Gastouders in de regeling dienstverlening aan huis Huidige situatie, consequenties van verbetering van de positie als werknemer en optie Brancheorganisatie Kinderopvang is de organisatie die de belangen van ondernemers in de kinderopvang behartigt en vertegenwoordigt. Onder kinderopvang verstaan wij de vier vormen van kinderopvang: dagopvang, buitenschoolse opvang, gastouderopvang en peuterspeelzalen. Ruim 1100 kinderopvangorganisaties in Nederland zijn lid bij Brancheorganisatie Kinderopvang. Zij vertegenwoordigen 80 procent van de omzet in de kinderopvang. 1. Inleiding In Nederland zijn ongeveer 30.000 gastouders werkzaam, waarvan de inschatting is dat 8.000 gastouders werken onder de regeling Dienstverlening aan huis. Deze vorm van gastouderopvang is met twee kinderen redelijk betaalbaar waardoor de geboden kinderopvang in het witte circuit blijft. De opvang is hierdoor in het zicht van overheidstoezicht op kinderopvang. Ook vallen deze gastouders onder de ingezette weg van professionalisering van gastouders, ingezet door de branche, met als doel permanente educatie en zorgdragen voor ontwikkelingsgerichte kinderopvang. Brancheorganisatie Kinderopvang staat achter de versterking van de positie van werknemers. Wel schat zij het risico hoog in dat, indien geen compensatie wordt geboden, deze maatregel bedoeld als versterking juist leidt tot verzwakking van hun positie: deze groep werknemers verdwijnt in het zwarte circuit omdat simpelweg deze vorm niet betaalbaar meer zal zijn voor de groep ouders die het betreft. Huidige situatie Gastouders die bij ouders thuis werken met een maximum van drie dagen per week vallen nu onder de regeling dienstverlening aan huis. Daarmee verdienen zij het wettelijk minimumloon en hebben zij recht op 6 weken doorbetaling bij ziekte en recht op vakantie. Zij zijn uitgesloten van de verplichte werknemersverzekeringen. Zij zijn in dienst bij ouders. Deze ouders maken gebruik van kinderopvangtoeslag; de vergoeding per uur is gesteld op een maximum door de overheid te vergoeden bedrag van 5,17 per uur, een inkomensafhankelijke toeslag. Van dit bedrag moet zowel de gastouder worden betaald als een bijdrage voor de dienstverlening van het gastouderbureau. Ouders die voor deze vorm van kinderopvang kiezen, worden ondersteund door het gastouderbureau waarbij zij zijn aangesloten. Het bureau ondersteunt hen bij het afsluiten van het contract met de gastouder. Daarnaast voert het bureau de bijbehorende administratieve taken uit en betaalt het bureau de gastouder voor de geleverde arbeid(verplichting vanuit de Wet kinderopvang). Indien de gastouder meer dan drie dagen opvang biedt is een volledig werkgeverschap aan de orde. In de praktijk kiest nu vrijwel geen enkele ouder hiervoor omdat zij huiverig zijn voor de consequenties en niet zijn toegerust op de (administratieve en financiële) verplichtingen van een werkgever. Gevolg is dat deze groep werknemers zelden meer werkt dan drie dagen per week waardoor hun inkomen laag blijft. 1. Consequenties versterking positie van werknemer Na de ratificatie van het verdrag zullen alle werknemers dezelfde rechten moeten hebben. Ten opzichte van de huidige situatie zijn de belangrijkste verschillen: Verplichting tot betaling loonbelasting en sociale zekerheidspremies Recht op 2 jaar doorbetaling bij ziekte voor de zieke gastouder , inclusief de bijhorende reintegratieverplichtingen Bij een opzegging zal een ontslagvergunning noodzakelijk worden. Gevolg hiervan is dat zowel de kosten als de administratieve lasten voor ouders die gebruik maken van deze vorm van gastouderopvang omhoog gaan: - - 2. hogere kostprijs / uurprijs gastouderopvang: Nu betaalt de ouder het minimumloon en zijn verdere lasten beperkt (6 weken doorbetaling loon en vakantiedagen) zware administratieve verplichtingen voor de ouder; ouder (zelf werknemer) krijgt als werkgever veel zwaardere taken en verplichtingen, waar deze niet voor is toegerust. De gevolgen hiervan zullen zijn dat: Dit deel van de sector vlucht in zwart circuit vanwege hogere prijs en verzwaring administratieve lasten. Is onwenselijk omdat kinderen uit kinderopvang verdwijnen. Verbetering