6122820-06_14 Zwanger en onder controle in het Erasmus MC

advertisement
Zekerheid?
Willen weten?
Achtergrond?
Nieuw leven?
Gewenst?
Eerste keer?
Regels van het Erasmus MC
Zwanger ….
en onder controle in het Erasmus MC
Zwanger
Deze folder is bedoeld voor vrouwen die worden ingeschreven voor begeleiding van hun
zwangerschap op de polikliniek Verloskunde van de afdeling Verloskunde en Vrouwenziekten
van het Erasmus MC te Rotterdam.
Een zwangerschap is een hele bijzondere gebeurtenis en roept waarschijnlijk veel vragen op.
Deze folder geeft u uitgebreide voorlichting. Als u na het lezen vragen heeft, kunt u deze aan
uw verloskundige of gynaecoloog stellen.
Zwangerschap is iets heel natuurlijks, met een periode van grote lichamelijke en soms
emotionele veranderingen. Iedere vrouw ervaart de zwangerschap op een eigen manier.
Er zijn vrouwen die zich negen maanden geweldig voelen. Anderen voelen zich misselijk,
hebben last van rugpijn, brandend maagzuur of moeizame ontlasting. Dit zijn hele normale
klachten. De ene vrouw kan haar werk voortzetten tot vier of zes weken voor de uitgerekende
datum, de ander moet eerder met haar werkzaamheden stoppen in verband met klachten.
Eerste bezoek op de polikliniek
U bezoekt de polikliniek voor uw zwangerschapscontrole bij de verloskundige, arts-assistent
of gynaecoloog. Bij het eerste consult worden u allerlei vragen gesteld en meestal vindt ook
een kort onderzoek plaats. Uw bloeddruk wordt gemeten, de grootte van uw baarmoeder
wordt beoordeeld en vaak wordt de hartslag van uw kind beluisterd. Tot slot nemen we bij
de prikkamer bloed bij u af en wordt uw urine gecontroleerd.
De arts of verloskundige stelt u vragen over de volgende onderwerpen:
-
Uw zwangerschap, tot op heden.
-
Uw gezondheid. Hierbij komen eventuele vroegere ziekten, operaties, behandelingen of
-
Medicijngebruik.
-
De gezondheid van uw partner en familieleden. Het is van belang om te weten of er
bepaalde klachten ter sprake.
erfelijke aandoeningen in de familie voorkomen. Voorbeelden zijn suikerziekte, hoge
bloeddruk, taaislijmziekte, Down-syndroom, open rug, hartafwijkingen en spierziekten.
Sommige aandoeningen zijn al voor de geboorte door middel van onderzoek vast te
stellen.
-
Eerdere zwangerschap(pen) en het verloop hiervan.
-
De eerste dag van uw laatste menstruatie, om de uitgerekende datum vast te stellen.
-
De datum waarop u met eventuele anticonceptie gestopt bent.
Ook is het van belang om te weten of uw laatste menstruatie normaal en op tijd was.
2
Registratie van uw gegevens
Landelijk worden medische gegevens verzameld die bestemd zijn voor medischwetenschappelijk en statistisch onderzoek. Verloskundigen en artsen werken mee aan de
gegevensregistratie, omdat dergelijk onderzoek kan helpen om de medische kennis rond
zwangerschap en geboorte te vergroten en de kwaliteit en doelmatigheid van de zorg te
verbeteren.
De arts of verloskundige kan u, desgewenst, meer informatie geven over de gegevens die
worden geregistreerd of u kunt kijken op de website www.gezondebaby.nl. Alle gegevens
die worden vastgelegd zijn van belang voor de goede zorg voor u en uw zwangerschap.
Wetenschappelijk onderzoek
Het Erasmus MC heeft als universitair medisch centrum 3 kerntaken. Naast het bieden van
patiëntenzorg en onderwijs, is ook het verrichten van wetenschappelijk onderzoek van
belang. Onderzoek is nodig om meer kennis op te doen en betere behandelmethoden te
ontwikkelen. Het kan voorkomen dat u wordt gevraagd om mee te werken aan wetenschappelijk onderzoek. Dit kan heel simpel zijn door bijvoorbeeld het invullen van een vragenlijstje, maar het kan ook uitgebreider zijn. De verloskundige of arts zal u eerst uitvoerig
informeren over het voorgestelde onderzoek. Bovendien krijgt u schriftelijke informatie over
het onderzoek. Voor gegevens die bestemd zijn voor wetenschappelijk onderzoek wordt
altijd eerst uw toestemming gevraagd. Het besluit om niet mee te werken aan het
onderzoek wordt gerespecteerd. Uw beslissing heeft geen nadelige gevolgen voor uw
behandeling.
Het komt regelmatig voor dat men achteraf wetenschappelijk onderzoek wil doen met de
gegevens die tijdens uw verblijf in het Erasmus MC zijn verzameld. Wanneer alleen de
gegevens van uw aandoening of behandeling worden gebruikt zonder dat de onderzoekende
instantie uw identiteit te weten komt, gaan wij ervan uit dat u hiertegen geen bezwaar
heeft. Ook het materiaal dat overblijft na onderzoek van uw bloed, urine en/of weefsel
("restweefsel" genoemd) blijkt vaak achteraf van belang voor wetenschappelijk onderzoek.
Hiervoor geldt hetzelfde als wat we eerder over onderzoek met uw gegevens opmerkten.
Heeft u bezwaar tegen het gebruik van uw "restweefsel", dan kunt u hiertegen bezwaar
maken bij uw behandelend arts.
