15 juli 2016 Antistoffen tegen muscarinereceptoren gevonden bij meer dan 87% van de POTS-patiënten Studie naar antistoffen tegen muscarinereceptoren gepland voor Internationale Dysautonomie Conferentie 2016 Dysautonomia International, 29 mei 2016 Nieuwe ontdekking bij Posturaal Orthostatisch Tachycardie Syndroom (POTS)! Dr. Steven Vernino’s team aan de UT Southwestern heeft antilichamen tegen muscarinereceptoren geïdentificeerd bij meer dan 87% van de POTS-patiënten in een preliminaire studie. Dit is verder bewijs dat POTS een auto-immune basis heeft bij sommige patiënten. Lees deze pagina voor details en een kopie van de samenvatting van de studie. Nog meer opwindend nieuws... Dr. Vernino zal serum verzamelen van vrijwillige POTSpatiënten bij de Dysautonomia International Conferentie in Washington DC van 15 tot 17 juli om te screenen op antilichamen tegen de muscarinereceptoren – M1, M2 en M3. Vrijwilligers die meedoen aan de studie, zullen hun testresultaten ontvangen. Dr. Vernino en andere experts zullen op de conferentie updates presenteren over het laatste POTS-onderzoek en vragen van patiënten en zorgverleners beantwoorden. Onderzoeksstudie naar antilichamen bij POTS gepland voor de Dysautonomia International Conferentie van 2016 Dysautonomia International werkt samen met de UT Southwestern om een onderzoeksstudie uit te voeren tijdens de Dysautonomia International Conferentie van 2016. Dr. Steven Vernino, ‘s werelds toonaangevende expert in auto-immuunstoornissen die het autonoom zenuwstelsel beïnvloeden, zal vrijwilligers die POTS-patiënt zijn, screenen op drie verschillende antilichamen tegen muscarinereceptoren. Deze antilichamen worden geassocieerd met dysautonomie en werden bij meer dan 87% van de POTS-patiënten gevonden in een voorstudie die door het lab van Dr. Vernino werd uitgevoerd. Een grotere studie is nodig om de voorlopige bevindingen te bevestigen en op basis daarvan verder te zoeken. Met jullie steun kunnen we het in juli 2016 mogelijk maken! Je kunt een verschil maken in de levens van POTS-patiënten en hoop geven aan miljoenen. Doneer vandaag nog! In de afgelopen paar jaar heeft Dysautonomia International onderzoekers uitgenodigd om onderzoeksprojecten naar POTS uit te voeren op de jaarlijkse conferentie in Washington DC. De studie op de conferentie zal dit jaar 150 POTS-patiënten en 25 gezonde controles onderzoeken op antilichamen tegen drie muscarinereceptoren die erom bekend staan verband te houden met verschillende vormen van dysautonomie (M1, M2, M3). Locatie en functie van muscarinereceptoren M1 M2 M3 AUTONOME GANGLIA : HART : MAAGDARMKANAAL & Depolarisatie, verandert Vermindert hartslag, vertraagt GALBLAAS : autonome zenuwoverdracht geleiding AV-knoop, Soepele spiersamentrekking (overbrenging elektriciteit) vermindert kracht van samentrekking MAAGKLIEREN : PUPILLEN : Afgifte van histamine Reguleert het samentrekken Afscheiding van zuur van de pupillen KLIEREN: Bevordert smering van ogen, mond, sinus, longen en huid HERSENEN : BLOEDVATEN : Verbeteren geheugen, Verhoogt vaatverwijding aandacht, emotionele reacties De studie zal geleid worden door een lid van de Medische Adviesraad van Dysautonomia International, Dr. Steven Vernino, PhD. Dr. Vernino is de erevoorzitter van de Dr. Bob en Jean Smith Stichting voor Onderzoek naar Neuromusculaire Ziekten en een Professor in de Neurologie en de Neurotherapie aan het Medisch Centrum van de UT Southwestern