Drie maandelijkse uitgave LMMI St. Elisabeth Ziekenhuis Tilburg December 2013 Voorwoord Zoals afgesproken zou de afdeling Bacteriologie / Mediabereiding + Sterilisatie deze keer een bijdrage leveren aan de inhoudelijke nieuwsbrief. Deze bijdrage blijkt een goede aanvulling op de refereeravond voor en door analisten van 25 november jl. Maar eerst een interview met Prof. Dr. Jan Kluytmans door Wybo Algra, gepubliceerd in Trouw.nl op 12-06-2013. De redactie. De resistente bacterie rukt op. Stel dat antibiotica straks niet meer werken: dan kan een simpel schrammetje al fataal zijn. Hoogleraar Jan Kluytmans wil een steviger aanpak om resistente bacteriën bij de grens tegen te houden. Zet het scalpel in de huid en weg is de natuurlijke barrière; vrij baan voor ziekmakende bacteriën om het lichaam binnen te dringen. Daarom krijgen patiënten rondom een chirurgische ingreep uit voorzorg antibiotica toegediend. Maar stel dat die straks niet meer werken, omdat bacteriën er ongevoelig voor zijn geworden. Wat dan? Gevoel voor drama valt de Wereldgezondheidsorganisatie niet te ontzeggen. Het einde van de geneeskunde zoals wij die kennen is aanstaande, vreest de gezaghebbende VN-instelling in Genève. Het hele medische bouwwerk rust op het fundament dat infecties voorkomen of behandeld kunnen worden. Zonder dat vertrouwenwekkende fundament geen veilige routine-ingrepen. Zelfs een schrammetje kan al fataal zijn. Laat hoogleraar Jan Kluytmans, expert op het gebied van resistente bacteriën, net zijn hand in een groezelig verband hebben. Een fietsongelukje. En dan staat er ook nog 'Besmettingsgevaar' op de deur naar zijn afdeling microbiologie in het Amphia Ziekenhuis in Breda. Pas maar op met die hand! "De WHO heeft het niet over West-Europa maar over landen als India en China. Feitelijk is daar het post-antibioticatijdperk al aangebroken. Er komen daar op grote schaal bacteriën in de bevolking voor waar antibiotica geen vat meer op hebben. Dat komt doordat antibiotica massaal worden geslikt, goedkoop en zonder recept, of mensen ze nu nodig hebben of niet. Tegelijkertijd zijn in een land als India de hygiënische omstandigheden ver achtergebleven. Mensen poepen op straat, schoon water en riolering hebben velen niet. Een ideale voedingsbodem voor het ontstaan van resistente bacteriën. Zoals NDM-1 bacteriën: die reageren vrijwel niet meer, op geen enkel antibioticum." Waar zitten die bacteriën? "In het water van de Ganges, het straatvuil van New Delhi. Toen ze een paar jaar geleden werden ontdekt, waren ze al overal. Hoeveel levens dat kost, is onduidelijk. De sterfte door infectieziekten neemt toe in die landen, dat weten we. Maar harde cijfers over doden door resistente bacteriën zijn er niet, er wordt daar veel te weinig aan diagnostiek gedaan om dat betrouwbaar uit te zoeken." Een rotprobleem, maar: ver weg? "Toen ik in 1995 hier in Brabant begon, was resistentie een non-probleem. Eens per jaar hadden we een patiënt met MRSA, de bekendste resistente bacterie. Nu zie ik dat wekelijks tot dagelijks. We hebben MRSA in de hand, nog steeds. Per jaar krijgen in heel Nederland naar schatting veertig patiënten een bloedbaaninfectie met MRSA. Daarmee doen we het heel goed, alleen al omdat één op de 1000 Nederlanders nu eenmaal drager is van die bacterie. Vlak over de grens, in Noordrijn-Westfalen, krijgen jaarlijks ruim 1100 mensen een ernstige 2013 December 1 MRSAinfectie, op een bevolking van 18 miljoen mensen. En toch staat dat niet bekend als een echte brandhaard. Ga er van uit dat van die 1100 Duitse patiënten er 150 tot 200 overlijden. Dat voorkomen we dus met ons Nederlandse beleid. Met daarbij wel een relativering. Het zijn vaak oudere, zieke patiënten die anders ook zouden zijn overleden, maar later." In Nederland is MRSA beheersbaar? "Ja. Door allerlei maatregelen. We testen bijvoorbeeld standaard patiënten die vanuit een buitenlands ziekenhuis worden overgeplaatst. We voorkomen verspreiding en het ontstaan van infecties. Als we een varkensboer opereren, screenen we hem eerst op MRSA en geven hem zonodig een neuszalf. Zo voorkomen we dat hij een infectie oploopt met zijn eigen bacterie. Dit preventieve beleid kost ons per ziekenhuisopname vijf tot zes euro. Omdat