Voor meer informatie over de rechten en plichten van u als patiënt verwijzen wij u graag
naar de brochure ‘rechten en plichten van de patiënt’. Deze is verkrijgbaar bij de receptie of u
kunt kijken op www.erasmusmc.nl
3
BRMO (Bijzonder Resistente Micro Organismen) en
MRSA (Methicilline Resistente Staphylococcus Aureus)
Wereldwijd worden bacteriën steeds minder gevoelig (=resistent) voor antibiotica. Het
gevolg is dat infecties daardoor moeilijker te behandelen zijn. Dit is de reden dat
Nederlandse ziekenhuizen speciale maatregelen nemen om verspreiding van deze bacteriën
tegen te gaan. Als u tijdens een verblijf in het buitenland medische hulp nodig heeft gehad,
kan het zijn dat u een (tijdelijke) drager bent geworden van een resistente bacterie. Daarom
stellen wij u eenmalig, tijdens het bezoek aan de polikliniek verloskunde, een aantal korte
vragen welke een indicatie geven of u behoort tot de risico groep. Mocht u behoren tot de
risicogroep worden er bij u kweken afgenomen. Indien uit deze kweken blijkt dat u drager
bent van één van deze bacteriën, dan informeren we u en uw huisarts. Dit is van belang
omdat deze dan een gerichte behandeling kan instellen als u een infectie heeft. Bij een
opname in het ziekenhuis worden aanvullende hygiënemaatregelen genomen die moeten
voorkomen dat de MRSA zich kan verspreiden naar andere patiënten en medewerkers.
Welke aanvullende maatregelen dat zijn, hoort u op dat moment van uw behandelend arts
en of verpleegkundige.
Wij stellen u, onder andere, de volgende vragen:
-
Bent u bekend als drager van een resistente bacterie?
-
Bent u het afgelopen jaar in een buitenlandse zorginstelling onderzocht, behandeld of
-
Bent u de afgelopen 2 maanden opgenomen geweest in een Nederlandse zorginstelling?
-
Heeft u afgelopen jaar beroepsmatig contact gehad met of woont u op een bedrijf met
-
Bent u zeevarende?
-
Bent u huisgenoot en/of verzorger van een MRSA positieve patiënt?
opgenomen geweest?
levende varkens, vleeskalveren of vleeskuikens?
Zwangerschapscontroles
De controles vinden meestal eens in de 4 weken plaats, indien nodig vaker. Uit onderzoek
blijkt dat veelvuldige controles niet bij iedere zwangerschap nodig zijn.
Tevens bezoekt u de verpleegkundige een aantal keer tijdens uw zwangerschap. Doorgaans
is dit bij uw eerste bezoek, rond de 25ste en rond de 36ste week van uw zwangerschap. Deze
afspraak vindt plaats naast de afspraak met de arts of verloskundige.
Bij ieder bezoek controleert de arts of verloskundige de bloeddruk. De bloeddruk wordt
weergegeven in een bovendruk en een onderdruk (bijvoorbeeld 120/60 mmHg).
De urine wordt onderzocht als er sprake is van een verhoogde bloeddruk of als bij verdenking
op een infectie.
Er wordt een cardiotocogram (CTG) gedaan. Het onderzoek registreert de hartslag van de
baby en de weeënactiviteit van de baarmoeder.
Tijdens een van uw eerste bezoeken aan de arts of verloskundige zal in de prikkamer bloed
4
bij u afgenomen worden. Dit gebeurt alleen met uw toestemming. De uitslag krijgt u bij uw
volgende bezoek aan de poli te horen, tenzij u dit anders afspreekt met de arts of verloskundige.
Het bloed dat standaard bij u wordt afgenomen, wordt op het volgende onderzocht:
−
Hemoglobinegehalte (Hb)
Bij dit onderzoek wordt gekeken of u voldoende rode bloedcellen heeft. Te weinig rode
bloedcellen kan leiden tot bloedarmoede, dit is een tekort aan ijzer in het bloed.
−
Trombocyten
De trombocyten, ook wel bloedplaatjes, zorgen ervoor dat het bloed begint te stollen
zodra er ergens een wond of een bloeding ontstaat.
−
Nierfuncties / leverfuncties
Verhoogde nier- en leverfunctiewaarden kan in combinatie met andere factoren, duiden
op een beginnende zwangerschapsvergiftiging (pre-eclampsie).
−
Bloedgroep
Het is belangrijk om te weten welke bloedgroep u heeft, voor het geval u een bloedtransfusie nodig heeft. De bloedgroep kan A, B, AB of O zijn.
−
Rhesus-D-factor
De rhesus-D-factor is een kenmerk van het bloed. Als u dit kenmerk heeft, bent u rhesusD-positief. Heeft u dit kenmerk niet, dan bent u rhesus-D-negatief. Het is een erfelijk
kenmerk, net als de kleur van uw haar en ogen. Tijdens de zwangerschap is er een kleine
kans dat bloedcellen van de baby in de bloedbaan van de moeder terechtkomen. Bij de
geboorte is die kans zelfs groot. Als dit gebeurt, dan kan de moeder afweerstoffen tegen
die bloedcellen maken. Deze zogeheten antistoffen kunnen via de navelstreng het bloed
van de baby bereiken en afbreken, waardoor de baby of een volgende baby bloedarmoede krijgt. Dit probleem kan optreden als blijkt dat de moeder rhesus-D-negatief en
de baby rhesus-D-positief is.
Als u rhesus-D-positief bent, heeft dat verder geen consequenties.
Bent u rhesus-D-negatief, dan wordt er tussen de 27-29 weken zwangerschap een keer
extra bloed bij u afgenomen om te onderzoeken wat de rhesus-D-factor van de baby is.
Indien de baby rhesus-D-positief is, krijgt u een injectie met anti-rhesus-D-immunoglobine. De injectie zorgt ervoor, dat de kans kleiner wordt dat u antistoffen gaat vormen
die de baby ziek kunnen maken.
De baby merkt niets van de injectie en loopt geen risico.
Na de bevalling krijgt u, als rhesus-D-negatief bent, ook de baby rhesus-D-positief,
binnen 48 uur (nog) een injectie met anti rhesus-D-immunoglobuline toegediend.
5
-
Rhesus-C-factor
Bij het standaard bloedonderzoek vroeg in de zwangerschap wordt ook nagekeken of u
rhesus-C-negatief bent. Bent u rhesus-C-negatief? Dan is er een kleine kans dat u tijdens
de zwangerschap antistoffen tegen de bloedgroep van uw kind maakt. Ook dan krijgt u
krijgt daarom tijdens de zwangerschap een extra bloedonderzoek. Dit bloedonderzoek
vindt plaats als u 27-29 weken zwanger bent.
−
Glucose
Uw bloed wordt onderzocht op het suikergehalte, ook wel glucose genoemd. Als het
glucosegehalte verhoogd is, kan dit wijzen op (zwangerschaps)diabetes.