in Dallas. “Deze studie zal de mogelijkheid onderzoeken dat sommige patiënten met POTS specifieke antilichamen hebben die de autonome functie aantasten. Deze antilichamen kunnen ook helpen bepalen of er een verband bestaat tussen POTS en andere auto-immuunziekten, zoals het syndroom van Sjögren,” legt Dr. Vernino uit. Muscarinereceptoren zijn onderdeel van het parasympathisch zenuwstelsel. Als antilichamen zich binden aan deze receptoren, zou dit problemen kunnen veroorzaken met de parasympathische zenuwoverdracht, hetgeen kan leiden tot symptomen van dysautonomie. Antilichamen tegen muscarinereceptoren zijn al eerder in verband gebracht met andere vormen van dysautonomie die mogelijke een auto-immune basis hebben, zoals de ziekte van Chagas, syndroom van Sjögren en idiopathische tachycardie. In een voorafgaande studie van 16 POTS-patiënten en 20 controles ontdekte het labo van Dr. Vernino onlangs dat meer dan 87% van de POTS-patiënten één of meer antistoffen tegen muscarinereceptoren. Het onderzoeksteam ontdekte ook dat M1 in verband werd gebracht met cognitieve beperkingen (hersenmist, “brain fog”) en M3 werd in verband gebracht met een abnormale QSART (een test die de autonome functie van kleine vezels in de ledematen meet). In de komende studie hopen we de methode voor het meten van de antistoffen tegen muscarinereceptoren te verbeteren, deze bevindingen te valideren en aanvullende informatie te verwerven door deze studie met een grotere groep POTS-patiënten te herhalen tijdens de conferentie van 2016. Het identificeren van het percentage POTS-patiënten die deze antilichamen hebben en het vergelijken van de profielen van de antilichamen met de door de patiënt gerapporteerde symptomen, is de eerste stap in het begrijpen hoe deze antistoffen POTS-patiënten beïnvloeden, die de basis zal leggen voor toekomstig onderzoek dat probeert nieuwe behandelingen te identificeren. Antistoffen tegen M1- en M2-muscarinereceptoren bij patiënten met het Posturaal Orthostatisch Tachycardiesyndroom (POTS): potentiële biomarker voor de ziekte http://www.dysautonomiainternational.org/pdf/Vernino_Muscarinic_Abstract.pdf Auteurs: Divyanshu Dubey, Steve Hopkins, Steven Vernino Faculteit Neurologie & Neurotherapie, UT Southwestern Medical Center, Dallas, Texas Achtergrond: Posturaal Orthostatisch Tachycardiesyndroom (POTS) wordt gekenmerkt door overdreven orthostatische tachycardie. De etiopathogenese van POTS blijft nog steeds onduidelijk. Wij testten de hypothese dat patiënten met POTS antilichamen tegen muscarinereceptoren in hun serum hebben, hetgeen zou kunnen bijdragen aan het klinische syndroom. Methoden: Zestien POTS-patiënten en twintig controles werden onderzocht op antilichamen tegen M1, M2 en M3 receptorendoor celgebaseerde analyse (immunofluorescentiekleuring van CHO-K1-cellen getransfecteerd met cDNA codering M1, M2 en M3 receptoren). De patiënten werden geselecteerd op basis van klinische presentatie en resultaten van autonome testen (significante verhoging van hartslag op kanteltafeltesten). Niet-getransfecteerdeCHOK1-cellen werden ook gebruikt als negatieve controles. Visuele bepaling van positieve of negatieve immunofluorescentie werd gedaan door twee onafhankelijke waarnemers. Kwantificatie van fluorescentie werd uitgevoerd met Image J software. De demografische, klinische en laboratoriumdata werden ook verzameld. Resultaten: Van de 16 POTS-patiënten, waren er 15 vrouwen, terwijl 