De nieuwe spelregels van Mario ECB-voorzitter Mario Draghi herschudde deze week grondig de kaarten van financieel Europa met zijn historische noodplan voor de eurozone. Of dat de reële economie weer op de rails krijgt, valt af te wachten. Maar oplettende beleggers kunnen nu al winnen door Draghi's spelregels te volgen. Een wondermiddel om de Europese economie eindelijk uit het slop te halen? Of een maatregel die weinig zoden aan de dijk brengt en enkel gunstig is voor de financiële markten? Wat je er ook over denkt, iedereen is het erover eens dat ECB-voorzitter Mario Draghi de kaarten van financieel Europa deze week grondig heeft geschud. Donderdag pakte de Italiaanse centraal bankier eindelijk uit met zijn 'bazooka'. De komende twee jaar zal de ECB minstens 1.140 miljard euro in de economie pompen. Op aansturen van Frankfurt zullen de nationale centrale banken elke maand voor 60 miljard euro aan staatsobligaties en andere activa aankopen. Bovendien laat Draghi de deur op een kier voor nog meer aankopen, want hij gaf aan dat hij met zijn programma zou doorgaan tot de inflatie in de eurozone weer richting 2 procent evolueert. De Europese geldkraan staat dus wagenwijd open, maar wat moet u als belegger of spaarder onthouden om daar ook voordeel uit te halen? Focus op de dollarverdieners van de beurs De Europese aandelenmarkten reageerden gisteren enthousiast. De Brusselse Bel20 ging sinds het besluit van de ECB al meer dan 2 procent de hoogte in. Daarmee hield Brussel het beursfeest nog bescheiden. Parijs, Amsterdam en Frankfurt wonnen bijvoorbeeld al meer dan 3 procent sinds Draghi de geldkraan opendraaide. Nochtans waren beleggers er al een tijd op aan het speculeren dat de ECB met zwaar geschut ging uitpakken. Draghi's forse maatregelen zaten al voor een flink deel in de koersen verwerkt. 'Toch wist Draghi de markt nog te verrassen, want slechts weinigen hadden erop gerekend dat hij zo'n groot bedrag voor zo'n lange periode in de economie zou pompen', zegt strateeg Ronny Claeys van KBC Asset Management. Hoe moet je als belegger daar nu op inspelen? 'Kies vooral voor ondernemingen die een groot deel van hun omzet buiten de eurozone halen', tipt Claeys. 'Of de ECB met dit plan haar doelstellingen zal halen - de inflatie opkrikken en de Europese groei opkrikken - weet je vandaag nog niet. Maar waar we nu wel al zeker van zijn is dat de aankoopprogramma's de euro fors lager sturen tegenover de dollar en andere munten.' De strateeg geeft er meteen ook enkele voorbeelden bij. 'In België zijn het dollargevoelige aandelen zoals Delhaize of AB InBev die vooruitgang kunnen boeken. Voor ondernemingen die zich meer op hun thuismarkt richten, zoals Colruyt of Telenet, speelt dat dollareffect natuurlijk veel minder. Die focus op de thuismarkt is ook de reden waarom Draghi's bazooka niet per se positief is voor bankaandelen. De aankoop van staatsobligaties leidt er inderdaad toe dat de obligatiekoersen stijgen, en dat is natuurlijk goed nieuws voor de instellingen die dat papier in handen hebben. Maar daar tegenover staan de dalende rentetarieven, die maken dat het voor banken steeds moeilijker wordt hun winstmarges op peil te houden.' Analist Andrew Garthwaite van Credit Suisse is dezelfde mening toegedaan. 