−
Seksueel overdraagbare aandoeningen (SOA)
Denkt u dat u of uw partner een seksueel overdraagbare ziekte heeft, bespreekt u dit dan
met uw arts of verloskundige. Voorbeelden van seksueel overdraagbare ziekten zijn
hepatitis B, lues, hiv, chlamydia en gonorroe (druiper). Bloedonderzoek op hepatitis B,
lues en hiv behoort tot het standaardpakket verloskundige zorg. U wordt aan het begin
van de zwangerschap op deze infectieziekten gecontroleerd, tenzij u aangeeft dat niet te
willen.
−
Hepatitis B
Dit is een infectie van de lever dat door het hepatitis B-virus wordt veroorzaakt. De
infectie kan onopgemerkt verlopen. Een deel van de mensen blijft na infectie het
hepatitis B-virus bij zich dragen. Deze mensen worden “dragers” genoemd; zij kunnen
anderen besmetten. Als u drager bent, ondervindt uw baby tijdens de zwangerschap
geen schade. Tijdens de geboorte kan de baby in aanraking komen met het virus en
geïnfecteerd worden. Na de bevalling van vrouwen die besmet zijn met het hepatitis B
virus, wordt de baby gevaccineerd tegen Hepatitis B.
−
Lues
Lues is een seksueel overdraagbare aandoening (SOA), die u ongemerkt kunt oplopen. In
het begin van de zwangerschap beschermt de moederkoek (placenta) de baby tegen de
ziekte. De baby kan later in de zwangerschap geïnfecteerd worden. De ziekte moet
daarom zo vroeg mogelijk in de zwangerschap met antibiotica behandeld worden.
−
Hiv
Hiv is een virus dat de ziekte aids kan veroorzaken, waardoor het afweersysteem wordt
aangetast. Een zwangere vrouw die geïnfecteerd is met hiv, kan via de placenta haar
baby met dit virus besmetten. Om dit te voorkomen, is het zinvol om aan het begin van
de zwangerschap een hiv-test te doen. Hierdoor kan er, indien nodig, zo snel mogelijk
een medische behandeling gestart worden. Als de hiv-test positief is, bent u drager van
het virus.
6
Met vragen kunt u natuurlijk altijd terecht bij uw arts.
Ook op de website www.gezondebaby.nl kunt u meer informatie vinden over het bloedonderzoek, niet-medische consequenties, werken, hiv/aids en verzekeringen. Vraag uw arts
gerust naar de folder “Testen op hiv, informatie voor zwangere vrouwen”.
Echoscopisch onderzoek
Echoscopisch onderzoek wordt om verschillende redenen gedaan. Er zijn geen schadelijke of
nadelige effecten over echoscopisch onderzoek bekend.
Redenen voor echoscopisch onderzoek kunnen zijn:
-
Een onzekere zwangerschapsduur: echoscopisch onderzoek geeft in de eerste
maanden van de zwangerschap een nauwkeurige indruk van de uitgerekende
datum. En kan er eventueel een meerlingzwangerschap worden vastgesteld.
-
Beoordeling van de groei van de baby als de arts of verloskundige twijfelt over de
-
Bepaling van de ligging van de baby als dit door middel van uitwendig onderzoek
grootte van uw baby.
moeilijk is.
Onderzoek naar erfelijke en aangeboren aandoeningen (prenataal onderzoek)
Onderzoek naar erfelijke en aangeboren afwijkingen gebeurt nooit als routine. De arts of
verloskundige zal dit alleen met u bespreken als er een reden voor is, bijvoorbeeld
aangeboren of erfelijke aandoeningen in uw familie of die van uw partner, een ziekte van
uzelf zoals suikerziekte, of het gebruik van bepaalde medicijnen die mogelijk schadelijk zijn
in de zwangerschap. Als u 36 jaar of ouder bent op het moment dat de zwangerschapsduur
minimaal 18 weken is, kan dit een reden zijn voor prenataal onderzoek.
Meer informatie hierover kunt u vinden in de folder “prenataal onderzoek”. Deze kunt u aan
uw arts vragen. In deze folder vindt u informatie over bloedonderzoek, vlokkentest, vruchtwaterpunctie en structureel echoscopisch onderzoek.
Leefadviezen tijdens de zwangerschap
Als u zwanger bent, kunt u over het algemeen alles blijven doen wat u deed voordat u
zwanger was, zoals werk, sport, seks, autorijden, enzovoort. Het is belangrijk dat u naar uw
lichaam luistert, goed voor uzelf zorgt en de volgende regels in acht neemt.
Schadelijke stoffen/straling
Probeer in de zwangerschap zoveel mogelijk contact met het volgende te vermijden:
verf op terpentinebasis, ongediertebestrijdingsmiddelen, chemicaliën en lasergames.
Het is niet bekend dat een hoge omgevingstemperatuur tijdens de zwangerschap kwaad
kan. Bij het verschonen van de kattenbak en het werken in de tuin is het van belang om
handschoenen te dragen.
7
U moet duidelijk vermelden dat u zwanger bent, als er een medische reden is voor röntgenonderzoek. Soms kan een onderzoek tot na de bevalling uitgesteld worden. Als dit niet
mogelijk is, kan de baarmoeder afgeschermd worden zodat het kind zo weinig mogelijk
radioactieve straling krijgt.
Voeding
Het is van belang om tijdens de zwangerschap gezond en gevarieerd te eten. Eten voor twee
is niet nodig. Lijnen tijdens de zwangerschap of de borstvoeding is niet verstandig. Voedsel
zoals groenten en fruit bevatten veel vitamines, mineralen en vezels. Belangrijke energiebronnen zijn aardappelen, (volkoren)brood, rijst en pasta (zoals macaroni). Belangrijke
voedingsmiddelen waar veel calcium- en eiwit inzitten zijn melk, kaas, eieren, vlees, kip en
vis. In halvarine, boter en margarine zit veel vitamine A en D. Behalve foliumzuur, hebben
Vitaminepillen geen extra gezondheidswaarde. Als u gezond eet zijn ze niet noodzakelijk.
In (half)rauw vlees, ongewassen groenten en fruit komt soms een parasiet voor die toxoplasmose kan veroorzaken. Toxoplasmose is een infectieziekte die tot aangeboren afwijkingen
bij de baby kan leiden. Dit is door bloedonderzoek aan te tonen. Eet geen halfrauwe vleesproducten.