je minder infecties hebt, bespaar je geld. Per saldo levert het ons ten minste tien euro op. Een belangrijke oorzaak voor het ontstaan van resistentie is het grootschalige antibioticagebruik in de veesector. Ik was sceptisch over de afspraken die voormalig minister van landbouw Gerda Verburg met de branche heeft gemaakt over het terugdringen hiervan. Maar het is de afgelopen jaren daadwerkelijk gelukt het te halveren. Dat is fantastisch. En we proberen de veesector ertoe te bewegen om niet die paar antibiotica te gebruiken die we hard nodig hebben om resistente bacteriën bij mensen te bestrijden. Ook dat loopt." En ESBL? "Dat is een stuk moeilijker. Rond de eeuwwisseling waren er nog vrijwel geen ESBL-bacteriën in Nederland, maar sinds 2005 nemen ze sterk in aantal toe. Nu zitten ze overal. In 90 procent van het kippenvlees, ontdekten we in 2009 tot onze stomme verbazing. Maar ze zitten ook, in mindere mate, in kalfs- en rundvlees. Tien procent van de inwoners van Nederland heeft inmiddels ESBLbacteriën in zijn darmen. Een waanzinnig reservoir. Als het probleem bij ontdekking al zo groot is, dan zijn er geen simpele oplossingen. In dit zieken-huis worden elk jaar 50.000 mensen opgenomen, waarvan er dus 5000 drager zijn van ESBL. Die kunnen we niet allemaal isoleren." Wat kunt u wel? "ESBL-bacteriën zijn voor gezonde mensen relatief onschadelijk. Ze worden vervelend als mensen langdurig verzwakt raken, bijvoorbeeld door chemotherapie. Die maakt patiënten vatbaar voor allerlei infecties omdat hun weerstand onderuit wordt gehaald. Daarom krijgt een deel van deze patiënten standaard antibiotica. Als zij desondanks gedurende de behandeling ziek worden, zou dat door de resistente ESBL-bacterie kunnen komen. Dan beginnen we direct met toedienen van het enige antibioticum dat daar nog wel tegen werkt. En als vervolgens uit bacteriekweek blijkt dat het toch geen ESBL is, stoppen we daar direct weer mee. Door dat enig overgebleven effectieve medicijn hoog op de plank te houden, kunnen we er nog een tijdje op vertrouwen." Een tijdje - dat klinkt niet geruststellend? "Nederland heeft een zeer afgewogen beleid tegen resistente bacteriën, met weinig overbehandeling. Dat werkt. Maar het staat ook onder druk als je moet bezuinigen. Diagnostiek is duur, antibiotica zijn spotgoedkoop. En juist omdat we MRSA zo goed beheersen, lijkt het probleem niet zo groot. Zo word je slachtoffer van je eigen succes. Terwijl de enige remedie is: 'search and destroy' (spoor op en vernietig). Voor ESBL zijn we te laat, die krijgen we niet meer weg. Maar het houdt niet op met ESBL. Ik noemde al NDM-1 bacteriën, uit India. Die zijn inmiddels in Zwitserland, in de Rijn, gevonden. Dan heb je nog de Oxa-48 bacterie uit Noord-Afrika. En de KPCbacterie die vanuit Amerika naar Israël is overgestoken, en van daaruit naar Griekenland en verder noordwaarts. Allemaal bacteriën waar antibiotica niets, of bijna niets meer uithalen. Dat zijn de bacteriën waarover we ons nu druk moeten maken." 2013 December 2 Kunnen we die hier buiten de deur houden? "Dan zullen we daar meer aan moeten doen. 'Vlees goed doorbakken', zei minister Schippers een paar weken geleden in reactie op het nieuws over de ESBL-bacteriën in kalfs- en rundvlees. Een goed advies, maar laat ze het daarbij? Of gaan we ook ons best doen om nieuwe resistente bacteriën in een vroeg stadium op te sporen en aan te pakken? Ik zie dat nog te weinig gebeuren." Waar blijven de nieuwe antibiotica? "Die zijn al lange tijd niet op de markt gekomen. De strijd tegen infectieziekten is gestreden, was rond 1970 de gedachte, met de antibiotica en vaccins die we toen in handen hadden. Dat is in een heel ander daglicht komen te staan. Maar nieuwe antibiotica zijn nog niet in aantocht. Het eerst ontdekte antibioticum is penicilline, in 1928. Dat is een afscheidings-product van schimmels. Een natuurlijke stof dus, net als alle antibiotica die daarop volgden. Daarvoor is de aarde met veel succes afgestruind, tot in de jaren zeventig. Toen droogde die bron op. De farmaceutische industrie neemt nauwelijks meer de moeite om nieuwe stoffen te ontwikkelen. Er moet genoeg aan te verdienen zijn en dat is kennelijk nog niet het geval. Ook al omdat je