderd zijn. Basalt concludeert dan ook, dat de door Signo&S geschatte post van € 10.000.000,- excl. BTW voor de stichtingskosten van het gebouw realistisch genoemd mag worden en dat dit zeer dicht het uiteindelijk te investeren bedrag zal benaderen. Wanneer besloten wordt om een deel van het muziekcentrum één laag ondergronds aan te Financieel en locatietechnisch onderzoek Muziekcentrum in De Nobel 72 leggen, zal rekening gehouden moeten worden met extra kosten in de orde van € 300.000,- tot 500.000,-. Dit is met name afhankelijk van de ondergrond en of er gebruik gemaakt moet worden van onderwater beton. Voor dit moment wordt een reservering opgenomen van € 400.000,-. Uitgaande van de door Basalt berekende bouwsom en laatstgenoemde reservering komt het totaal van de bouwkosten uit op € 11.014.000,-. Bijkomende kosten De bijkomende kosten in de vorm van architectkosten, diverse adviseurs, project-management, heffingen/leges, financieringskosten en onvoorzien bedragen € 2.575.500,-. Deze kosten zijn al meegenomen in bovengenoemde bouwkosten ad € 11.014.000,-. Inrichtingskosten In de Signo&S-rapportage zijn de inrichtingskosten opgebouwd uit: - geluid- en lichtapparatuur € 1.000.000,- - kantoorinventaris 200.000,- - onvoorzien 100.000,____________ Totale inrichtingskosten € 1.300.000,- Gezien de specifieke knowhow van Signo&S op dit terrein, is dit hier overgenomen. Uitgaande van een afschrijving over 15 jaar en 4,5% betekent dit € 121.000,- aan kapitaallast per jaar. Grondkosten De grondprijs voor non-profit overige functies waaronder een muziekgebouw valt, wordt volgens de door de raad vastgestelde grondprijzennota 2006 gesteld op € 150,- per m2 bvo. Volgens van Signo&S is er 3315 m2 bvo benodigd hetgeen resulteert in een grondprijs van € 497.250. BTW Uit de rapportage van Signo&S blijkt dat er binnen de exploitatie van de beoogde gebruikers van het Muziekgebouw geen ruimte is om huur te kunnen betalen. Hiermee wordt vooralsnog geen rekening gehouden. Zolang er geen huur wordt betaald is het niet mogelijk om de BTW over de stichtingskosten te verrekenen. Zelfs als er wel huur in rekening gebracht zou worden is het nog maar zeer de vraag of - en zo ja hoeveel - BTW er verrekend kan worden. Vooralsnog is het derhalve raadzaam om rekening te houden met volledige BTW ten laste van de gemeente. De BTW over de stichtingskosten, bestaande uit de bouw-, inrichtings- en grondkosten, bedraagt € 2.434.138 (19% van € 12.811.250). Resumerend Financieel en locatietechnisch onderzoek Muziekcentrum in De Nobel 73 De stichtingskosten voor het muziekcentrum komen derhalve neer op ruim € 15 mln. waar het Signo&S-rapport nog sprak over een investering van ruim € 11 mln. De ruim € 15 mln. is als volgt opgebouwd: - bouwkosten 11.014.000 - grondkosten 497.250 - inrichtingskosten 1.300.000 - BTW 2.434.138 ___________ Totale stichtingskosten € 15.245.388 In het projectbesluit Aalmarkt is een bedrag van € 1.892.910,- voor een muziekgebouw LVC gereserveerd. Dit bedrag is opgebouwd uit: € 857.560,- restant eerder beschikbaar gesteld krediet € 596.350,- bijdrage parkeerfonds € 439.000,- restant ‘tweede ronde ISV’ Wanneer er een muziekcentrum buiten het Aalmarktproject wordt gerealiseerd, kan rekening worden gehouden met deze 1,9 mln. aan dekkingsmiddelen. De financiering van de stichtingskosten (minus dekking muziekgebouw Aalmarkt ad € 1,9 mln.) exclusief de inrichtingskosten komt bij een afschrijvingstermijn van 40 jaar voor het gebouw en een rentelast van 