Rekenen aan reacties - Medische Beeldvorming

advertisement
Curie
BNG
Hoofdstuk 6 Rekenen aan reacties
Rekenen aan reacties
Curie Hoofdstuk 6
HAVO 4
Curie
BNG
Hoofdstuk 6 Rekenen aan reacties
§6.1 Rekenen met de mol
§6.2 Rekenen met massa’s
§6.3 Concentratie
§6.4 SPA en Stappenplan
Curie
BNG
Hoofdstuk 6 Rekenen aan reacties
§6.1
§6
1
Rekenen met de mol
Curie
Hoofdstuk 6 Rekenen aan reacties
Eenheden en grootheden
g
• 1d
dozijn
ij potloden
tl d  12 stuks
t k potloden
tl d
• 1 gros paperclips  144 stuks paperclips
• 1 mud aardappelen  ~70
70 kg aardappelen
• 1 mol moleculen  6.022 x 1023 moleculen
(getal van Avogadro)
Dus: 1 mol suiker bevat evenveel suikermoleculen als
dat 1 mol water aan watermoleculen bevat
bevat.
BNG
Curie
BNG
Hoofdstuk 6 Rekenen aan reacties
Rekenen met de mol
•
•
•
•
1 moll H2O bevat
b
t 6.02
6 02 x 1023 moleculen
l
l H2O
1 molecuul H2O weegt 18.016 u
1 u = 1.66
1 66 x10-24 gram
1 molecuul H2O weegt dan:
gram
18.016 x 1.66 x10-24 g = 2.99 x 10-23 g
• 6.02 x 1023 moleculen H2O wegen dan:
6.02 x 1023 x 2.99 x 10-23 = 18.016 g
Eén mol van een stof is de hoeveelheid waarvan de massa in gram
gelijk is aan de massa van één deeltje in u.
Curie
BNG
Hoofdstuk 6 Rekenen aan reacties
Rekenen met de mol
• M
Molecuulmassa
l
l
= massa van 1 molecuul
l
l (in u)
• Molaire massa of molmassa = massa van 1 mol stof
(in gram/mol)
• Nog een voorbeeld:
C2H5OH (ethanol) heeft een molecuulmassa van 46.068 u,
dus de molmassa is 46.068 g/mol.
M.a.w. 1 mol C2H5OH weegt 46.068 gram
(en dat zijn 6
6.02
02 x 1023 moleculen ethanol)
Curie
BNG
Hoofdstuk 6 Rekenen aan reacties
Rekenen met de mol - notaties
•D
De massa van 1 moll stoff noem jje d
de molaire
l i
massa, M
• M(H2O) = 18.016 g/mol
• Stel je hebt 0.05 mol water  n(H2O) = 0.05 mol
Curie
BNG
Hoofdstuk 6 Rekenen aan reacties
Rekenen met de mol
Hoe kom je nu gemakkelijk van mol naar gram en
omgekeerd?
k d?
m
massa
n

 mol
M molmassa
l
massa  mol  molmassa
Curie
Hoofdstuk 6 Rekenen aan reacties
Chemisch rekenen - stappenplan
pp p
1.
2.
3.
4.
Reactievergelijking
g j g opstellen
p
((kloppend
pp
maken!!))
Molverhouding noteren
Massa’s invullen  bv “x” voor de onbekende
Molaire massa’s opzoeken/uitrekenen en
invullen
5. Aantal mol berekenen
6. Molverhouding
g toepassen
p
7. Het gevraagde berekenen
BNG
Curie
BNG
Hoofdstuk 6 Rekenen aan reacties
Chemisch rekenen - voorbeeld
Vraag: Hoeveel gram waterstof ontstaat er bij de ontleding van 72 g water?
1. Reactieverg.
2 H2O 
2 Molverhouding
2.
2
3. Massa’s
72 g
4. Molmassa’s
5. Mol
M l
:
 delen
d l 
18.02 g/mol
4 0 moll
4.0
2 H2
2
+
O2
:
1
x g
yg
8.1
64
 vermenigvuldigen
i
ldi