Zachte kazen die van rauwe melk zijn gemaakt, zoals brie, camembert en roquefort, kunnen
een bacterie bevatten. Volwassenen die gezond zijn worden hier zelden ziek van, maar een
ongeboren baby is er wel gevoelig voor. Als de kaas van rauwe, niet-gepasteuriseerde melk is
gemaakt, staat er meestal “lait cru” op de verpakking. De bacterie kan ook in andere rauwe
producten groeien zoals rauwe groenten, kip, vis en vlees, die lang in de koelkast bewaard
worden. Bewaar deze producten zo kort mogelijk en koop zoveel mogelijk vers.
Roken
Roken in de zwangerschap brengt duidelijk risico’s met zich mee. Niet alleen zelf roken is
schadelijk voor de ongeboren baby, maar ook veelvuldig verblijven in een rokerige omgeving
kan een nadelige invloed hebben. De kans bestaat dat als gevolg van de verminderde doorbloeding van de placenta (moederkoek) en de afgenomen zuurstoftoevoer, de baby minder
goed groeit. Kinderen van rokende moeders hebben daarom vaker een (te) laag geboortegewicht en worden ook vaker te vroeg geboren dan kinderen van niet-rooksters. Kinderen
kunnen daardoor kwetsbaarder zijn en hebben vaker in de eerste levensjaren ziekten aan de
luchtwegen. Het advies aan beide ouders is: stop met roken en vermijdt zo veel mogelijk
rokerige ruimten. Informatie vindt u op www.stivoro.nl
Alcohol
Het gebruik van alcohol tijdens de zwangerschap kan ook schadelijk zijn voor de ongeboren
baby. Het advies luidt om tijdens de zwangerschap geen alcohol te gebruiken.
8
Drugs
Het gebruik van softdrugs en harddrugs, zoals amfetaminen, XTC, heroïne en cocaïne, wordt
ten zeerste afgeraden in de zwangerschap. Harddrugs zijn schadelijk voor een ongeboren
baby. De baby raakt ook verslaafd en moet na de geboorte op de couveuseafdeling afkicken.
Als u drugs gebruikt is het van belang dit te vertellen aan de arts of verloskundige. Praat er
open over en wees niet bang om te zeggen wat en hoeveel u gebruikt. U kunt samen met de
arts kijken welke oplossingen er mogelijk zijn.
Medicijnen
Bij kinderwens en tijdens de zwangerschap is zorgvuldigheid geboden. Bij pijnklachten kunt
u zonder gevaar paracetamol gebruiken. Voor de dosering dient u de bijsluiter te raadplegen.
Als een arts (bijvoorbeeld tandarts) verdoving wil gebruiken, is hier tijdens de zwangerschap
geen bezwaar tegen.
Sporten
Sporten, zoals zwemmen, fietsen en fitness kunt u heel goed beoefenen tot aan het einde
van de zwangerschap. Voor alles geldt: doe wat u altijd doet, maar stop of verminder
wanneer u merkt dat het klachten geeft of wanneer het u meer vermoeit dan normaal.
Zwangerschapsgymnastiek
Om tijdens uw zwangerschap fit te blijven en om u goed voor te bereiden op de bevalling,
zijn er tal van cursussen. Ook wanneer u klachten heeft, is het verstandig om een cursus te
volgen. U krijgt dan houdings- en bewegingsadviezen. Meer informatie over het cursusaanbod bij u in de buurt vindt u bij uw huisarts en bij de thuiszorginstelling in uw omgeving.
Seksualiteit
De beleving van seksualiteit tijdens de zwangerschap verschilt van vrouw tot vrouw.
Sommige vrouwen voelen zich juist aantrekkelijk en hebben meer zin in vrijen dan
gebruikelijk; anderen ervaren het tegenovergestelde. Geslachtsgemeenschap kan geen
miskraam of beschadiging van de baby veroorzaken. Gemeenschap wordt alleen bij bloedverlies of gebroken vliezen afgeraden. Problemen met seksualiteit kunt u altijd met uw arts
of verloskundige bespreken. Dit geldt ook voor eerdere vervelende seksuele ervaringen of
moeite hebben met een inwendig onderzoek.
Reizen
U kunt als u zwanger bent gerust met vakantie gaan. Er wordt meestal wel aangeraden om
een vakantiebestemming te kiezen waar goede medische zorg aanwezig is. Vakanties op
grote hoogte worden ontraden.
Uit medisch oogpunt gezien is er geen bezwaar tegen vliegreizen. De meeste vliegmaatschappijen willen geen zwangere vrouwen na 32-34 weken zwangerschapsduur vervoeren.
9
Vaccinaties
Als u tijdens de zwangerschap op reis gaat naar een gebied waar eventueel vaccinaties voor
nodig zijn, is het verstandig om contact op te nemen met de GGD bij u in de buurt.
U kunt ook bellen met lcr-reizigers (telefoonnummer 0900-9584) of kijken op de reizigerssite
www.lcr.nl.
Werk buitenshuis
Er zijn verschillende regelingen voor zwangere en pas bevallen werkneemsters.
Ze zijn onder andere vastgelegd in de Arbeidsomstandighedenwet en het Besluit zwangere
werkneemsters.
Niet bevorderlijk voor de gezondheid tijdens de zwangerschap is werk waarin u wordt blootgesteld aan trillingen (vrachtauto’s, landbouwmachines), ioniserende straling (straling van
radioactieve stoffen), chemische stoffen of infectierisico’s. Dit geldt ook voor fysiek zwaar
werk, zoals veelvuldig tillen, trekken en duwen. Als u met deze omstandigheden te maken
heeft, overlegt u dan met uw werkgever. U kunt ook overleggen met uw bedrijfsarts (Arbodienst) of inlichtingen vragen bij de arbeidsinspectie.
Als u in nacht- of ploegendienst werkt, kunt u uw werk- en rusttijden tijdens de zwangerschap aanpassen. Een zwangere is niet verplicht om in een nachtdienst te werken of over te
werken en heeft recht op extra pauzes. Deze regels gelden ook voor de eerste zes maanden na
de bevalling. Als het door middel van aanpassingen niet mogelijk is uw werk gezond en
veilig uit te voeren, moet de werkgever u tijdelijk ander werk aanbieden.
