Tijdlijn Voor onze jaartelling: 64 Pompeius verovert Syrië - Syrië wordt een Romeinse provincie 63 Pompeius verovert Jeruzalem - de Joodse staat verliest zijn onafhankelijkheid: Judea wordt een vazalstaat van het Romeinse Rijk - de Joodse hogepriester Hyrcanus II (van de Israëlische stam de Makkabeeën) mag de Joodse vazalstaat onder Romeinse bezetting, besturen 62 Triomftocht van Pompeius in Rome met Joodse gevangenen 57 Eerste Joodse opstanden om de Joodse onafhankelijkheid te herstellen 55 Romeinen nemen de Joodse Tempelschat in beslag 48 Julius Caesar verslaat Pompeius - Pompeius wordt vermoord 44 Julius Caesar wordt vermoord 37 De Makkabeeën komen in opstand tegen de Romeinen en proberen het onafhankelijke Joodse koninkrijk te herstellen - de Romeinen vernietigen de macht van de Makkabeeën en stellen Herodes de Grote (die zich eerst tot Jood laat besnijden/bekeren) aan als koning van de Joden 31 Octavianus verslaat Antonius 30 Antonius en Cleopatra plegen zelfmoord 27 Octavianus wordt Keizer Augustus 4 Dood van Herodes de Grote leidt tot opstand en onrust in Judea Opstand van Judas de Galileeër - plundering van Sepphoris (administratieve hoofdstad van Judea) - gevolgd door bloeddorstige vergeldingsacties van de Romeinen: Sepphoris wordt met de grond gelijk gemaakt, alle inwoners worden als slaven verkocht Herodes Antipas (zoon van Herodes de Grote) wordt koning van Judea Men schat in dat de geboorte van Jezus van Nazareth tussen 4 v.o.j. en 4 n.o.j. heeft plaats gevonden. Na onze jaartelling: 6 Judea wordt een Romeinse provincie onder leiding van een procurator 10 Sepphoris werd naar Hellens model heropgebouwd en wordt de eerste hoofdstad van Herodes Antipas 14 In Rome komt Keizer Tiberius aan de macht 18 Jozef Kajafas wordt tot Hogepriester benoemd 20 Tiberias wordt tweede hoofdstad van Herodes Antipas 26 Pontius Pilatus wordt benoemd tot procurator in Jeruzalem 26-28 Begin van prediking van Johannes de Doper 29-30 Dood van Johannes de Doper 28-30 Begin van prediking van Jezus van Nazareth 30-33 Dood van Jezus van Nazareth 34 Stefanus gestenigd - eerste martelaar van de Christenen die door de apostelen was aangesteld om brood te verdelen onder de armen - werd door de Hogepriester en Saulus veroordeeld 34-37 Bekering van Saulus van Tarsus - hij wordt Paulus 36 De Romeinse gouverneur van Syrië, Lucius Vitellius, stuurt Pontius Pilatus naar Rome en ontslaat Kajafas als Hogepriester 36-40 Jacobus, broer van Jezus, wordt eerste bisschop van Jeruzalem 37 In Rome komt Keizer Caligula aan de macht 41 In Rome komt Keizer Claudius aan de macht 44 Opstand door Theudas, een volgeling van Paulus die zichzelf tot profeet verklaart en een opstand uitlokt 46 Opstand door de zonen van Judas de Galileeër 48 Paulus schrijft zijn eerste brief: 1 Thessalonicenzen 54 In Rome komt Keizer Nero aan de macht 56 Een Zeloot pleegt een moordaanslag op Jonathan, de Hogepriester van Jeruzalem en zoon van Annas 56 Paulus schrijft zijn laatste brief: Romeinen 62 Dood van Jacobus, broer van Jezus, door steniging nadat hij veroordeeld werd door de Hogepriester 64 Grote brand van Rome tijdens bewind van Keizer Nero, die de schuld van de brand aan de Christenen geeft - Christenvervolging 66 Dood van Paulus en Petrus in Rome, respectievelijk onthoofding (omdat Paulus een Romeins burger was) en kruisiging (met het hoofd omlaag), beiden op bevel van Keizer Nero 66 Joodse opstand in Jeruzalem 67-68 de Zeloten verdrijven de Romeinen - Jeruzalem is bevrijd 68 Keizer Nero pleegt zelfmoord 69 In Rome komt Keizer Vespasianus aan de macht 70 Romeinen heroveren Jeruzalem, verwoesten de Joodse tempel en deporteren iedereen die nog in leven is als slaaf 70-71 Marcus schrijft zijn evangelie 75 Lucas schrijft de Handelingen 79 In Rome komt Keizer Titus aan de macht 90-100 Mattheus en Lucas schrijven hun evangelie 100-120 Johannes schrijft zijn evangelie 117 Het Romeinse Rijk is op zijn grootst