CAESAR tegen de Oude Belgen. Deel I De Invasie. ARMAND SERMON Mens & Cultuur Uitgevers 432 bladzijden, talrijke kleur- en zwart-wit illustraties, formaat: 210 x 290 mm. Prijs: 49,95 euro English Summary Algemene informatie Mailtje van een lezer Beste Armand, Heb je boek besteld bij boekhandel Limmerick en mocht het enkele dagen geleden al gaan ophalen. Er gisteravond zelfs nog met rode oortjes zitten in lezen over de halfnaakte zwaar besnorde krijgers, de snelheid van de Romeinen, de voordelen van in formatie vechten tegenover verspreide slagorde, de problemen van bevoorrading, transport, de bouw van de wallen, enzovoort. Hadden we dit boek maar gehad toen we De Bello Gallico moesten lezen! Nogmaals een grote proficiat. Pol Op nog geen twee uren rijden ligt een prachtig stukje Frankrijk. In de omgeving van Laon en Soissons, langs de oevers van de Aisne, wacht een boeiende landstreek die ik grondig verkende tijdens het schrijven van mijn boek over de verovering van onze gewesten door JULIUS CAESAR. (Zie folder.) Doorgaans, omwille van niet ver genoeg, razen onze zonzoekende medeburgers hier in snelvaart voorbij en missen aldus ontelbare historische merkwaardigheden en een stuk van onze eigen geschiedenis. Deze streek behoorde bij het begin van onze geschreven geschiedenis tot het gebied der Belgae (de Oude Belgen). Deze bewoonden het huidige noorden van Frankrijk en de Zuidelijke Nederlanden. In -57 verscheen een Romeins generaal, JULIUS CAESAR, aan hun grensgebieden met de bedoeling snel en gemakkelijk een rijke buit aan grondstoffen en vruchtbare akkers te veroveren en belangrijke handelswegen onder controle te krijgen. Vastberaden en met een grote coalitie, waarvan volgens de Romeinse generaal, honderdduizenden krijgers deel uitmaakten, wachtten de Belgae hem op. De beide legers ontmoetten elkaar aan de rivier de Aisne en hun treffen wordt in mijn boek uitvoerig beschreven. De verdere tocht van CAESAR door de Lage Landen en de confrontatie met oorlogsleiders als BODUOGNATUS of AMBIORIX vormt een volgende studie die nog moet verschijnen. JULIUS CAESAR schreef over zijn invasie in het noordwesten van Europa zijn bekend oorlogsverslag: De Bello Gallico. Dit is nog altijd opgelegde literatuur voor een deel van onze schoolgaande jeugd. In het tweede jaar van zijn veroveringstocht, door wat hijzelf Gallia noemt, trekt de Romeinse generaal naar het noorden, richting Belgium. Aan de hand van details die CAESAR ons naliet in zijn verslag over zijn Gallische oorlog, maar ook op basis van de meest recente archeologische ontdekkingen, reconstrueert mijn boek de eerste maanden van de invasie der Romeinen in het noorden van Gallia. Vanuit de nog onafhankelijke volkeren uit het noorden van Gallia verzamelden zich grote groepen krijgers, vermoedelijk in de omgeving van het huidige Laon. Volgens cijfers, verstrekt door CAESAR maar betwist door hedendaagse historici, mobiliseerden de Belgae bijna 400.000 manschappen tegen een Romeins leger van ongeveer 40.000 man Romeinse zware infanterie en enkele tienduizenden huurlingen. Mijn grondige analyse van de tekst van De Bello Gallico beschrijft alle facetten van deze confrontatie. De gebeurtenissen, zoals partijdig beschreven door de Romeinse generaal, worden minutieus ontleed maar ook het landschap waar het treffen zich afspeelt en de organisatie van de Romeinse legiones worden uitvoerig belicht. Men zegt dat door deze oorlog onze gewesten werden opgenomen in de onovertroffen Romeinse beschaving. Maar er was een prijskaartje voor deze culturele opwaardering. In de vele jaren durende oorlog, officieel van -58 tot -51, verdween naar schatting minstens 10% van de toenmalige bevolking; in al te afgeronde cijfers anderhalf tot twee miljoen van de naar schatting vijftien miljoen inwoners van het rijke land. De invasie was ook een economische plundertocht. Uit de Gallische tempels werd zodanig veel goud gestolen dat in Rome de goudprijs zwaar devalueerde. Alle mogelijke handelingen, door het hedendaagse oorlogsrecht als oorlogsmisdaden geduid, stonden in het militaire handboek van de soldateske elite van de Romeinse Res Publica. Mijn boek CAESAR tegen de Oude Belgen. I De Invasie handelt over de grotendeels militaire confrontaties maar het is ook een reisboek geworden met een zoektocht naar de voetsporen van de Romeinse generaal. Samen trekken we door het landschap om de beruchte Belgae, de dappersten van allen, te onderwerpen. Ons verslag start in de omgeving van Reims, het