Iedere vrouw heeft recht op 16 weken zwangerschapsverlof. Dit verlof gaat meestal 6 weken
voor de uitgerekende datum in en loopt tot en met 10 weken na de daadwerkelijke
bevallingsdatum. Als u eerder bevalt dan blijft de duur van verlof 16 weken; bevalt u later,
dan wordt het verlof ook langer. Het is verstandig om dit na te vragen bij uw werkgever.
Bespreek ook eventueel met uw werkgever de mogelijkheden voor ouderschapsverlof.
Als u borstvoeding gaat geven mag u in de eerste 9 maanden na de bevalling het werk zo
vaak en lang als nodig onderbreken voor het geven van borstvoeding of om te kolven, tot
maximaal ¼ van de arbeidstijd per dienst.
Kraamzorg/verloskundige
Kraamzorg
De kraamverzorgende is voor de directe zorg voor moeder en de baby gedurende het kraambed, ook als u in het ziekenhuis bent bevallen. Het is belangrijk dat u kraamzorg al in de 3e
maand van de zwangerschap of anders zo spoedig mogelijk regelt. Meer informatie kunt u
krijgen bij de thuiszorgorganisaties of particuliere kraamzorgbureaus in uw regio.
10
Verloskundige
Ook al bent u voor de zwangerschap onder controle in het ziekenhuis, toch moet u voor na de
bevalling een verloskundige of (huis)arts regelen voor de controle in uw kraambed thuis. U
kunt zelf een verloskundige uit uw omgeving kiezen en haar/hem vragen om uw
“kraambed” te controleren.
Reanimatiebeleid
Wij zijn verplicht in ons dossier te registreren of u wel of niet gereanimeerd wilt worden bij
een levensbedreigende situatie.
Wij gaan er standaard van uit dat u, in uw huidige levensfase, wel gereanimeerd wenst te
worden.
Wat is reanimatie? Reanimatie vindt plaats wanneer er een hart- of ademstilstand ontstaat.
Omdat er direct gehandeld moet worden, is er geen mogelijkheid of tijd om met de patiënt of
met de familie te overleggen.
Reanimeren is een poging tot herstel van de bloedsomloop en de ademhaling indien deze
levensbedreigend verstoord zijn. De eigenlijke behandeling heet ‘reanimatie’. Soms houdt
het hart plotseling op met kloppen of stopt de ademhaling. Er zijn verschillende manieren
om de ademhaling of het hart weer op gang te krijgen: hartmassage, kunstmatige beademing, medicijnen en eventueel elektrische schokken. Het is belangrijk dat zo snel mogelijk
met reanimatie wordt begonnen, omdat de hersenen maar beperkte tijd zonder zuurstof
kunnen.
Mocht u hierover meer informatie willen of reanimatie willen bespreken met uw behandelend arts, dan is dat altijd mogelijk.
De afdeling Verloskunde
De afdeling Verloskunde bevindt zich op de vierde etage van het Erasmus MC-Sophia. Op de
andere etages zijn de verschillende kinderafdelingen gevestigd. Wanneer uw baby bijvoorbeeld in een couveuse ligt, bent u er dichtbij en kunt u er gemakkelijk naar toe.
Aan de zuidkant van de vierde etage (4 Zuid) liggen de zwangere vrouwen en aan de
noordkant (4 Noord) liggen de kraamvrouwen. In het midden (4 Midden) bevinden zich de
verloskamers.
De medewerkers van de afdeling
De zaalarts
De zaalarts is een afgestudeerd arts die in opleiding is tot gynaecoloog en verzorgt de dagelijkse visites aan uw bed. Deze zaalarts is samen met de gynaecoloog verantwoordelijk voor
de medische zorg die u geboden wordt. Bij de dagelijkse visite heeft u de gelegenheid tot het
11
stellen van vragen. Om niets te vergeten kunt u deze eventueel van tevoren opschrijven. Om
de privacy van de patiënten te waarborgen worden de partners verzocht de zaal tijdelijk te
verlaten tijdens de dagelijkse artsenvisite. Zodra u aan de beurt bent, mag uw partner weer
even op de zaal komen.
Co-assistenten
De co-assistenten zijn artsen in opleiding. Samen met de zaalarts en gynaecologen werken
zij mee aan de medische zorg die aan u gegeven wordt.
Kinderarts
Indien nodig wordt de kinderarts in consult gevraag als uw kindje geboren is. Ook is de kinderarts verantwoordelijk voor de zorg aan de pasgeborenen die op de kinderafdeling opgenomen zijn. U heeft een gesprek met de kinderarts, als de artsen verwachten dat u te vroeg gaat
bevallen of als van te voren bekend is dat uw kindje opgenomen wordt op de kinderafdeling
(dit gesprek vindt in sommige gevallen al plaats op de polikiniek).
Team van verpleegkundigen en verzorgenden
Onderstaande personen zijn werkzaam binnen het team van verpleegkundigen en
verzorgenden:
-
Gespecialiseerde verpleegkundigen: zij hebben een specialistische vervolgopleiding
gedaan op het gebied van verloskunde en zijn gespecialiseerd in het verplegen van
(zieke) zwangeren en vrouwen na de bevalling en in de zorg van (zieke) pasgeborenen.
-
Gediplomeerd verpleegkundigen: zij volgen de opleiding tot gespecialiseerd obstetrie
-
Leerlingverpleegkundigen: zij zijn in opleiding tot verpleegkundige.
(verloskunde) verpleegkundige.
Zorgassistenten: zij werken op de kraamafdeling en hebben een kraamaantekening.
Zij ondersteunen de verpleegkundigen in de zorg voor moeder en kind.
-
De voedingsassistenten delen iedere dag de maaltijden rond. Zij verzorgen de koffie–
en theerondes en delen ‘s ochtends de keuzeformulieren uit voor de maaltijden. Via de
voedingsassistenten kunt u vóór 14.00 uur een warme maaltijd voor uw partner
bestellen. Deze kan uw partner tegen betaling in het personeelsrestaurant afhalen.