4,5% neer op een jaarlijkse kapitaallast van ca. € 655.000,-. Dit bedrag dient de eerste 15 jaar vermeerderd te worden met € 121.000,- zijnde de jaarlijkse kapitaallasten voor de afschrijving van de inrichtingskosten. De totale jaarlijkse kapitaallast bedraagt derhalve de eerste 15 jaar ca. € 776.000,- en daarna nog 25 jaar ca. € 655.000,- De gevolgen voor de beheersexploitatie, voor zowel eigenaar als gebruiker, zijn niet begrepen in de jaarlijkse kapitaallast. Volgens het rapport van Signo&S dient echter de exploitatie voor de gebruikers verhoogd te worden met € 103.500,- voor het goed functioneren van de programmerende instellingen. Daarmee komen bij realisatie van het muziekcentrum de jaarlijkse lasten op ca. € 880.000,- voor de eerste 15 jaar en ca. € 760.000,- voor de daarna nog resterende 25 jaar. Mogelijk kunnen deze kapitaallasten lager uitvallen, door een fiscale verrekening van de BTW en/of te mogen anticiperen op het zogenaamde Triodos Cultuurfonds, die voor cultuurprojecten in een voordelige financieringsconstructie kan voorzien (zie bijlage ‘Financiën LVC en Nobelmuziek-tempel’). 2.2. Grondexploitatie Financieel en locatietechnisch onderzoek Muziekcentrum in De Nobel 74 Concentratie van het muziekcentrum op De Nobellocatie heeft gevolgen voor de (grond)exploitaties van de projecten Kijkplein/Lakenhal/Lammermarkt (project 7, project voor projectbesluit) en de Aalmarkt (project 73, project met projectbesluit). Daarnaast komt er een locatie vrij aan de Middelstegracht 123 (voormalig muziekhuis), waar mogelijk baten uit verkoop of herontwikkeling verkregen kunnen worden. Kijkplein Lakenhal/Lammermarkt (project 7, project voor projectbesluit) Als het muziekcentrum in complex De Nobel wordt gerealiseerd, heeft dat consequenties voor het grondexploitatieresultaat van het project Kijkplein/Lakenhal/Lammermarkt. In het huidige plan wordt rekening gehouden met woningbouw op De Nobellocatie. De mogelijke baten uit grondverkoop zijn in het MPG 2006 voor deellocatie De Nobel ingeschat op ca. € 1 mln. In het MPG 2006 is reeds vermeld dat dit resultaat geoptimaliseerd kan worden. Volgens huidige inzichten kunnen er 33 woningen en daaronder winkels worden gerealiseerd met een hogere grondopbrengst, namelijk € 2,4 mln. Bij realisatie van het muziekcentrum op deze plaats vallen de grondopbrengsten lager uit. Uitgaande van een centrum met een totale oppervlakte van 3.315 m2 bvo, bedraagt op basis van de door de raad vastgestelde grondprijzennota 2006 de grondopbrengst € 497.250. Behalve de BTW-afdracht voor de stichtingskosten, moet ook wat de grondexploitatie betreft rekening gehouden worden met de zogenaamde integratieheffing1, aangezien de nieuwe onroerende zaak zoals het er nu naar uitziet, wordt gebruikt voor vrijgestelde prestaties. Kortgezegd houdt deze integratieheffing het volgende in. Over het totale kosten, benodigd voor de grondproductie ten behoeve van de realisering van het muziekcentrum moet op datum ingebruikname van het gebouw 19% BTW afgedragen worden aan de belastingdienst. Er moet dus ook BTW betaald worden over de waarde van de ondergrond, de planbegeleidingsuren, leges en overige onbelaste kostencomponenten; de BTW over de stichtingskosten van het muziekcentrum is reeds meegenomen in paragraaf 2.1. Aangezien er op het Nobelterrein ca. € 3,1 mln. BTW-plichtig wordt geïnvesteerd, bedraagt de extra te betalen BTW ca. € 0,6 mln. (19% van € 3,1 mln.). In het geval, dat er op deze locatie woningen worden gerealiseerd, kan de