Voor elk stukje muziek vul je de onderstaande oefeningen in

Naam: ………………..
Opdrachtenblad.
Voor elk stukje muziek vul je de onderstaande oefeningen in. Vind je bijvoorbeeld het stukje droevig, dan zet je
een kruisje dichter bij’droevig’. Vind je hem eerder blij, dan zal je kruisje dichter bij ‘Blij’ staan. Is het geen van
beiden, dan staat het kuisje in het midden.
Voor stukje 1:
<<
<
0
>
>>
Droevig
Gewoon
Saai
Van vroeger
Veel instrumenten
Snel
Veel violen
Om op te dansen
Romantisch
Blij
Geheimzinnig
Levendig, Gek
Van nu
Weinig instrumenten
Traag
Geen violen
Om bij stil te zitten
Cool
Voor stukje 2:
<<
<
0
>
>>
Droevig
Gewoon
Saai
Van vroeger
Veel instrumenten
Snel
Veel violen
Om op te dansen
Romantisch
Blij
Geheimzinnig
Levendig, Gek
Van nu
Weinig instrumenten
Traag
Geen violen
Om bij stil te zitten
Cool
Voor stukje 3:
<<
<
0
>
>>
Droevig
Gewoon
Saai
Van vroeger
Veel instrumenten
Snel
Veel violen
Om op te dansen
Romantisch
Blij
Geheimzinnig
Levendig, Gek
Van nu
Weinig instrumenten
Traag
Geen violen
Om bij stil te zitten
Cool
Voor stukje 4:
<<
Droevig
Gewoon
Saai
Van vroeger
Veel instrumenten
Snel
Veel violen
Om op te dansen
Romantisch
<
0
>
>>
Blij
Geheimzinnig
Levendig, Gek
Van nu
Weinig instrumenten
Traag
Geen violen
Om bij stil te zitten
Cool
Schijf hieronder welk van de 4 stukjes het beste bij jou past. Schrijf ook op waarom.
……………………………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………………………