MicroMicro-organismen Agenda Wat zijn micro-organismen? Verschil tussen bacteriën en virussen Wat zijn micro-organismen? Een micro-organisme is niet zichtbaar met het blote oog: Bacterië Bacteriën (gram positief/negatief)) Protozo Protozoë ën (eencellige levensvormen) Schimmels (waaronder gisten) ( Algen (Simpele planten, zowel eencellige als meercellige organismen bv. zeewier. Virussen (enveloped en non-enveloped) Prionen Virussen en prionen worden niet tot de micro-organismen gerekend (maar wel tot microbiologie), omdat ze niet als levend worden gezien. Bacteriën Een bacterie is een ééncellige levensvorm en kent een eigen stofwisseling. Het is geheel ´zelfverzorgend´, eet, drinkt en plant zich voort. Alle bacteriën zijn omgeven door een celwand. Ze kunnen zich onafhankelijk van elkaar voortplanten. Sommige bacteriën kunnen ziekten veroorzaken. Dit is te bestrijden met antibiotica Bacteriën E-coli Bacteriën komen overal in de natuur voor, ook in het menselijk lichaam. Veruit de meeste bacteriën zijn niet schadelijk voor de gezondheid. Veel bacteriën doen bijzonder nuttig werk, bijvoorbeeld in onze darmen, breken organisch afval af, maken yoghurt en kaas, enz. Ook worden ze ingezet in de industrie om bijvoorbeeld bepaalde soorten afval af te breken of om medicijnen te maken. Legionella Bacteriën Bacteriën zijn te klein om met het blote oog te kunnen zien. Onder de microscoop echter kunnen verschillende kenmerken onderscheiden worden, wat al van oudsher een belangrijke bijdrage levert aan de determinatie van bacteriën. Bacteriën kunnen op verschillende manieren van elkaar worden onderscheiden. Bacteriën – onderscheid naar vorm Er kunnen drie grondvormen worden onderscheiden bij bacteriën: de bolvorm: coccus de staafvorm: bacterium, bacil de spiraalvorm: spirillum Flagellen: Veel staafvormige bacteriën bezitten flagellen of zweepdraden en daarmee kunnen ze zich voortbewegen. A. B. C. D. E. F. staafvormig, bolvormig, bolvormig in clusters bolvormig in paren spiraalvormig, kommavormig Bacteriën – onderscheid naar celwand GramGram-kleuring is een methode om bacteriën te kleuren om ze onder een lichtmicroscoop zichtbaar te maken en als hulpmiddel bij het herkennen van soorten. Met behulp van deze methode vallen bacteriën uiteen in twee verschillend aankleurende groepen, die men GramGram-negatief (rood) of GramGram-positief (blauwpaars) blauwpaars) noemt. Het verschil tussen Gram-negatieve en Grampositieve bacteriën wordt veroorzaakt door een verschil in de structuur van de celwand Vermenigvuldiging van Bacteriën Bacteriën zijn zelfvoorzienend als ze de basiselementen van overleven hebben: 1. Temperatuur 2. Vochtigheid 3. Voedingsstoffen 4. Zuurstof 5. Zuurgraad (Ph 7 of neutraal, ideaal) Er zijn bacteriesoorten die zich onder gunstige omstandigheden elke 20 minuten kunnen delen Bacteriën Bacteriën planten zich voort door een enkele cel te delen in twee cellen, deze nieuwe cellen te splitsen in 2 meer cellen, enz. Onder ideale omstandigheden, kan een cel een kolonie vormen van meer dan 1 miljoen bacteriën in ongeveer 5 uur Bacteriën kunnen resistent worden tegen antibiotica en kunnen zelfs antibiotica onwerkzaam maken. Resistentie tegen antibiotica betekent niet dat de bacterie ook ongevoelig is voor desinfectiemiddelen Virussen Virussen zijn nog kleiner (100x zo klein) dan bacteriën en kunnen niet worden gezien onder een gewone microscoop Het grote verschil tussen bacteriën en virussen is dat virussen geen eigen stofwisseling hebben. Virussen zijn afhankelijk van andere gastheercellen (van dier en mens) om zich te kunnen handhaven en vermenigvuldigen. Influenza virus - schematisch Virussen Sommige virussen leiden tot een ziekte bij de ´gastheer´ Een virusziekte is niet te bestrijden met antibiotica. Toch wordt er soms wel antibiotica gegeven aan een patiënt om een bacteriële infectie te bestrijden Doordat het immuunsysteem van het lichaam is afgezwakt, hebben bacteriën meer kans zich te ontwikkelen Virussen worden geclassificeerd door de vorm, grootte en andere structurele kenmerken, bijvoorbeeld enveloped/non-enveloped Virussen Enveloped virussen: virussen: Envelop verwijst naar een virusomhulsel dat bij bepaalde virussen voorkomt, die bestaat uit een dubbelmembraan, gemaakt met materiaal uit gastheercellen en de daarin opgeslagen virale eiwitten. Zijn gemakkelijker af te doden. De envelope van de virussen is relatief gevoelig voor uitdroging, hitte en schoonmaakmiddelen. Ze kunnen niet buiten de gastheercel overleven. Voorbeelden: HIV, herpes, Hepatitis B en C, coronavirus, Influenza Enveloped Herpes virus Virussen NonNon-enveloped virussen: virussen: Hebben geen omhulsel Zijn moeilijker af te doden, meer resistent en kunnen langer blijven overleven buiten de gastheercel Voorbeelden: Polio, Norovirus, Rhinovirus, Rotavirus, Parvovirus Bacteriën vs virussen Belangrijkste verschillen: verschillen: Een bacterie is een levend organisme en heeft een eigen stofwisseling. Een virus heeft een gastheercel nodig. Een bacterie vermeerdert zich door zichzelf in tweeën te delen. Hij maakt een extra celwand en deelt zich doormidden. Een virus vermeerdert zichzelf door van een gastheercel DNA-materiaal te gebruiken. Het virus brengt een stukje DNA van de gastheer binnen zijn eiwit-omhulsel. Hierdoor kan het virus zichzelf kopiëren. Dit gaat altijd ten koste van de gastheercel. Een bacterie is met antibiotica te bestrijden, virus niet. Virussen Door virus veroorzaakte aandoeningen: Wratten Verkoudheid Griep Hepatitis AIDS Schimmels Er zijn twee categorieën ziekteverwekkende schimmels: met een mycelium dat is opgebouwd uit schimmeldraden of hyfen; en de eencellige gisten. Sommige hebben echter kenmerken van beide groepen. Schimmels vormen sporen die jaren inactief kunnen blijven voordat ze een ziekte veroorzaken.