gemeente deze BTWlasten doorbelasten aan de ontwikkelaar/ bouwer en/of kopers. De integratieheffing betekent dus een extra kostenpost op de grondexploitatie van € 0,6 mln. Resumerend betekent een Muziekgebouw een opbrengstenderving van ca. € 0,5 mln. ten opzichte van het aan de raad gepresenteerde saldo in het MPG 2006, alsmede een toename van de investeringen met € 0,6 mln. Als gevolg hiervan neemt het resultaat van het project Kijkplein, zoals dat is opgenomen in het MPG 2006 , af met € 1,1 mln. tot een negatief saldo van ca. € 5,5 mln. (het is in MPG 2006 € 4,4 mln.). Echter in het MPG 2006 is reeds opgenomen, dat het programma op de deellocatie De Nobel geoptimaliseerd kan worden. Dit zou een extra opbrengst op kunnen leveren van ca. € 1,4 mln. Ten 1 Integratieheffing ex. artikel 3, eerste lid, letter h van de Wet op de Omzetbelasting 1968. Financieel en locatietechnisch onderzoek Muziekcentrum in De Nobel 75 opzichte van dit geoptimaliseerde resultaat verslechtert het saldo bij de realisering van het muziekcentrum op het complex De Nobel met ca. € 2,5 mln. Het resultaat van deelplan De Nobel verslechtert van ca. € 1,9 mln. negatief saldo in het huidige MPG 2006 tot een tekort van ca. € 3 mln. , indien hier het muziekcentrum wordt gerealiseerd. Hierbij is reeds rekening gehouden met een ISV-bijdrage van € 0,8 mln. voor deelplan De Nobel. Hier zijn wel voorwaarden aan verbonden. De belangrijkste voorwaarde is dat daadwerkelijke uitvoering van het project Kijkplein in 2009 gestart moet zijn. Totaal is voor Kijkplein/Lakenhal/Lammermarkt € 2,4 mln. beschikbaar, onder de voorwaarde, dat het gehele project Kijkplein/Lakenhal/Lammermarkt tot uitvoering komt inclusief plein, parkeergarage, infrastructuur e.d. In onderstaande tabel worden de consequenties schematisch samengevat. Kijkplein totaal deelplan De Nobel - € 4,4 mln. - € 1,9 mln. - € 3,0 mln. - € 0,5 mln. - € 5,5 mln. - € 3,0 mln. Saldo in het MPG 2006 (door de raad vastgesteld) Saldo volgens MPG 2006 met geoptimaliseerd programma op deellocatie De Nobel Saldo volgens MPG 2006 met muziekgebouw op deellocatie De Nobel Aalmarkt (project 73) Bij huisvesting van het LVC op De Nobel komt er in het Rijnlandblok ruimte (± 2.000 m²) vrij voor een andere bestemming. De opbrengstpotentie of grondwaarde is afhankelijk van de bestemming. Op basis van een programma met Kijkhuis, winkels en appartementen verwacht de gemeente een grondopbrengst van maximaal € 1,1 mln. te kunnen realiseren. Het resultaat van de Aalmarkt kan dus met € 1,1 mln. verbeteren en daarmee uitkomen op een positief saldo van € 1,2 mln. (saldo Aalmarkt in MPG 2006 bedraagt een gering positief saldo van € 81.406). Muziekhuis aan Middelstegracht 123 Dit pand komt vrij als het Muziekhuis in het nieuwe Muziekgebouw wordt gerealiseerd. Gezien de specifieke kenmerken van het gebouw, is het lastig om de mogelijke waarde bij verkoop goed in te schatten. Vooralsnog wordt uitgegaan van de WOZ-waarde van ca. € 1 mln. De boekwaarde, die nog op dit pand rust, bedraagt ca. € 425.000,- (per 1-1-2007), waarmee de netto opbrengst uit verkoop kan worden geschat op ca. € 0,6 mln. In geval van sloop en herontwikkeling zal de opbrengst naar alle waarschijnlijkheid lager uitkomen op ca. € 0,3 mln. Daarbij is geen rekening gehouden met eventuele bodem- en asbestsanering. Resumerend In onderstaand overzicht zijn de consequenties voor de betrokken grondexploitaties weergegeven bij realisatie voor het muziekcentrum op De Nobellocatie. Financieel