2.016 g/mol
32.00 g/mol
4 0 moll
4.0
2.0 mol
6. Molverhouding
4.0 mol 
4.0 mol
 2.0 mol
toepassen
mol = massa
massa
/ molmassa
= mol * molmassa
= 72 /18.02
= 4.0
= 4.0
x 2.016
mol = 8.1 g
Curie
BNG
Hoofdstuk 6 Rekenen aan reacties
§6.2
Rekenen met massa’s
Curie
BNG
Hoofdstuk 6 Rekenen aan reacties
Massaverhoudingen
g
Reactievergelijking:
g j g
ijzer + zwavel → ijzer(II)sulfide
Fe + S → FeS
Eén atoom Fe weegt 55.85 u en één atoom S weegt 32.01 u.
Of je nu van beide 1 atoom hebt of zeer veel, Fe en S
reageren altijd in de massaverhouding 55
55.85
85 : 32
32.01,
01 wat
ongeveer overeenkomt met 7 : 4.
Curie
BNG
Hoofdstuk 6 Rekenen aan reacties
Massaverhoudingen
g
Reactievergelijking: N2 + 3 H2 → 2 NH3
N2
molecuulmassa
molecuulverhouding
massaverhouding
+
28.02 u
3 H2
→
2.016 u
2 NH3
17.03 u
1
:
3
:
2
28 02
28.02
:
6 048
6.048
:
34 06
34.06
Dus N2 en H2 reageren dus in de massaverhouding 28.02 : 6.048
j
28.02 kg
g N2 reageert
g
met 6.048 kg
g H2 en levert
M.a.w. bijvoorbeeld
dan 34.06 kg NH3 op.
Curie
BNG
Hoofdstuk 6 Rekenen aan reacties
Massaverhoudingen
g
N2
molecuulmassa
molecuulverhouding
massaverhouding
+
28.02 u
3 H2
→
2.016 u
2 NH3
17.03 u
1
:
3
:
2
28.02
:
6.048
:
34.06
Dus N2 en H2 reageren dus in de vaste massaverhouding 28.02 : 6.048
Dus 28.02 kg N2 reageert met 6.048 kg H2.
Neem ik nu meer N2, bijvoorbeeld 30.00 kg N2 én 6.048 kg H2, dan blijft er
dus N2 over.
N2 was in overmaat aanwezig (of H2 in ondermaat).
ondermaat)
Het reactiemengsel zal dus 34.06 kg NH3 én 1.98 kg overmaat N2
bevatten (30.00 – 28.02 = 1.98 kg).
Curie
BNG
Hoofdstuk 6 Rekenen aan reacties
Massaverhoudingen
g
ionverhouding
massa
massaverhouding
2 Ag+(aq)
+
CO32-(aq)
→
Ag2CO3 (s)
2
:
1
:
1
215.8 g
:
60.01 g
:
275.8 g
215.8
:
60.01
:
275.8
Nu kun je geen afzonderlijke ionen afwegen, dus dit is niet zo praktisch.
Als jje Ag
g+ wilt neerslaan met CO32-, dan moet je
j dus uitgaan
g
van twee
zouten, bijvoorbeeld AgNO3 en Na2CO3 die kun je natuurlijk wel
afwegen.
molecuulverhouding
massaverhouding
2 AgNO3
Na2CO3
Ag2CO3
2 NaNO3
2
1
1
2
339.8
106.0
275.7
170.0
10 g
3.119 g
Curie
BNG
Hoofdstuk 6 Rekenen aan reacties
Rendement
werkelijke opbrengst
rendement 
*100%
theoretische opbrengst
Curie
BNG
Hoofdstuk 6 Rekenen aan reacties
§6 3 Concentratie
§6.3
Curie
BNG
Hoofdstuk 6 Rekenen aan reacties
aantal mol
molariteit 
aantal
t l liter
lit
Molariteit = mol / liter
0.01 M suikeroplossing = 0.01 mol suiker / liter H2O
Notatie:
[suiker] = [C12H22O11] = 0.01 M
Curie
BNG
Hoofdstuk 6 Rekenen aan reacties
Los op 4.000 gram BaCl2 in 1 liter water. Wat wordt de
chloride concentratie?
BaCl2
Reactie
Molverhouding
((s))

1
Massa
4.000 g
Molmassa
282 2 g/mol
282.2
Mol
0.0192 mol
Molverhouding
0.0192 mol
Ba2+ ((aq)
q) +
1

1:2
2 Cl-((aq)
q)
2

0.0384 mol Cl- in 1 liter  [Cl-] = 0.0384 M
0.0384 mol
Curie
BNG
Hoofdstuk 6 Rekenen aan reacties
Verdunnen
We hebben 250 ml 0.300 M oplossing van CuF2. Aan deze
oplossing wordt 350 ml water toegevoegd.
Wat wordt
ordt de nie
nieuwe
eC
Cu2+ concentratie?
Oplosvergelijking :
CuF2 (s)
1

Cu2+(aq) +
1
2 F-(aq)
2
verhouding 1:1  0.300 M CuF2 geeft dus [Cu2+] = 0.300 M
Aantal mol = molariteit x volume
= 0.300 mol/L x 0.250 L = 0.0750 mol
Nieuw volume is 250 + 350 = 600 ml = 0.600 L
Nieuwe [Cu2+] = 0.0750 mol / 0.600 L = 0.125 mol/L = 0.125 M
Curie
BNG
Hoofdstuk 6 Rekenen aan reacties
Verdunnen
We hebben 250 ml 0.300 M oplossing van CuF2. Aan deze
oplossing wordt 350 ml water toegevoegd.
Wat wordt
ordt de nie
nieuwe
eC
Cu2+ concentratie?
 250  350 
verdunningsfactor  
  2.4
 250 
00.300
300 M
 0.125 M
2.4
Curie
BNG
Hoofdstuk 6 Rekenen aan reacties
§6 4 SPA & stappenplan
§6.4
Curie
BNG
Hoofdstuk 6 Rekenen aan reacties
SPA = Systematische Probleem Aanpak
Analyseren

waar gaat het over?
Plannen

welke aanpak?
Uitwerking

wat is het antwoord?
Controle

klopt het?
Bestudeer deze paragraaf uit je boek en maak de opgaven die hier
betrekking op hebben.
Download