antibiotica een week, hooguit twee weken voorschrijft: daar verdient de industrie niet zoveel aan." Kan de mensheid zonder antibiotica? "Ja, alles kan. In India groeit de bevolking nog steeds, ondanks resistente bacteriën, dus in die zin kan de mensheid het blijkbaar wel hebben. Resistente bacteriën zijn in principe niet gevaarlijker of agressiever dan andere bacteriën. Maar infecties worden er moeilijker behandelbaar door, of zelfs helemaal niet meer. Lang niet iedereen overlijdt aan zo'n infectie. Maar neem een land als Griekenland, waar het resistentieprobleem veel groter is dan bij ons. De sterfte op de intensive care is daar de afgelopen jaren fors toegenomen. Dat is moeilijk precies te duiden. Maar vast staat: toegenomen resistentie betekent dat meer mensen ziek worden en de ziekenhuizen minder veilig." Een patiënt met MRSA gaat vanuit zijn geïsoleerde kamer naar de operatiekamer. Dat ESBL-bacteriën in het grootste deel van het kippenvlees zitten, was al bekend. Onlangs voegde de Consumentenbond daar aan toe de resistente bacterie te hebben aangetroffen in 40 procent van het kalfs- en 13 procent van het rundvlees. Wat moet de consument met deze informatie? Het vlees goed doorbakken, zoals minister Schippers adviseerde? Dat biefstukje mag binnenin best rood blijven, dat is het probleem helemaal niet. De bacterie zit namelijk aan de buitenkant, dus die is na een paar minuten in de koekenpan wel weg. Maar voor liefhebbers van filet americain en steak tartaar (rauwe gehakte biefstuk) is bakken helemaal geen optie. Zij kunnen misschien vertrouwen putten uit de keuze van de expert. Jan Kluytmans eet gewoon steak tartaar, dat vindt hij heerlijk. Geen beginnen aan. De ESBL-bacterie, redeneert Kluytmans, is zo alomtegenwoordig, daar begint de individuele consument weinig tegen. Ja, thuisblijven. Reizigers naar Afrika, Azië en ook Amerika lopen kans een resistente bacterie op te pikken en mee naar huis te nemen. Maagzuurremmers zijn ook een risicofactor, want ze doorbreken de eerste barrière voor de bacteriën in het lichaam: het maagzuur. Maar eigenlijk is er wat Kluytmans betreft voor de individuele consument met bacterievrees geen beginnen aan. Scharrel- en biologisch vlees bevatten net zo goed ESBLbacteriën als de kiloknaller en zelfs vegetariër worden biedt geen garantie. De bacterie kan ook in groente zitten. 2013 December 3 Bacteriologie: Van handwerk naar Total Lab Automation (TLA) Marco Janssens Had je jaren geleden niet bewust gekozen voor een vak waar je nog lekker met je handen moest werken en waar automatisering nauwelijks ter sprake was? Inderdaad, voor velen van ons is dat een beweegreden geweest om juist wel of niet te kiezen voor het vak bacteriologie. Rondom ons zagen we met name de afdelingen Immunologie en Virologie/Moleculair flink timmeren aan de weg op het vlak van automatisering van hun processen, dit in tegenstelling tot de bacteriologie. Ja, we kregen uiteindelijk een BACTEC voor onze bloedkweken en ja, er kwam ook een Vitek voor de identificaties en gevoeligheidsbepalingen, maar dat was het dan ook wel. Iedereen bleef verder gewoon lekker aan tafel stoeien met grote hoeveelheden aan platen en buizen, en natuurlijk niet te vergeten, het ruiken aan de platen. Dan komen we in 2006 in contact met een Nederlandse firma uit Drachten, Kiestra genaamd. Zij presenteerden ons een concept (TLA), waarbij een groot deel van het bacteriologieproces geautomatiseerd is, en volledig traceerbaar. Figuur 1: TLA Platen die nodig zijn voor het inzetten van materialen worden bij de analist op tafel afgeleverd, kweken die hun incubatieduur bereikt hebben worden volledig automatisch gefotografeerd, analisten beoordelen kweken aan de hand van foto’s, en platen die nodig zijn voor het uitwerken van micro-organismen worden automatisch bij de analist op tafel afgeleverd. Het concept klonk ons goed in de oren, en na enkele buitenlandse gebruikers van het systeem bezocht te hebben, in Nederland waren deze er immers niet, werd besloten het systeem aan te schaffen. Om de juiste configuratie van het systeem vast te kunnen stellen werd allereerst een zogenaamde Quick scan uitgevoerd, waarbij de informatie m.b.t. formatie, aantallen monsters en aantallen