'Vooral de gezondheidszorg- en farma-aandelen kunnen van de verdere terugval van de euro profiteren, net zoals de fabrikanten van massaconsumptiegoederen.' Garthwaite rekent twee Belgen tot die dollarclub: UCB en AB InBev. Maar de voorkeur gaat momenteel uit naar drie aandelen die wat achterbleven op de markt sinds de euro begon te dalen: de Ierse constructeur CRH, het Franse chemiebedrijf Arkema en de telecomgroep Alcatel-Lucent.' Banken, nutsbedrijven en ook vastgoedgroepen zouden het volgens Credit Suisse moeilijker kunnen krijgen. Beleggers met een langetermijnhorizon kunnen zich trouwens beter toeleggen op aandelen uit de Europese kernlanden, zegt Garthwaite. 'Als de ECB later haar stimuleringsprogramma wil stopzetten, dan kan dat in Zuid-Europa een heropflakkering van de schuldencrisis veroorzaken. Dat is meteen ook de reden waarom we ons advies nu verlagen voor aandelen uit de periferie van de eurozone'. De verwachting is dus dat Draghi's daadkracht de aandelenmarkten hoger zal sturen. Maar dat wil niet zeggen dat we vanaf nu een vlekkeloos parcours zullen rijden. De Griekse verkiezingen kunnen vanaf maandag bijvoorbeeld al roet in het eten gooien. 'Niet dat Griekenland op zich zo'n groot risico vormt voor de beurzen. Na de schuldherschikking zit het gros van het Griekse overheidspapier bij de overheden', zegt Claeys. 'Maar het gevaar bestaat dat een overwinning van de linkse Syriza-partij een kettingreactie veroorzaakt waardoor ook de Spaanse eurosceptici zullen winnen. Maar de volatiliteit die dat kan veroorzaken, biedt natuurlijk ook koopgelegenheden. Obligaties in vreemde munten bieden nog kansen Het mag dus duidelijk wezen: zowat alle analisten verwachten dat de euro verder zal dalen tegenover de dollar en andere munten. 'De ECB brengt meer euro's in omloop', zegt Kristof Wauters, obligatiespecialist van BNP Paribas Fortis. 'Bovendien koopt de Zwitserse centrale bank geen euro's meer sinds ze vorige week de plafondkoers van de frank heeft geschrapt.' In deze context zijn obligaties in vreemde munt relatief aantrekkelijk. 'Wauters: 'Obligaties in Amerikaanse dollar, Noorse kroon en Braziliaanse real zijn een interessante diversificatie. Wie bereid is een wisselkoersrisico te lopen, kiest best voor solide bedrijven of instellingen met een AAA-rating, bijvoorbeeld de Europese Investeringsbank.' Voor obligatiebeleggers die liever papier in euro kopen, gaat de voorkeur van Wauters uit naar bedrijfsobligaties met een BBB-rating. 'Hoewel de ECB staatsobligaties zal kopen, zullen de markten van de staats- en bedrijfsobligaties wellicht parallel bewegen. Bedrijfsobligaties met een BBB-rating en een looptijd van vijf tot zes jaar geven nog een brutorendement van 1 tot 2 procent. Het reële rendement van die obligaties is niet noodzakelijk lager dan enkele jaren geleden, want de inflatie is negatief.' Koen Van de Maele, obligatiespecialist van de vermogensbeheerder Candriam, vindt obligaties in euro niet aantrekkelijk. 'In de eurozone is de langetermijnrente laag. Zelfs in niet-kernlanden (bijvoorbeeld Italië of Spanje) is het sop in veel gevallen de kool niet meer waard. Onze boodschap is dat we moeten inspelen op de indirecte gevolgen van het beleid van de ECB en wat meer risico nemen.' Als alternatieve munten voor de euro schuift Van de Maele vooral de Amerikaanse dollar en de Australische dollar naar voren. Een belegger die een hoger risico aanvaardt, kan obligaties in Mexicaanse peso of dollarobligaties met een rommelrating overwegen. Die laatste geven nog een behoorlijk rendement van 4 tot 6 procent. Termijnrekening enkel voor grote dollarfans De wellicht eenvoudigste manier om in dollar te beleggen is het openen van