en locatietechnisch onderzoek Muziekcentrum in De Nobel 76 project Kijkplein Kijkplein Aalmarkt Middelstegracht 123 status MPG 2006 MPG 2006 met geoptimaliseerd programma deellocatie De Nobel MPG 2006 geen huidig saldo - € 4,4 mln. effect muziekcentrum op De Nobel nieuw saldo -/- € 1,1 mln. - € 5,5 mln. - € 3,0 mln. -/- € 2,5 mln. - € 5,5 mln. € 0,01 mln. € 1,1 mln. € 1,2 mln. - € 0,3 - € 0,6 mln. € 0,3 - € 0,6 mln. Financieel en locatietechnisch onderzoek Muziekcentrum in De Nobel 77 3. Samenvatting Locatietechnisch Bij de bouw van het muziekcentrum kan de gevel aan de Marktsteeg behouden blijven, waardoor de unieke industriële sfeer voor de Leidse binnenstad behouden blijft. Door het muziekcentrum deels één verdieping ondergronds aan te leggen is het muziekcentrum beter in verhouding te brengen met de kleinschalige aanliggende bebouwing. Het laden en lossen kan op eigen terrein vormgegeven worden, liefst op de hoek van de Lammermarkt en de Marktsteeg. Zowel voor het auto- als fietsparkeren kan de poptempel niet in eigen behoefte voorzien en is zij aangewezen op de Lammermarktgarage. Hier is echter wel een risico aan verbonden aangezien nut en noodzaak van de parkeergarage Lammermarkt in het kader van de integrale visie op het parkeren naar verwachting eerst medio/eind 2007 duidelijk zal zijn. Een entree van het muziekcentrum zowel aan de Marktsteeg als de Lange Scheistraat heeft de voorkeur, zowel ten behoeve van spreiding van de overlast voor de omwonenden als uit veiligheidsoverwegingen. Realisering van het muziekcentrum biedt geen mogelijkheden om ter plekke 20 woningen te ontwikkelen, zoals in het bestemmingsplan is opgenomen. Om de woonbestemming aan de Lange Scheistraat teniet te doen, alsook om de bestemming te wijzigen t.b.v. het muziekcentrum zullen procedures moeten worden doorlopen, die een doorlooptijd van ruim 2 jaar kennen. Financieel Voor het in beeld brengen van de financiële consequenties, is onderscheid gemaakt in de stichtingskosten van het muziekcentrum en de consequenties voor de verschillende grondexploitaties. Stichtingskosten en kapitaallasten Muziekgebouw De integrale stichtingskosten van het muziekcentrum bedragen € 15.245.388. Hiervan worden de inrichtingskosten ad € 1.300.000,- vervroegd (15 jaar) afgeschreven; de jaarlijkse kapitaallast hiervan bedraagt € 121.000,-. De jaarlijkse kapitaallast van de investering in het gebouw ad € 13.950.000,- komt neer op € 656.500, - , uitgaande van een afschrijvingstermijn van 40 jaar en een rentelast van 4,5%. Volgens het rapport van Signo&S dient de exploitatie met € 103.500,- per jaar verhoogd te worden voor het goed functioneren van de programmerende instellingen. Derhalve moet bij realisatie van het muziekcentrum uitgegaan worden van extra (kapitaal)lasten van ca. € 880.000,- gedurende de eerste 15 jaar en ca. € 760.000,- gedurende de daarop volgende 25 jaar. Grondexploitaties Het muziekcentrum realiseren op de Nobellocatie, leidt tot minder opbrengsten (ca. € 0,5 tot € 1,9 mln.) en meer investeringen (ca. € 0,6 mln.), waardoor de grondexploitatie Financieel en locatietechnisch onderzoek Muziekcentrum in De Nobel 78 Kijkplein/Lakenhal/Lammermarkt met een bedrag van ca. € 1,1 mln. (€ 2,5 mln. uitgaande van een geoptimaliseerd programma op de Nobel) extra wordt belast. Het saldo van Kijkplein/Lakenhal/Lammermarkt verslechtert hierdoor tot een tekort van € 5,5 mln. (was € 4,4 mln. in het MPG 2006). Financieel en locatietechnisch onderzoek Muziekcentrum in De Nobel 79