Sectormanager
Het sectormanager is verantwoordelijk voor de totale verpleegkundige zorg van de afdeling
Verloskunde en IC Neonatologie. Zij wordt hierbij ondersteund door drie regieverpleegkundigen en een adviseur patiëntenzorg.
Lactatiedeskundige
De lactatiekundige is een gespecialiseerde zorgverlener met een gespecialiseerde kennis en
kunde op het gebied van borstvoeding. Zij kan in consult gevraagd worden als er problemen
zijn bij het geven van borstvoeding of bij het afkolven van de moedermelk.
12
Overige medewerkers
Geestelijke verzorger
Als u daar behoefte aan heeft, kunt u een gesprek aanvragen met de geestelijk verzorger.
Bijvoorbeeld vanwege uw ziekteproces, rouwverwerking of de ziekte van uw baby.
Natuurlijk is het ook mogelijk uw eigen dominee, pastoor of andere geestelijk verzorgers te
vragen om u te bezoeken.
Maatschappelijk werker
Ziekte en/of ziekenhuisopname brengen veranderingen teweeg in uw gezin en uw omgeving. Zowel u als uw partner kunnen gebruikmaken van de diensten van maatschappelijk
werk. Bij een zwangerschap van minder dan 30 weken vraagt de arts altijd een consult aan
ter kennismaking.
De psychiatrisch verpleegkundige
Wanneer u door hormonale of andere oorzaken emotioneel uit balans raakt, kan de
behandelend arts besluiten een consult van de psychiatrisch verpleegkundige aan te vragen.
Soms is het noodzakelijk om ook een psychiater te raadplegen.
Vrijwilligers
Op de zwangerenafdeling van Verloskunde in het Erasmus MC-Sophia zijn overdag ook
vrijwilligers aanwezig. Zij kunnen een praatje met u maken, de bloemen verzorgen en
dergelijke.
Care4All
Care4All is een project wat gestart is op de afdeling zwangeren, om het (langdurig) verblijf
op de afdeling te veraangenamen. Activiteiten die aangeboden worden zijn onder andere
yogalessen, knutselmiddagen voor eventuele andere kinderen van het gezin, voorlichtingsbijeenkomsten t.a.v. borstvoeding, voorlichtingsbijeenkomsten over wat er allemaal bij
komt kijken indien u kindje op de afdeling neonatologie opgenomen moet worden (Nidcap),
filmavonden, handwerken, workshops. Deze activiteiten worden verzorgd door vrijwilligers,
zijn geheel vrijblijvend en gratis.
Parkeren
In de parkeergarage kunt u parkeren. Voor uw bezoek bestaat de mogelijkheid gebruik te
maken van een kortingsregeling. In de folder “Parkeren” vindt u meer informatie hierover.
De folder is bij de verpleging te verkrijgen.
Patiëntentelefoon/televisie
Uw kamer heeft een aansluiting voor telefoon en televisie. U kunt deze huren. Als u hiervan
gebruik wilt maken, neemt u de hoorn van de haak, drukt u op ”on” en belt u 9. U krijgt nu
13
rechtstreeks en kosteloos contact met één van de medewerkers van de firma Patientline.
U kunt ook met de afstandsbediening op kanaal 1 van uw televisie de informatie kosteloos
bekijken.
Op de meeste plaatsen in het Erasmus MC is het gebruik van mobiele telefoons toegestaan,
mits u zich houdt aan de gedragsregels: zet uw GSM-toestel bij voorkeur op stil– of trilstand;
praat niet te hard; zoek een plek op waar u zo min mogelijk mensen stoort; zet uw GSMtoestel uit in verbodsgebieden.
Radio
In de handset bevindt zich een radio. Met gebruik van een hoofdtelefoon, die verkrijgbaar is
via de verpleging, kunt u hiermee naar verschillende kanalen luisteren.
Wifi
Op de afdeling kunt u gebruikmaken van gratis Wifi. U kunt zich aanmelden via de hotspot
bij uw wifi netwerken.
Voorbereiding op de bevalling
Tijdens uw zwangerschap kunt u zich voorbereiden op de bevalling en de verzorging van uw
baby. De volgende mogelijkheden kunnen u hierbij helpen:
-
zwangerschapsgymnastiek
-
het bezoeken van voorlichtingsavonden (zie posters op de polikliniek)
-
zwangerschapsyoga
-
haptonomie
Het is ook handig om een paar weken voor de uitgerekende bevallingsdatum een tas met
kleding voor uzelf en voor de baby klaar te zetten. Als de bevalling op gang komt, is het fijn
als u hier niet meer aan hoeft te denken.
Wat neemt u mee
Voor uzelf
14
-
kleding om tijdens de bevalling te dragen
-
iets om te lezen of u te ontspannen tijdens ontsluitingsweeën
-
2 schone nachtjaponnen/pyjama’s
-
ondergoed, (voedings)beha
-
toiletartikelen; tandenborstel, zeep en dergelijke
-
ochtendjas, pantoffels, slippers
-
schone kleding om in naar huis te gaan
-
verzekeringspapieren, ponsplaatje, eventueel fototoestel/videocamera
Voor de baby
-
hemdje of rompertje
-
truitje en/of pakje
-
jasje, mutsje, sokjes, ook in de zomermaanden
-
dekentje
-
maxicosi
De bevalling
Wanneer de bevalling zich aankondigt, ofwel met regelmatige weeën ofwel met gebroken
vliezen, neemt u contact op met de Verloskamers (afdeling Verloskunde 4 Midden,
telefoon 010 703 62 34). Houdt u, zo mogelijk, uw patiëntnummer bij de hand (linksboven op
uw afspraken/ patiëntenkaart).
Uw behandelend arts of verloskundige kan u aanvullende instructies geven. Bij problemen
moet neemt u eveneens contact opnemen met het ziekenhuis. Meer informatie vindt u op
het belkaartje dat u krijgt bij het eerste polikliniek bezoek.
Indien u naar de verloskamers komt, kunt u uw auto parkeren in de parkeergarage Wytemaweg, deze ingang bevindt zich aan de Wytemaweg, of in de parkeergarage Westzeedijk, waar
de ingang zich aan de Westzeedijk bevindt (in de garage is het raadzaam om uw auto rechts
achterin te parkeren). U kunt via de hoofdingang (bord Ingang Wytemaweg) naar binnen.