een termijnrekening in die munt. De vier grootbanken bieden termijnrekeningen aan met verschillende looptijden. De minimumlooptijd varieert van 1 dag bij ING tot 6 maanden bij Belfius. De maximumlooptijd bedraagt overal één jaar. Het minimumbedrag varieert van 2.500 dollar bij BNP Paribas Fortis en KBC tot een tegenwaarde van 5.000 euro (5.640 dollar) bij ING. De grootbanken rekenen geen kosten aan. Maar ze bieden ook geen hoge rente aan op termijnrekeningen in dollar. BNP Paribas Fortis biedt voor alle looptijden een rente aan van 0,03 procent. Belfius is wat milder. De staatsbank geeft een rente van 0,18 procent op zes maanden en 0,33 procent op twaalf maanden. Een termijnrekening in dollar is dus alleen een interessante belegging als u er echt van overtuigd bent dat de dollar terrein zal blijven winnen tegenover de euro. Als de dollar stijgt, boekt de spaarder een meerwaarde wanneer hij op de vervaldag het bedrag in dollar omzet naar euro. De rente op spaarboekjes blijft onder druk De beslissing van de ECB om meer geld in de economie te pompen heeft de belangrijkste marktrentes verder doen dalen. 'De kans dat de rente op spaarboekjes omlaag gaat, is groot', zegt Wauters. 'Een renteverlaging naar nul procent is niet uitgesloten. Een negatieve spaarrente is onwaarschijnlijk.' Van de Maele zit op dezelfde golflengte. 'Het zou me niet verbazen dat de rente op spaarboekjes nog wat lager gaat.' Aangezien spaargeld gemiddeld een tweetal jaar blijft staan op een boekje is de spaarrente niet alleen afhankelijk van de kortetermijnrente, maar ook van de rente op middellange termijn. De vier grootbanken zeggen dat ze voorlopig geen plannen hebben om het mes te zetten in de spaarrente. Maar ze houden wel een slag om de arm. 'We houden wel, zoals steeds, de marktevoluties in de gaten', signaleert BNP Paribas Fortis. KBC merkt op: 'Het is vandaag veel te vroeg om al iets te zeggen over de mogelijke impact van de QE (geldcreatie ECB) op de spaarrente.' Volgens de website spaargids.be varieert de rente op het klassieke spaarboekje bij de vier grootbanken tussen 0,25 en 0,40 procent. Het getrouwheidsboekje van PSA Bank biedt met 2 procent de hoogste spaarrente. Europese geldpers stuurt de vastgoedmarkt Veel spaarders zien vastgoed als een alternatief voor de spaarboekjes die vandaag nauwelijks wat opleveren en voor de magere obligatierendementen. De vastgoedmakelaar Cushman & Wakefield liet gisteren in een nieuwe studie alvast uitschijnen dat het extreem soepele beleid van de ECB heel wat beleggers naar commercieel vastgoed zal sturen. 'Zonder de Europese geldpers was de markt dit jaar waarschijnlijk met 5 tot 10 procent gegroeid. Nu zal dat zo'n 20 procent zijn.' Vooral beleggers die met geleend geld vastgoed kopen, zullen nu hun slag slaan. 'Ook op de Belgische en Luxemburgse vastgoedmarkt zullen ze de prijzen opdrijven ten nadele van beleggers die volledig met eigen vermogen financieren', klinkt het. Met de mogelijke rendementen die op dat vastgoed zijn te behalen is het volgens Cushman & Wakefield wel opletten geblazen. Want terwijl de beleggersmarkt wel aantrekt, is het nog niet zeker dat dat ook het geval zal zijn met die van de gebruikers - de huurders, met andere woorden. Daardoor bestaat de kans dat de aanvangsrendementen (de verhouding tussen de investering en de huuropbrengsten) met twintig tot dertig basispunten zullen dalen, stipt Cushman & Wakefield aan. Pieter Suy en Wouter Vervenne, De Tijd, 24 januari 2015