platen tot een configuratie leidde. Vervolgens werd het contract ondertekend, en kon het project van start gaan. Aan Kiestra kant betekende dit het bouwen van het systeem en aan onze kant het softwarematig inrichten van het systeem. D.m.v. door Kiestra uitgevoerde interviews met alle analisten, werd een zogenaamde Usergroup samengesteld. Deze groep werd verantwoordelijk voor het vullen van het hele systeem met gegevens, zoals o.a. de diverse media, de verschillende programma’s die aan de media hangen en de camera-instellingen per medium. Verder organiseerde Kiestra op het lab bijeenkomsten m.b.t. change of management, want dat alles anders zou worden, was wel duidelijk. Tijdens deze bijeenkomsten werd met de analisten gesproken over wat zij van het systeem verwachtten en werd duidelijk gemaakt wat het systeem nou eigenlijk is en kan en wat voor veranderingen er allemaal plaats gaan vinden. Voor een deel van onze analisten klonk dit allemaal niet als muziek in de oren; zit ik straks gewoon aan de lopende band? Uiteindelijk werd het systeem in januari 2010 geleverd en kon er gestart worden met het opbouwen ervan. Het woord opbouwen was in die periode volledig van toepassing, aangezien het lab midden in de renovatie zat. Om het systeem dan ook te beschermen voor alle bouwperikelen is er eerst een soort kooiconstructie gebouwd om het systeem in te plaatsen. Deze constructie moest er voor zorgen dat het systeem beschermd was, en dat de renovatie gewoon door kon gaan. Na een opbouwperiode van enkele weken stond het systeem in elkaar en kon er gestart worden met het trainen van de 2013 December 4 analisten. Dit gebeurde in kleine groepjes van 4 a 5 analisten onder begeleiding van Kiestra. Een nadeel was, dat op dat moment de koppeling tussen Kiestra en GLIMS nog niet werkte en de verbeelding van de mensen dus flink aangesproken werd. Na de trainingen, ongeveer half maart werd een voorzichtige start gemaakt met de implementatie; 5 materialen per materiaalsoort per dag op het systeem, en dit gedurende één week. Vervolgens werd dit aantal uitgebreid naar 10 en dat gedurende 1½ week. Na deze periode van 2½ week werd besloten alle materialen op het systeem te zetten en daar mee was de implementatie compleet; nu begon dus voor iedereen het echte leerproces. Het is een periode geworden waarin veel gevraagd is van de mensen, maar is het de hele groep geweest die hier toch een succes van heeft gemaakt. De eerste maanden gingen met ups en downs, zowel op het technische vlak van het systeem alsmede nog de onwennigheid en onervarenheid van de groep. In deze periode zijn, zoals te verwachten was, onze doorlooptijden ook omhoog gegaan. Inmiddels is goed merkbaar dat men meer gewend is aan het systeem en dat men ook makkelijker met het systeem omgaat; dit resulteert weer in lagere doorlooptijden. Nu, na 3½ jaar werken met het systeem zijn we inmiddels alweer toe aan uitbreiding. Maanden geleden zijn we met Kiestra, inmiddels BD Kiestra, een Cocreation aangegaan voor een nieuw type incubator, ReadA Compact. Dit traject loopt nu op zijn einde en wij zullen deze nieuwe incubator ook gaan aanschaffen. Inmiddels is t.b.v. determinaties een Maldi biotyper besteld en zullen wij met BD Kiestra in een Co-creation stappen voor een MalditofA; een colony picker die zowel de targetplates voor de Maldi biotyper moet gaan be-enten als de suspensies t.b.v. gevoeligheidsbepalingen, met als einddoel dit te integreren in de TLA. Een andere stap die we rond april, mei 2014 willen gaan maken is de implementatie van de InoqulA, een apparaat voor het automatisch enten en uitstrijken van nieuwe patiëntenmaterialen. Figuur 3: InoqulA Kortom, het begin is gemaakt, en in een gestaag tempo timmeren we door aan de weg om kwaliteitswinst en efficiëntiewinst te boeken. Het nieuwe bacteriologieproces is een feit. Kopij voor onze nieuwsbrief!!! Heb je ideeën voor een artikel voor de inhoudelijke nieuwsbrief, wij ontvangen ze graag. Laat de redactie niet alles alleen doen, de nieuwsbrief is van en voor ons allen!! Deadline kwartaaleditie: 27 februari 2014 Graag mailen naar [email protected] Figuur 2 ReadA Compact Eindigt het hiermee? Misschien ten overvloede, maar het antwoord is nee. 2013 December 5