55,5% (10) van de controles vrouwen waren. Bij de controles waren 4 normale personen, de resterende 16 hadden een onderliggende neurologische aandoening (cholinerge autonome neuropathie, auto-immune epilepsie, syndroom van Lambert-Eaton, niet-specifieke dysautonomie, Multiple Systeem Atrofie). Significant meer POTS-patiënten hadden antilichamen tegen M1 (87.5% vs 10%, p<0.001) en M2 (68.75% vs 15%, p<0.005) muscarine receptoren in vergeleking met de controles. Antilichamen tegen M3-muscarinereceptoren werden gevonden bij twee POTSpatiënten en twee controles. Analyse van Image J liet ook zien dat het serum van POTSpatiënten een significant hogere fluorescentie had op M1 (p<0.01, CI 8.38-8.45) en M2 (p<0.001, CI 4.74-4.80) getransfecteerde cellijnen in vergelijking met controles. Er was ook een significant hogere fluorescentie van het serum van POTS-patiënten op M1 (p<0.001, CI 7.01-7.44) en M2 (p<0.001, 3.01-3.37) getransfecteerde cellijnen in vergelijking met nietgetransfecteerde CHO-K1-cellen. Bij de patiënten die een autonome test (20) gehad hebben, werd de aanwezigheid van antilichamen tegen M3-receptoren in verband gebracht met abnormale QSART-resultaten (p<0.01). Een groot gedeelte (66,67%) van patiënten met cognitieve veranderingen hadden detecteerbare antilichamen tegen M1-muscarinereceptoren (p=0.245). Bij deze 16 POTS-patiënten rapporteerden er slechts drie een voorafgaande infectie of viraal prodroom voordat de symptomen begonnen. De meeste van de patiënten (68,8%) hadden een geleidelijk (>3 maanden) begin van de ziekte en progressie van de symptomen. Conclusie: Antilichamen tegen M1- en M2-receptoren kunnen worden opgespoord in een significant aantal POTS-patiënten. Deze antilichamen spelen mogelijk een belangrijke rol kunnen in de etiopathogenese van dit klinisch syndroom, maar verdere studies zijn nodig om de significantie van deze antilichamen te bepalen. © Dr. Vernino Veel Gestelde Vragen [...] Is dit anders dan de onderzoeksprojecten over antilichamen bij POTS die plaatsvonden op de conferenties van 2014 en 2015? Ja, dit is een aparte studie die kijkt naar verschillende antistoffen. In 2014 nodigden wij onderzoekers uit van het Centrum voor Autonome Disfunctie van de Vanderbilt University en de University of Oklahoma om serum te verzamelen tijdens onze jaarlijkse conferentie om te screenen op antilichamen tegen alfa- en bètaadrenerge receptoren. Deze zijn vergelijkbaar met de antilichamen tegen muscarinereceptoren, maar zij binden zich aan een ander gedeelte van het autonoom zenuwstelsel. Vanderbilt stuurde opgesplitste monsters naar Dr. Vernino’s labo aan de UT Southwestern om te testen op ganglionische-AChR antilichamen. In 2015 nodigden wij onderzoekers uit van de Mayo Clinic om serum te verzamelen tijdens onze jaarlijkse conferentie om te screenen op het Auto-immune Dysautonomie Panel van de labo’s van de Mayo Clinic, naast antilichamen die in verband staan met de schildklier. De eerste resultaten van beide serumcollecties zijn nog niet gepubliceerd, omdat onderzoek lang duurt. We houden regelmatig contact met beide onderzoeksteams, en ze boeken goede vooruitgang. Zo gauw zij hun bevindingen hebben gepubliceerd, zal Dysautonomia International de eerste zijn om die te delen. Schrijf je in voor hun e-maillijst en kijk op hun Facebookpagina voor updates. [...] © Dysautonomia International Vertaling Meintje, redactie Zuiderzon en Abby, ME-gids http://bit.ly/29HZdhZ