Vervolgens kunt u aan het einde van de centrale hal rechts de lift met de rode deuren naar
de 4e etage nemen. Direct vanuit de lift aan de rechterkant ziet u de verloskamers, u mag het
stopbord negeren. Wanneer er niemand achter de balie aanwezig is, kunt u op de bel bij de
balie drukken, er komt dan zo snel mogelijk iemand om u te ontvangen.
Het Erasmus MC is een druk en dynamisch ziekenhuis. Er is altijd een (kleine!) kans dat ten
tijde van uw bevalling, onze verloskamers en/ of onze afdeling neonatologie vol zijn. Indien
dat zo is, is het mogelijk dat u overgeplaatst wordt naar een ander ziekenhuis. Wij proberen
u, indien dit bij u van toepassing is, hier vroegtijdig over te informeren.
De eerste weeën
Een échte wee herkent u meteen! Wanneer u de eerste echte wee krijgt, is moeilijk te zeggen.
U heeft meestal eerst voorweeën, die overgaan in ontsluitingsweeën.
Hoe herkent u de eerste wee?
-
Deze wee komt regelmatig en wordt langzaam sterker. In het begin kan dat om de tien
minuten zijn, aan het eind van de bevalling elke twee à drie minuten of zelfs nog sneller
achter elkaar.
15
-
Een echte wee heeft een duidelijk begin en een duidelijk einde. Een wee begint zachtjes,
neemt toe, bereikt een hoogtepunt, neemt af en zakt langzaam weg. Een echte wee zorgt
ervoor dat de ontsluiting op gang komt. De voorweeën deden het voorbereidende werk,
zij maakten de baarmoedermond soepel en dun.
Wat is toucheren
De verloskundige of gynaecoloog toucheert u een paar keer tijdens de ontsluiting. Dat
gebeurt door twee vingers in de vagina te brengen en te voelen
-
of de baarmoedermond rijp (verweekt) is
-
of er al ontsluiting optreedt
-
hoe het hoofdje van de baby ligt, wat de stand van het hoofdje is en hoe diep het hoofdje
in het bekken ‘staat’.
Toucheren kan vervelend zijn. Probeer daarom zoveel mogelijk te ontspannen.
In de verloskamer
Een verpleegkundige ontvangt u in de verloskamer. Hij/zij maakt alles klaar voor de
bevalling. Tijdens de bevalling worden de weeën en de toestand van de baby nauwkeurig in
de gaten gehouden. Dit gebeurt door naar de harttonen van de baby te luisteren met behulp
van een apparaat dat weeën en de harttonen van uw baby registreert (CTG).
Vanzelfsprekend mag uw partner of iemand anders bij de bevalling aanwezig zijn.
Ingrepen tijdens de bevalling
De meeste bevallingen verlopen spontaan, maar soms moet de natuur een handje worden
geholpen. Het is daarom mogelijk dat u bij de geboorte van uw baby wordt geholpen
door middel van een zuignap (de zogenaamde vacuümextractie) of een tang.
Als de baby niet via de gebruikelijke weg geboren kan worden of als snel handelen een
vereiste is, kan een keizersnede noodzakelijk zijn. De baby komt dan ter wereld via een
buikoperatie.
Pijnbestrijding
Een bevalling is pijnlijk. Als de pijn u te veel wordt, kunt u uw arts vragen om de pijn te
verlichten. Meestal gebeurt dit door een pijnstillend middel (pethidine) toe te dienen. Mocht
dit onvoldoende helpen dan kan een andere vorm van verdoving worden toegepast, zoals
epidurale pijnstilling of de zogenaamde ruggenprik.
16
Wanneer de baby geboren is
Wanneer de baby geboren is, zijn er meerdere mogelijkheden waar u na de bevalling naar
toe gaat:
-
Indien er geen complicaties zijn geweest en u heeft kraamzorg thuis, kunt u vanuit de
-
Indien u een plekje heeft gereserveerd in het Geboortecentrum Sophia zult u, zodra het
verloskamers rechtstreeks naar huis.
medisch verantwoordelijk is en daar een plek voor u vrij is, overgeplaatst worden naar
het Geboortecentrum Sophia.
-
Indien er complicaties zijn opgetreden, of u moet nog enkele uren blijven ter observatie
van u of uw kindje dan wordt u overgeplaatst naar de kraamafdeling.
Uw baby ligt gewoonlijk in een wiegje bij u op de kamer. Baby's die erg klein zijn of extra
zorg nodig hebben, worden opgenomen op de afdeling Neonatologie op de derde verdieping
of op de afdeling Kindergeneeskunde Noord op de tweede verdieping van het Erasmus MCSophia.
De baby
Verzorging van uw baby
Het wordt afgeraden om uw baby de dag van de geboorte te baden. De dag erna daarna zal
een verpleegkundige of kraamverzorgende u voordoen/helpen om de baby te baden.
Vanzelfsprekend is ook uw partner van harte welkom bij het in bad doen van uw zoon of
dochter.
Aangifte van uw baby
Binnen drie dagen na de dag van de bevalling moet u aangifte (laten) doen van de
geboorte op het stadhuis van Rotterdam of bij de deelgemeente. Bij aangifte is een paspoort
en/of trouwboekje nodig. Aangifte kan alleen gedaan worden door iemand die bij de
geboorte aanwezig is geweest of door uw echtgenoot, indien u gehuwd bent. Als het noodzakelijk is dat u langer opgenomen blijft op de kraamafdeling, is het ook mogelijk om een
afspraak te maken bij de afdelingssecretaresse om aangifte te doen bij het Geboortecentrum.
Ook moet u uw baby zo snel mogelijk bij uw ziektekostenverzekeraar aanmelden.
De keuze van de achternaam
Indien u gehuwd bent, krijgt de baby de naam van de vader, tenzij u voor de geboorte samen
bij de burgerlijke stand een verklaring heeft afgelegd.
Indien u niet gehuwd bent, krijgt de baby de achternaam van de moeder, tenzij u voor de
geboorte samen bij de burgerlijke stand een verklaring van erkenning heeft afgelegd.
Let op, bij een volgend kindje moet deze verklaring van erkenning weer worden afgelegd.
17
Oefeningen na de bevalling
De tweede dag na de bevalling kunt u meestal beginnen met lichte lichaamsoefeningen.
