‘Het profiel van de vrijgevestigden bewaken Sinds 1 februari 2010 ben je voorzitter van de NVVP. Wat zijn je ambities voor de vereniging? ‘Mijn ambitie is om het typische belang van de vrijgevestigde BIG-geregistreerde GGZ-aanbieder beter tot zijn recht te laten komen. Ik denk dan aan het bestendigen van de solide plaats die we nu in het stelsel hebben, op een wijze die de typische kwaliteiten van vrijgevestigden benadrukt zoals laagdrempelig, flexibel, niet-bureaucratisch en vooral met het primaire proces van het handhaven van een hoogwaardige cliënt-therapeutrelatie altijd als uitgangspunt voor beleid. Ik vind dat deze belangen een beetje zijn ondergesneeuwd door het feit dat psychologische zorg sinds 2008 die solide plek in de Zorgverzekeringswet (Zvw) heeft gekregen. En dit is, paradoxaal genoeg, vooral bereikt dankzij de NVVP. Doordat vrijgevestigden nu onder de Zvw vallen is er veel regeldrift en bureaucratie op ons neergedaald en dat zijn zaken waar vrijgevestigden niets van moeten hebben. Anderzijds hebben de vrijgevestigden binnen de Zvw veel aan gezag en positie gewonnen. Het begrip ‘vrijgevestigde’ is ook vertroebeld door de komst van franchiseorganisaties, semi-instellingen, virtuele instellingen en andere vormen van samenwerking van min of meer vrijgevestigde psychologen en psychotherapeuten. Het gelijktrekken van de rest van de GGZ in prestatiebekostiging en eventueel liberaliseren van prijzen zal dit deels vereffenen. Ik vind het belangrijk om het profiel van de vrijgevestigde te bewaken en daarin is wat mij betreft het woord ‘vrij’ erg belangrijk. Verder zie ik dat het NIP, de LVE en de NVP ook actiever worden in de directe belangenbehartiging van hun vrijgevestigde leden. Het laatste wat we kunnen gebruiken is verdeeldheid. Er zal dus verstandig moeten worden samengewerkt.’ En inhoudelijk gezien: wat zijn je ambities voor het vak van de vrijgevestigde? Zie je bedreigingen voor bijvoorbeeld de toekomst van de langdurige psychoanalytische psychotherapie? ‘De langdurige psychoanalytische psychotherapieën stonden al onder druk toen ik mijn psychotherapieopleiding deed eind jaren 80 - mijn hoofdstroom in de RINO-opleiding wás psychoanalytische psychotherapie. De langdurige psychoanalytische psychotherapie is zo basaal verweven in het wezen van psychotherapie dat het niet zal verdwijnen. De commotie rond het verdwijnen van de psychoanalyse, de meest intensieve en dure vorm van psychoanalytische psychotherapie, is wel te begrijpen, maar ook een beetje misplaatst: vóór de komst van de Zorgverzekeringswet in 2008 viel deze therapie ook niet in het pakket. Wat echter niet deugt is de argumentatie van het College voor Zorgverzekeringen (CVZ). Ik ben van mening dat het CVZ onterecht op de stoel van de beroepsgroep is gaan zitten. Zij schrapten de psychoanalyse, omdat haar werking niet wetenschappelijk bewezen zou zijn. Als het CVZ deze methodiek doorzet, kunnen er heel veel goedwerkende vormen van psychotherapie geschrapt worden. Uiteindelijk houden we dan niet veel over aan behandelaanbod en dat is zeer ongewenst! Overigens zou ik er wel begrip voor kunnen hebben als de psychoanalyse niet geheel vergoed zou worden op basis van kosten- en batenoverwegingen via de Zvw. Immers, de frequentie van de behandelingen die drie tot vijf keer in de week gedurende meerdere jaren plaatsvindt, is intensief en erg duur. Daarentegen blijft de psychoanalytische psychotherapie die een tot twee keer per week gedurende enkele jaren plaatsvindt, een uiterst nuttige en kostenefficiënte vorm van behandelen en moet dus ook in het Zvw-pakket blijven.’ Over kostenefficiëntie gesproken: wat vind je van het initiatief van DBC-Onderhoud om opnieuw een kostprijsonderzoek uit te voeren? ‘Ik vind dat we veel te weinig inzicht hebben in de opbouw en veranderingen in de productstructuur van de DBC’s. Ik ben van mening dat de geestelijke vaders en moeders van de DBC een meervoudig gehandicapt kind ter wereld hebben gebracht. Er zit een aantal basale aannames in, die niet stroken met de dagelijkse praktijk en die leiden tot perverse prikkels. We zullen voorlopig echter met het systeem moeten werken. De beste manier om meer grip op het DBC-systeem te krijgen, is om in de DBC-materie te duiken. Daar bedoel ik mee, dat we moeten snappen hoe het systeem werkt. We moeten zicht krijgen op de beleidsmatige kant van het systeem. Ook vind ik dat het DBCsysteem drastisch vereenvoudigd moet worden. Ik denk dat we onvoldoende betrokken zijn geweest bij de ontwikkeling ervan: de afkeer voor de materie was ook groot. Echter, voor deze afkeer betalen wij nu de prijs, want ons denken over de tarieven vanuit kosten en loon voor de zorgaanbieder is nooit sterk ontwikkeld geweest. De tarieven kwamen voort uit: ‘Wat heeft men voor de behandeling over?’ Die tijd is voorbij. Vrijgevestigden dienen een reële prijs te krijgen voor de geleverde zorg. Daarom vind ik meewerken aan het kostprijsonderzoek van DBC-Onderhoud uiterst belangrijk voor het ondernemerschap van vrijgevestigden. Als de kostprijs van de vrijgevestigden goed is geïncorporeerd in het DBC-systeem, naast de kostprijzen van instellingen, worden vrijgevestigden hiervoor beloond via nieuwe kostprijzen, die voorzien zijn voor 2012.’ Ga je zelf ook kostprijsgegevens aanleveren? ‘Zeker, na de zomervakantie ga ik mijn eigen kostprijsgegevens aanleveren aan DBC Onderhoud. Ik hoop dat veel NVVP-leden mij daarin zullen volgen. Het is de enige manier om de vrijgevestigden goed in het systeem te krijgen. ’ Je liet het woord ‘zomervakantie’ vallen. Heb je leuke plannen voor deze zomer? ‘Ja, mijn kinderen willen naar Parijs, dus dat gaan we doen. Daarna gaan we muziek maken met vrienden in Normandië en in de Perigord. En, we gaan vooral ook lekker niksen en veel lezen..…………………………….’ Door: Annemarie van der Meer, beleidsmedewerkster NVVP