van kwaliteit vanuit sector en toezicht op kwaliteit vanuit overheid is niet meer mogelijk Dit deel van sector is ooit juist om die redenen binnen de wet kinderopvang gehaald (van zwart naar wit) Mogelijke uitwerking De brancheorganisatie is in principe voor het verbeteren van de rechtspositie van deze werknemers. Dit voorstel heeft wel linksom of rechtsom echter een prijs. Zonder compenserende maatregelen zal deze vorm van dienstverlening in het zwarte circuit verdwijnen. Gevolg is dat de overheid weliswaar minder kinderopvangtoeslag uitbetaalt, maar dat anderzijds er minder belastinginkomsten zijn( belasting inkomsten gastouders). De rechtspositie van deze groep werknemers wordt daardoor juist zwakker wanneer zij in het zwarte circuit belanden. Daarbij komt dat deze groep dan ook uit het zicht van de overheid raakt. Brancheorganisatie Kinderopvang acht dit zeer ongewenst, mede met het oog op de pedagogische kwaliteit van de opvang die van groot belang is voor het welzijn van kinderen. Door compenserende maatregelen is dit te voorkomen. Uitwerking: Brancheorganisatie ziet in eerste aanzet aanknopingspunten voor compenserend beleid. Hierna worden enkele opties kort uitgewerkt en voordelen en nadelen aangegeven. Benadrukt zij het een eerste uitwerking is en dat het niet mogelijk was om in het korte tijdsbestek beschikbaar voor de voorbereiding van dit position paper geen volledige beschouwing op te stellen. Wat betreft de eventuele financiering van compenserend beleid het volgende. Er van uitgaand dat de groep van 8.000 gastouders voor het witte circuit behouden blijft en zij in lijn met het voorstel de verplichte werknemerspremies gaan betalen, dan komt een eerste groffe schatting van de extra premie-opbrengst op ruwweg 15 miljoen euro. Benadrukt zij dat dit een eerste indicatieve schatting is, opgesteld in het tijdbestek van de voorbereiding van dit position paper. Bij een nadere verkenning van opties zou ook een meer onderbouwde schatting gemaakt moeten worden. De eerste optie kan zijn dat de ouder zich meldt aan het begin van het jaar als particulier werkgever bij de Belastingdienst en UWV en geeft een schatting op hoeveel de gastouder werkt met een schatting van het loon. De ouder houdt de verantwoordelijkheid van 6 weken doorbetaling van loon (voortzetting huidige situatie). Indien de gastouder ziek blijft neemt het UWV de uitbetalingsverplichting over, evenals de begeleidende taken. (re-integratie traject) Aan het einde van het jaar meldt de ouder zich wederom met het daadwerkelijke kosten – en uren plaatje. De bijbehorende premie wordt dan betaald.(dan wel gespreid over het jaar) Door de melding aan het begin van het jaar wordt voorkomen dat een gastouder die in de loop van het jaar stopt met werken of ziek wordt niet bekend is en dus pas aan het eind van het jaar een uitkering ontvangt. De tweede optie kan zijn een vergelijkbare regeling als de ‘dienstencheque’ in België. Via een dergelijk systeem kan de particuliere opdrachtgever een betaalmiddel bij de overheid kopen, waarmee de werknemer zich door de overheid kan laten uitbetalen en tevens verzekerd is. Deze kostenverhoging zou kunnen worden gecompenseerd door een verhoging van het maximum uurtarief voor deze groep gastouders in de kinderopvangtoeslag met 16,70% (is het percentage dat naar onze inschatting de kosten verhoogt voor de ouder als werkgever, met alle premies) . De overheid zal de verantwoordelijkheid moeten nemen voor de uitbreiding van de taken van het UWV en inregeling particulier werkgeverschap. Wat hier de kosten van zijn kan de brancheorganisatie niet inschatten. N.B. Ons voorstel is om alle gastouders die bij de ouder thuis opvang bieden onder de voorgestelde uitwerking te laten vallen. Hierdoor zijn ouders niet meer huiverig om meer dan 3 dagen opvang aan huis te regelen. (nu hebben ze volledig werkgeverschap vanaf 4 dagen opvang in eigen huis. Ouders kiezen hier niet voor vanwege de 2 jaar loondoorbetaling en de volledige werkgevers verplichtingen). Met de voorgestelde uitbreiding wordt tevens inkomenspositie van de gastouder verder verbeterd en wordt meer continuïteit geboden aan opvang.