Tijdens de zwangerschap zijn de buikspieren uitgerekt en na de bevalling heeft u
waarschijnlijk een minder goede beheersing over de bekkenbodemspieren. Dit betekent dat
u ongemerkt wat urine kunt verliezen. Door dagelijks te oefenen, kunt u uw spieren
versterken, uw lichamelijk evenwicht herstellen en uw conditie verbeteren. U kunt terecht
bij u verloskundige voor meer informatie omtrent deze oefeningen.
Weer naar huis
Uw ontslag is afhankelijk van uw conditie en/of die van uw kindje. Er kunnen redenen zijn
waarom u na de bevalling langer opgenomen moet blijven.
Als u onder begeleiding van een verloskundige bent bevallen, regelt hij/zij uw
ontslag. Voordat u naar huis gaat, heeft u nog een gesprek met een arts of verloskundige en
een verpleegkundige. Stelt u hen gerust alle vragen die u nog heeft.
Het voeden van uw baby
De keuze of u borst- of flesvoeding gaat geven, moet u zelf maken. Het is aan te raden om
deze keuze vóór de bevalling te maken en u te verdiepen in de keuze borstvoeding/
flesvoeding. Borstvoeding kent meerdere gezondheidsvoordelen voor zowel de baby als de
moeder, neemt u dit in uw overwegingen mee. Als u twijfelt over borst- of flesvoeding kunt
u dit met uw arts of met de verpleegkundige bespreken. Tevens is er veel informatie te krijgen via de diverse borstvoedingsorganisaties zoals Borstvoeding Natuurlijk.
De verpleegkundigen en kraamverzorgenden kunnen u helpen bij het geven van de gekozen
voeding. Als uw baby te vroeg geboren wordt geven wij de voorkeur aan borstvoeding.
Borstvoeding
Wij voeren een borstvoedingsvriendelijk beleid in het Erasmus MC. Sinds juni 2009 zijn wij
in het bezit van WHO/UNICEF certificaat ”Zorg voor Borstvoeding” en zijn hiermee een “baby
friendly hospital”.
Kolven
Door omstandigheden is het soms niet mogelijk om uw kindje aan te leggen aan de borst.
Bijvoorbeeld omdat hij/zij is opgenomen op de kinderafdeling. U kunt dan uw moedermelk
af gaan kolven om op die manier de melkproductie op gang te brengen en in stand te houden. Uw baby krijgt dan uw moedermelk via de sonde.
18
Stuwing
Rond de derde en vierde dag na de bevalling kunt u last krijgen van stuwing. Bij stuwing zijn
de borsten vaak gespannen en vol. Als u borstvoeding geeft, kunt u uw kind vaker (8-12 x per
dag) aanleggen, terwijl u de borst richting de tepel masseert. Voordat u gaat voeden kunt u
warmte toepassen, door een douche of een warme doek en na de borstvoeding kunt u ijs
(kompressen) gebruiken. Als de baby de borsten niet goed kan legen, mag u 1 x beide borsten
helemaal leeg kolven. Doe dit niet te vaak, omdat dit de productie extra stimuleert en u zo
nog meer stuwing krijgt.
Als u geen borstvoeding geeft dan is het verstandig een stevige BH te dragen, de borsten te
koelen met ijs(kompressen) en de borsten “met rust te laten”. U kunt paracetamol (max 4x
pd 1000mg ) innemen om de pijn te verlichten.
Gestuwde borsten
U kunt last krijgen van stuwing. De borsten voelen hard en pijnlijk aan. Daarom is het
verstandig om na de bevalling gedurende enige tijd dag en nacht een stevige, goed
steunende BH zonder beugel te dragen. Mocht u desondanks toch last krijgen van stuwende
borsten, dan kunnen de verloskundige, arts of verpleegkundige u adviseren over verlichtende maatregelen.
Flesvoeding
Een kraamverzorgster (of verpleegkundige indien u nog in het ziekenhuis verblijft, het ziekenhuis maakt gebruik van al klaargemaakte flesvoeding) leert u de flesvoeding klaar te
maken en hij/zij vertelt u hoe vaak uw baby moet drinken. Gewoonlijk zal uw baby ten
minste zes keer en ten hoogste zeven keer per dag een flesje krijgen. Dit heeft onder meer te
maken met de leeftijd en het gewicht van uw baby. De meeste baby's zullen ongeveer om de
drie uur trek hebben en zich laten horen. U hoeft de baby niet op vaste tijden te voeden.
Tot slot
Heeft u nog vragen, stel deze dan gerust. Artsen, verloskundigen en verpleegkundigen van
de afdeling Verloskunde zijn altijd bereid u met raad en daad bij te staan.
19
-
Erasmus MC - Sophia, Wytemaweg 80, 3013 CN Rotterdam, (010) 704 0 704
-
Zwangerenafdeling (4 Zuid), (010) 703 65 74 of (010) 703 68 58
-
Verloskamers (4 Midden), (010) 703 62 34 of (010) 703 68 57
-
Geboortecentrum Erasmus MC-Sophia, (010) 282 63 33, www.geboortecentrumsophia.nl
-
Erasmus MC – poli Verloskunde en Vrouwenziekten, (010) 704 01 48
-
LCR- reizigersinformatie, 0900 95 84 of www.lcr.nl
-
Kraamzorg Rotterdam, (010) 282 62 20
Informatie
Handboek borstvoeding
(ISBN 90.252.9249.6, uitgever Borstvoedingsorganisatie La Leche League).
Vereniging Borstvoeding Natuurlijk , (telefoon (0343) 57 66 26).
Erasmus MC- patiëntenfolders
Aan de inhoud van deze folder kunnen geen rechten worden ontleend
Adressen en telefoonnummers
Op www.erasmusmc.nl vindt u een overzicht van alle folders van de afdeling.
Internetsites
www.gezondebaby.nl
www.stivoro.nl
www.lcr.nl
www.borstvoeding.pagina.nl
www.babybox.nl
www.borstvoeding.com
www.borstvoedingnatuurlijk.nl
www.lalecheleague.nl
www.erasmusmc.nl
6122820
© Erasmus MC - Patiëntencommunicatie - 06/14
www.nvog.nl
Download