oppidum van de Remi. Dit zijn de eerste Belgae die Caesar in zijn oorlog betrekt. Intussen hebben alle andere volkeren tussen Seine en Rijn een coalitie gevormd waartegen zijn gedrilde acht legioenen optrekken. We volgen hem op zijn tocht door de kalklandschappen van Champagne tot aan het oude oppidum Condé-Variscourt. Deze archeologisch slechts gedeeltelijk onderzochte prehistorische versterking is één van de grootste van NoordEuropa en ligt aan een bocht van de Aisne. Enkele restanten van het oude oppidum hebben de industrialisering overleefd. Ons boek volgt de verdere tocht van de Romeinen over de rivier de Aisne waar toen een brug was te Berry-au-Bac. Enkele kilometer verder, op een landschappelijke verhevenheid, la Butte de Mauchamp, bouwde hij een merkwaardig sterk marskamp dat bij opgravingen volledig is terug gevonden. De oppervlakte van dit kampement was meer dan veertig hectare. Op diezelfde plaats staat tegenwoordig een grote hoeve en de omliggende glooiingen komen nog helemaal overeen met de beschrijving ervan door CAESAR. Twaalf kilometer hier vandaan ligt op een moeilijk betreedbaar plateau een ander belangrijke versterking: het oppidum van Bibrax of Vieux-Laon. De enorme aarden wallen en grachten tonen nog de aanzienlijke inspanningen die vroegere bewoners leverden om oorlogsdreigingen te counteren. Hier vandaan vertrekt een oeroude weg over een smalle lange heuvelkam waarvan het beroemdste stuk de naam Chemin des Dames is. Deze weg domineert de omliggende rivierdalen en is vooral bekend als "ticket sans retour" voor tienduizenden "poilus" en hun "feldgraue" opponenten. Tientallen monumenten herinneren aan de eindeloze slachtpartijen uit WOI. De tocht over de heuvelkam langs de Aisne eindigt in de omgeving van Soissons waar een ander redelijk goed bewaard prehistorisch oppidum verloren ligt op een heuveltop boven het dorpje Pommiers. Elk die zich interesseert voor de toenmalige gebeurtenissen of geconfronteerd blijft met talrijke vragen, zal in dit werk minstens een vingerwijzing krijgen en zeker een groot aantal antwoorden. Waar en hoe gaat CAESAR zijn verschillende legiones opstellen en welke versterkingen laat hij bouwen om het grote leger der Belgae tegen te houden? Hoeveel Belgae staan er hier echt aan de Aisne? Welke wegen gebruiken de Romeinen? Zijn er wel bruikbare wegen bij deze Belgae? Hoe lang is die Romeinse legercolonne eigenlijk? Twintig, dertig, veertig kilometer? Hoeveel kilometer marcheren de legionairs dagelijks? Vijftien, twintig, dertig? Waar ligt Bibrax, de vesting der collaborerende Remi, en waar Noviodunum, het belangrijke politieke centrum der opstandige Suessiones? Wat is het aandeel der hulptroepen uit Kreta of de Balearen? Hoe gebruiken de Romeinen de speciale infanterie uit Numidia? Welk is de politieke en sociale organisatie der Belgae? En wat met die druïden en hun mensenoffers? Deze studie is aangeraden voor wie zich ooit het hoofd brak bij sommige duistere grammaticale constructies in hét boek dat elke latinist wel ooit eens onder zijn neus kreeg. Zowel oude documenten als de meest recente wetenschappelijke literatuur werden geraadpleegd en uitgeschreven tot een boeiend detectiveverhaal. Dit is een oorlogsverslag dat naast de directe krijgshandelingen ook verhelderend ingaat op de politieke, strategische en tactische achtergronden van een bloedig conflict dat twee millennia geleden ons land meezoog in de rumoerige geschiedenis van het Romeinse rijk. En niet te vergeten! Dit boek is ook een gids door het zeer groene Picardië, een landstreek op nauwelijks twee uren rijden, waar talrijke historische monumenten ons aan onze eigen geschiedenis herinneren. Dit landschappelijk aantrekkelijke gebied is een stuk van onze eigen geschiedenis en toeristisch onontgonnen, op het oorlogstoerisme na. De historische steden Soissons en Laon zijn culturele trekpleisters midden een groene oase aan de rand van het champagnegebied. Recentelijk ontstond hier een waterparadijs aan een stuwmeer op de rivier Ailette. Op nog geen twee uur rijden van de Belgische grens wachten onvermoede ontdekkingen, door toeristen meestal achteloos voorbijgereden op weg naar het zuiden. Uitgegeven en te bestellen bij Mens & Cultuur Uitgevers: http://www.mens-en-cultuur-uitgevers.be/boeken/eigen-fonds/geschiedenis-enmaatschappij/caesar-tegen-de-oude-belgen/ Ook te verkrijgen bij de auteur! Armand SERMON Kortrijksestraat 129 8501 Kortrijk-Heule Tel. 056 35 05 98 GSM 0475 83 08 57 Mail [email protected]